De Beethoven Biografie heel uitgebreid van Wikipedia lees meer *Ludwig van Beethoven (Bonn, 16 december 1770 – Wenen, 26 maart 1827) was een Duitse componist, musicus, virtuoos en dirigent.
Wiki-Biografie in items: Bonn lees meer *Ludwig van Beethoven (Bonn, 16 december 1770 – Wenen, 26 maart 1827) was een Duitse componist, musicus, virtuoos en dirigent. Zijn stijl sluit direct aan op die van Wolfgang Amadeus Mozart en Joseph Haydn, met wie hij tot de Eerste Weense School wordt gerekend. Hij bracht het classicisme tot voltooiing en leidde de romantiek in. Hij wordt onder de invloedrijkste componisten gerekend. Zijn oeuvre heeft een overheersende invloed gehad op de negentiende-eeuwse muziek. Bonn (1770-1792) Ludwig van Beethoven was de zoon van de Rijnlandse, keurvorstelijke hofzanger Johan van Beethoven en zijn echtgenote Magdelena Keverich. Zijn grootvader, Lodewijck van Beethoven, kwam uit Mechelen en vestigde zich later in Bonn als keurvorstelijk hofzanger. Deze afkomst verklaart het Nederlandse voorvoegsel van in de naam. En Beethoven duidt (volgens B. Cooper) op een "oorspronkelijke herkomst van een bietenboerderij". In tegenspraak met deze "voor de hand liggende" etymologie gaat het wellicht om het dorpje Bettenhoven (Bettincourt) in Haspengouw, thans deelgemeente van Borgworm in de provincie Luik, in welk geval de etymologie zou verwijzen naar de boerderij van Bettingen (familie Betto). Aan het einde van de vijftiende eeuw vinden we in Kampenhout een zekere Jan van Bettehoven (ca.1485-1571), zevende overgrootvader van de componist. Beethovens vader trachtte, in navolging van Leopold Mozart, van zijn zoon een wonderkind te maken, nadat hij had gemerkt dat de jongen een grote muzikaliteit aan de dag legde. Een moeilijke jeugd waarin armoede een rol speelde en een vader die geregeld dronken was en 's nachts bij thuiskomst – indien hij gezelschap bij zich had – zijn zoon dwong uit bed te komen om voor hen piano te spelen, maakten van Ludwig een somber en wantrouwend mens. Toch kon hij met zijn extraverte karakter ook luidruchtig vrolijk zijn. In 1777 ging Beethoven naar het zogenaamde Tirocinium, een lagere school waar Latijn werd onderwezen. De schoolgang duurde tot 1781. Hij genoot verder geen algemeen vormend onderwijs meer. Alle tijd werd nu aan de muziek besteed. De vroege en wat latere jeugd van Beethoven worden redelijk gedetailleerd beschreven in een manuscript dat nagelaten is door het gezin Fischer, dat vanaf 1776 bij de Beethovens betrokken was. Als volwassen man kreeg hij makkelijk ruzie en kon hij onredelijk zijn, zelfs tegenover zijn beste vrienden, maar hij putte zich ook uit om een vriendschap te herstellen als deze door zijn toedoen op de klippen was gelopen. Beethoven nam in 1779 in Bonn lessen bij Christian Gottlob Neefe, een hoforganist, die hem in contact bracht met de werken van Bach, Haydn en Mozart. Op elfjarige leeftijd kon Beethoven Das wohltemperierte Klavier van Bach bijna in zijn geheel uit zijn hoofd spelen en schreef hij zijn eerste composities. Op twaalfjarige leeftijd kon hij al invallen voor Neefe als organist en theaterkapelmeester. In 1781 bezocht hij met zijn moeder Nederland, in het kader van familiebezoek, waarbij hij in Rotterdam en Den Haag optrad voor onder anderen Erfstadhouder Prins Willem V van Oranje-Nassau en diens hofhouding. In 1782 verscheen zijn eerste uitgegeven werk: de Dressler-Variationen (WoO[7] 63). In de editie van 2 maart 1783 van Cramers Magazin der Musik liet Neefe zich lovend uit over Beethoven. In juni van het jaar erop (1784) werd Beethoven, naast Neefe, benoemd tot hoforganist. Zijn salaris bedroeg 150 florijnen (100 Thaler). In 1784 componeerde Beethoven op 13-jarige leeftijd zijn allereerste pianoconcert in Es majeur (WoO 4). In 1787 ondernam Beethoven een reis naar Wenen om bij Mozart les te nemen,[9] maar het is niet bekend of de twee elkaar hebben ontmoet.[10][11] Beethoven moest namelijk halsoverkop terug naar Bonn omdat zijn moeder op sterven lag. Zij overleed op 17 juli 1787. Op 20 november 1789 verliet Beethovens vader het hoforkest. Zijn salaris, 200 Thaler, werd gehalveerd, de resterende 100 Thaler werden voortaan aan Beethoven toegekend voor het onderhoud van zijn broers. In de praktijk verzorgde Beethoven zijn broers vanaf ongeveer 17-jarige leeftijd. Op 2 november 1792 maakte Beethoven zich gereed om naar de Oostenrijkse hoofdstad Wenen te verhuizen. Hij kwam op 10 november in Wenen aan. Mozart was elf maanden eerder gestorven. Op 18 december 1792 overleed Beethovens vader.
Wiki Biografie in items: Wenen lees meer * Wenen (1792-1827) Tussen 1792 en 1794, terwijl hij zich inmiddels definitief in Wenen gevestigd had, nam hij lessen bij Joseph Haydn. Maar tussen de twee boterde het niet erg. Haydn was verbaasd over de 'woede' in Beethovens muziek en deed zelfs een poging om de publicatie van een van diens eerste pianotrio's tegen te houden. Beethoven vond dat hij te weinig leerde bij Haydn en nam in het geheim les bij de componist Johann Baptist Schenk, die een betere leraar bleek, omdat deze fouten uit het werk van Beethoven haalde die Haydn – mogelijk uit gebrek aan interesse – over het hoofd had gezien. Dit zou kunnen suggereren dat Haydn toentertijd de grootte van Beethovens talent niet juist had ingeschat. Op 29 maart 1795 gaf Beethoven zijn eerste openbare concert in Wenen, in het Burgtheater, en speelde daar (waarschijnlijk) voor het eerst zijn eerste pianoconcert. In juli of augustus van hetzelfde jaar verscheen zijn eerste gepubliceerde werk: de pianotrio's opus 1. Op 6 oktober 1802 schreef hij zijn 'Heiligenstädter Testament', een testament voor zijn twee broers, Kaspar Karl en Johann, waarin hij zijn wanhoop over zijn toenemende doofheid uitsprak. Hij schreef onder andere dat hij als dove musicus eigenlijk niet meer wilde leven, maar zich verplicht voelde toch in leven te blijven, om zodoende de wereld van zijn composities te laten genieten. Rond 1819 was Beethoven volledig doof. Titelblad van de derde symfonie van Beethoven, de Eroïca opus 55. De aanvankelijke opdracht aan Napoleon Bonaparte is weggekrast. In de periode van juni tot en met oktober 1803 schreef Beethoven de Eroïca, zijn derde symfonie, die hij aan Napoleon opdroeg. Toen Beethoven in 1804 hoorde dat Napoleon zich tot keizer had laten uitroepen, kraste hij de naam van Napoleon zo heftig van het titelblad dat op die plek een gat achterbleef (zie afbeelding) en hij veranderde de opdracht in Sinfonia Eroica, composta per festeggiare il sovvenire di un grand' Uomo ("Heroïsche symfonie, gecomponeerd om de herinnering aan een groot Man te vieren"). In 1809 speelde Beethoven een spelletje met de Weense adel door een aanstelling als Kapellmeister in Kassel te accepteren. Hij wilde wel in Wenen blijven, maar dan moest de adel hem een vast inkomen garanderen. Op 26 februari kreeg hij het door hem begeerde contract met een jaargeld van 4000 florijnen. Nu hij een vast inkomen had, ondernam Beethoven stappen in de richting van een huwelijk. Zo schreef hij zijn voormalige secretaris Gleichenstein (die in Freiburg woonde) of deze hem wilde helpen een vrouw te vinden. In mei 1810 vroeg Beethoven Wegeler in Koblenz om een afschrift van zijn doopakte. Dit kan ermee verband houden dat hij in die periode een aanzoek aan Therese Malfatti had gedaan. In mei 1810 leerde Beethoven Bettina, Franz en Antonie Brentano kennen, die op hun beurt bevriend waren met Johann Wolfgang von Goethe. Deze stelde via Bettina Brentano voor Beethoven te ontmoeten, waarin Beethoven toestemde. Later dat jaar componeerde hij drie liederen op teksten van Goethe, opus 83. Op 12 april 1811 schreef Beethoven voor het eerst aan Goethe en liet hem weten dat hij een exemplaar kreeg van de Egmont-muziek. In juni 1812 vertrok Beethoven naar een kuuroord in Teplitz, bij Karlsbad. Terwijl Beethoven hier verbleef, schreef hij een hartstochtelijke brief aan een anonieme vrouw: de Unsterbliche Geliebte. Omdat de Brentano's de dag ervoor in Karlsbad waren aangekomen, nemen de meeste onderzoekers aan dat de brief aan Antonie Brentano was gericht,[13] al houden enkelen vol dat het Josephine Deym-Brunsvik betrof. Op 14 of 15 juli kwam Goethe in Teplitz aan, waarna hij Beethoven op 19 juli ontmoette. De daaropvolgende week hadden ze dagelijks contact, totdat Beethoven naar de Brentano's reisde en in hun huis in Karlsbad logeerde.
Wiki Biologie in items: Broer Carl lees meer *BROER Carl In 1813 stelde Beethovens broer Carl een verklaring op dat, mocht hij komen te overlijden (vanwege zijn ernstige tuberculose), hij Beethoven wilde zien als voogd van zijn zoon Karl. Beethoven leende van muziekuitgever Steiner geld om zijn zieke broer en diens vrouw Johanna te ondersteunen. Deze lening werd terugbetaald in de vorm van publicatierechten van bepaalde werken, zoals Wellington's Sieg, de zevende en achtste symfonie, strijkkwartet opus 95, vioolsonate opus 96 en het Erzherzogtrio. Na het overlijden van zijn broer op 15 november 1815 ontvlamde een bittere strijd om het voogdijschap van Karl. Vanaf 19 januari 1816 was Beethoven de enige wettelijke voogd over Karl. Karl werd begin februari van zijn moeder gescheiden en op een internaat geplaatst. Vanaf ongeveer september dat jaar begon Beethoven plannen te ontwikkelen om zijn neef bij zich in huis op te nemen. Op 14 oktober werd Beethoven ernstig ziek, het begin van een lange periode van kwakkelen en problemen. In deze periode had hij regelmatig contact met de Philharmonic Society of London die hem wilde betalen om naar Londen te komen en twee symfonieen te schrijven. Hoewel Beethoven begon met de schetsen van de negende symfonie, zou hij die pas jaren later voltooien. Begin 1818 kwam neef Karl bij Beethoven in huis wonen en kreeg onderricht van een huisleraar. In deze periode nam Beethovens gehoor zo sterk af dat hij gebruik moest maken van de zogenoemde Konversationshefte.[14] Gedurende 1818 deed Karls moeder Johanna diverse pogingen de voogdij terug te krijgen, die alle door de rechtbank werden afgewezen. Op 3 december vluchtte Karl naar zijn moeder. Beethoven schakelde de politie in om zijn neef terug te brengen, waarna Karl weer enkele maanden naar het internaat ging. Toen Beethoven voor het Landrecht moest toegeven dat hij niet van adel was, werd de voogdijkwestie doorverwezen naar de Magistrat, een lagere rechtbank, waardoor Beethoven zich diep gegriefd voelde. Deze dwong Beethoven ertoe zijn voogdijschap neer te leggen en een andere voogd te zoeken. In die periode ging Karl terug naar zijn moeder. Hoewel het voogdijschap op 17 september 1819 aan Johanna (en Leopold Nussböck) werd toegewezen, bleef Beethoven dit aanvechten, totdat – na diverse vergeefse pogingen – het Hof van Appel Beethoven op 8 april 1820 in het gelijk stelde. Johanna tekende hiertegen vergeefs beroep aan bij de keizer. In de periode hierna verergerden de diverse kwalen van Beethoven. Zijn muziekproductie nam in kwantiteit sterk af, maar hij werkte aan enkele van zijn grootste werken, zoals de Missa solemnis en de eerste twee van zijn late pianosonates. Rond februari 1824 was eindelijk zijn negende symfonie klaar. Bij de première ervan was Beethoven zo slecht van gehoor, dat een van de solisten, de alt Caroline Unger, hem na afloop naar het publiek moest draaien zodat hij kon zien dat het publiek voor hem applaudisseerde. Zwaar geëmotioneerd nam hij de eerbetuigingen in ontvangst, wat tot nog geestdriftiger toejuichingen leidde. In 1824 liet zijn neef Karl weten dat hij de inmiddels begonnen universitaire opleiding filologie wilde verruilen voor een militaire loopbaan. In april 1825 begon hij eerst nog aan een handelsopleiding aan het Polytechnisches Institut. In juli 1826 besloot Karl zelfmoord te plegen, een voornemen dat – na een eerste verhinderde poging – mislukt werd uitgevoerd op 30 juli: de eerste kogel miste en de tweede verwondde hem slechts. Hij werd naar zijn moeder gebracht waar zijn wonden werden behandeld.
Wiki Biografie in items: 1826 gezondheid lees meer * 1826 Longontsteking/ Wir irren allesamt In december 1826 kreeg Beethoven een zware longontsteking na een overnachting in een ijskoude dorpsherberg, op de terugweg van zijn broer Johann in Gneixendorf naar Wenen. Op 4 of 5 december van dat jaar componeerde Beethoven zijn laatste voltooide werk: Wir irren allesamt WoO 198. Vanaf 10 december nam zijn gezondheid de laatste, slechte wending. Van toen af aan kon hij vrijwel niet meer werken vanwege waterzucht en geelzucht. In de daarop volgende maanden werd Beethoven diverse keren gepuncteerd, waarbij grote hoeveelheden vocht werden afgevoerd. Beethoven overleed op 56-jarige leeftijd in de Schwarzspanierstraße 15 te Wenen.[15] Laat in de middag van 26 maart 1827 stak in de stad een storm op. Volgens Anselm Hüttenbrenner was er tegen 5 uur een lichtflits, gevolgd door een enorme donderslag. "Na dit onverwachte natuurfenomeen, dat mij hevig deed schrikken, opende Beethoven zijn ogen, hief zijn rechterhand op en keek enkele seconden op, met zijn vuist gebald en een zeer ernstige, dreigende uitdrukking op zijn gezicht. ... Toen hij zijn hand op het bed liet terugvallen sloot hij half de ogen. ... Geen ademtocht meer, geen hartslag." Op 29 maart vond in de Alser Kirche onder grote publieke belangstelling de uitvaartdienst plaats. De lijkrede, geschreven door Franz Grillparzer, werd uitgesproken door de acteur Heinrich Anschütz. Beethoven werd begraven op het Währinger Friedhof. In 1888 werd zijn stoffelijk overschot opgegraven en overgebracht naar het Zentralfriedhof in Wenen.
WikiBiografie in items: Gezondheid II lees meer * De gezondheid van Beethoven De laatste jaren van zijn leven kwakkelde Beethoven ernstig met zijn gezondheid. De somberheid en het wantrouwen die hij al vroeg had, werden meer uitgesproken door de slechthorendheid die in 1801 begon en die uiteindelijk tot volledige doofheid zou leiden. Hij klaagde ook vaak over zijn spijsvertering. Later heeft men weleens gesuggereerd dat Beethoven met zijn conflictueuze zielenleven aan een spastische darm leed, die door psychische spanningen werd verergerd. Een leverkwaal (cirrose), waarschijnlijk door overmatig drankgebruik, werd tijdens de lijkschouwing, die door Beethoven bij leven bevolen werd, in ieder geval klinisch vastgesteld. Een voor de hand liggende oorzaak voor zijn doofheid kan otosclerose zijn geweest, een kwaal waarbij de gehoorbeentjes in het oor aan elkaar groeien en onbeweeglijk worden. Zekerheid zal waarschijnlijk nooit worden verkregen, want de gehoorbeentjes werden tijdens de autopsie verwijderd en zijn sindsdien spoorloos.[17] Anderen houden het er op dat de kwellingen in Beethovens leven (waaronder zijn doofheid) door loodvergiftiging kunnen worden verklaard.[18] Zijn lichamelijke ongemakken verhinderden hem echter niet om tot kort voor zijn dood te blijven componeren. Laatste woorden Er is, zoals bij vele beroemdheden, uitgebreid gespeculeerd over Beethovens laatste woorden. Op zijn sterfbed gelegen, had Beethoven erin toegestemd het sacrament der stervenden te ontvangen. Na vertrek van de priester zei Beethoven: "Plaudite, amici, comedia finita est." ("Applaudisseert, mijn vrienden, de voorstelling is voorbij", het gebruikelijke einde bij een stuk in de Commedia dell'arte). "Heb ik niet altijd gezegd dat het op deze wijze zou aflopen?" Kort daarna werd een kistje wijn bezorgd afkomstig van muziekuitgever Schott. Schindler, Beethovens 'Geheimsekretär ohne Gehalt', plaatste hiervan twee flessen Rüdesheimer en twee andere flessen op een tafel naast het bed. Beethoven keek ernaar en stamelde: "Jammer, jammer, te laat!"
Wiki Biografie in items; Beethovens werken worden vrijwel altijd ingedeeld in drie stijlperiodes: 'vroeg', 'midden' en 'laat' lees meer * Beethovens muziek Beethovens werken worden vrijwel altijd ingedeeld in drie stijlperiodes: 'vroeg', 'midden' en 'laat'. Vanaf 1961 wordt door het Beethoven-Haus in Bonn, uitgegeven door uitgeverij G. Henle Verlag, de Neue Beethoven-Gesamtausgabe (NGA) uitgegeven. Deze dient ter vervanging van de Beethoven Gesamtausgabe die stamt uit de jaren 1862-1865, met een extra deel verschenen in 1888. Willy Hess had in 1957 al een aanvullende catalogus gepubliceerd van de werken van Beethoven die niet in de Gesamtausgabe waren opgenomen. Vroege periode Tot zijn vroege periode worden alle werken gerekend die hij in Bonn schreef en de eerste werken die hij in Wenen schreef. Hoewel deze werken (of bepaalde passages daarvan) onmiskenbaar vooruitwijzen naar de rijpe Beethoven, missen zij de compositorische finesse om op één lijn gesteld te kunnen worden met de vroege meesterwerken als de opus 2 sonates of de Pathétique. Middenperiode Het eerste deel van de middenperiode wordt vaak de 'heroïsche fase' genoemd,[20] naar de titel van de derde symfonie en de onderwerpen van de bijna gelijktijdige werken zoals het oratorium Christus am Ölberge en de opera Leonore (Fidelio). Veel commentatoren gaan nog verder en rekenen ook de vijfde en zesde symfonie en de grote concerten tot deze subperiode. Zij wijzen op het gegeven dat Beethoven vanaf 1809 een serie veel intiemere werken afleverde, waarbij de sonate in Fis opus 78 het meest sprekende voorbeeld is van een introvertere stijl. Late periode De scheidslijn tussen de middenperiode en de late periode wordt heel verschillend gelegd: de vroegste datum ligt rond 1813, de periode van ernstige depressie, na de 'Unsterbliche Geliebte'-affaire. Door zowel zijn psychische als fysieke achteruitgang leidde Beethoven in die periode een sterk teruggetrokken leven, die leidden tot een serie 'intieme' sonates zoals opus 90 en 101 voor piano en opus 102 voor cello en piano. Anderen wijzen op zijn gehoorverlies, dat in 1818 leidde tot het gebruik van zijn Konversationshefte[14] en in muzikaal opzicht tot de gigantische Missa solemnis in 1819. Weer anderen trekken de grens nadat Beethoven zich uit het publieke leven had teruggetrokken, dus na de concerten van mei 1824 (waar de negende symfonie en de Missa solemnis voor het eerst werden opgevoerd) en beperken de late periode dus praktisch tot zijn experimentele late strijkkwartetten.
Wiki Biografie in items: Stijlkenmerken lees meer * Stijlkenmerken Beethoven was de erfgenaam van de rijke en rijpe muzikale taal van Mozart en Haydn en sloot daar direct op aan. De keurvorst Maximilian Franz was een groot bewonderaar van Mozart en stelde zijn laatste werken direct beschikbaar voor de musici die hij in dienst had. Uit veel werken die Beethoven in Bonn schreef, kan worden afgeleid dat hij zich al componerend de stijl van Mozart eigen maakte en dat hij hierdoor (zonder dat hij hierin formeel veel onderricht genoot) de principes van het schrijven van sonates leerde. Mozart bleef tot ten minste 1800 van beslissende invloed op Beethoven. De invloed van Haydn is lastiger te herkennen, ook al omdat Haydn als componist tegenwoordig minder wordt begrepen dan Mozart. Bovendien wordt de relatie tussen Haydn en Beethoven versluierd door allerlei anekdotes en mythes die grotendeels onjuist of op zijn minst overdreven zijn.[12] Het lijkt erop dat Beethoven van Haydn vooral heeft geleerd thema's en motieven economisch te gebruiken en vindingrijk te ontwikkelen. Beethoven volgde bij het ontwikkelen van thema's het dualisme van Mozart door een nieuwe toonsoort te introduceren met iets dat klonk als een nieuw thema en dus niet de 'monothematiek' van Haydn, waarbij verschillende thema's in een sonatedeel in diverse toonsoorten werden gevarieerd, maar die alle terug te voeren waren op een gemeenschappelijke bron. De vernieuwing die Beethoven bracht voor wat betreft harmonie, melodie, vorm, etc. is moeilijk nauwkeurig te omschrijven. Het lijkt erop dat ze in het beste geval kunnen worden geduid op basis van drie parameters: 1. de absolute omvang van de delen, 2. tonale en/of thematische integratie van de delen en 3. nieuwe definities van wat een deel is en hoe werken samengesteld kunnen worden uit delen van ongelijke omvang.
Wiki Biografie in items: Zijn invloed lees meer *Invloed Beethoven heeft de hele negentiende eeuw overheerst met zijn muziek. Geen componist heeft zich aan zijn invloed kunnen onttrekken, geen componist heeft iets kunnen schrijven zonder zich rekenschap te geven van de dominantie van Beethoven. Dat geldt voor Mendelssohn, Berlioz, Schumann, Wagner en talloze anderen. Wagner was zelfs de mening toegedaan dat de symfonie na Beethoven geen rol van betekenis zou moeten spelen. Beethoven heeft alles reeds 'gezegd'. Brahms had het aanvankelijk niet aangedurfd om symfonieen te schrijven, omdat hij werd geïntimideerd door de enorme kwaliteiten van Beethovens symfonische werk. Brahms' antipode Anton Bruckner bouwde ook voort op de monumentale stijl van Beethoven en via Brahms en Bruckner leidde Beethovens muziek tot verregaande invloeden in de muziek van de laat-romantici. In dat opzicht is Beethoven een der invloedrijkste personen uit de westerse muziekgeschiedenis geweest.
Wiki Biografie in items: Beethoven bekende werken lees meer * Bekende werken *negen symfonieen, waarvan de 3e Eroïca, de 5e, de 6e Pastorale en de 9e de bekendste zijn. De laatste heeft een finale waarin vier zangsolisten en een koor de Ode an die Freude zingen op de tekst van Schiller.*32 pianosonates*diverse variatiereeksen, waaronder de 33 variaties op een wals van Anton Diabelli voor pianosolo*een groot aantal korte pianostukken, waaronder Für Elise, enkele Fantasieen en oerversies van delen uit sonates* negen concerten voor solo-instrumenten en orkest: vijf 'officiële' pianoconcerten, het vioolconcert en het tripelconcert voor viool, cello en piano; daarnaast een pianoconcert dat hij op twaalfjarige leeftijd in Bonn componeerde, een zoekgeraakt hoboconcert uit dezelfde periode en zijn eigen omwerking van het vioolconcert tot pianoconcert*twee romances voor viool en orkest*tien vioolsonates*vijf cellosonates*zeven pianotrio's*zestien strijkkwartetten*ouvertures: onder andere Coriolan, Egmont en Leonore (I, II en III)*de opera: Fidelio (NB voorafgegaan door twee eerdere versies van dezelfde opera, onder de naam Leonore)*de Missa Solemnis en de Mis in C-groot
Wiki Biografie in items: Musea lees meer *Musea Ook zijn er musea die zich volledig richten op deze componist. Er zijn twee musea die daarnaast meerdere functies uitoefenen, waaronder als onderzoeksinstelling. Dat zijn het omvangrijke Beethoven-Haus in Bonn en het Ira F. Brilliant Center for Beethoven Studies in San Jose, Californië. In Oostenrijk zijn er meerdere musea. Van 1973 tot 2013 was in een voormalig woonhuis van Van Beethoven op het Erdody-landgoed in Floridsdorf een museum gevestigd, waarvan de collectie is overgebracht naar het Bezirksmuseum Floridsdorf. Nog bestaande musea, soms slechts alleen op aanvraag geopend, zijn verder: Beethoven-Haus - Krems an der Donau Beethoven-Haus - Baden bei Wien Eroica-Haus - Wenen Haus des Heiligenstädter Testaments – Wenen Buiten Oostenrijk is er ook nog het Mutter-Beethoven-Haus in het Duitse Koblenz en het Beethoven-herdenkingsmuseum in het Slot Brunswick in Martonvásár, Hongarije.
Über Beethoven Ludwig van Beethoven (1770 - 1827) gilt als der meistgespielte klassische Komponist der Welt lees meer *Über Beethoven Ludwig van Beethoven (1770 - 1827) gilt als der meistgespielte klassische Komponist der Welt und als einer der wichtigsten Botschafter der europäischen Kultur. Seine Werke zählen zum kulturellen Erbe der Menschheit. Das Interesse an seiner Musik ist seit Jahrhunderten ungebrochen - das ist ein globales Phänomen. Beethoven ist allgegenwärtig und anhaltend aktuell. Er ist weit über die Musikwelt hinaus ein Begriff. Beethoven fasziniert, bewegt, vereint auch in der Werbung, im Film, im Sport und in der Politik. Beethoven schuf musikalische Welten und Schlüsselwerke, die die Vorstellungskraft seiner Zeit sprengten und die Musikgeschichte nachhaltig prägten. Beethoven ist ein faszinierendes Beispiel dafür, dass die menschliche Kreativität keine Grenzen kennt. Er verwahrte sich gegen jede Konvention oder Routine. Er war ein Quer- und Vorausdenker, der die Grenzen der Musik erweiterte und die Gesellschaft immer wieder in Frage stellte. Einige seiner wichtigsten Werke schuf er in einem Zustand zunehmender Schwerhörigkeit. Mit seinem radikalen Künstlertum ist er Inspiration und Vorbild für unzählbar viele Menschen geworden. Beethovens Werk ist visionär. Seine Musik spiegelt eine europäische Gesellschaft im Aufbruch. Sie geht damit weit über ihren ursprünglichen Kontext hinaus. Ludwig van Beethoven wies den Weg in die Moderne. Aus seinen Werken sprechen ein unbändiger Wille zur gesellschaftlichen Veränderung, höchste Humanität, die Freiheit der Künste und soziale Utopien. Diese beanspruchen bis heute universelle Geltung. Beethovens Werk führt uns zu zentralen Identitäts- und Zukunftsthemen unserer Gesellschaft. Beethoven signierte Briefe und Partituren gelegentlich mit "Bthvn". An diesen Buchstaben orientieren sich die Leitthemen von BTHVN2020:
BTHVN biografie in items: Bonn, Het begin in Bonn Ludwig van Beethoven werd waarschijnlijk geboren op 16 december 1770 lees meer *Het begin in Bonn Ludwig van Beethoven werd waarschijnlijk geboren op 16 december 1770 in Bonn, de zoon van een familie van muzikanten, hij werd gedoopt op 17 december 1770. Zijn vader Johann van Beethoven was tenor bij het Electoral Court Orchestra in Bonn, zijn grootvader Ludwig van Beethoven Hofkapellmeister in Bonn. In 1781 werd Ludwig van Beethoven leerling van hoforganist Christian Gottlob Neefe en na slechts enkele maanden werd hij zijn masterstudent en vertegenwoordigde hij Neefe officieel op het orgel, als dit werd voorkomen. Vanaf 1783 speelde hij als violist en klavecinist in het kiesorkest. In 1783 waren de eerste drie pianosonates van Beethoven al in druk verschenen. Neefe prees hem in het maartnummer van de "Magazin der Musik" als tweede Mozart en vestigde al vroeg de aandacht op het talent van Beethoven.
BTHVN Biografie in items: Wenen Wenen, zijn leraar en zijn beschermheer lees meer *Eerste reis naar Wenen Neefe promootte Beethoven artistiek en menselijk. Vermoedelijk op zijn voorspraak ontving Ludwig van Beethoven een reis naar Wenen in 1787 op uitnodiging van de kiezer. Hier werd hij verder opgeleid als student van Wolfgang Amadeus Mozart. Het nieuws over de dodelijke ziekte van zijn moeder deed hem echter na een paar weken terugkeren naar Bonn. Beethoven nam het over na de dood van zijn moeder, de zorg voor het gezin. Beethoven’s leraar Slechts een jaar na de dood van Mozart, 1792, reisde hij opnieuw naar Wenen en bleef daar tot het einde van zijn leven. Op aanbeveling van graaf Ferdinand von Waldstein werd Beethoven daar toegelaten tot de aristocratische wereld. Nu werd hij een masterstudent van Haydn, die was geregeld tijdens een persoonlijke ontmoeting van Beethoven en Haydn in "La Redoute" in Bonn Bad Godesberg. Bij Haydn studeerde hij compositietheorie tot zijn vertrek naar Londen begin 1794, daarna kreeg hij contrapuntlessen bij Albrechtsberger, bovendien begon hij in 1792 zijn studie van Italiaanse vocale compositie bij Antonio Salieri. In 1795 speelde Ludwig van Beethoven voor het eerst zijn eigen pianocomposities in adellijke huizen. In korte tijd verdiende hij de hoogste reputatie en met de steun van zijn aanhangers kon hij dat nu ook Beethoven’s beschermheer Als Opus 1 bracht hij drie pianotrio's op gewijd aan Prins Karl Lichnowsky, waarin hij ook minstens twee jaar leefde. Een hechte vriendschap verbond Beethoven met graaf Franz von Brunswik, beschermheren waren de Russische ambassadeur aan het hof van Wenen, graaf Rasumowsky, prins Lobkowitz, prins Esterházy en aartshertog Rudolph, die zijn compositie student was en voor wie hij de Missa solemnis op schreef.
BTHVN Biografie in items : De Gezondheid lees meer *Beethoven’s doofheid In 1795 werden de eerste tekenen van toenemend gehoorverlies merkbaar, waardoor hij meer en meer een eenling werd, in 1808 leed hij aan ernstige doofheid en uiteindelijk in 1819 was hij volledig doof. In 1802 werd het Heiligenstädter Testament geschreven, een afscheidsbrief aan zijn broers, wat een aangrijpend document is van zijn hulpeloosheid tegen zijn gezondheid en mentale toestand. Vanaf 1808 gaf Beethoven geen openbare concerten meer. De komende jaren was een gesprek met Beethoven alleen schriftelijk mogelijk. Zijn conversatieboeken, die tot op de dag van vandaag bewaard zijn gebleven, geven een tragisch beeld van het gevoel van een eenzaam persoon en genie. Laatste jaren en dood De nog steeds actieve oudere componist Ludwig van Beethoven stierf op 57-jarige leeftijd met pensioen op 26 maart 1827 in Wenen. Duizenden mensen woonden drie dagen later zijn begrafenis in Währingen bij en luisterden naar de begrafenisuitreiking geschreven door Franz Grillpartzer. In 1888 werden de beenderen overgebracht naar een eregraf op de Centrale Begraafplaats van Wenen Ludwig van Beethoven was een revolutionair, een visionair en een kosmopolitisch. De componist is een van de uitvoerders van Weense klassieke muziek. Onder zijn belangrijkste werken zijn: de negen symfonieen, de vijf pianoconcerten, het vioolconcert, de 16 strijkkwartetten, 32 pianosonates, de opera "Fidelio" en de mis op. 86 in C groot en de Missa solemnis op. 123. Ludwig van Beethoven is een van de meest uitgevoerde componisten ter wereld, zijn werken zijn wereldwijd bekend en geliefd.
Beethovenver. Biografie in items: inleiding lees meer *Ludwig van Beethoven wordt in 1770 in Duitsland geboren als de tweede zoon van Johann van Beethoven, tenor te Bonn aan het hof van de Keurvorst, en van Maria Magdalena Keverich, afkomstig uit Ehrenbreitstein. Hij wordt gedoopt op 17 december 1770 in de St.Remigiuskirche te Bonn. Vermoedelijk is hij dezelfde dag of de dag ervoor geboren. In het katholieke Rheinland was het gebruikelijk om pasgeborenen zo snel mogelijk te dopen en we mogen aannemen dat het met Beethoven niet anders gegaan zal zijn. Hij wordt Ludwig genoemd naar zijn grootvader, de Kapellmeister Louis (Ludwig) van Beethoven, die in het Vlaamse Mechelen werd geboren en die zich als jongeman in 1733 als hofmusicus in Bonn vestigde. In hetzelfde jaar trouwde hij met Maria Josepha Poll. Van hun kinderen bleef slechts hun zoon Johann in leven. Johann trouwt in 1767 met Maria Magdalena Keverich. Het eerste kind dat uit deze verbintenis wordt geboren, Ludwig Maria, sterft na zes dagen. Er zal nog veel verwarring in Beethovens leven zijn rond de geboortedatum van deze oudere broer en bijna naamgenoot. Wanneer Ludwig drie jaar oud is, overlijdt zijn geliefde grootvader, een welvarende en gerespecteerde Kapellmeister. Ondanks de korte tijd die hij hem heeft gekend, zal Beethoven zijn leven lang grote bewondering voor deze sterke man houden en zijn portret tijdens zijn talrijke verhuizingen in Wenen met zich mee slepen.
>Beethovenver. Biografie in items: Het kindLudwigs jeugd is niet erg gelukkig. lees meer *Het kindLudwigs jeugd is niet erg gelukkig. Tijdgenoten beschrijven hem als een teruggetrokken, eenzelvig en wat verwaarloosd kind. Hij krijgt twee broers, die hem later naar Wenen zullen volgen. Casper Anton Carl wordt in 1774 geboren en twee jaar later ziet Nikolaus Johann het levenslicht. Er worden meer kinderen geboren die echter allen jong sterven. Beethovens moeder wordt beschreven als een zeer ernstige vrouw die de indruk wekt weinig grip op haar gezin te hebben. Volgens Bäckermeister Fischer, die in hetzelfde huis aan de Rheingasse in Bonn opgroeit waar Beethoven het grootste deel van zijn jeugd heeft doorgebracht, lachte zij nooit. Het huwelijk tussen de beide ouders was niet erg goed en er was chronisch geldgebrek in het gezin. Vader Johann was een stevige drinker en een gebrekkige pedagoog voor zijn zoon. Hij had echter wel snel in de gaten dat zijn oudste zoon een muzikaal buitengewoon begaafd kind was. Hij besloot dan ook om zijn zoontje, toen het ongeveer vier jaar oud was, zelf muziekles te geven. Hij hoopte er een wonderkind van te kunnen maken, net als de vader van Mozart. De kleine Ludwig werd echter ondanks zijn grote muzikale talent en liefde voor de muziek geen wonderkind. Zijn vaders lessen waren vaak een kwelling voor het kind, dat soms uit bed werd gehaald om te spelen als vader uit de kroeg was terug gekomen. Het is dan ook een enorme stap voorwaarts als in 1779 de componist en intellectueel Christian Gottlob Neefe zich in Bonn vestigt en in datzelfde jaar Beethovens leraar wordt. Neefe is ongetwijfeld Beethovens belangrijkste leraar. Hij beseft meteen dat de jongeman over een buitengewoon talent beschikt en schrijft in Cramers Magazin der Musik "dat de jonge Beethoven als hij zo door gaat, zeker een tweede Amadeus Mozart zal worden". In 1779 gaat Beethoven van school af. Hij zal zijn leven lang last hebben van zijn gebrekkige opleiding, maar zichzelf later veel van de gemiste kennis aanleren. Vooral de Klassieken en Shakespeare zullen zijn voorkeur krijgen. Rekenen krijgt hij echter nooit echt onder de knie. Eigenlijk is hij nooit verder gekomen dan optellen en aftrekken en zelfs dat bepaald niet foutloos.
Beethovenver.Biografie in items: De Jongeman lees meer *De jongeman In 1782 wordt voor het eerst een compositie van hem uitgegeven, de "Dresslervariaties" (WoO 63), en het volgende jaar volgen de zogenaamde "Kurfürstensonates" (WoO 47). In dit jaar leert hij ook Stephan von Breuning en Franz Gerhard Wegeler kennen, die vrienden voor het leven zullen blijven (zie de afbeeldingen hieronder, Wegeler links, Breuning rechts). In 1784 wordt Beethoven benoemd tot hoforganist naast Neefe en verdient hij 150 florijnen per jaar. Mede door toedoen van zijn leraar kan het jonge genie in 1787 op kosten van keurvorst Maximilian Franz naar Wenen reizen om bij Mozart te gaan studeren. Of de twee elkaar ooit ontmoet hebben, is de vraag. Het beroemde verhaal over de ontmoeting waarin Mozart uitgeroepen zou hebben dat "Beethoven nog van zich zou doen spreken", is naar het rijk der fabels te verwijzen. Lang heeft Ludwigs verblijf in Wenen niet geduurd. Al snel keert hij naar huis terug waar zijn moeder ernstig ziek is. Zij lijdt aan tuberculose en sterft op 17 juli 1787, na enkele maanden later gevolgd door een zusje dat het jaar ervoor is geboren. Met Johann van Beethoven gaat het na de dood van zijn vrouw snel bergafwaarts. Hij maakt zich nu vaak schuldig aan ernstig alcoholmisbruik. Mede daardoor is zijn stem geruïneerd en wordt hij door de keurvorst met pensioen gestuurd. Zijn oudste zoon ziet zich genoodzaakt om de helft van zijn vaders pensioen op te eisen, omdat hij nu voor de opvoeding van zijn broertjes moet zorgen en het gezin draaiende moet houden. De jaren in Bonn die volgen, zijn geen echt gelukkige jaren voor Beethoven. De zorg om de vader, die hij regelmatig beschonken uit de kroeg moet halen of uit de handen van de politie moet redden, de verantwoordelijkheid voor zijn twee jongere broers, de dood van zijn geliefde moeder en van het zusje, dit alles zal hem voor zijn leven tekenen. Daarbij is de provinciestad Bonn veel te klein voor zijn enorme talent. Een steun- en lichtpunt zijn de weduwe von Breuning en haar kinderen. Beethoven geeft Lorenz en Eleonore von Breuning -de laatste zal later met Franz Wegeler trouwen- pianoles, terwijl Stephan von Breuning, die later ook naar Wenen zal verhuizen, één van zijn beste vrienden zal blijven. Beethoven ervaart liefde, begrip en intimiteit en leert in dit cultureel hoogstaande gezin veel wat hem thuis nooit is bijgebracht. De jonge Ludwig speelt nu ook regelmatig altviool in het orkest van de keurvorst. Wanneer keizer Joseph II in 1790 overlijdt, wordt Beethoven gevraagd een cantate (WoO87) te componeren. Deze cantate wordt tijdens Beethovens leven nooit uitgevoerd. Deze compositie is, samen met de variaties "Venni Amore" (WoO65), een hoogtepunt in Beethovens "Bonner" periode.
Beethovenver. Biografie in items; Wenen lees meer *Wenen In 1792 is het eindelijk zo ver dat Beethoven opnieuw in Wenen kan gaan studeren, ditmaal bij Haydn, die hem persoonlijk heeft uitgenodigd. Mozart is in 1791, veel te jong, overleden. De beroemde Haydn was onder de indruk geraakt van het jonge talent toen hij in Bonn verbleef i.v.m. zijn eerste Engelse reis. Als afscheid schrijven vrienden en bekenden in Beethovens "Stammbuch", een soort poëziealbum voor iemand die ver weg gaat. Graaf Waldstein schrijft hierin de historische woorden dat als Ludwig goed zijn best doet, hij "Mozarts geest uit Haydns handen zal ontvangen". Terwijl de troepen van Napoleon het Rheinland bezetten, arriveert Beethoven, dwars door de vijandelijke linies reizend, in Wenen, waar spoedig de lessen bij Haydn beginnen. Mede omdat hij niet erg tevreden is over Haydn -hij beweert niets bij Haydn geleerd te hebben- neemt hij ook les bij Albrechtsberger en Salieri. Beethoven is al snel een graag geziene gast bij de adellijke families, meer echter vanwege zijn virtuoze en ongewone pianospel dan door zijn composities. Hij doet aan diverse pianowedstrijden mee. Meestal speelt hij zijn concurrenten weg, wat hem niet altijd even geliefd maakt, maar hem wel de reputatie van duivelspianist bezorgt. In die tijd besteedt hij veel aandacht aan zijn uiterlijk en kleedt en kapt hij zich naar de laatste mode. Hij neemt zelfs danslessen. Dit laatste echter zonder succes, want de grote meester van de toonkunst blijkt geen maat te kunnen houden bij het dansen. In 1794 vindt Beethoven dat de drie door hem gecomponeerde en aan Haydn opgedragen pianotrio’s van een dermate goede kwaliteit zijn, dat hij ze zijn eerste opusnummer waardig acht. Het jonge genie is er "klaar voor"!
Beethovenver. Biografie in items: 1795 in de openbaarheid voor het eerst lees meer *In de openbaarheid In 1795 treedt Beethoven voor het eerst in het openbaar op in het Burgtheater. Inmiddels zijn beide broers, die zich nu Carl en Johann noemen, ook naar Wenen gekomen. Stephan von Breuning zal zich in 1801 bij hen voegen en zich net als de gebroeders Beethoven permanent in Wenen vestigen. Veel mensen uit het Rheinland vluchten voor de Napoleontische bezetter richting Wenen. In 1796 gaat Ludwig samen met zijn mecenas Prins Lichnowsky, bij wie hij ook zijn intrek heeft genomen, op muziekreis. De tournee voert via Praag, Dresden en Leipzig naar Berlijn, waar Beethoven de twee cellosonates op.5 componeert voor de beroemde cellist Jean-Louis Duport. Hij voert ze samen met hem uit voor de koning van Pruisen. Dit zal zijn verste en langste buitenlandse tournee blijken te zijn. Er volgen de komende jaren nog wat korte muziekreizen naar o.a. Pressburg (Bratislava), Budapest, opnieuw Praag en Grätz. Engeland blijft voortdurend een optie, maar het zal er nooit van komen. Intussen groeit het aantal composities gestaag. Uitgegeven worden o.a.: de eerste twee pianoconcerten (op.15 en op.19) de pianosonates op.2 en op.10 het lied "Adelaïde" (op.46) de trio’s op.9 de vioolsonates op.12 het pianotrio op.11 en, last but not least, pianosonate op.13, de "Pathetique". Ook veel variaties al of niet voorzien van een opusnummer zien in deze jaren het daglicht. In 1799 werkt hij aan de eerste symfonie en de strijkkwartetten op.18. Zijn succes groeit gestaag en de toekomst lacht hem stralend toe.
Beethovenver. Biografie in items: Doof-gezondheid Wanhoop lees meer *Doof In een lange brief aan Franz Wegeler, gedateerd 29 juni 1801, deelt Beethoven voor het eerst met iemand het geheim van zijn afnemende gehoor. Twee dagen later volgt een soortgelijke brief aan Carl Amenda, Beethovens dierbare vriend, die terug is gekeerd naar zijn geboorteland, het huidige Letland. Hij verzoekt beide vrienden echter er met geen woord over te reppen. Zelfs de echtgenote van Wegeler, zijn jeugdvriendin Leonore von Breuning, mag het niet weten. In oktober 1801 arriveert Ferdinand Ries in Wenen (zie de afbeelding). Hij is de begaafde zoon van Franz Ries, lid van het orkest van de keurvorst en vioolleraar van Beethoven in zijn Bonner jaren. Franz Ries heeft het gezin Beethoven na de dood van de moeder intensief ondersteund. Beethoven is dit niet vergeten en neemt Ferdinand meteen als leerling en beschermeling aan. Ferdinand op zijn beurt doet administratieve klussen voor Beethoven. Altijd weer zal Beethoven personen in zijn omgeving hebben die onbezoldigd hand- en spandiensten voor hem willen verrichten. Beethoven en Ries kunnen het goed met elkaar vinden. Ries zal zijn leven lang een van de grootste bewonderaars van en ambassadeur voor Beethoven zijn. Wanhoop In de zomer van 1802 reist de componist op doktersadvies naar Heiligenstadt, een dorpje net buiten Wenen, in de hoop dat de landelijke rust zijn gehoor zal verbeteren. Wanneer hij tegen het eind van zijn verblijf moet constateren dat zijn gehoor totaal niet is verbeterd, wordt hij dermate wanhopig dat hij aan zelfmoord denkt. Hij schrijft een soort testament waarin hij zijn gevoelens van wanhoop en vertwijfeling op papier zet. Kennelijk heeft hij deze depressie daarmee van zich afgeschreven, want hij besluit om door te leven. Hij vindt dat hij verplicht is om alles wat er aan muzikaliteit in hem zit, aan de mensheid te schenken alvorens hij uit dit leven mag vertrekken. Dit document, beroemd geworden als het Heiligenstädter Testament, werd in zijn nalatenschap gevonden. Het vormt een indrukwekkend en ontroerend bewijs van Beethovens wanhoop, strijd en overwinning van zijn toenemende doofheid. Neergelegd heeft hij zich eigenlijk nooit bij zijn handicap, want door de jaren heen bleef hij hulpmiddelen uitproberen om nog iets te kunnen horen.
Beethovenver. Biografie in items: periode 1801 Verliefd lees meer * Verliefd In zijn brief van 1801 schrijft hij aan Wegeler over "ein liebes zauberisches Mädchen" waar hij verliefd op is. Het gaat hier om zijn pianoleerlinge gravin Giulietta Guicciardi (zie de afbeelding) en Beethoven beseft maar al te goed dat het door het standsverschil niets kan worden tussen hen. Toch draagt hij zijn beroemdste pianosonate (op.27 nr.2), beter bekend als de "Mondscheinsonate", aan haar op. Hij zegt dat hij voor het eerst beseft dat "trouwen gelukkig kan maken". Beethoven is volgens zijn vriend Wegeler heel vaak verliefd, maar altijd maar voor een korte tijd. Anders ligt dat echter in 1805. In 1799 had Beethoven kennis gemaakt met de zusters Josephine en Therese von Brunswick en hun tijdens hun verblijf in Wenen pianoles gegeven. Nadat Josephine trouwt met graaf Deym blijft het contact bestaan, zowel met haar als met haar zuster Therese en haar broer Franz. Nadat Josephine in 1805 weduwe is geworden, verdiept de relatie tussen haar en Beethoven zich. Dit blijkt o.a. uit de correspondentie van dertien brieven, waarin Beethovens gevoelens voor Josephine steeds hartstochtelijker worden, terwijl Josephine o.a. wegens haar kwetsbare positie -ze had vier jonge kinderen- zich heel wat terughoudender opstelt. Beethoven schenkt haar het lied "An die Hoffnung" (op.32). Tot op de dag van vandaag behoort Josephine tot de serieuze kandidates voor de "Unsterbliche Geliebte". Jarenlang echter heeft men aangenomen dat haar zuster Therese de Unsterbliche Geliebte van Beethoven is geweest. De jonge meester Muzikaal gezien gaat het Beethoven voor de wind. Hij blaakt van creativiteit en werklust en zijn productiviteit is dan ook enorm. Om een aantal voorbeelden te noemen: de hoornsonate op.17, geschreven voor de hoornvirtuoos Punto de vioolsonate op.47, later "Kreuzersonate" genoemd, gecomponeerd voor de vioolvirtuoos Bridgetower de zes strijkkwartetten op.18 de drie vioolsonates op.30 de drie pianosonates op.31 de "Waldsteinsonate" (op.53) het kwintet op.29 de tweede symfonie (op.36) de "Gellert-Lieder" (op.48) het oratorium "Christus am Oelberge" (op.85) de "Eroicavariaties" (op.35) Beethoven componeert ook de derde symfonie (op.55), beter bekend als "Eroïca", die hij aan Napoleon Bonaparte, die hij zeer bewondert, wil opdragen. Wanneer hij echter hoort dat Napoleon zichzelf in Parijs tot keizer heeft gekroond, wordt hij woest en verscheurt hij het titelblad van de symfonie met de opdracht aan Bonaparte. Deze symfonie veroorzaakt bij de tijdgenoten een muzikale aardschok en wordt als een mijlpaal in de muziekgeschiedenis beschouwd. Beethoven is intussen echter al weer druk bezig en wel met zijn eerste opera, "Leonore" genaamd. Intussen werkt hij ook aan de vijfde symfonie en het vierde pianoconcert. Op 20 november 1805 gaat "Leonore" in première. Wenen is inmiddels bezet door Franse troepen. De keizerlijke familie en de adel zijn naar veiliger oorden gevlucht en Beethovens publiek bestaat voornamelijk uit Franse militairen. De opera flopt dan ook en ook een tweede versie, die ongeveer een half jaar later uitgevoerd wordt, is niet echt succesvol te noemen. Pas in 1814 zal "Fidelio", de derde versie, een groot succes worden en ondanks alle kritiek door de tijden heen, een zeer populaire opera blijven. Vooral in tijden van oorlog en onderdrukking spreekt de strekking van het verhaal mensen aan en geeft hen steun. Direct na WO II werd "Fidelio" een zeer veel theaters in Europa uitgevoerd. In 1806 trouwt broer Carl met Johanna Reiss, wat een verwijdering tussen de twee broers tot gevolg heeft. Carl is altijd Beethovens lievelingsbroer geweest, maar met de keuze van deze vrouw kan Beethoven zich niet verenigen. Ruim drie maanden na de bruiloft wordt Beethovens neef Karl van Beethoven geboren. Tijdens een reis dat jaar met Prins Lichnowsky naar Opper-Silezië (nu Slowakije) krijgt Beethoven ruzie met zijn beschermheer en hij keert hals over kop terug naar Wenen. Hij zou de Prins het volgende briefje hebben gestuurd: "Vorst, wat u bent, bent u door toeval en geboorte. Prinsen zijn er altijd geweest en zullen er nog duizenden komen. Van Beethoven bestaat er echter maar EEN. Volgens het verhaal zou hij thuisgekomen de buste van de prins tegen de grond gesmeten hebben. Later verzoenden zij zich weer.
Beethovenver. Biografie in items: Kapelmeister lees meer *Kapellmeister In 1808 koopt Johann van Beethoven, rijk geworden tijdens de Franse bezetting, een apotheek in Linz. Beethoven zelf krijgt van Napoleons broer, Jerôme Bonaparte en koning van Westfalen, het aanbod om Kapellmeister te Kassel te worden voor een jaarsalaris van 600 dukaten en een eigen orkest. Beethoven overweegt op dit aanbod in te gaan en Wenen de rug toe te keren. Eind van het jaar, op 22 december, geeft Beethoven zijn roemruchte benefietconcert in het Theater an der Wien. Op het programma staan de symfonieen zes en vijf, de aria "Ah Perfido" (op.65), het Gloria en Sanctus uit de Mis in C (op.86), een improvisatie door Beethoven zelf op de vleugel, het vierde pianoconcert en tot slot de speciaal voor deze gelegenheid gecomponeerde Koorfantasie op.80. Het concert duurt van 6.30 tot 10.30; er is te weinig gerepeteerd en het vriest dat het kraakt. Met de Koorfantasie gaat het helemaal mis. Zelfs de grootste Beethovenliefhebber is blij dat het concert, Akademie genoemd in die tijd, afgelopen is. Graaf Rasumowsky voor wie de strijkkwartetten op.59 bestemd zijn, richt een strijkkwartet op. De primarius is Ignaz Schuppanzigh, een beroemde violist en een vriend van Beethoven. Veel van Beethovens kwartetten zullen door dit strijkkwartet voor het eerst ten gehore worden gebracht. In februari 1809 krijgt Beethoven een contract aangeboden, waarin hem voor de duur van zijn leven een jaargeld van 4000 florijnen wordt aangeboden door aartshertog Rudolph von Habsburg, de jongste broer van de keizer en de belangrijkste leerling van Beethoven, en de Prinsen Lobkowitz en Kinsky. Op deze manier wil men verhinderen dat de componist naar Kassel vertrekt en wil men hem de kans geven zich ongestoord en zonder geldzorgen in Wenen aan zijn composities te kunnen wijden. Het enige wat er tegenover staat: Beethoven moet op Habsburgs grondgebied verblijven, concertreizen uitgezonderd. Beethoven accepteert dit aanbod en blijft in Wenen. De Franse troepen nemen Wenen in mei 1809 opnieuw in. Beethoven verschuilt zich in de kelder van zijn broer en houdt kussens tegen zijn oren omdat hij het kanongebulder niet kan verdragen.
Beethovenver. Biografie in items: 1810 Trouwplannen en Heroiek lees meer *Trouwplannen In mei 1810 vraagt Beethoven (zie hiernaast een tekening uit deze periode door Schnorr von Carolsfeld) aan zijn vriend Wegeler, die nu in Koblenz woont, hem een kopie van zijn doopakte te sturen. Beethoven heeft trouwplannen. De uitverkorene is niet Josephine von Brunswick, want zij heeft zich langzaam teruggetrokken van Beethovens avances. Het is Thérèse Malfatti (zie de afbeelding), een familielid van Beethovens arts, en zij krijgt de bagatelle "Für Elise" van hem ten geschenke. Men is het tegenwoordig bijna unaniem eens dat er "Für Thérèse" op de opdracht heeft gestaan. Door Beethovens vreselijke handschrift heeft men abusievelijk Elise gelezen. Helaas zien Thérèse noch haar familie heil in een verbintenis met de componist en gaat het huwelijk, als er al serieus sprake van is geweest, niet door. Wanneer de doopakte arriveert, is er geen sprake meer van een huwelijk.En Beethoven denkt dat hij de doopakte van zijn overleden broer Ludwig Maria heeft gekregen, omdat hij denkt zelf in 1772 geboren te zijn. Heroïek Belangrijke en beroemde composities van Beethoven in deze periode zijn: de vierde (op.60), vijfde (op.67) en zesde symfonie (op.68, "Pastorale") het vioolconcert (op.61, het wordt pas populair na Beethovens dood) de "Rasumowskykwartetten" (op.59, deze worden in eerste instantie niet erg goed ontvangen, want men vindt ze te extravagant) de pianosonates "Appassionata" (op.57), "Das Lebenwohl" (op.81a, "Les Adieux" is de titel waar Beethoven niet te vreden over was, omdat hij de lading niet zou dekken) de ouverture "Coriolan" (op.62) de cellosonate op.69 het "Geistertrio" (op.70, nr.1) het vijfde pianoconcert (op.73). In dit jaar schrijft ook E.T.A. Hofmann de beroemd geworden recensie over Beethovens vijfde symfonie, waarmee tevens een geheel nieuwe manier van recenseren is geboren. De periode waarin Beethoven deze muziek componeert, wordt ook wel zijn heroïsche periode genoemd. In dit jaar leert hij ook Bettina Brentano kennen, die hem in contact brengt met Goethe. De laatste wordt door Beethoven zeer bewonderd; van Bettina is Beethoven zeer gecharmeerd. Hij besluit als eerbetoon aan de grote Goethe diens treurspel "Egmont" op muziek te zetten. De ouverture van "Egmont" (op.84) is de meest gespeelde ouverture ooit. De Onsterfelijke Geliefde In Juni 1811 gaat Beethoven op doktersadvies, nadat hij zich lange tijd niet goed heeft gevoeld, naar het kuuroord Teplitz in Bohemen. Hij ontmoet daar een aantal nieuwe en oude vrienden. Ook leert hij Amalie Sebald kennen. De twee mensen zijn wel van elkaar gecharmeerd. Beethoven stuurt haar, omdat hij bijna voortdurend het bed moet houden, behoorlijk charmante briefjes. Intussen is er een pittige gelddevaluatie opgetreden waardoor ook Beethovens jaargeld sterk in waarde is gedaald. Tot overmaat van ramp wordt Prins Lobkowitz onder curatele gesteld en overlijdt Prins Kinsky een jaar later na een val van zijn paard. Beethoven is genoodzaakt via procederen zijn jaargeld alsnog te ontvangen. Uiteindelijk lukt het hem in 1815. Slechts Rudolph betaalt hem trouw en schiet hem menig keer financieel te hulp. Beethoven is in deze periode dikwijls te vinden bij Antonie Brentano, de schoonzus van Bettina Brentano. Antonie is met haar man Franz, koopman te Frankfurt, in Wenen omdat haar vader is overleden. Haar man gaat regelmatig terug naar Frankfurt en zij is depressief. Beethoven speelt voor haar op de piano. Hij schenkt haar, op haar verzoek, de autograaf van het lied "An die Geliebte" (WoO.140). In de zomer van 1812 is Beethoven opnieuw in Bohemen te vinden. Hij reist via Praag naar Teplitz. Op 1 juli komt hij in Praag aan en hij heeft er op 3 juli een afspraak met een goede vriend. Hij komt echter niet opdagen. De familie Brentano arriveert op 3 juli in Praag. Zij zijn op weg naar Karlsbad, waar Beethoven later ook verwacht wordt. Op 4 juli vertrekt Beethoven naar Teplitz en hij komt daar in de vroege morgen van de 5e juli aan. De Brentano's arriveren dan in Karlsbad. Beethoven schrijft in Tepliz een hartstochtellijke brief, die de geschiedenis is ingegaan als de brief aan de "Unsterbliche Geliebte". De brief is gericht aan een tot op heden onbekende vrouw in K(arlsbad?). Ook deze brief werd in zijn nalatenschap gevonden. Het is onzeker of de brief ooit verzonden is. Boeken vol zijn geschreven om de identiteit van de vrouw te ontsluieren. De belangrijkste kandidates zijn momenteel toch wel Antonie Brentano en Josephine von Brunswick. Maar nog zeer regelmatig duikt er een nieuwe kandidate op. Het moet echter niet uitgesloten worden dat het om een tot op heden volkomen onbekende vrouw zou kunnen gaan. Beethoven liep niet erg te koop met zijn liefdesleven.
Beethovenver. Biografie in items: Twee grote mannen, Beethoven en Goethe lees meer * Twee grote mannen Goethe en Beethoven trekken in Teplitz een week lang met elkaar op. De twee grootste mannen van hun tijd hebben zeker respect voor elkaar, maar ze zijn té verschillend van karakter om een goede vriendschap te doen ontstaan. Beethoven vindt dat een zo belangrijk dichter als Goethe te veel van de hofgeur houdt. Goethe op zijn beurt steekt zijn bewondering voor Beethoven niet onder stoelen of banken. Hij schrijft echter aan een vriend dat Beethovens talent hem weliswaar verbaasd heeft, maar dat hij helaas een onbeheerste persoon is die geen ongelijkheid heeft dat hij de wereld verafschuwt, maar het er daarmee voor zichzelf en anderen niet genoeglijker op maakt. Beethoven zal echter zijn leven lang een voor zijn doen haast nederige verering voor Goethe blijven koesteren. Goethe daarentegen is afstandelijk. Hij erkent Beethovens grootheid, maar tegelijk verontrust de emotionaliteit van diens muziek hem. De grote broer Op 25 juli 1812 komt Beethoven in Karlsbad aan en hij verblijft daar in hetzelfde huis als de familie Brentano. Gezamenlijk vertrekt men begin augustus naar Franzensbad, waarna Beethoven naar Karlsbad en later naar Teplitz terugkeert en de Brentano’s naar Wenen. In november van dat jaar keren zij voorgoed terug naar Frankfurt; er blijft echter een jarenlange vriendschap tussen hen en Beethoven bestaan. Beethoven gaat vervolgens in Linz de boel op stelten zetten, alvorens voor de winter naar Wenen terug te keren. Hij wil zijn broer Johann (zie de afbeelding), die samenleeft met zijn huishoudster Therese Obermeyer, tot de orde roepen. Johann trouwt echter met Therese i.p.v. haar de deur uit te zetten. Ook deze schoonzuster kan in Beethovens ogen geen genade vinden. Hij vindt haar maar een vet varken en het feit dat zij een onecht kind heeft, maakt zijn afkeer alleen maar groter. Uiteindelijk druipt hij naar Wenen af. Het Wener Congres Nu begint er een zeer moeilijke en tegelijk bijzonder succesvolle periode in Beethovens leven . In 1813 zit hij financieel aan de grond. Ook psychisch is hij er slecht aan toe. De affaire met de Unsterbliche Geliebte is hem niet in de koude kleren gaan zitten. Beethoven zal hierna ook nooit meer een poging doen om een relatie met een vrouw te beginnen. Er zijn echter nog bewijzen genoeg dat Beethoven gecharmeerd bleef van vrouwen, maar de moed serieus iets te beginnen, was hem kennelijk volledig in de schoenen gezonken. Toch is er nog een keer een vrouw in zijn leven die verliefd op hem wordt. Fanny Giannatasio del Rio, de dochter van de kostschooleigenaar waar Beethovens neef Karl geplaatst werd, was heimelijk verliefd op hem. Wij weten dat uit haar dagboeknotities. Fanny, wier liefde niet werd beantwoord, heeft zeer waardevolle informatie voor het nageslacht nagelaten. Op verzoek van Mälzel, de uitvinder van de voorloper van de metronoom, componeert Beethoven "Wellingtons Sieg oder die Schlacht bei Vittoria" (op.91). Het wordt Beethovens grootste successtuk tijdens zijn leven en hij verdient er goed aan. In mei 1814 treedt Beethoven (vermoedelijk) voor het laatst als pianist op als hij het "Erzherzogtrio" (op.97) uitvoert samen met o.a. Schuppanzigh. Inmiddels is Napoleon verslagen en naar Elba verbannen en komen de groten van Europa onder leiding van Metternich in Wenen bijeen. Deze gebeurtenis is de geschiedenis in gegaan als het Wener Congres. Behalve in de politiek en het veranderen van de kaart van Europa, zijn de heren ook zeer geïnteresseerd in vermaak. Beethoven is daardoor een graag geziene gast en veelvuldig aanwezig. Na het succes van "Welllingtons Sieg" gaat Beethoven aan de slag om "Fidelio", met de hulp van Treitschke, geheel om te werken, inclusief een nieuwe ouverture. De klus valt hem niet mee en hij vindt dat hij er "de martelaarskroon mee heeft verdiend". De vernieuwde opera wordt o.a. opgevoerd in aanwezigheid van de diverse staatshoofden en wordt deze keer een succes. Ook een uitvoering van de zevende symfonie, "Der glorreiche Augenblick", en "Wellingtons Sieg" wordt door de hoogwaardigheidsbekleders met enthousiasme ontvangen. Beethoven is op het toppunt van zijn roem en hij verdient flink wat geld, waar hij aandelen voor koopt. Privé gaat het hem echter heel wat minder goed. Hij begint in 1813 zelfs een dagboek bij te houden, terwijl hij eigenlijk een hekel aan schrijven heeft. Op de twee cellosonates op.102 en de liederencyclus "An die ferne Geliebte" (op.98) na componeert hij weinig belangrijke werken. Zijn gehoor wordt steeds slechter en zijn lievelingsbroer Carl is ernstig ziek. Carl heeft tuberculose en hij overlijdt in november 1815. In zijn testament bepaalt hij dat zijn vrouw Johanna en zijn broer Ludwig de voogdij over zoon Karl zullen delen. Jarenlang zullen Beethoven en Johanna elkaar via het gerecht bestrijden met als inzet de voogdij over het kind. Beethoven vindt Johanna, gezien haar dubieuze levenswandel, geen moeder die in staat is haar kind goed op te voeden. Kennelijk vindt hij zichzelf, een bijna geheel dove, steeds excentrieker wordende vrijgezel met een chaotische levensstijl en een onzeker inkomen, wel de aangewezen persoon om Karl van Beethoven op te voeden.
Beethovenver. Biografie in items: Engeland en Doof lees meer * Engeland In juni 1817 wordt Beethoven via zijn leerling Ferdinand Ries, die nu in London woont, uitgenodigd om naar Engeland te komen. Beethoven neemt de uitnodiging van de Philharmonic Society of London aan. Hij zegt de reis echter het volgende jaar wegens zijn slechte gezondheid af en hij begint de "Hammerklaviersonate" (op.106) te componeren. Uit Engeland krijgt hij van de firma Broadwood & Sons een vleugel met zes octaven aangeboden. Intussen is hem de voogdij over zijn neefje toegewezen en hij haalt het kind weg uit het internaat van Giannatasio del Rio en neemt hem in huis. Konversationshefte In 1818 is Beethovenzo doof geworden dat hij genoodzaakt is om schriften te gaan gebruiken, omdat een normale conversatie met anderen niet meer mogelijk is; dit zijn de zogenaamde "Konversationshefte". Een flink aantal van deze schriften zijn bewaard gebleven en in elf boekdelen uitgegeven. Deze schriften geven een intiem en indringend beeld van Beethovens privé-leven gedurende de laatste negen jaar van zijn leven. Over zijn muziek is er echter weinig in te vinden. Wanneer Karl weggelopen is naar zijn moeder, komt het opnieuw tot een rechtszaak om de voogdij. Beethoven kan niet aantonen dat het "van" voor zijn naam op een adellijke status duidt, waardoor de zaak naar een lagere rechtbank wordt verwezen en Beethoven de voogdij over Karl kwijt raakt. Nadat hij echter een lange brief aan het Hof van Appèl heeft geschreven, krijgt hij in 1821 uiteindelijk toch de voogdij over zijn neef. Deze slepende kwestie heeft zo’n vijf jaar geduurd en heeft hem vooral psychisch behoorlijk ondermijnd.
Beethovenver. Biografie in items: De stijlperiodes lees meer *Late stijlperiode De "Hammerklaviersonate" is inmiddels zowel in Wenen als in Engeland uitgegeven. Ook de pianosonates op.109 en op.110 zijn klaar, terwijl hij werkt aan op.111. Beethoven werkt intussen o.a. ook aan de Negende Symfonie (op.125), de "Diabellivariaties" (op.120) en de "Missa Solemnis" (op.123). Dit laatste werk componeert hij voor de inwijdingsplechtigheid van zijn leerling aartshertog Rudolph von Habsburg (zie de afbeelding), die tot aartsbisschop van Olmütz is benoemd. Op de partituur schrijft hij: "Vom Herze möge es zu Herze gehen". De mis komt in de verste verte niet op tijd klaar, want Rudolphs inwijding heeft al in 1820 plaatstgevonden. Duidelijk is echter dat Beethovens periode van improductiviteit ver achter hem ligt en dat zijn "late stijl" begonnen is. Beethovens werken worden meestal in drie stijlperiodes ingedeeld: de Eerste Stijlperiode, de tijd in Bonn en in Wenen tot ongeveer 1800 de Midden Stijlperiode, ook wel de Heroïsche Periode genoemd, die gaat tot ongeveer 1813 de Late Stijlperiode die zo rond 1818 aanvangt. Velen zien de periode tussen 1813 en 1818 als de tijd die Beethoven nodig had om tot zijn laatste muzikale stijl te komen. Slechte gezondheid In 1821 wordt Beethoven na een kortstondig herstel opnieuw ziek en hij blijft zich niet goed voelen. In juli wordt duidelijk dat hij aan geelzucht lijdt. In een brief aan Franz Brentano van 12 november 1821 laat hij weten dat hij hersteld is en dat de Missa Solemnis klaar is. Er begint een geweldig gesjacher met deze mis. Beethoven biedt hem diverse uitgevers tegelijk aan. Mede op aanraden van broer Johann echter besluit hij om de mis niet te laten uitgeven, maar handgeschreven exemplaren aan te bieden aan de belangrijkste Europese hoven. Op deze manier hoopt hij meer geld voor de mis, waar hij jaren aan heeft gewerkt en die hijzelf als zijn belangrijkste werk betitelt, te verdienen. Er volgen tien inschrijvingen en uiteindelijk wordt de mis uitgegeven door Schott in Mainz. Voor de opening van het Theater an der Josephstadt in oktober 1822 werkt Beethoven zijn muziek voor "Die Ruinen von Athen" om, schrijft er een nieuwe ouverture bij en het stuk heet nu "Die Weihe des Hauses" (op.124). In het volgende jaar vraagt de Philharmonic Society hem om een symfonie te componeren en de Russische Prins Gallitzin vraagt drie strijkkwartetten van Beethovens hand. Dat worden de opusnummers 129, 130 en 132. In tussen zijn de "Diabellivariaries" klaar en worden uitgegeven. Het zijn er 33 geworden i.p.v. eentje. De uitgever Anton Diabelli had in 1819 aan een groot aantal componisten gevraagd een variatie te componeren op zijn simpele walsje. Beethoven weigerde in eerste instantie om mee te doen. Daarna kreeg hij er zo’n plezier in dat hij, in twee etappes, 33 stuks componeerde. Dit geniale werk behoort tot de top van de variatiekunst. De Negende Symfonie Circa februari 1824 is de symfonie, bestemd voor Londen, klaar. Omdat Beethoven (zie hiernaast een karikatuur door Hoechle) heeft gedreigd de première van zowel de mis als de symfonie elders te laten plaatsvinden, richten een aantal vooraanstaande Weense muziekliefhebbers via lokale bladen een verzoek tot Beethoven om de première wél in Wenen te houden. Beethoven zwicht en op 7 mei 1824 wordt in het Weense Kärntnertor Theater een concert gegeven waarin o.a. delen van de mis en de gehele Negende Symfonie worden uitgevoerd. Het concert is een groot succes; de zaal is uitverkocht op de koninklijke loge na. Wegens zijn doofheid kan Beethoven niet meer zelf dirigeren, maar hij staat wel op het podium om de tempi aan te geven. Wanneer het applaus los barst, moet de alt Caroline Unger hem omdraaien om het applaus in ontvangst te nemen, omdat hij het niet meer hoort. De opbrengst van het concert valt tegen en Beethoven beschuldigt zijn onbetaalde secretaris, de violist Anton Schindler, van diefstal en wijst hem de deur. Schindler zal echter nog een belangrijke rol spelen, die ingrijpende gevolgen zal hebben voor de toekomst. De verhouding tussen Beethoven en zijn neef Karl wordt steeds slechter. Karls studieresultaten laten te wensen over en Beethoven tracht Karl op een overdreven manier te bewaken voor het kwaad in de wereld. Daar bij is hij nogal bezitterig in zijn liefde voor de jongen en hij eist van hem dat hij zijn moeder nauwelijks ziet. Karl wil militair worden, maar daar valt met de oom, die zichzelf de vader van Karl noemt, niet over te praten. Beethoven heeft een enorme hekel aan alles wat militair is. Plannen van Beethoven om naar Londen te reizen gaan opnieuw niet door. Midden april krijgt Beethoven ernstige buikklachten en hij wordt op een streng dieet gezet. Hij tobt zijn hele leven al met nogal pijnlijke darmklachten.
Beethovenver. Biografie in items: Broer Karl lees meer *Karl Karl is inmiddels weg van de universiteit en bezoekt nu de Polytechnische school. Hij woont niet meer bij zijn oom, deze heeft hem in een kostgezin geplaatst. Beethoven laat voortdurend Karls gangen nagaan. Hij gaat voor het eerst sinds jaren in de zomer niet de stad uit, maar blijft in Wenen wonen om in de buurt van zijn neef te zijn. Op 30 juli 1826 probeert Karl zelfmoord te plegen door zich door het hoofd te schieten. Zijn poging mislukt, maar hij heeft wel een ernstige hoofdwond. Beethoven, totaal ontredderd, legt de voogdij neer ten gunste van zijn goede vriend Stephan von Breuning. Het laatste ziekbed Beethoven begint aan zijn laatste kwartet (op.135) en stuurt het voltooide kwartet op.131 naar de uitgever. In afwachting van zijn vertrek naar zijn regiment in Iglau -Karl zal uiteindelijk toch militair worden- reist hij eind september samen met Beethoven naar Gneixendorf bij Krems, waar Johann van Beethoven een landgoed heeft. Beethoven componeert daar een nieuwe finale voor op.130. De oorspronkelijke finale krijgt als "Grosse Fuge" een eigen opusnummer: 133. Op de terugreis naar Wenen begin december overnachten ze in een ijskoude herberg en Beethoven wordt ziek. Hij blijkt een longonsteking opgelopen te hebben, maar herstelt onverwacht snel. Maar dan slaat het noodlot toe en neemt zijn gezondheidstoestand een definitieve wending. Hij heeft geelzucht en waterzucht; zijn lichaam en vooral zijn buik en voeten zijn ernstig gezwollen. Werken kan hij bijna niet meer en dus heeft hij ook nauwelijks inkomen. Begin januari 1827 vertrekt Karl naar Iglau; hij zal zijn oom nooit meer zien. Beethoven ondergaat vier puncties om het vocht uit zijn buik af te voeren. Zijn lever is ernstig verhard. Intussen is Anton Schindler teruggekeerd in Beethovens kring en hij verricht allerlei diensten voor hem. Ondanks dat Beethovens vriendenkring, mede door zijn teruggetrokken manier van leven, flink is uitgedund, krijgt hij veel bezoek. Opvallend zijn de bezoekjes van de jonge Gerhard von Breuning, zoon van vriend Stephan von Breuning. Jaren later zal hij zijn memoires op papier zetten onder te titel "Aus dem Schwarzspanierhause", naar de laatste woning van Beethoven. Van de Philharmonic Society of London krijgt Beethoven 100 pond als bijdrage voor de ziektekosten. Zijn vriend Stumpff in Engeland stuurt hem de veertigdelige uitgave van de werken van Händel, waar Beethoven ontzettend blij mee is. Op 23 maart 1827 schrijft hij met zijn laatste krachten nog een aanhangsel voor zijn testament. Beethoven is niet meer! Beethoven sterft op 26 maart 1827 tussen 17.00 en 18.00 uur. Volgens bezoeker Anselm Huettenbrenner, een vriend van Franz Schubert, stak er in de late middag een storm op; er was een lichtflits, gevolgd door een enorme donderslag. Beethoven die al buiten kennis was, opende zijn ogen en hief zijn rechterhand. Hij keek enkele seconden op, met zijn vuist gebald, een zeer ernstige en dreigende uitdrukking op zijn gezicht. Toen hij zijn hand op bed terug liet vallen, sloot hij de ogen half en was hij dood. Het hierbij afgebeelde indrukwekkende dodenmasker werd gemaakt door Danhauser. De begrafenissen Op 29 maart 1827 wordt Beethoven begraven op het Währinger Ortsfriedhof. De lijkstoet vertrekt onder enorme belangstelling vanuit het sterfhuis in de Schwarzspanierstrasse (zie de afbeelding) naar de Alserkirche (Dreifältigkeitskirche), waar de inzegening plaats zal vinden. De toeloop is ongekend groot voor een begrafenis van een niet vorstelijk persoon. De meningte wordt op ongeveer 20.000 mensen geschat; de scholen hebben vrij en men moet het leger inzetten om orde in de chaos te scheppen. Bij het kerkhof wordt een grafrede van Franz Grillparzer voorgelezen. Beethovens stoffelijk overschot wordt nog twee keer opgegraven. De eerste keer voor onderzoek in 1863; de tweede keer in 1888 om zijn lichaam en dat van Franz Schubert over te brengen naar de eregraven op het Zentralfriedhof in Wenen. De oude grafstenen van beide componisten staan echter nog altijd in wat nu het Schubertpark heet. De vervalser Anton Schindler heeft na Beethovens overlijden het e.e.a. mee genomen uit Beethovens woning; o.a. Beethovens "Konversationshefte". Met zijn biografie over Beethoven heeft hij veel oude vrienden van Beethoven tegen zich in het harnas gejaagd. Om zijn gelijk te halen en om zich als een veel belangrijker persoon in het Beethovens leven voor te doen dan hij was geweest, heeft hij op veel plaatsten in de schriften na Beethovens dood gefingeerde gesprekken en aantekeningen toegevoegd. Hiermee heeft hij bijgedragen tot de mythevorming die na Beethovens dood ontstond, maar heeft hij ook verkeerde informatie gegeven over de interpretatie van Beethovens werken. Degene die de grootste biograaf van Beethoven had kunnen worden, gaat nu de geschiedenis in als een vervalser. Beethovens belangrijkste biograaf werd de Amerikaan Alexander Weelock Thayer. De nalatenschap In de loop der jaren na zijn dood nam Beethovens roem mythische proporties aan. Hij werd wat wij nu noemen een cultfiguur en hij was het grote voorbeeld voor bijna alle componisten na hem; geen enkele componist kon om hem heen; ook in onze tijd niet. Begin twintigste eeuw echter kwam er echter van de kant van diverse jonge componisten verzet tegen Beethovens onaantastbaarheid. De ontmythologisering van zijn persoon die zich in de twintigste eeuw voltrok, liet Beethovens reputatie als componist echter ongemoeid. Ludwig van Beethoven neemt in de muziekgeschiedenis een centrale plaats in. Voor velen is hij de grootste componist aller tijden, maar in ieder geval één van de grootste. Zijn universele muziek omvat een scala van menselijke emoties van een intensiteit die de mensheid wel eeuwig zal blijven beroeren.
Beethoven Biografie lees meer *Ludwig van Beethoven (1770-1827)
Biografie in items: Beethoven de Componist lees meer *Ludwig van Beethoven (1770-1827) – Componist Ludwig van Beethoven kende een zeer moeizame jeugd door het overmatige drankgebruik van zijn vader en groeide hierdoor op tot een schuchter en somber mens. Ondanks de vele tegenslagen die hij op privégebied kreeg te verwerken ging het hem zakelijk gezien voor de wind en kon hij meerdere keren in zijn leven rekenen op de bescherming van diverse rijke edelen. Rond zijn dertigste kreeg Ludwig problemen met zijn gehoor waardoor hij uiteindelijk volledig doof werd en afhankelijk was van pen en papier om met mensen te communiceren. Naast zijn slechte gezondheid, met name in de laatste jaren van zijn leven, kende Ludwig ook weinig geluk in de liefde en bleef hij zijn hele leven vrijgezel. De jeugdjaren van Beethoven Ludwig van Beethoven had geen gemakkelijke jeugd gezien het drankmisbruik van zijn vader en hij kreeg een zeer gebrekkige opleiding omdat zijn toekomst volledig in het teken van de muziek diende te staan. Na het overlijden van zijn moeder nam Ludwig de zorg over zijn twee broertjes op zich en kreeg daarbij veel steun van zijn goede vriend Stephan von Breuning. Zijn muzikale genie was enorm en op twaalfjarige leeftijd werd zijn eerste compositie gepubliceerd waarna de Duitse stad Bonn al snel te klein voor hem werd.
Biografie in items: De familiegeschiedenis van de familie Beethoven lees meer * Geschiedenis van de familie van Beethoven De geschiedenis van de familie van Beethoven begon met de verhuizing van (opa) Lodewyk van Beethoven (1712-1733) en diens vrouw Maria Joseph Poll-Ball (circa 1714-1775) vanuit Mechelen naar de Duitse stad Bonn. In Bonn werd hun zoon Johann (1740-1792) geboren die een weinig gelukkige jeugd had aangezien zijn moeder alcoholiste was. Om Johann zo veel mogelijk bij zijn moeder weg te houden nam Lodewyk zijn zoon mee op reis door de Zuidelijke Nederlanden waarbij de kleine Johann optrad als cantor*. Na jaren van reizen vond Johann een vaste aanstelling als tenorzanger aan het hof van de Keulse aartsbisschop en trad in 1767 – op zevenentwintigjarige leeftijd – in het huwelijk met Maria Magdalena Keverich (1746-1787). Helaas bleek het huwelijk tussen Johann en Maria weinig gelukkig aangezien Johann niet alleen de muzikale genen van zijn vader had geërfd maar ook de drankverslaving van zijn moeder. Mede door zijn drankgebruik had Johann regelmatig last van woede-uitbarstingen die Maria in de loop der jaren veranderden in een stille en teruggetrokken vrouw die zelden lachtte. Ondanks dat het huwelijk weinig gelukkig was was Maria meerdere keren zwanger, maar van de vele kinderen die zij baarde bleven alleen drie zoons – Ludwig (1770-1827), Kasper Anton Karl (1774-1815) en Nicolaus Johann (1776-1848) – in leven. * Een Cantor was een zanger – ook wel voorzanger of leider genoemd – van de zang in de kerk. Het woord cantor was afgeleid van het Latijnse woord cantare dat zingen betekent. Muzikale genen Net als zijn vader en opa bleek ook de kleine Ludwig over een enorm muzikaal talent te beschikken en speelde al op jonge leeftijd met gemak diverse stukken op de piano uit zijn hoofd. Het talent van zijn oudste zoon was ook vader Johann opgevallen en hij besloot zich persoonlijk met de muzikale opleiding van Ludwig te bemoeien in de volle overtuiging van zijn oudste zoon net zo'n wonderkind te maken als de jonge componist Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791). Helaas betekenden de lessen van vader Johann dat Ludwig te pas en te onpas uit bed werd gehaald om voor zijn vader en (veelal) dronken vrienden piano te spelen als ze uit het café kwamen. Het tirannieke gedrag van vader Johann zorgde er voor dat Ludwig zou opgroeien tot een somber en wantrouwend mens met slechte sociale vaardigheden. Naast de muzieklessen van zijn vader volgde Ludwig ook nog een opleiding aan het zogenaamde 'Tiroconium' (de lagere school voor Latijn) die hij op negenjarige leeftijd afrondde en waarna er meteen een einde kwam aan zijn schoolopleiding aangezien vader Johann van mening was dat Ludwig de rest van zijn tijd alleen maar aan muziek diende te besteden. Ludwig zelf baalde overigens flink van het feit dat hij alleen maar een aantal jaren lager onderwijs had gevolgd aangezien hij op latere leeftijd veel moeite had met lezen, schrijven en rekenen. Door vele boeken te lezen wist hij zijn taalvaardigheid aardig bij te spijkeren, maar met zijn rekenvaardigheid kwam het uiteindelijk nooit meer goed.
Biografie in items: Muzikale Opleiding lees meer * Muzikale opleiding In het jaar dat Ludwig zijn opleiding aan de lagere school afrondde, verhuisde de bekende Duitse componist Christian Gottlob Neefe (1748-1798) naar Bonn en was bereid – op verzoek van Johann – om de jonge Ludwig muziekles te geven. Ook Neefe zag al snel in wat een enorm talent de jonge Ludwig van Beethoven had en schreef na de eerste lessen een lovend stuk over zijn leerling in het Cramers Magazin der Musik'. Op elfjarige leeftijd was Ludwig in staat om het (lastige) 'Das Wohltemperierteklavier' van de componist Johan Sebastian Bach (1685-1750) foutloos uit zijn hoofd te spelen en een jaar later publiceerde hij – met hulp van Neefe – zijn compositie de 'Dresslervariaties' (WoO 63). Weer een jaar later – Ludwig was toen pas dertien – werd zijn tweede werk de 'Kurfürsten sonata' (WoO 47) gepubliceerd en Ludwigs ster was rijzende. Naar aanleiding van zijn twee gepubliceerde werken kreeg Ludwig in 1784 de officiële functie als vervanger van Neefe – als organist aan het hof – aangeboden en ontving daarvoor een riant salaris van 150 florijnen per jaar plus een reis naar Wenen om les te nemen bij de bekende componist Wolfgang Amadeus Mozart. Ludwig was door het dolle heen en vertrok vol enthousiasme naar Wenen maar ontving bij aankomst daar het bericht dat zijn moeder ernstig ziek was en keerde direct huiswaarts. Vermoedelijk kwam het door Ludwigs overhaastte vertrek nooit tot een ontmoeting met zijn grote voorbeeld Mozart, maar hij was wel op tijd thuis om afscheid te nemen van zijn moeder. Na het overlijden van Maria raakte vader Johann volledig de weg kwijt en weigerde voor Ludwigs jongere broertjes Kaspar en Johann te zorgen waardoor Ludwig deze zware taak op zeventienjarige leeftijd op zich nam.
Biografie in items: Familie von Breuning lees meer * Familie von Breuning Gelukkig stond Ludwig er in deze moeilijke periode niet alleen voor en vond hij veel steun bij zijn goede vriend Stephan von Breuning (1774-1827), die hij 1783 had leren kennen via hun gezamenlijke vriend Franz Gerhard Wegeler (1765-1848). Ludwig was na het overlijden van zijn moeder vaak bij Stephan en zijn familie thuis te vinden en Stephans moeder besloot haar muziekkamer aan Ludwig beschikbaar te stellen. Ludwig kon hierdoor ongestoord componeren en had tevens de beschikking over een piano en besloot – als dank – de jongere broer en zus van Stephan – Lorenzo (geboorte- en overlijdensdatum onbekend) en Eleonore (1771-1841) – pianoles te geven. Samen met Eleonore en Lorenzo nam Ludwig ook nog vioolles bij de bekende Duitse vioollist Franz Anton Ries (1755-1846) die zich al snel over Ludwig ontfermde als een vader. Ondanks alle problemen thuis wist Ludwig het ene na het andere werk te componeren waardoor hij steeds meer bekendheid kreeg in Bonn. Toen de toenmalige keizer van het Heilige Roomse Rijk, Jozef II (1741-1790), in 1790 overleed kreeg Ludwig de eervolle taak een cantate* te voor de eredienst te componeren. De cantate werd zeer goed ontvangen en Ludwig besloot dat het tijd werd om het kleine en bekrompen Bonn achter zich te laten en zijn geluk te gaan beproeven in het centrum van de klassieke muziek: Wenen. Helaas gooide het overlijden van zijn vader roet in het eten en werd Ludwig gedwongen om zijn verhuizing uit te stellen. * Een cantate – ook wel Cantata naar het Italiaanse woord voor 'zangstuk' – was een compositie voor één of meerdere zangers plus een begeleiding van diverse instrumenten. Een cantate bestond vaak uit meerdere delen en was het belangrijkste muzikale werk tijdens een kerkelijke eredienst.
Biografie in items: Verhuizing naar Wenen lees meer * Verhuizing naar Wenen Na aankomst in Wenen nam Ludwig muzieklessen bij diverse componisten en wist hij al snel naam te maken. Nadat Napoleon ook Duitsland binnenviel, liet Ludwig zijn jongere broertjes overkomen naar Wenen en Ludwig zelf kwam kort daarna onder bescherming van prins Lichnowsky te staan wat hem een vast inkomen opleverde. Ondanks dat het leven hem op zakelijk gebied voor de wind ging kende Ludwig in deze periode ook diverse tegenslagen, zo bleef zijn liefde meerdere keren onbeantwoord en kampte hij met problemen met zijn gehoor. Onrust & debuut De reis van Bonn naar Wenen was niet gemakkelijk voor Ludwig aangezien de Franse generaal Napoleon Bonaparte (1769-1821) Oostenrijk was binnengevallen. Ludwig werd dan ook gedwongen om door meerdere vijandelijke linies heen te reizen en bereikte in 1792 de Oostenrijkse hoofdstad. Direct na zijn aankomst in Wenen ging Ludwig in de leer bij de bekende Oostenrijkse componist Joseph Haydn (1732-1809) maar de samenwerking eindigde voor beide heren in een grote teleurstelling. Ludwig was van mening dat hij bij Haydn niets leerde en Haydn was op zijn beurt van mening dat Ludwig te arrogant was in de omgang én hij begreep de 'woede' in de muziek van zijn leerling niet. Om zijn tijd in Wenen niet verspillen besloot Ludwig te stoppen met zijn lessen bij Haydn en nam in plaats daarvan les bij de Oostenrijkse componist en organist Johann Albrechtsberger (1736-1809) en de Italiaanse muziekpedagoog, componist en dirigent Antonio Salieri (1750-1825). Ludwig speelde veel en werkte hard en werd al snel bekend om zijn virtuoze pianospel. Hij was een veel gevraagd musicus op feesten en partijen van de Weense adel en deed regelmatig mee aan muziekwedstrijden om zijn eigen composities onder de aandacht te brengen. Ook werkte hij sinds zijn aankomst in Wenen vrijwel onafgebroken aan zijn 'pianotrio's' – (opus 1); Pianotrio nr. 1 in Es, pianotrio nr. 2 in G en pianotrio nr.3 in c –, die zijn grote doorbraak moesten worden. Toen Napoleon Bonaparte het Duitse Rijnland binnenviel besloot Ludwig om zijn broertjes Kaspar – die zich sinds het overlijden van zijn vader Karl noemde – en Johann over te laten komen naar Wenen. Onder begeleiding van zijn goede vriend Stephan von Breuning arriveerde het drietal precies op tijd om Ludwigs debuut op 29 maart 1795 in het Burgtheather te Wenen bij te wonen.
Biografie in items: Beschermheer Lichnowsky lees meer * Beschermheer Lichnowsky Ludwigs debuut was een daverend succes en ongeveer een jaar na zijn eerste optreden besloot prins Karl Alois Lichnowsky (1761-1814) zich op te werpen als Ludwigs 'beschermheer'. Ludwig nam zijn intrek in het hof van de prins in Wenen en in 1796 reisde het tweetal – op kosten van de prins – gezamenlijk naar Praag, Dresden, Leipzig en Berlijn waar Ludwig zijn muziek ten gehore bracht. In Berlijn leerde het tweetal de Franse cellist Jean-Louis Duport (1749-1819) kennen en Ludwig componeerde voor de gelegenheid zijn bekende cellosonate nr. 1 in F en nr. 2 in g (opus 5), die hij samen met Duport voor de koning van Pruisen speelde. Tussen het optreden en reizen door vond Ludwig ook nog de tijd om te componeren en schreef onder andere zijn eerste twee pianoconcerten (opus 15 en 19), de pianosonates opus 2 en 10, een lied getiteld 'Adelaïde' (opus 46), de trio's bekend als opus 9, zijn vioolsonate opus 12, het pianotrio (opus 11) en zijn pianosonate 'Pathetique' (opus 13). In 1799 begon Ludwig met het componeren van zijn eerste symfonie (opus 21, symfonie nr. 1 in C) die hij een jaar later op de planken bracht. De symfonie werd een daverend succes en maakte hem in heel Wenen bekend. Daarnaast besloot zijn beschermheer, prins Lichnowsky, Ludwig een vaste vergoeding van 600 florijnen per jaar te geven totdat hij een vaste aanstelling zou vinden. Op deze manier kon Ludwig zonder problemen in zijn onderhoud voorzien en hield hij alle tijd over om aan zijn composities te werken. Als dank voor het genereuze gebaar van de prins componeerde Ludwig een vijftal werken ter ere van zijn beschermheer; drie pianotrio's (opus 1), negen variaties voor piano gebaseerd op het werk 'Quant'è più bello' van Giovanni Paisiello (1740-1816) (WoO 69), de eerder genoemde pianosonate Pathétique' (opus 13), Pianosonate nr. 12 in As (opus 26) en Symfonie nr. 2 in D (opus 36). Aan de samenwerking tussen Ludwig en de prins kwam in 1806 geheel onverwachts een eind toen het tweetal tijdens een gezamenlijke reis knallende ruzie kreeg. Ludwig reisde alleen terug naar Wenen en prins Lichnowsky besloot naar aanleiding van het incident de vergoeding aan Ludwig stop te zetten.
Biografie in items: Heiligenstadler Testament lees meer * Heiligenstädter Testament Ondanks het enorme succes van zijn eerste symfonie zat Ludwig al langere tijd niet lekker in zijn vel. Mede door zijn moeilijke jeugd had hij vaak last van somberheid maar de sombere buien verergerden aanzienlijk toen bleek dat hij problemen had met zijn gehoor. In een lange brief – die Ludwig in 1801 schreef – aan zijn goede vriend Frans Wegeler bekende hij voor het eerst aan iemand dat zijn gehoor langzaam afnam, maar drukte zijn vriend meteen op het hart om dit aan niemand te vertellen aangezien hij bang was dat het zijn carrière zou schaden. In 1802 reisde Ludwig – op advies van zijn arts in de hoop dat zijn gehoor zou verbeteren – naar het kuuroord Heiligenstädter, gelegen in de Duitse deelstaat Thüringen, en werd daar overvallen door een flinke depressie. Op 6 oktober 1802 schreef Ludwig een lange afscheidsbrief – vermoedelijk aan zijn broertjes Karl en Johann – maar kwam tijdens het schrijven van de brief tot het besef dat hij geen zelfmoord kon plegen aangezien hij het de mensheid 'verplicht' was hen eerst alles aan muzikaliteit dat in hem zat te schenken voor hij uit het leven zou stappen. De brief werd kort na Ludwigs overlijden terug gevonden in zijn nalatenschap en kreeg – doordat hij was geschreven in Heiligenstädter – als spoedig de bijnaam 'het Heiligenstädter Testament'. Het feit dat Beethoven zijn zelfmoordplannen uiteindelijk niet ten uitvoer bracht betekende overigens niet dat hij zijn 'handicap' had geaccepteerd. Hij probeerde in de jaren die volgden werkelijk alles uit dat zijn gehoor mogelijk kon verbeteren, maar helaas waren al zijn pogingen tevergeefs.
Biografie in items: Für Elise lees meer * Für Therese In dezelfde brief waarin Ludwig bekende problemen te hebben met zijn gehoor schreef hij ook over een 'dierbaar en betoverend' meisje, vermoedelijk zijn leerling gravin Giulietta Guicciardi (1782-1856). Maar bekende ook aan zijn goede vriend dat hij zich bewust was van het feit dat het nooit tot een huwelijk zou komen aangezien het verschil in stand tussen hen beiden te groot was. Tot een romance kwam het dan ook nooit en Ludwig gebruikte zijn onbeantwoorde gevoelens om zijn prachtige 'Mondscheinsonate' (opus 27, nummer 2) te componeren. In 1805 was de liefde voor de gravin weggeëbd en kwam er een nieuwe vrouw in Ludwigs leven; Josephine Brunsvik (1779-1821). Ludwig had Josephine en haar zus Therese (1775-1861) in 1799 leren kennen toen hij hen beiden pianoles had gegeven en had daarna altijd goed contact gehouden met Josephine. Toen Ludwig in 1805 te horen kreeg dat Josephine's man was overleden besloot hij de stoute schoenen aan te trekken en biechtte zijn gevoelens voor haar op. Josephine voelde blijkbaar niet hetzelfde voor Ludwig aangezien ze het contact met hem, na zijn biecht volledig verbrak. In 1810 werd Ludwig door zijn arts voorgesteld aan Therese Malfatti (1792-1851) en werd al snel tot over zijn oren verliefd. Dat de liefde van Ludwig serieus was bleek wel uit het feit dat hij zijn goede vriend Franz Wegeler vroeg een kopie van zijn geboorteakte toe te sturen omdat hij – zoals Ludwig zelf schreef – trouwplannen had. Helaas liep ook deze romance op niets uit omdat zowel Therese als haar ouders geen heil zagen in een verbintenis met een componist. Naar aanleiding van zijn liefde voor Therese componeerde Ludwig de bagatelle 'Für Elise' (Wo 59) die vermoedelijk 'Für Therese' heette, maar door Ludwigs slechte handschrift werd de naam op het titelblad verkeerd gelezen waardoor het stuk onder de naam 'Für Elise' de geschiedenis in ging. Vreugde en verdriet Naast diverse hoogtepunten zoals de ontmoeting met Bettina Brentano en de geboorte van zijn neefje Karl, kende Ludwig ook diverse dieptepunten in zijn leven zoals het verlies van zijn inkomen en de ruzie met zijn broer Karl naar aanleiding van diens huwelijk. Ondanks de tegenslagen op privégebied bleef Ludwig componeren en schreef hij in 1813 een ouverture die zijn doorbraak in geheel Oostenrijk betekende. Naar aanleiding van zijn werk werd Ludwig een graag geziene gast tijdens het Weense Congres wat er voor zorgde dat zijn naam ook in andere Europese landen bekend werd. Veranderende verhoudingen Kort nadat Ludwig de stoute schoenen had aangetrokken en Josephine zijn gevoelens had opgebiecht trad zijn jongere broer Karl in het huwelijk met zijn jeugdliefde Johanna Reis (circa 1786-1868), wat zorgde voor een flinke ruzie tussen beide broers. Ludwig was het totaal niets eens met de keuze van zijn broer om met Johanna te trouwen en stak zijn mening dan ook niet onder stoelen of banken. Het gevolg was dat de goede relatie die Ludwig altijd had gehad met Karl een flinke deuk opliep waar de geboorte van Ludwigs eerste neefje en Karls eerste zoon – Karl Junior (1806-1858) – helaas geen verandering in kon brengen. Daarnaast vond in dit jaar ook de ruzie met zijn beschermheer prins Lichnowsky plaats die naar aanleiding van de ruzie besloot zijn toelage aan Ludwig per direct stop te zetten, waardoor Ludwig op zoek moest naar een andere bron van inkomsten. Twee jaar na de ruzie met prins Lichnowsky kreeg Ludwig (in 1808) een aanbod van Jérôme Bonaparte (1784-1860) – koning van Westfalen en broer van Napoleon Bonaparte – om kapel-meester te worden aan zijn hof in Duitsland, maar de Weense adel weigerde Ludwig naar Duitsland te laten gaan. Onder leiding van aartshertog Rudolph van Habsburg (1858-1889) – die een leerling van Ludwig was – besloten hij en de prinsen Franz Joseph Maximilian von Lobkowitz (1772-1816) en Frantisek Oldrich Kinsky (1726-1792) Ludwig een salaris van 4.000 florijnen per jaar te bieden op voorwaarde dat hij in Wenen bleef. Ludwig twijfelde geen moment en nam het uiterst genereuze aanbod per direct aan. Nieuwe ontmoetingen en tegenslag In 1810 kwam Ludwig in contact met de familie Brentano en raakte goed bevriend met Elisabeth 'Bettina' Catharina Ludovica Magdalena von Arnim - Brentano (1785-1859), haar zus Antonie Brentano (1780 - 1869) en haar man Christian 'Franz' Damian Friedrich (1784-1851). Bettina Brentano – schrijfster van beroep – stelde Ludwig voor aan de bekende Duitse toneelschrijver Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832) en beide heren bleken grote bewondering te hebben voor elkaars werk. Ludwig onderhield jarenlang intensief contact met von Goethe en zette – als eerbetoon aan zijn goede vriend – diens treurspel 'Egmond' op muziek welke bekend werd als de ouverture 'Egmond' (opus 84). Na voltooiing van het werk trok Ludwig zich op aanraden van zijn arts enige tijd terug in een kuuroord gelegen in Teplitz, Bohemen, in de hoop dat de sombere buien waar hij al weer enige tijd last van had zouden verbeteren en hij onderhield zeer intensief contact met Bettina op wie hij vermoedelijk een oogje had. Terwijl Ludwig de familie Brentano beter leerde kennen hield de Franse Napoleon Oostenrijk nog steeds bezet en als gevolg daarvan trad er een enorme geld-devaluatie op. Voor Ludwig betekende dit niet alleen dat zijn inkomen én spaargeld in één klap halveerden maar ook het faillissement van één van zijn beschermheren – prins Lobkowitz werd onder curatele gesteld – waardoor hij uiteindelijk de gang naar de rechter moest maken om zijn achterstallige betalingen alsnog te krijgen. Toen ook zijn andere beschermheer – prins Kinsky – volledig onverwacht overleed raakte Ludwig in de financiële problemen maar kon hij gelukkig meerdere malen op de hulp van zijn enig overgebleven beschermheer – Rudolph van – rekenen. De eeuwigdurende (ge)liefde Aan het begin van 1812 had Ludwig een afspraak met een (onbekende) vriend in Teplitz, maar kwam hij om onbekende redenen nooit opdagen. Pas in juni van dat jaar arriveerde Ludwig in de plaats Karlsbad waar hij met de familie Brentano had afgesproken om vervolgens gezamenlijk door te reizen naar het nabij gelegen Franzensbad. Na Ludwigs overlijden werd er een hartstochtelijke liefdesbrief in zijn nalatenschap gevonden die vermoedelijk de reden van zijn vertraging was en die de geschiedenisboeken inging als de brief aan de 'Unsterbliche Geliebte' oftewel 'brief aan de eeuwigdurende (ge)liefde'. Na ontdekking van de brief werden er meerdere boeken geschreven over wie de ontvangster van de brief had moeten zijn maar van alle namen die voorbij kwamen was de kans dat de brief was bedoeld voor Bettine Brentano of Josephine Brunswick het grootst. Nadat Ludwig enige tijd met de familie Brentano had doorgebracht in Franzensbad keerde de familie terug naar Wenen en Ludwig besloot eerst een bezoek te brengen aan zijn broer Johann voor hij terugkeerde naar huis. Helaas verliep Ludwigs bezoek aan Johann anders dan gepland toen hij ontdekte dat zijn jongere broer al enige tijd samenwoonde met zijn huishoudster Therese Obermeyer (1787-1828) en hij riep zijn broer tot de orde. Helaas reageerde Johann anders dan Ludwig had verwacht en in plaats dat hij zijn relatie met Therese beëindigde trad hij met haar in het huwelijk. Ludwig besefte dat hij de strijd met zijn broer had verloren en keerde teleurgesteld terug naar huis. Het huwelijk tussen Johann en Therese was overigens weinig gelukkig – mede door Therese's opvliegende karakter – en bleef dan ook kinderloos. Bij terugkomst in Wenen nam Ludwig in november 1812 afscheid van de familie Brentano die terugkeerde naar Frankfurt en het was de laatste keer dat Ludwig Bettina – zijn mogelijk eeuwigdurende geliefde – in levende lijve zag.
Biografie in items: De opera Fidelio van Beethoven lees meer *Opera Fidelio en Karls nalatenschap Op verzoek van uitvinder en artiest Johann Nepomuk Maelzel (1772-1838) componeerde Ludwig een symfonie getiteld 'Wellingtons Sieg oder die Schlacht bei Vittoria' (opus 91) die zijn doorbraak in geheel Wenen en ver daarbuiten betekende. Mede door het stuk werd Ludwig tijdens het Weense Congres* meerdere malen gevraagd de muzikale begeleidingen tijdens de feestelijkheden te verzorgen waarna zijn naam ook in andere Europese landen bekendheid kreeg. Naast zijn optredens voor de heren van het Weens Congres werkt Ludwig ook aan een bewerking van zijn allereerste opera Leonore (opus 138). Hij schreef een geheel nieuwe ouverture en bracht het stuk nog hetzelfde jaar op de planken onder de naam 'Fidelio' (opus 72). Tijdens de première van Ludwigs opera waren er diverse buitenlandse vorsten en staatshoofden aanwezig die – net als het overige publiek – laaiend enthousiast waren over het stuk. In november 1815 overleed Ludwigs jongere broer Karl aan de gevolgen van tuberculose en na de bekendmaking van zijn testament verklaarde Ludwig zijn schoonzus Johanna de oorlog. Volgens Karls laatste wil kregen zowel Johanna als Ludwig de voogdij over zijn zoon Karl Junior, maar Ludwig was het hier niet mee eens aangezien hij Johanna ongeschikt achtte als moeder. Hij vocht de voogdij aan met als doel zijn schoonzus uit de ouderlijke macht te laten zetten en werd in januari 1816 door de rechter in het gelijk gesteld. De tien jaar oude Karl werd bij zijn moeder weggehaald, tijdelijk op een internaat geplaatst en kwam vanaf september officieel bij Ludwig wonen. Door de strijd met Johanna had Ludwig vrijwel geen tijd gehad om te componeren en schreef hij in 1815 maar twee cellosonates (opus 102) en een liederencyclus getiteld 'An die ferne Geliebte' (opus 98).
Biografie in items: De oude Beethoven lees meer * De oude Beethoven De voogdijstrijd om de kleine Karl duurde uiteindelijk tot 1821 voor er definitief een einde aan kwam, maar het getouwtrek om de jongen had zijn weerslag gehad op Ludwigs gezondheid. Hij kampte niet alleen met het probleem dat hij volledig doof was geworden maar werd ook meerdere malen ziek wat hem er overigens niet van weerhield om gewoon door te werken. Ludwig wist zich in de kijker van de heren van het Weens Congres te spelen en begeleide menig muzikale avond wat hem ook bekendheid buiten Oostenrijk opleverde maar ondanks zijn successen op zakelijk vlak ging het hem privé niet echt voor de wind. De relatie tussen Ludwig en zijn neefje Karl was dusdanig slecht dat de jongen zichzelf van het leven probeerde te beroven en uiteindelijk naar Iglau vertrok als militair. Voogdijstrijd Rond 1813 was Ludwig zo doof geworden dat hij niet meer in staat was een gewoon gesprek met mensen te voeren en daardoor zijn toevlucht zocht tot pen en papier. De schriften die Ludwig vol schreef kwamen na zijn dood bekend te staan als de 'Konversationshefte' – letterlijk vertaald 'conversatie boeken' en gaven een bijzondere inkijk in zijn leven. Uit de 'gesprekken' in de schriften bleek dat Johanna de strijd om haar zoon nog niet had opgegeven en Ludwig moest een reis naar Londen op uitnodiging van het Philharmonic Society of London afzeggen, maar begon wel met het componeren van twee symfonieen voor hen. Terwijl Ludwig aan zijn symfonieen werkte had Karl zijn eigen plan getrokken en keerde stiekem terug naar zijn moeder. Ludwig was woedend wegens het 'verraad' dat zijn neefje had gepleegd en liet hem door de politie ophalen. Bij thuiskomst stuurde Ludwig Karl meteen naar een internaat om bij zinnen te komen en maakte voor de tweede keer de gang naar de rechtbank om de strijd met Johanna aan te gaan. Toen Ludwig niet kon aantonen dat het tussenvoegsel 'van' in zijn achternaam duidde op een adellijke afkomst werd de voogdijzaak door de hoge rechtbank – het Landrecht – doorverwezen naar een lagere rechtbank – het Magistrat – die Johanna in het gelijk stelde. Johanna haalde Karl direct van het internaat maar Ludwig weigerde zich bij de beslissing van het Magistrat neer te leggen. Hij schreef een lange brief aan het Hof van Appèl die zich vervolgens boog over de zaak, de beslissing van het Magistrat herriep en de voogdij over Karl – na jaren van touwtrekken in 1821 – weer aan Ludwig toekende. Op aandringen van zijn oom besloot Karl vervolgens om een studie filologie te volgen – overigens zonder succes – en kreeg knallende ruzie met zijn oom toen hij liet weten te stoppen met zijn studie om een militaire opleiding te kunnen volgen. Na lang ruziën wist Ludwig Karl te overtuigen om een ingenieursopleiding te gaan volgen en naar aanleiding van zijn nieuwe studie verhuisde Karl voor de zoveelste keer in zijn jongen leven naar een internaat. Kort na aankomst ondernam Karl een zelfmoordpoging – die mislukte – aangezien hij de bemoeienissen van zijn oom Ludwig niet langer meer kon verdragen en werd uiteindelijk met een flinke hoofdwond bij zijn moeder afgeleverd. Naar aanleiding van het incident begon Ludwig in te zien dat hij niet de juiste persoon was om Karl op te voeden en droeg de voogdij dan ook officieel over aan zijn goede vriend Stephan von Breuning.
Biografie in items: Gezondheidsproblemen lees meer *Gezondheidsproblemen Het gedoe met Johanna en het getouwtrek om Karl hadden zijn tol van Ludwig geëist en in juli 1821 stelde zijn arts geelzucht vast. Ondanks zijn ziekte bleef Ludwig stug doorwerken en schreef in november aan zijn vriend Franz Wegeler dat hij al weer volledig was hersteld en zijn Missa Solemnis in D (opus 123) – ter ere van de inwijdingsplechtigheid van zijn oud leerling aartshertog Rudolph von Habsburg – bijna had voltooid. Na voltooiing van de mis in 1822 bood Ludwig deze – zoals gebruikelijk – bij diverse uitgeverijen ter publicatie aan, maar trok zijn mis op aanraden van zijn jongere broer Johann weer terug. In plaats daarvan stuurde Ludwig een selectief aantal handgeschreven partituren naar diverse vorstenhuizen waarna hij het stuk verkocht aan de hoogste bieder. het hof van Mainz. In februari 1824 voltooide Ludwig zijn volgende grote werk; zijn Symfonie nr. 9 in d (opus 125) ook wel bekend als 'het koor' in opdracht van de Philharmonic Society of London en bracht hij het voor het eerst op de planken in het Kärntnertor Theatre te Wenen. Aangezien Ludwig tijdens de première al volledig doof was, was hij niet in staat zijn eigen stuk te dirigeren maar stond wel op het toneel om de maat aan te geven. Aan het einde van het stuk draaide één van de solisten Ludwig met zijn gezicht naar het publiek zodat hij de staande ovatie kon zien én op passende wijze in ontvangst kon nemen. In 1826 reisden Karl en Ludwig gezamenlijk naar Gneixendorf waar ze logeerde bij Ludwigs jongere broer – en Karls andere oom – Johann in afwachting van Karls uitzending naar het buitenland. Na vele ruzies had Karl de strijd uiteindelijk gewonnen en ging een carrière als militair tegemoet en in afwachting van zijn vertrek componeerde Ludwig een geheel nieuwe finale voor zijn eerder gecomponeerde Strijkkwartet nr. 13 in Bes (opus 130) die bekend werd als de 'Grosse Fuge' (opus 133). In december kreeg Karl het bericht dat zijn uitzending werd uitgesteld en hij reisde samen met Ludwig weer terug naar Wenen. Helaas liep Ludwig tijdens de terugreis een flinke longontsteking op die mogelijk ook de geel- en waterzucht veroorzaakte waar hij aan leed en onderging in totaal vier puncties om het overtollige vocht in zijn voeten en buik af te voeren. Tijdens één van deze puncties ontdekte Ludwigs arts dat hij ook ernstige problemen met zijn lever had en Ludwigs gezondheid ging met sprongen achteruit. Overlijden en begrafenis(sen) Toen Karl in januari 1827 opnieuw werd opgeroepen voor militaire dienst en vertrok naar Iglau was hij er van overtuigd dat hij zijn oom niet meer terug zou zien. Drie maanden na Karls vertrek schreef Ludwig – eigenhandig – een extra aanvulling op zijn testament en blies drie dagen later, op 26 maart 1827 tussen 17:00 en 18:00 uur, op lugubere wijze zijn laatste adem uit. Volgens Ludwigs goede vriend Anselm Hüttenbrenner (1794-1868), die bij hem was tijdens zijn overlijden, stak er kort voor Ludwigs overlijden een enorme storm op. Toen de bliksem dicht bij de woning van Ludwig insloeg kwam hij bij uit zijn bewusteloze toestand, stak zijn rechterhand als een gebalde vuist in de lucht en keek met een ernstige en dreigende uitdrukking op zijn gezicht voor de laatste keer de kamer rond. Op het moment dat hij zijn hand weer liet zakken blies Ludwig tevens zijn laatste adem uit. Op 29 maart 1827 werd Ludwig van Beethoven onder enorme belangstelling van zijn woning aan de Schwarzspanierstrasse overgebracht naar de Alserkirche waar Ludwigs inzegening plaats vond. Na de plechtigheid trok een rouwstoet van ongeveer 20.000 mensen naar het Wälringer Ortsfriedhof om Ludwig na zijn laatste rustplaats te begeleiden en de politie moest er aan te pas komen om het voor de Oostenrijkse toneelschrijver Franz Grillparzer (1791-1872) mogelijk te maken Ludwigs grafrede uit te spreken. In 1863 werd het lichaam van Ludwig van Beethoven opgegraven om sectie te verrichten en zo de daadwerkelijke doodsoorzaak vast te stellen om vervolgens in 1888 nogmaals te worden opgegraven om naar zijn definitieve rustplaats gebracht te worden; het ere-graf op het Zentralfriedhof in Wenen.
Biografie in items: De muziek van Beethoven lees meer * Beethovens muziek Ludwig begon al op zeer jonge leeftijd met componeren maar ontwikkelde in de loop der jaren zijn geheel eigen en verfijnde manier. Ludwig werkte graag met de afzonderlijke delen van een muziekstuk en voerde diverse vernieuwingen door die voor de generatie componisten na hem een standaard manier van werken werden. Het oeuvre van Ludwig was enorm en hij liet vrijwel geen genre in de muziek ongemoeid. Stijlperiodes Ludwig van Beethoven begon al op zeer jonge leeftijd met componeren en er waren dan ook duidelijke verschillen hoorbaar in zijn werken door de jaren heen. Mede door de verschillen besloot men om Beethovens werken na zijn dood in te delen aan de hand van een drietal stijlperiodes die ieder hun eigen eigenschappen en vernieuwingen hadden. Zo werden de allereerste composities van Ludwig in zijn tijd in Bonn plus de werken die hij componeerde in Wenen tot ongeveer aan het jaar 1800 gerekend tot zijn eerste stijlperiode en vielen met name op door het enorme muzikale genie dat eruit sprak. Vanaf het jaar 1800 begon Ludwig met het componeren van zijn eerste symfonieen die dan ook tot zijn midden stijlperiode werden gerekend. Het begin van Ludwigs midden stijlperiode werd ook wel zijn heroïsche periode genoemd wat een directe verwijzing was naar zijn derde symfonie getiteld 'Eroïca' ('de heroïsche). Wanneer de middenstijl periode precies ten einde kwam was niet geheel duidelijk aangezien de meningen op dit punt nogal verschilden. Waar het merendeel van de historici van mening was dat Ludwigs middenstijl periode eindigde rond het jaar 1813 waren anderen van mening dat ook zijn vijfde en zesde symfonie (opus 67 en 68) nog tot deze periode moesten worden gerekend, aangezien er pas na zijn zesde symfonie een aanzienlijke verandering in zijn werk was waar te nemen. Van de veelal grote compositorische symfonieen ging hij vanaf de zesde symfonie over tot het componeren van een serie intieme werken zoals zijn sonate in fis (opus 78). Als laatste was er ook nog een kleine groep die van mening was dat zijn middenstijl periode pas eindigde in 1818, het jaar dat hij volledig doof werd en gebruik moest maken van zijn 'Konversationshefte'. Over het moment dat Ludwigs late stijlperiode aanving waren de meningen dus verdeeld maar over het algemeen wordt hier toch het jaar 1813 voor aangehouden aangezien hij in dit jaar last had van een hevige depressie en zijn brief aan de 'Unsterbliche Geliebte' schreef. Men was van mening dat de voornoemde redenen de oorzaak waren dat Ludwig overging van het componeren van grote en uitbundige werken naar een serie kleinere en intiemere werken zoals zijn Pianosonate nr. 27 in e (opus 90), Pianosonate nr. 28 in A (opus 101) en 2 Cellosonates: Cellosonate nr. 4 in C en Cellosonate nr. 5 in D (opus 102).
Biografie in items: De invloed van Beethoven lees meer * Invloed Ludwig van Beethoven had het geluk om op te groeien in het kielzog van bekende (Weense) componisten zoals Wolfgang Amadeus Mozart en Joseph Haydn en de werken van beide heren waren dan ook van grote invloed op het werk van Ludwig in zijn jonge jaren. Waar de werken van Mozart en Hayden de overgang van de barokke naar de klassieke muziek hadden ingeluid, luidden de werken van Beethoven de overgang van de klassieke naar de romantische muziek in. Simpel gezegd ging Ludwig van Beethoven verder waar Mozart en Haydn waren gestopt. De werken van de voornoemde componisten, Mozart en Haydn, werden overigens aan Ludwig beschikbaar gesteld door keurvorst Maximilian Franz (1756-1801) en mede door goed te kijken naar de werken van Mozart was Ludwig in staat zijn eerste sonates te componeren. Verandering en vernieuwing Naarmate Ludwig meer en meer zijn eigen stijl ontwikkelde introduceerde hij ook diverse nieuwe manieren voor het componeren van muziek, maar de veranderingen van Beethovens hand lieten zich maar moeilijk omschrijven. Zo was de manier waarop hij de absolute omvang van een muziekstuk vergrootte revolutionair te noemen: Beethoven koos er voor om twee geheel nieuwe muziekstukken te schrijven en deze samen te voegen door er een bestaand muziekstuk tussen te plaatsen in plaats van het bestaande muziekstuk simpelweg te verlengen, wat op dat moment een gebruikelijke manier van componeren was. Op deze manier verlengde hij niet alleen de absolute omvang van zijn stuk maar hield hij de muziek ook spannend en afwisselend. Deze manier van componeren was met name terug te zien én te horen in het eerste deel van zijn drie bekende strijkkwartetten (opus 59); strijkkwartet nr. 7 in F. Ook op het gebied van de tonale en/of thematische integratie van delen ontwikkelde Ludwig zijn eigen manier waarbij hij er voor koos de verschillende delen van zijn compositie in elkaar te laten overlopen in plaats van achter elkaar te plaatsen. Op deze manier waren de overgangen tussen de verschillende delen van het muziekstuk aanzienlijk vloeiender en beter passend in het totale stuk dat de overgangen bij de stukken van zijn collega's. Als laatste zag Ludwig het als een uitdaging om te experimenteren met delen van ongelijke omvang; hij schreef dan een compositie die te kort was om als opzichzelfstaand muziekstuk te dienen maar te druk en te vol met ideeën om te dienen als introductie op een ander muziekstuk. Door meerdere van deze 'losse' stukken muziek met elkaar te combineren wist hij een volledig nieuwe compositie op papier te zetten die vaak zeer afwisselend en verrassend was om naar te luisteren. Een groot deel van de elf bagatellen voor piano (opus 119, nummers 7 tot en met 11) en zijn zes bagatellen voor piano bekend als opus 126 werden op deze manier door hem gecomponeerd.
Biografie in items: Het oeuvre van Beethoven lees meer *Oeuvre Ludwig leerde al op jonge leeftijd pianospelen en dat zijn liefde voor het instrument groot was bleek wel uit de vele werken die hij voor het instrument componeerde. Naast werken voor piano componeerde Ludwig ook aanzienlijk veel kwartetten voor strijkers en diverse andere solo-instrumenten en liet bij zijn overlijden dan ook een omvangrijk oeuvre na; 9 Symfonieen waarbij zijn symfonie nr. 3 in Es, beter bekend als 'Eroïca' (opus 55), symfonie nr. 5 in c (opus 67), symfonie nr. 6 in F, beter bekend als 'Pastorale' (opus 68) en symfonie nr. 9 in d, ook wel bekend als 'het koor' (opus 125) tot zijn bekendste en belangrijkste werken op dit gebied werden gerekend 33 Variaties op een bekende Wals van de Oostenrijkse componist Anton Diabellli (1781-1858) die al de Diabelli variaties' (opus 120) werden genoemd 9 Concerten voor solo-instrument plus orkest waarvan zijn pianoconcert in Es - ook wel bekend als 'Nulde' de meest opvallende was aangezien hij deze op twaalfjarige (!) leeftijd componeerde. Tevens werden er van zijn hoboconcert (H 12) en vioolconcert in C (WoO 5) alleen compositieschetsen terug gevonden 11 Ouvertures zoals 'Coriolan' (opus 62), 'Egmont' (opus 84) en de drie versies van 'Leonore'; waarbij versie 1 bekend is onder opusnummer 138, en versie 2 en 3 als opus 72a en 72b 7 Bagatelles voor piano waarbij zijn bagatelle nr. 25 in a (Für Elise) veruit de bekendste was 32 Pianosonates waarvan zijn pianosonate nr. 8 in c - beter bekend als 'Pathétique' - (opus 10) de tand des tijds het beste doorstond 2 Romances voor een viool met orkest 10 Vioolsonates 5 Cellosonates verdeeld over 2 werken bestaande uit meerdere composities (opus 5 en opus 102) 7 Pianotrio's 16 Strijkkwartetten, waaronder zijn 3 strijkkwartetten getiteld 'Rasumovsky' (opus 59) 1 Opera getiteld 'Fidelio' (opus 72) 2 Missen; De 'Missa Solemnis' in D (opus 123) en zijn Mis in C (opus 86)
Beethoven Biografie, klein van Wikikids lees meer * Ludwig van Beethoven Ludwig van Beethoven (geboren te Bonn op 16 december 1770 – gestorven te Wenen op 26 maart 1827) was een Duitse componist. Beethoven is over de hele wereld bekend, zijn stukken kent haast iedereen wel. Beethoven wordt dan ook gezien als Duitslands bekendste componist. Samen met Wolfgang Amadeus Mozart en de Joseph Haydn behoort hij tot de Eerste Weense School. Eigenlijk lijken de stijlen van deze drie componisten erg veel op elkaar. Beethoven woonde een groot gedeelte van zijn leven in Wenen, toen het centrum van de klassieke muziek. Ook kopieërde hij vaak onbekende stukken van Mozart. Beethoven maakte veel bekende stukken, zoals de Vijfde symfonie, Für Elise en Moonlight sonata. Zijn grootste stuk is toch wel de Negende symfonie. Deze wordt gezien als het hoogtepunt van de klassieke muziek en veel stijlen daarbuiten. Dit is erg knap, zeker als je beseft dat Beethoven toen hij die schreef al volledig doof was. Wat ook kenmerkend aan Beethoven is is zijn haar, erg wild was en laat zien hoe hard hij werkte voor zijn stukken. Biografie In Bonn Beethoven heeft vermoedelijk zijn muzikaliteit deels geërfd van zijn ouders. Zijn vader was namelijk ook zanger. Hij heette Johan van Beethoven en was getrouwd met Magdelena Keverich. De familie kwam oorspronkelijk uit Mechelen, maar het tussenvoegsel "van" kwam uit Nederland. Beethoven is vermoedelijk afgeleid van de Belgische plaats Bettenhoven. De jeugd van Beethoven zou niet makkelijk zijn geweest. Toen hij kind was, was Mozart al bekend. Mozart was een zogeheten wonderkind, die al vanaf jonge leeftijd extreem goed piano kon spelen. Johan wilde hetzelfde doen met zijn zoon, aangezien hij merkte dat Beethoven zelf ook muzikaal was. Het gezin leed in armoede. Zijn vader was vaak dronken en kwam dan midden in de nacht thuis, riep zijn zoon uit bed en moest voor hem piano spelen. Hierdoor werd Beethoven somber en had geen vertrouwen in mensen. Echter was hij erg open en kon ook oprecht erg vrolijk zijn. In 1777 ging Beethoven naar het Tirocinium, een basisschool was Latijn wordt gegeven. In 1781 was zijn school afgerond, maar verder leren deed hij niet. Al zijn tijd besteedde hij aan muziek. In 1779 nam Beethoven lessen bij Christian Gottlob Neefe. Hij bracht de jonge Beethoven in contact met de werken van Mozart, Bach en Haydn. Toen Beethoven slechts 11 jaar was kon hij al het volledige Das wohltemperierte Klavier van Bach uit zijn hoofd spelen. Hij schreef zijn eerste werken en viel op zijn 12e in als orgelspeler. In 1781 trad hij voor het eerst op voor een bijzondere gast, niemand minder dan de Nederlandse stadhouder Willem V. In datzelfde jaar gaf hij zijn eerste werk uit, de Dressler-Variationen, en op 13-jarige leeftijd gaf hij zijn eerste pianoconcert. In 1787 wilde hij lessen nemen van Mozart in Wenen, maar het onbekend of ze elkaar daadwerkelijk hebben ontmoet. Beethoven moest namelijk opeens terug naar Bonn, zijn moeder lag namelijk op sterven en overleed uiteindelijk. Zijn vader gaf zijn salaris aan Beethoven en hij moest hiervan het levensonderhoud van zijn broers betalen. Toen was hij slechts 17. In 1792 besloot hij naar Wenen te reizen en kwam elf maanden na het overlijden van Mozart daaraan. Een maand later overleed ook Beethovens vader. In Wenen Na zijn aankomst besloot hij tot 1794 lessen te nemen van niemand minder dan Haydn, maar dat werkte niet echt. Haydn vond dat Beethovens werk te veel woede bevatte en probeerde concerten dan ook tegen te houden. Beethoven vond op zijn beurt weer dat hij te weinig van de Haydn leerde en nam lessen bij Johann Schenk. Hij haalde fouten uit zijn werk, die Haydn niet zag. Haydn zou vermoedelijk het talent van Beethoven verkeerd hebben ingeschat. In 1795 gaf hij zijn eerste concert in Wenen.
Beethoven Biografie geschreven door een scholier lees meer *Ludwig van Beethoven Ludwig van Beethoven was één van de wereldsgrootste componisten ooit. Hij is geboren in Bonn in 1770. Beethoven is gedoopt op 17/12/1770. Beethoven komt uit een muzikale familie. Zijn grootvader is musicus. Daarom moet Beethoven van zijn vader elke dag oefenen met viool spelen. Ludwig wil het liefst componeren maar van zijn vader mag dit niet. Hij moet de partituren uit dikke boeken spelen. Ludwig kreeg vaak straf van zijn vader als hij iets verkeerd speelde. Mozart In 1786 mag Beethoven op 16-jarige leeftijd zijn grote voorbeeld Mozart ontmoeten. Spijtig is zijn bezoek aan Mozart in Wenen erg kort want hij wordt terug naar Bonn gehaald omdat zijn moeder op sterven ligt. Ludwigs moeder had tuberculose. 5 jaar later sterft ook zijn grote idool Mozart. Levensloop van Beethoven In het jaar 1792 vertrekt Beethoven voorgoed uit Bonn en gaat naar Wenen bij de grote Beethoven neemt ook deel aan wedstrijden meestal zijn dit improvisatiewedstrijden waarbij iemand 1 lijn speelt en de tweede moet daar een andere lijn aan breien. Bij dit soort wedstrijden wordt Beethoven gesponsord door rijke aristocraten.Joseph Haydn studeren. Wanneer hij in Wenen aankomt is Wenen een aards paradijs voor musici. Bij Haydn componeert Beethoven een speciaal soort partituur die enig is aan hem bvb: de meeste partituren gaan van zacht naar hard maar bij Beethoven gaat dit van hard naar zacht, hij creëert een stijgende baslijn, hij steekt geweld in zijn muziek enz. In 1796 kreeg Ludwig af te rekenen met een hersenvliesontsteking. De dokter zegt dat het niet erg is maar Beethovens gehoor gaat erop achteruit. Hij begint stil aan helemaal doof te worden en in 1818 is het zover; Beethoven is volledig doof. In deze periode voelde hij frustratie omdat hij zijn muziek niet meer kon horen en zoekt allerlei middeltjes om toch nog te kunnen horen. In deze periode componeert hij Testament. Later componeerde hij ook nog een aspect uit het passieverhaal, vele componisten componeerden dit volledig maar Beethoven alleen de aspecten lijden en overwinnen. Beethoven schreef ook nog ‘Eroica’, dit is een lang en luid stuk. Één enkel stuk uit dit klinkt maar gewoontjes maar het geheel is gewoonweg fenomenaal. Vooral de laatste 8 jaar van zijn leven heeft Beethoven alles geprobeerd om toch nog iets te horen. In deze periode communiceert Beethoven door middel van notitieboekjes. Ludwigs muziek wordt in deze tijd ook nog passioneler dan anders en hij legt nu volledig zijn ziel in zijn stukken.In de liefde heeft Beethoven helemaal geen geluk. Toch is hij getrouwd maar heeft geen kinderen, daarom adopteert hij een neef die het geslacht Beethoven toch nog kan voortzetten. In 1820 wordt hij gearresteerd als landloper en 7 jaar later sterft Beethoven rustig op zijn kamer aan een natuurlijke dood. Die nacht woedde er een heel hevig onweer. Zo wisten de mensen in het dorp dat er een belangrijk persoon gestorven was. Na zijn dood wordt Beethovens haar afgeknipt en in medaillons gestopt als souvenir.
Historiek Biografie lees meer * Ludwig van Beethoven (1770-1827) – Duitse componist Enne Koops - De Duitse klassieke muzikant en dirigent Ludwig van Beethoven (1770-1827) geldt als een van de grootste componisten uit de geschiedenis. Beethoven was een muzikaal genie wiens muziek – denk aan klassiekers als ‘Für Elise’, Beethovens ‘9e Symfonie’ of de ‘Piano Sonata no.14’ -, tot op de dag van vandaag populair zijn. Wie was deze componist, wiens muziek een grote invloed had op de negentiende-eeuwse muziek? Samen met virtuoze musici als Johann Sebastian Bach, Wolfgang Amadeus Mozart, Antonio Vivaldi en tal van anderen wordt Ludwig van Beethoven tot de grootste componisten uit de muziekgeschiedenis gerekend. De stijl van Ludwig van Beethoven sluit nauw aan bij de klassieke stijl van Mozart en Joseph Haydn. Van Beethoven, Mozart en Haydn worden, hoewel ze niet samenwerkten, alle drie gerekend tot de zogenoemde "Eerste Weense School". Ook Frans Schubert wordt wel eens tot dit trio gerekend. Deze muziektraditie sloot het classicisme af en luidde de muzikale periode van de romantiek in. Jonge jaren van Ludwig van Beethoven in Bonn (1770-1792) Ludwig van Beethoven werd op 16 december 1770 geboren in Bonn, toen nog een vrij onbekend Duits stadje. Hij was de zoon van de keurvorstelijk tenorzanger Johan van Beethoven (1740-1792) en diens vrouw Maria Magdalena Keverich (1746-1787). Ludwigs opa, Lodewijk van Beethoven (1712-1773), was afkomstig uit Mechelen en verhuisde in maart 1773 naar Bonn om daar hofzanger te worden. Ludwig had een muzikale, niet altijd makkelijke jeugd. Het gezin waarin hij opgroeide was arm en zijn vader kwam geregeld dronken thuis. Mede hierdoor ontwikkelde Van Beethoven zich tot een sombere, wantrouwde persoonlijkheid, met een soms explosief karakter. Op zijn vijfde, in 1776, begon Ludwig met klavierlessen. Ludwig bleek talent te hebben. Als vader Van Beethoven dronken thuis kwam, vroeg zijn vader Ludwig voor hem op de piano te spelen. Net als Leopold Mozart hoopte Ludwigs vader dat zijn zoon een muzikaal wonderkind zou worden. Die droom zou uitkomen… Christian Gottlob Neefe, leraar van BeethovenIn zijn jeugd volgde Ludwig slechts enkele jaren onderwijs, van 1777-1781 bezocht hij het Tirocinium, een lagere school in Bonn. In deze tijd, vanaf 1779, begon Beethoven in Bonn ook met muzieklessen bij de hoforganist Christian Gottlob Neefe, waardoor hij kennismaakte met de muziek van Bach, Haydn en Mozart. Twee jaar later begon Ludwig van Beethoven zijn eerste composities te schrijven. In datzelfde jaar 1781, tijdens de Patriottentijd, trad hij ook op voor de Nederlandse erfstadhouder Prins Willem V van Oranje-Nassau, tijdens een familiebezoek aan Nederland met zijn moeder. In het jaar 1787 overleden in korte tijd Ludwigs moeder en zijn zus, waardoor Ludwigs vader instortte en Ludwig de verantwoordelijkheid kreeg over het gezin Van Beethoven. Er werd op 20 november 1789 – het jaar van de Franse Revolutie – zelfs een keurvorstelijk decreet uitgevaardigd waarbij Ludwigs vader eerder met pensioen werd gestuurd en Ludwigs vader verplicht werd de helft van het onderhoudsgeld aan zijn zoon te geven… Enkele jaren later stierf Johan van Beethoven, als een geruïneerd man, zo schrijft Caeyers in hoofdstuk 2 van zijn Beethoven-biografie: "Jan van Beethoven stierf, geruïneerd en aan lagerwal, op 18 december 1792. Zijn dood zou de keurvorst de laconieke reactie hebben ontlokt dat vanaf nu de inkomsten van het drankverbruik in de stad een aanzienlijke terugval zouden kennen…" Ludwig van Beethoven in Wenen (1792-1827)Op 2 november 1792 vertrok Ludwig van Beethoven naar Wenen, waar hij op 10 november aankwam. Mozart was al bijna een jaar eerder, eind 1791, overleden. Tussen 1792 en 1794 kreeg Beethoven in Wenen les van de componist Joseph Haydn. Maar de muzikale stijl van beide klassieke muzikanten liep te ver uiteen: Haydn vond Beethovens muziek te agressief, te weinig gelikt en probeerde zelfs een aantal pianostukken van Beethoven tegen te houden. Op 29 maart 1795 trad Beethoven voor het eerst in concert op in Wenen. Titelblad van Beethoven’s Eroïca met de doorgekraste naam van NapleonInteressant is Beethovens derde sympfonie Eroïca (1803), die hij opdroeg aan Napoleon Bonaparte. Toen Napoleon zich in 1804 tot keizer uitriep, kraste een kwade Ludwig diens naam op het titelblad door totdat er een gat in het papier zat (afbeelding links). In juni 1812 vertrok Beethoven tijdelijk naar een kuuroord in Teplitz, bij Karlsbad. Daar ontmoette hij op 19 juli Johann Wolfgang von Goethe. In zijn latere leven, vanaf 1801, werd Beethoven steeds dover, totdat hij uiteindelijk helemaal niets meer hoorde. Eind 1826 kreeg Beethoven een ernstige longontsteking na een overnachting in een ijskoude dorpsherberg. Begin december 1826 componeerde hij zijn laatste voltooide werk: ‘Wir irren allesamt WoO 198’.
Beethovens leven in 58 foto’s. incl.de beschrijving. lees meer *Beethovens leven in 58 foto’s. Klik je op de foto dan krijg je de beschrijving.
Biografie Beethoven complete van de Kunstbus lees meer * Ludwig van Beethoven geboren: Bonn 17 dec. 1770 gestorven: Wenen 26 maart 1827 Duits componist uit de Weense klassieke school, later beschouwd als exponent van de (vroeg) romantiek. Geen componist is zó vaak met zó'n boze gezichtsuitdrukking afgebeeld als Beethoven. Hij is de geschiedenis ingegaan als een driftkikker, soms teder, dan weer kokend van razernij. De ordelijke, klassieke vormregels die Haydn en Mozart nog hadden eerbiedigd waren tegen hem niet bestand. In zijn sonates en symfonieen gooide hij de vaste volgorde van de delen om als hem dat zo uitkwam, hij overschreed de gebruikelijke lengte, hij smeet met schokeffecten en overvloedig thematisch materiaal, en dat alles kwam de expressie ten goede: de taal van een bewogen karakter. Voor Beethoven golden niet alleen de noten die een keurvorst of een bisschop wilde horen; hij drukte zijn eigen gevoelens uit, krachtiger dan zijn voorgangers ooit hadden gedaan. Die neiging werd versterkt door de doofheid waaraan hij vanaf zijn zesentwintigste jaar leed; iemand die zich steeds meer een buitenstaander voelt worden, schept zijn eigen regels. Achter zijn persoonlijke tragedie ging echter een zeker optimisme schuil. Hij geloofde in de mensheid en was er van overtuigd dat kunst mensen de weg wijst naar een harmonieuze toekomst. 'Het scheelde niet veel of ik maakte een einde aan mijn leven', schreef hij in 1802 in een brief aan zijn broers, 'maar die Kunst weerhield mij ervan'. biografie De grootvader van Ludwig van Beethoven was kapelmeester in Bonn en zijn vader, eveneens Vlaams van afkomst, wat het tussenvoegsel 'van' in zijn naam verklaart, was daar werkzaam als tenorzanger. Zijn moeder noemde Ludwig van Beethoven (geboren in Bonn op 16 december 1770) ooit zijn 'beste vriendin'; ze was zachtzinnig maar ook zwartgallig. Zijn vader Johann beweerde lange tijd dat zijn zoon in 1772 ter wereld kwam. Zo kon hij een heel bijzonder wonderkind aan het hof presenteren en als pianist laten optreden om zijn karige inkomen aan te vullen. In zijn jeugdjaren in Bonn kwamen naast een aantal juvenilia ook al rijpere werken tot stand, zoals de drie Kurfürstensonaten voor piano, drie pianokwartetten, twee cantates en twee variatiecycli, eveneens voor piano. De belangrijkste invloeden waren die van Neefe en wolfgang amadeus mozart. Een aantal van zijn vroege ongepubliceerde en vaak onafgemaakte werken zou beethoven in latere composities verwerken. Ludwig van Beethoven ontving behalve van zijn vader muzieklessen van de hoboïst Pfeiffer en van de componist Neefe die hem in 1783 een aanstelling bezorgde als cembalist aan het keurvorstelijk hof, waar hij ook werkte als kerkorganist, zodat hij als zevenjarige zijn eerste optreden als pianist kan vieren, op elfjarige leeftijd Bachs Welgetemperd Klavier van buiten kent, en een jaar later Neefe als hoforganist kan vervangen. Via zijn vriend Franz Gerhard Wegeler leerde Beethoven in deze tijd de familie Von Breuning kennen, waar hij zijn leven lang bevriend mee zou blijven. Helene von Breuning was een adelijke weduwe met veel belangstelling voor kunst en muziek. Beethoven werd de pianoleraar van de dochter Elénore en de jongste zoon Lorenz en onderging de heilzame invloed van dit culturele milieu. In 1787 ging Van Beethoven naar Wenen om te studeren bij Mozart. Helaas is nergens duidelijk vastgelegd of de twee genieen elkaar ook daadwerkelijk hebben ontmoet. Dit verblijf moest hij afbreken door ziekte van zijn moeder, Maria Magdalena Keverich, die kort daarop aan tering stierf, waarop Beethoven de zorg op zich nam voor zijn drankzuchtige vader en zijn twee broers. Vanaf 1789 speelde hij als altist in de hofkapel en het theaterorkest in Bonn. In juli 1792 deed de inmiddels 60-jarige Franz Joseph Haydn op de terugreis van Londen naar Wenen, Bonn aan. Haydn uitte zijn bewondering voor de jonge componist en raadde hem aan om zich in Wenen te vestigen. Door tussenkomst van graaf Waldstein kreeg Beethoven opnieuw betaald verlof van de keurvorst en vertrok hij op 2 of 3 november 1792 voorgoed uit Bonn. In de vroege Weense periode (1793-1799) maakte Beethoven zich enerzijds de Weense klassieke stijl eigen, anderzijds zocht hij nadrukkelijk een eigen weg, wat tot uiting kwam in een aantal vernieuwingen. Beethoven maakte ondanks zijn ruwe omgangsvormen veel vrienden onder de musici in Wenen. Ondertussen begon de reputatie van Ludwig van Beethoven als improvisator te groeien en in 1795 werden zijn eerste composities gepubliceerd.
pianosonates (opus 2, 1796) sonate opus 10, nr. 2 (1798) sonate opus 13 (Sonate Pathétique, 1799) strijkkwartetten opus 18 (1798. 1800) eerste symfonie (1799) Het septet opus 20 vormt het hoogtepunt van zijn zogenaamde tweede periode. In 1799 had Beethoven via zijn vriend Zmeskall kennis gemaakt met de familie Von Brunswick en de dochters Thérèse en Joséphine. Beethoven werd de muziekleraar van de familie en maakte ook beide zusjes het hof. De tweede periode wordt ingeleid door de pianosonate opus 26 (met treurmars), de sonate opus 27:2 (Mondscheinsonate) en de sonate opus 31:2 (met het recitatief in deel I), en door de tweede symfonie met haar ongewoon lange en monumentale inleiding van het eerste deel.
Zijn tweede periode (vanaf ca 1800); Monumentaliteit, expressieve geladenheid, contrasterende thema's die leiden tot dramatische ontwikkelingssecties, en uitvoerige coda's kenmerken deze stijlperiode. In toenemende mate kwam Beethoven onder de invloed zowel van de Franse postrevolutionaire muziek van Luigi Cherubini en Méhul als ook van de humanitaire idealen van de Franse Revolutie en het ethisch gebonden vrijheidspathos van Friedrich von Schiller en Goethe. Beethoven kende een vrij bewogen liefdesleven, uitsluitend gestoffeerd met dames uit de hogere kringen, die hem vaak ook de inspiratie leverden voor heel wat composities. In 1800 heeft hij trouwplannen met zijn leerlinge Giuletta Guicciardi, wat de wereld de 'Mondscheinsonate' oplevert. Sinds ca 1800 leed Beethoven aan hardhorendheid, die steeds erger wer en ca 1818 overging in doofheid; in zijn laatste levensjaren was conversatiealleen mogelijk met behulp van - schriftelijke - ‘Konversationshefte’, waarvan er ca 1400 bewaard zijn gebleven. Zijn vrienden Amenda en Wegeler waren de eersten die hij hierover inlichtte, in twee ontroerende brieven uit juni 1801. Omstreeks 1802 begon Beethoven zich te realiseren dat zijn doofheid erger zou worden en ongeneeselijk zou blijven. In oktober van dat jaar raakte hij hierdoor in een zware depressie. Ondanks zijn neerslachtigheid slaagde Beethoven erin om in dit jaar de Tweede Symfonie te voltooien. Merkwaardigerwijs klinkt in dit werk nauwelijks iets van de somberheid door, die hij in zijn brieven aan de dag legde. In 1802 schrijft hij het beroemde zelfportret in het zgn. 'Heiligenstädter Testament', en tot in 1808 speelt hij bij concerten nog zelf piano. De levenslust en wellevende humor van Haydn - de grote architect van de symfonie als muziekvorm - zijn wellicht mede door persoonlijke tegenslag bij Beethoven rauwer geworden, al gebruikte Beethoven in deze symfonie nog dezelfde kleine orkestbezetting als Haydn.
derde symfonie (1803; Eroica). Oorspronkelijk was deze symfonie opgedragen aan Napoleon. Beethoven zou de opdracht aan Napoleon bij het bericht van diens keizerskroning hebben verscheurd, omdat ook deze grote leider een tiran bleek te zijn; het belette hem niet in 1810 de mis opus 86 aan Bonaparte op te dragen. sonate opus 57 (Appassionata) (1804) Concert voor piano, viool en cello in C grote terts opus 56 (1804)
Wat Beethoven inspireerde tot het schrijven van een concert voor pianotrio en orkest is niet bekend. De combinatie van viool, cello en piano in dit concert dat de bijnaam Tripel Concert kreeg, was verre van gebruikelijk. pas ruim een eeuw later waagden andere componisten zich aan het schrijven van een concert voor deze uitzonderlijke combinatie van solo-instrumenten. Uit aantekeningen van Beethovens secretaris en biograaf Anton Schindler blijkt dat Beethoven dit concert schreef voor de pianist aartshertog Rudolf van Oostenrijk. Deze was kort daarvoor leerling van Beethoven geworden en dat verklaart waarom de componist de pianopartij relatief eenvoudig heeft gehouden. pas in 1807 werd het werk uitgegeven, waarna een jaar later de eerste openbare uitvoering ervan plaatsvond. Toen de betrekkingen met vorst Lichnovsky, die hem tot dan financieel steunde, in 1806 tijdelijk bekoelden, besloten de vorsten Kinsky, Lobkovitz en aartshertog Rudolf van Habsburg (sinds ca 1806 Beethovens leerling) zich aaneen om hem een jaargeld te verlenen. kwartetten opus 59 (Rasoemovsky-kwartetten, 1806), vierde pianoconcert, vioolconcert (ca 1806) 'Maar mijn beste Beethoven, wat heeft u nu toch weer gewrocht!', merkte vorst Nikolaus Esterházy op, nadat hij de Mis in C in zijn slot te Eisenstadt had aangehoord. Beethovens vriend Johann Nepomuk Hummel stond erbij te lachen. De Mis in C, Beethovens eerste werk in dit religieuze genre, was geen succes, niet bij de Eisenstadt-première op 13 september 1807 en ook niet bij latere uitvoeringen. De vierde en de vijfde symfonie (1807). Symfonie Nr. 5 in c, opus 67. 1. Allegro con brio 2. Andante con brio 3. Allegro 4. Allegro Eén van de populairste is de vijfde. Ze wordt beheerst door het ritmische motief van vier noten, kort-kort-kort-lang, ook wel het 'Noodlotsmotief' genoemd. Het eerste thema in het eerste deel ontwikkelt zich hieruit en zelfs tijdens het melodieuze tweede thema blijft het waarneembaar in de begeleiding van de bassen. Het tweede deel begint met een wondere melodie die wordt aangezet door altviolen en celli, waarna houtblazers en violen erop voortspinnen. In een marsachtig tussendeel zijn de vier slagen van het centrale motief weer te horen. Het derde deel, qua vorm een scherzo, heeft iets dreigends en gaat zonder onderbreking met een geheimzinnig gefluister over in de dramatische-spannende finale. Beethoven heeft de krachtigste en scherpste instrumenten voor deze apotheose bewaard: de trombones, de contrafagot en de piccolo, voordien nog nooit in het symfonieorkest gebruikt. Beethovens Pastorale Tegen de tijd dat hij z'n Zesde Symfonie, de Pastorale, had geschreven, had hij z'n eigen muze gevonden. Z'n inspiratie was volkomen uniek. Hij was losgebroken uit 't keurslijf van de formele structuren In de Romantische periode zocht men naar middelen om emoties uit te drukken. Beethoven liep bij die beweging voorop. We horen hier 'n componist die niet meer gehinderd wordt door de beperkingen van vorm en precisie. In de Pastorale is te horen hoe de klassieke traditie plaatsmaakt voor de Romantiek. De zesde symfonie (Pastorale, 1808) werd met haar poëtisch programma o.a. het model voor Berlioz' Symphonie Fantastique. De programmatische aspecten van deze symfonie hebben, in combinatie met de extreme dynamiek van de muziek, ertoe geleid dat Beethovens werk omgeven werd met een ethisch aura, waardoor in de 19de eeuw diverse programmatische suggesties aan composities zijn toegevoegd die niet authentiek zijn. De eerste aantekeningen voor deze symfonie dateren uit 1802, de uiteindelijke compositie werd in de zomers van 1807 en 1808 afgerond. Beethoven bracht deze maanden door in het plaatsje Heiligenstadt. Vandaag de dag een buitenwijk van Wenen maar toen een landelijk dorp. Een 'groen' uitvluchtoord voor het hectische Wenen en een perfecte plaats voor Beethoven om te componeren. In Heiligenstadt, kwamen zijn gedachten tot rust. Behalve de 'Pastorale' componeerde hij hier ook de vijfde symfonie, de cellosonate in A-groot en twee pianotrio's (op.70). Beethoven produceerde zoveel muziek in die tijd dat hij er niet meer zeker van was welke symfonie hij het eerste af had. Uiteindelijk catalogiseerde hij de 'Pastorale' als de vijfde en de c-klein symfonie als nummer zes. Dit werd later weer gecorrigeerd. Zelf schreef Beethoven, in een brief aan Nanette Streicher: 'Wanneer u door die stille dennenbossen wandelt, denk er dan aan dat ik daar dikwijls gedicht, of, zoals men zegt, gecomponeerd heb’. Het plaatje van een onbegrepen dichter die bij een bergbeek peinzend naar de horizon staart is in de loop der tijd jammerlijk gedevalueerd; tegenwoordig valt het in de categorie Zigeunerjongetje-met-traan, gecoiffeerde poedels en zeemansverdriet. Dat doet natuurlijk geen afbreuk aan de muziek zelf, maar juist bij dit werk staat de artistieke integriteit van de compositie in een merkwaardige verhouding tot het beeld dat de muziek oproept. In zijn tumultueze oeuvre vormt de Zesde symfonie een oase van rust. Deze muziek staat haaks op de taal die hij in de voorgaande jaren bezigde: geen heroïek, geen geworstel met het noodlot, maar een idylle vol vogelzang en riviergeklater, die de ziekelijke uitwassen van de menselijke geest in toom houden. De natuur bezweert hier volledig het conflict dat in Beethoven in vrijwel al zijn andere composities zo duidelijk laat doorklinken. Zelfs wanneer een onweer dreigt, in het vierde deel, neemt dit niet de vorm aan van een toornige godheid, en blijft de verwachte krachtmeting tussen mens en natuur uit. Beethoven voorzag de afzonderlijke delen zelf van bloemrijke titels en noemde het geheel Pastorale symfonie, of 'een herinnering aan het leven op het land’, maar voegde daar in de partituur als onderschrift aan toe: 'Meer gevoelsuitdrukking dan schildering’. Het ware 'schilderen in klank’ kwam pas later in zwang, bij componisten als Berlioz en Liszt. In dat opzicht loopt Beethoven met dit werk ook niet echt vooruit op de Romantiek. Veeleer zet hij hier op eigenzinnige wijze een traditie uit de Barok voort; pastorale muziek vindt men al bij Bach, Händel en Vivaldi. De titels van elk van de 5 delen geven een duidelijk beeld over wat de componist in zijn gedachten moet hebben gehad. Om de luisteraar een beetje te helpen, in deze tijd waar de pastorale traditie misschien wat meer in nevelen is gehuld volgt hier toch een korte toelichting op de symfonie. Temeer daar de Pastorale zich laat lezen als een verhaal. Het eerste deel; 'Angenehme Empfindungen, welche bey der Ankunft auf dem Lande im Menschen erwachen', verbeeld de opwindende gevoelens die de mensen hebben bij aankomst op het platteland. In tegenstelling tot veel van zijn andere symfonin begint deze zeer kalm. Na de eerste 4 maten valt er al een stilte. Het deel schetst een idyllische sfeer die steeds terugkomt in het stuk. De beginmelodie zal nog vele malen terug komen in het eerste deel. Het tweede deel; 'Scene am Bach', brengt de luisteraar helemaal in de natuur. Een in dit deel steeds terugkerende melodie is het geluid van het kabbelen van een beekje. In het begin gespeeld door de tweede violen, de altviolen en de cello's. Later wordt dit motief ook door andere instrumenten overgenomen. De beek is in dit geval een beek die vaak bezocht wordt door kwartels, koekoeken en nachtegalen, wiens stemmen worden weergegeven door de houtblazers. In het derde deel; 'Lustiges Beysammenseyn der Landleute' richt Beethoven zijn aandacht meer op het menselijke aandeel. Het vrolijk bijeenkomen van de boeren leidt tot een dorpsdans . Een dorpsfanfare brengt de mensen aan het dansen. Van toonschildering is hier geen sprake meer. Maar plots valt de dans stil door aankomend onweer; 'Donner und Sturm' (deel 4) en wanneer de storm is gaan liggen slaat ook de gedrukte sfeer om in een vrolijk zingen van herders. In het laatste deel: 'Wohltätige, mit Dank an die Gottheit verbundene Gefhüle nach dem Sturm.' keert de rust van het eerste deel weer terug. De Laatste drie delen worden achter elkaar gespeeld zonder pauze ertussen.Wenen, organiseerde Beethoven een galaconcert om de twee symfonien in première te laten gaan, samen met nog wat andere nieuwe werken. Het concert vond plaats in het 'Theater an der Wien' op 22 december. Eigenlijk was Beethoven van plan na dit concert Wenen te verlaten om een concertreis te maken naar Leipzig en misschien zelfs Londen. Wenen bracht hem weinig financiële voorspoed en een reis zou zijn populariteit zeker ten goede komen. Daarnaast was het moeilijk om in Wenen je werken ten gehore te brengen. Beethoven moest zelf een zaal huren, de muzikanten regelen, de kaartjes drukken en de advertenties plaatsen. Na dit concert zou er verandering in de situatie komen. Het dreigende afscheid van Beethoven verontruste vooral Marie Erdödy. Zij bewerkstelligde dat Gleichenstein, een goed voorziene vriend van Beethoven, drie jonge zeer gefortuneerde muziekliefhebbers interesseerde om Beethoven van een vast inkomen te voorzien. Deze, vorst Kinsky, vorst Lobkowitz en aartshertog Rudolf van Hamburg, stelde een document samen waarin ze hem een jaarinkomen toezeggen van 4000 Fl. Aan o.a. Prins Lobkowitz draagt hij zijn zesde symfonie op. Deze overeenkomst verlichtte Beethoven van alle financiele kopzorgen en deed hem besluiten in Wenen te blijven. De vrouw met wie Beethoven het dichtst een huwelijk was genaderd, is Teresa Malfatti rond 1809-1810 geweest, met als gevolg een ontmoeting met Goethe en de 'Egmont'-muziek. kwartet opus 74 (Harfenquartett, 1809) vijfde pianoconcert (ca 1809) pianosonate opus 78 (1809) sonate opus 81a (Les adieux, 1810) kwartet opus 95 (1810). het Aartshertogtrio (1810. 1811) de zevende symfonie en de achtste symfonie (ca 1811) In de Achste Symfonie lijkt Beethoven zijn belangstelling voor de symfonie-vorm te hebben verloren. Hij componeerde hiermee een laatste, soms ironisch eerbewijs aan de stijl meesters als Haydn. Er is een beroemde brief bewaard gebleven die Beethoven richtte aan een 'onsterfelijke geliefde' waarvan men altijd aannam dat het Thérèse von Brunswick betrof. Deze heeft tot haar dood in 1861 volgehouden dat de brief aan haar was geadresseerd, ter gelegenheid van een geheime en platonische verloving tussen hen beide. Waarschijnlijk is ze dat ook in al die jaren echt gaan geloven. Er zijn echter biografen die menen dat het heel anders is gegaan dan de oude aderlijke Hongaarse dame wilde doen geloven. De brief zou zijn geschreven in juni 1812 en gericht zijn aan Joséphine, haar zuster. sonate opus 90 (1814) In 1814, toen Beethoven voor het Weense Congres een aantal gelegenheidswerken componeerde, bereikte zijn roem een hoogtepunt; hij werd bejubeld door een groot publiek en kreeg keizerlijke onderscheidingen. De jaren 1814 en 1815 waren voor Beethoven in de persoonlijke sfeer tragisch. Zijn broer Karl stief in 1815 op 41-jarige leeftijd en hij besloot diens zoon, ook Karl geheten, te adopteren. Dit zou tot grote problemen leiden met de echtgenote van zijn broer, Johanna Reiss. Beethoven besloot te proberen de jongen aan de macht van zijn moeder te onttrekken. Dit lukte tenslotte in 1820 en Karl ging op negenjarige leeftijd naar kostschool. Zijn neef Karl was op de kostschool bijzonder ongelukkig geweest. Ook had hij veel te lijden gehad van het onwrikbare moralisme van zijn oom en diens totale gebrek aan psychologisch inzicht en realiteitszin. Ze hadden meerdere malen ruzie en Karl trachtte op 29 juli 1826 op 15-jarige leeftijd zelfmoord te plegen: hij vuurde op een afgelegen plek enkele kogels op zichzelf af, maar bleef in leven. De derde periode, na ca 1816, is de voortzetting van de stijlevolutie van de vorige periode. Het hyper-individuele en in zichzelf verzonkene triomferen evenzeer als het grandioze, de drang zich als kunstenaar te richten tot de gehele mensheid als profeet en leider. Daarnaast is er een tendens waarneembaar naar volksliedachtige melodiek, zoals in de liedcyclus An die ferne Geliebte. Beethoven greep ook terug op contrapuntische vormen en modaliteit. de laatste pianosonates (opus 101, 102 nr. 1 en nr. 2, opus 109 en 110; 1816. 1822). Missa solemnis (1822) De negende symfonie (1824, met de koorfinale op Schillers Ode an die Freude). Het met niets te vergelijken monumentale en vernieuwende meesterwerk dat als een mijlpaal kwam te staan in de Europeese symfonie muziek. De Negende Symfonie (1824) en de Missa Solemnis waren hoogtepunten van vernieuwing in Beethovens tijd. Maar tijdens zijn leven hadden zich ook grote veranderingen voltrokken in de muziekpraktijk. Concerten vonden niet alleen meer plaats aan de grote adellijke hoven of in de huizen van de rijke burgerij. Steeds meer werden grote zalen gebruikt voor openbare concerten. Dit maakte ook grotere bezettingen van het orkest mogelijk, zoals vereist in Beethovens latere werken. de laatste kwartetten (opus 127, 130, 131, 132 en 135; 1825. 1826). De laatste jaren van zijn leven (vanaf 1824) wijdde hij geheel aan het componeren van vijf strijkkwartetten, die qua stijl een abstracte sublimering zijn van de stilistische verworvenheden van de voorafgaande werken. Zij hadden tot in de 20ste eeuw invloed.Was er al kritiek geweest op de extravaganties van de middenperiode, Beethovens late stijl werd toen en nog veel later nauwelijks begrepen, terwijl het verwijt dat hij met instrumenten en stemmen geen rekening hield (laatste kwartetten, Missa solemnis en koorfinale van de negende symfonie) hem tot in de wetenschappelijke Beethoven-literatuur achtervolgde. Tegenwoordig treffen eerder de consequente rechtlijnigheid van zijn gehele stijlevolutie, de eenheid van zijn magistrale oeuvre en de actualiteit van de problematiek ervan, juist in de laatste periode. Een vernieuwer in eigenlijke zin was Beethoven niet, al breidde hij de orkestbezetting enigszins uit (trombones, piccolo en contrafagot in de vijfde symfonie, slagwerk bovendien in de negende symfonie). Nieuwe vormen schiep hij nauwelijks, maar hij wijzigde de bestaande naar inhoud en afmeting. Van grote betekenis was dat hij de variatietechniek (o.a. Diabellivariaties, 1823) losmaakte van de versieringstechniek en in zijn latere werken omboog naar de karaktervariaties en vrije variaties van de romantiek. Beethoven heeft in Wenen in zo'n 30 huizen gewoond. Hij leefde in grote wanorde, maakte dikwijls ruzie met zijn beschermheren en zijn personeel en kleedde zich slecht. Na de creative explosie van de symfonieen 4, 5 en 6 was Beethoven op zichzelf in Wenen. Hij woonde alleen, na de ruzie met vorst Lichnowksy en kwam steeds vaker in conflict andere beschermheren vanwege zijn onberekenbare gedrag, dat ongetwijfeld veel te maken had met zijn voortschrijdende hardhorendheid. Beethoven heeft slechts één opera geschreven, Fidelio. Hij moest de oerversie, Léonore, drie maal bewerken voordat iedereen tevreden was over de opera en zo zijn er vier ouvertures ontstaan, Léonore 1, Léonore 2, Léonore 3 en de Fidelio-ouverture. Het overige werk van Beethoven voor theater beperkte zich tot het ballet van Viganò, Die Geschöpfe des Prometheus en een aantal losse ouvertures of scènemuziek voor toneel. Reeds jaren gekweld door een leverkwaal, werd hij in het najaar van 1826 ernstig ziek. Zijn laatste jaren zou hij doorbrengen in het zogenaamde Schwarzpanierhaus, een voormalig klooster op geringe afstand van het huis van de bevriende familie Breuning. Naar dit huis keerde Beethoven terug, na een nachtelijke avontuurlijke reis in een open melkkar tijdens een storm. Hij ging thuis direct naar bed en liet een dokter komen, die een longontsteking vaststelde. Bovenop de longontsteking volgde een aanval van geelzucht. Er waren in de eerste weken van 1827 drie operaties nodig en hierna heeft Beethoven zijn bed niet meer verlaten. Beethovens doodsstrijd begon op 24 maart en duurde twee dagen. Twee dagen later op 28 maart 1827 vond de begrafenis plaats en volgens Beethovens vriend Zmeskall werd deze door twintig- à dertigduizend mensen bijgewoond. De kist werd gedragen door acht musici, waaronder de componist Franz Schubert, die zelf een jaar later, op 31-jarige leeftijd zou sterven. Er vonden twee rouwdiensten plaats, 3 April in de Augustijnerkerk met Mozarts Requiem en later (5 of 26 April?) een in de Karelskerk met de Requiem in C-minor (1816) van Luigi Cherubini; de ruimten waren te klein voor de opdringerige menigte.
Beethoven, zijn bekende werken lees meer *Bekende werken *negen symfonieen, waarvan de 3e Eroïca, de 5e, de 6e Pastorale en de 9e de bekendste zijn. De laatste heeft een finale waarin vier zangsolisten en een koor de Ode an die Freude zingen op de tekst van Schiller.*32 pianosonates *diverse variatiereeksen, waaronder de 33 variaties op een wals van Anton Diabelli voor pianosolo*een groot aantal korte pianostukken, waaronder Für Elise, enkele Fantasieen en oerversies van delen uit sonates* negen concerten voor solo-instrumenten en orkest: vijf 'officiële' pianoconcerten, het vioolconcert en het tripelconcert voor viool, cello en piano; daarnaast een pianoconcert dat hij op twaalfjarige leeftijd in Bonn componeerde, een zoekgeraakt hoboconcert uit dezelfde periode en zijn eigen omwerking van het vioolconcert tot pianoconcert*twee romances voor viool en orkest*tien vioolsonates*vijf cellosonates*zeven pianotrio's*zestien strijkkwartetten*ouvertures: onder andere Coriolan, Egmont en Leonore (I, II en III)*de opera: Fidelio (NB voorafgegaan door twee eerdere versies van dezelfde opera, onder de naam Leonore)*de Missa Solemnis en de Mis in C-groot
Zijn werkenHet artistieke werk van Ludwig van Beethoven omvat 722 grotere en kleinere composities lees meer *Zijn werkenHet artistieke werk van Ludwig van Beethoven omvat 722 grotere en kleinere composities. Ze worden geteld als 138 werken en groepen werken met opusnummers (op.) En 228 werken zonder opusnummer (WoO). Daarnaast zijn er 27 onvoltooide werken (Unv) evenals talloze opera- en oratoriumplannen die hier niet worden vermeld, schetsen voor niet-uitgevoerde werken en compositieonderzoeken. De systematische catalogus van werken leidt naar de "werkhomepage" van elk werk. Daar vindt u uitleg en geluidsvoorbeelden, evenals belangrijke historische documenten van een werk uit het bezit van het Beethoven-Haus: handtekeningen van Beethoven, kopiisten en schetsen, eerste edities evenals werkgerelateerde brieven en afbeeldingen. Alle documenten zijn voorzien van nuttige en wetenschappelijke informatie voor lezen en luisteren. Werken van andere componisten zijn toegankelijk via de zoekactie en via de catalogi . Orkestmusaiek: Symfonieen en andere orkestwerken Concerten: piano en orkest, viool en orkest, andere conccerten kamermuziek: piano en een ander instrument, piano en een aantal instrumenten, met blaasinstrumenten, met snaarinstrumeneten pianomuziek: werk voor piano 4 handen, werk voor piano 2 handen spirituele muziek: Oratorium, missen Andere vocale muziek: koorwerken met orkestrale begeleiding, volkliederen arrangementen, liederen, canons, muziekgrapjes Schetsen en transcripties: losse vellen, boeken, muziekale-, muziektheoretiche- en literaire transcripties
Stijlkenmerken van Beethoven lees meer * Stijlkenmerken Beethoven was de erfgenaam van de rijke en rijpe muzikale taal van Mozart en Haydn en sloot daar direct op aan. De keurvorst Maximilian Franz was een groot bewonderaar van Mozart en stelde zijn laatste werken direct beschikbaar voor de musici die hij in dienst had. Uit veel werken die Beethoven in Bonn schreef, kan worden afgeleid dat hij zich al componerend de stijl van Mozart eigen maakte en dat hij hierdoor (zonder dat hij hierin formeel veel onderricht genoot) de principes van het schrijven van sonates leerde. Mozart bleef tot ten minste 1800 van beslissende invloed op Beethoven. De invloed van Haydn is lastiger te herkennen, ook al omdat Haydn als componist tegenwoordig minder wordt begrepen dan Mozart. Bovendien wordt de relatie tussen Haydn en Beethoven versluierd door allerlei anekdotes en mythes die grotendeels onjuist of op zijn minst overdreven zijn.[12] Het lijkt erop dat Beethoven van Haydn vooral heeft geleerd thema's en motieven economisch te gebruiken en vindingrijk te ontwikkelen. Beethoven volgde bij het ontwikkelen van thema's het dualisme van Mozart door een nieuwe toonsoort te introduceren met iets dat klonk als een nieuw thema en dus niet de 'monothematiek' van Haydn, waarbij verschillende thema's in een sonatedeel in diverse toonsoorten werden gevarieerd, maar die alle terug te voeren waren op een gemeenschappelijke bron. De vernieuwing die Beethoven bracht voor wat betreft harmonie, melodie, vorm, etc. is moeilijk nauwkeurig te omschrijven. Het lijkt erop dat ze in het beste geval kunnen worden geduid op basis van drie parameters: 1. de absolute omvang van de delen, 2. tonale en/of thematische integratie van de delen en 3. nieuwe definities van wat een deel is en hoe werken samengesteld kunnen worden uit delen van ongelijke omvang.
Beethovens muziek Beethovens werken worden vrijwel altijd ingedeeld in drie stijlperiodes: 'vroeg', 'midden' en 'laat'. lees meer * Beethovens muziek Beethovens werken worden vrijwel altijd ingedeeld in drie stijlperiodes: 'vroeg', 'midden' en 'laat'. Vanaf 1961 wordt door het Beethoven-Haus in Bonn, uitgegeven door uitgeverij G. Henle Verlag, de Neue Beethoven-Gesamtausgabe (NGA) uitgegeven. Deze dient ter vervanging van de Beethoven Gesamtausgabe die stamt uit de jaren 1862-1865, met een extra deel verschenen in 1888. Willy Hess had in 1957 al een aanvullende catalogus gepubliceerd van de werken van Beethoven die niet in de Gesamtausgabe waren opgenomen. Vroege periode Tot zijn vroege periode worden alle werken gerekend die hij in Bonn schreef en de eerste werken die hij in Wenen schreef. Hoewel deze werken (of bepaalde passages daarvan) onmiskenbaar vooruitwijzen naar de rijpe Beethoven, missen zij de compositorische finesse om op één lijn gesteld te kunnen worden met de vroege meesterwerken als de opus 2 sonates of de Pathétique. Middenperiode Het eerste deel van de middenperiode wordt vaak de 'heroïsche fase' genoemd,[20] naar de titel van de derde symfonie en de onderwerpen van de bijna gelijktijdige werken zoals het oratorium Christus am Ölberge en de opera Leonore (Fidelio). Veel commentatoren gaan nog verder en rekenen ook de vijfde en zesde symfonie en de grote concerten tot deze subperiode. Zij wijzen op het gegeven dat Beethoven vanaf 1809 een serie veel intiemere werken afleverde, waarbij de sonate in Fis opus 78 het meest sprekende voorbeeld is van een introvertere stijl. Late periode De scheidslijn tussen de middenperiode en de late periode wordt heel verschillend gelegd: de vroegste datum ligt rond 1813, de periode van ernstige depressie, na de 'Unsterbliche Geliebte'-affaire. Door zowel zijn psychische als fysieke achteruitgang leidde Beethoven in die periode een sterk teruggetrokken leven, die leidden tot een serie 'intieme' sonates zoals opus 90 en 101 voor piano en opus 102 voor cello en piano. Anderen wijzen op zijn gehoorverlies, dat in 1818 leidde tot het gebruik van zijn Konversationshefte[14] en in muzikaal opzicht tot de gigantische Missa solemnis in 1819. Weer anderen trekken de grens nadat Beethoven zich uit het publieke leven had teruggetrokken, dus na de concerten van mei 1824 (waar de negende symfonie en de Missa solemnis voor het eerst werden opgevoerd) en beperken de late periode dus praktisch tot zijn experimentele late strijkkwartetten.
Beethoven, de eerste periode lees meer *De jongeman In 1782 wordt voor het eerst een compositie van hem uitgegeven, de "Dresslervariaties" (WoO 63), en het volgende jaar volgen de zogenaamde "Kurfürstensonates" (WoO 47). In dit jaar leert hij ook Stephan von Breuning en Franz Gerhard Wegeler kennen, die vrienden voor het leven zullen blijven (zie de afbeeldingen hieronder, Wegeler links, Breuning rechts). In 1784 wordt Beethoven benoemd tot hoforganist naast Neefe en verdient hij 150 florijnen per jaar. Mede door toedoen van zijn leraar kan het jonge genie in 1787 op kosten van keurvorst Maximilian Franz naar Wenen reizen om bij Mozart te gaan studeren. Of de twee elkaar ooit ontmoet hebben, is de vraag. Het beroemde verhaal over de ontmoeting waarin Mozart uitgeroepen zou hebben dat "Beethoven nog van zich zou doen spreken", is naar het rijk der fabels te verwijzen. Lang heeft Ludwigs verblijf in Wenen niet geduurd. Al snel keert hij naar huis terug waar zijn moeder ernstig ziek is. Zij lijdt aan tuberculose en sterft op 17 juli 1787, na enkele maanden later gevolgd door een zusje dat het jaar ervoor is geboren. Met Johann van Beethoven gaat het na de dood van zijn vrouw snel bergafwaarts. Hij maakt zich nu vaak schuldig aan ernstig alcoholmisbruik. Mede daardoor is zijn stem geruïneerd en wordt hij door de keurvorst met pensioen gestuurd. Zijn oudste zoon ziet zich genoodzaakt om de helft van zijn vaders pensioen op te eisen, omdat hij nu voor de opvoeding van zijn broertjes moet zorgen en het gezin draaiende moet houden. De jaren in Bonn die volgen, zijn geen echt gelukkige jaren voor Beethoven. De zorg om de vader, die hij regelmatig beschonken uit de kroeg moet halen of uit de handen van de politie moet redden, de verantwoordelijkheid voor zijn twee jongere broers, de dood van zijn geliefde moeder en van het zusje, dit alles zal hem voor zijn leven tekenen. Daarbij is de provinciestad Bonn veel te klein voor zijn enorme talent. Een steun- en lichtpunt zijn de weduwe von Breuning en haar kinderen. Beethoven geeft Lorenz en Eleonore von Breuning -de laatste zal later met Franz Wegeler trouwen- pianoles, terwijl Stephan von Breuning, die later ook naar Wenen zal verhuizen, één van zijn beste vrienden zal blijven. Beethoven ervaart liefde, begrip en intimiteit en leert in dit cultureel hoogstaande gezin veel wat hem thuis nooit is bijgebracht. De jonge Ludwig speelt nu ook regelmatig altviool in het orkest van de keurvorst. Wanneer keizer Joseph II in 1790 overlijdt, wordt Beethoven gevraagd een cantate (WoO87) te componeren. Deze cantate wordt tijdens Beethovens leven nooit uitgevoerd. Deze compositie is, samen met de variaties "Venni Amore" (WoO65), een hoogtepunt in Beethovens "Bonner" periode.
Beethoven muziek werken: Für Elise lees meer *Trouwplannen In mei 1810 vraagt Beethoven (zie hiernaast een tekening uit deze periode door Schnorr von Carolsfeld) aan zijn vriend Wegeler, die nu in Koblenz woont, hem een kopie van zijn doopakte te sturen. Beethoven heeft trouwplannen. De uitverkorene is niet Josephine von Brunswick, want zij heeft zich langzaam teruggetrokken van Beethovens avances. Het is Thérèse Malfatti (zie de afbeelding), een familielid van Beethovens arts, en zij krijgt de bagatelle "Für Elise" van hem ten geschenke. Men is het tegenwoordig bijna unaniem eens dat er "Für Thérèse" op de opdracht heeft gestaan. Door Beethovens vreselijke handschrift heeft men abusievelijk Elise gelezen. Helaas zien Thérèse noch haar familie heil in een verbintenis met de componist en gaat het huwelijk, als er al serieus sprake van is geweest, niet door. Wanneer de doopakte arriveert, is er geen sprake meer van een huwelijk.En Beethoven denkt dat hij de doopakte van zijn overleden broer Ludwig Maria heeft gekregen, omdat hij denkt zelf in 1772 geboren te zijn. Heroïek Belangrijke en beroemde composities van Beethoven in deze periode zijn: de vierde (op.60), vijfde (op.67) en zesde symfonie (op.68, "Pastorale") het vioolconcert (op.61, het wordt pas populair na Beethovens dood) de "Rasumowskykwartetten" (op.59, deze worden in eerste instantie niet erg goed ontvangen, want men vindt ze te extravagant) de pianosonates "Appassionata" (op.57), "Das Lebenwohl" (op.81a, "Les Adieux" is de titel waar Beethoven niet te vreden over was, omdat hij de lading niet zou dekken) de ouverture "Coriolan" (op.62) de cellosonate op.69 het "Geistertrio" (op.70, nr.1) het vijfde pianoconcert (op.73). In dit jaar schrijft ook E.T.A. Hofmann de beroemd geworden recensie over Beethovens vijfde symfonie, waarmee tevens een geheel nieuwe manier van recenseren is geboren. De periode waarin Beethoven deze muziek componeert, wordt ook wel zijn heroïsche periode genoemd. In dit jaar leert hij ook Bettina Brentano kennen, die hem in contact brengt met Goethe. De laatste wordt door Beethoven zeer bewonderd; van Bettina is Beethoven zeer gecharmeerd. Hij besluit als eerbetoon aan de grote Goethe diens treurspel "Egmont" op muziek te zetten. De ouverture van "Egmont" (op.84) is de meest gespeelde ouverture ooit. De Onsterfelijke Geliefde In Juni 1811 gaat Beethoven op doktersadvies, nadat hij zich lange tijd niet goed heeft gevoeld, naar het kuuroord Teplitz in Bohemen. Hij ontmoet daar een aantal nieuwe en oude vrienden. Ook leert hij Amalie Sebald kennen. De twee mensen zijn wel van elkaar gecharmeerd. Beethoven stuurt haar, omdat hij bijna voortdurend het bed moet houden, behoorlijk charmante briefjes. Intussen is er een pittige gelddevaluatie opgetreden waardoor ook Beethovens jaargeld sterk in waarde is gedaald. Tot overmaat van ramp wordt Prins Lobkowitz onder curatele gesteld en overlijdt Prins Kinsky een jaar later na een val van zijn paard. Beethoven is genoodzaakt via procederen zijn jaargeld alsnog te ontvangen. Uiteindelijk lukt het hem in 1815. Slechts Rudolph betaalt hem trouw en schiet hem menig keer financieel te hulp. Beethoven is in deze periode dikwijls te vinden bij Antonie Brentano, de schoonzus van Bettina Brentano. Antonie is met haar man Franz, koopman te Frankfurt, in Wenen omdat haar vader is overleden. Haar man gaat regelmatig terug naar Frankfurt en zij is depressief. Beethoven speelt voor haar op de piano. Hij schenkt haar, op haar verzoek, de autograaf van het lied "An die Geliebte" (WoO.140). In de zomer van 1812 is Beethoven opnieuw in Bohemen te vinden. Hij reist via Praag naar Teplitz. Op 1 juli komt hij in Praag aan en hij heeft er op 3 juli een afspraak met een goede vriend. Hij komt echter niet opdagen. De familie Brentano arriveert op 3 juli in Praag. Zij zijn op weg naar Karlsbad, waar Beethoven later ook verwacht wordt. Op 4 juli vertrekt Beethoven naar Teplitz en hij komt daar in de vroege morgen van de 5e juli aan. De Brentano's arriveren dan in Karlsbad. Beethoven schrijft in Tepliz een hartstochtellijke brief, die de geschiedenis is ingegaan als de brief aan de "Unsterbliche Geliebte". De brief is gericht aan een tot op heden onbekende vrouw in K(arlsbad?). Ook deze brief werd in zijn nalatenschap gevonden. Het is onzeker of de brief ooit verzonden is. Boeken vol zijn geschreven om de identiteit van de vrouw te ontsluieren. De belangrijkste kandidates zijn momenteel toch wel Antonie Brentano en Josephine von Brunswick. Maar nog zeer regelmatig duikt er een nieuwe kandidate op. Het moet echter niet uitgesloten worden dat het om een tot op heden volkomen onbekende vrouw zou kunnen gaan. Beethoven liep niet erg te koop met zijn liefdesleven.
Beethoven, muziek werken 1801 lees meer * Verliefd In zijn brief van 1801 schrijft hij aan Wegeler over "ein liebes zauberisches Mädchen" waar hij verliefd op is. Het gaat hier om zijn pianoleerlinge gravin Giulietta Guicciardi (zie de afbeelding) en Beethoven beseft maar al te goed dat het door het standsverschil niets kan worden tussen hen. Toch draagt hij zijn beroemdste pianosonate (op.27 nr.2), beter bekend als de "Mondscheinsonate", aan haar op. Hij zegt dat hij voor het eerst beseft dat "trouwen gelukkig kan maken". Beethoven is volgens zijn vriend Wegeler heel vaak verliefd, maar altijd maar voor een korte tijd. Anders ligt dat echter in 1805. In 1799 had Beethoven kennis gemaakt met de zusters Josephine en Therese von Brunswick en hun tijdens hun verblijf in Wenen pianoles gegeven. Nadat Josephine trouwt met graaf Deym blijft het contact bestaan, zowel met haar als met haar zuster Therese en haar broer Franz. Nadat Josephine in 1805 weduwe is geworden, verdiept de relatie tussen haar en Beethoven zich. Dit blijkt o.a. uit de correspondentie van dertien brieven, waarin Beethovens gevoelens voor Josephine steeds hartstochtelijker worden, terwijl Josephine o.a. wegens haar kwetsbare positie -ze had vier jonge kinderen- zich heel wat terughoudender opstelt. Beethoven schenkt haar het lied "An die Hoffnung" (op.32). Tot op de dag van vandaag behoort Josephine tot de serieuze kandidates voor de "Unsterbliche Geliebte". Jarenlang echter heeft men aangenomen dat haar zuster Therese de Unsterbliche Geliebte van Beethoven is geweest. De jonge meester Muzikaal gezien gaat het Beethoven voor de wind. Hij blaakt van creativiteit en werklust en zijn productiviteit is dan ook enorm. Om een aantal voorbeelden te noemen: de hoornsonate op.17, geschreven voor de hoornvirtuoos Punto de vioolsonate op.47, later "Kreuzersonate" genoemd, gecomponeerd voor de vioolvirtuoos Bridgetower de zes strijkkwartetten op.18 de drie vioolsonates op.30 de drie pianosonates op.31 de "Waldsteinsonate" (op.53) het kwintet op.29 de tweede symfonie (op.36) de "Gellert-Lieder" (op.48) het oratorium "Christus am Oelberge" (op.85) de "Eroicavariaties" (op.35) Beethoven componeert ook de derde symfonie (op.55), beter bekend als "Eroïca", die hij aan Napoleon Bonaparte, die hij zeer bewondert, wil opdragen. Wanneer hij echter hoort dat Napoleon zichzelf in Parijs tot keizer heeft gekroond, wordt hij woest en verscheurt hij het titelblad van de symfonie met de opdracht aan Bonaparte. Deze symfonie veroorzaakt bij de tijdgenoten een muzikale aardschok en wordt als een mijlpaal in de muziekgeschiedenis beschouwd. Beethoven is intussen echter al weer druk bezig en wel met zijn eerste opera, "Leonore" genaamd. Intussen werkt hij ook aan de vijfde symfonie en het vierde pianoconcert. Op 20 november 1805 gaat "Leonore" in première. Wenen is inmiddels bezet door Franse troepen. De keizerlijke familie en de adel zijn naar veiliger oorden gevlucht en Beethovens publiek bestaat voornamelijk uit Franse militairen. De opera flopt dan ook en ook een tweede versie, die ongeveer een half jaar later uitgevoerd wordt, is niet echt succesvol te noemen. Pas in 1814 zal "Fidelio", de derde versie, een groot succes worden en ondanks alle kritiek door de tijden heen, een zeer populaire opera blijven. Vooral in tijden van oorlog en onderdrukking spreekt de strekking van het verhaal mensen aan en geeft hen steun. Direct na WO II werd "Fidelio" een zeer veel theaters in Europa uitgevoerd. In 1806 trouwt broer Carl met Johanna Reiss, wat een verwijdering tussen de twee broers tot gevolg heeft. Carl is altijd Beethovens lievelingsbroer geweest, maar met de keuze van deze vrouw kan Beethoven zich niet verenigen. Ruim drie maanden na de bruiloft wordt Beethovens neef Karl van Beethoven geboren. Tijdens een reis dat jaar met Prins Lichnowsky naar Opper-Silezië (nu Slowakije) krijgt Beethoven ruzie met zijn beschermheer en hij keert hals over kop terug naar Wenen. Hij zou de Prins het volgende briefje hebben gestuurd: "Vorst, wat u bent, bent u door toeval en geboorte. Prinsen zijn er altijd geweest en zullen er nog duizenden komen. Van Beethoven bestaat er echter maar EEN. Volgens het verhaal zou hij thuisgekomen de buste van de prins tegen de grond gesmeten hebben. Later verzoenden zij zich weer.
Beethoven muziek werken 1815 lees meer *Op verzoek van Mälzel, de uitvinder van de voorloper van de metronoom, componeert Beethoven "Wellingtons Sieg oder die Schlacht bei Vittoria" (op.91). Het wordt Beethovens grootste successtuk tijdens zijn leven en hij verdient er goed aan. In mei 1814 treedt Beethoven (vermoedelijk) voor het laatst als pianist op als hij het "Erzherzogtrio" (op.97) uitvoert samen met o.a. Schuppanzigh. Inmiddels is Napoleon verslagen en naar Elba verbannen en komen de groten van Europa onder leiding van Metternich in Wenen bijeen. Deze gebeurtenis is de geschiedenis in gegaan als het Wener Congres. Behalve in de politiek en het veranderen van de kaart van Europa, zijn de heren ook zeer geïnteresseerd in vermaak. Beethoven is daardoor een graag geziene gast en veelvuldig aanwezig. Na het succes van "Welllingtons Sieg" gaat Beethoven aan de slag om "Fidelio", met de hulp van Treitschke, geheel om te werken, inclusief een nieuwe ouverture. De klus valt hem niet mee en hij vindt dat hij er "de martelaarskroon mee heeft verdiend". De vernieuwde opera wordt o.a. opgevoerd in aanwezigheid van de diverse staatshoofden en wordt deze keer een succes. Ook een uitvoering van de zevende symfonie, "Der glorreiche Augenblick", en "Wellingtons Sieg" wordt door de hoogwaardigheidsbekleders met enthousiasme ontvangen. Beethoven is op het toppunt van zijn roem en hij verdient flink wat geld, waar hij aandelen voor koopt
Beethoven muziek werken 2e periode eind 1700 lees meer *In de openbaarheid In 1795 treedt Beethoven voor het eerst in het openbaar op in het Burgtheater. Inmiddels zijn beide broers, die zich nu Carl en Johann noemen, ook naar Wenen gekomen. Stephan von Breuning zal zich in 1801 bij hen voegen en zich net als de gebroeders Beethoven permanent in Wenen vestigen. Veel mensen uit het Rheinland vluchten voor de Napoleontische bezetter richting Wenen. In 1796 gaat Ludwig samen met zijn mecenas Prins Lichnowsky, bij wie hij ook zijn intrek heeft genomen, op muziekreis. De tournee voert via Praag, Dresden en Leipzig naar Berlijn, waar Beethoven de twee cellosonates op.5 componeert voor de beroemde cellist Jean-Louis Duport. Hij voert ze samen met hem uit voor de koning van Pruisen. Dit zal zijn verste en langste buitenlandse tournee blijken te zijn. Er volgen de komende jaren nog wat korte muziekreizen naar o.a. Pressburg (Bratislava), Budapest, opnieuw Praag en Grätz. Engeland blijft voortdurend een optie, maar het zal er nooit van komen. Intussen groeit het aantal composities gestaag. Uitgegeven worden o.a.: de eerste twee pianoconcerten (op.15 en op.19) de pianosonates op.2 en op.10 het lied "Adelaïde" (op.46) de trio’s op.9 de vioolsonates op.12 het pianotrio op.11 en, last but not least, pianosonate op.13, de "Pathetique". Ook veel variaties al of niet voorzien van een opusnummer zien in deze jaren het daglicht. In 1799 werkt hij aan de eerste symfonie en de strijkkwartetten op.18. Zijn succes groeit gestaag en de toekomst lacht hem stralend
Beethoven muziekwerken 1808 De Kapelmeister lees meer *Kapellmeister In 1808 koopt Johann van Beethoven, rijk geworden tijdens de Franse bezetting, een apotheek in Linz. Beethoven zelf krijgt van Napoleons broer, Jerôme Bonaparte en koning van Westfalen, het aanbod om Kapellmeister te Kassel te worden voor een jaarsalaris van 600 dukaten en een eigen orkest. Beethoven overweegt op dit aanbod in te gaan en Wenen de rug toe te keren. Eind van het jaar, op 22 december, geeft Beethoven zijn roemruchte benefietconcert in het Theater an der Wien. Op het programma staan de symfonieen zes en vijf, de aria "Ah Perfido" (op.65), het Gloria en Sanctus uit de Mis in C (op.86), een improvisatie door Beethoven zelf op de vleugel, het vierde pianoconcert en tot slot de speciaal voor deze gelegenheid gecomponeerde Koorfantasie op.80. Het concert duurt van 6.30 tot 10.30; er is te weinig gerepeteerd en het vriest dat het kraakt. Met de Koorfantasie gaat het helemaal mis. Zelfs de grootste Beethovenliefhebber is blij dat het concert, Akademie genoemd in die tijd, afgelopen is. Graaf Rasumowsky voor wie de strijkkwartetten op.59 bestemd zijn, richt een strijkkwartet op. De primarius is Ignaz Schuppanzigh, een beroemde violist en een vriend van Beethoven. Veel van Beethovens kwartetten zullen door dit strijkkwartet voor het eerst ten gehore worden gebracht. In februari 1809 krijgt Beethoven een contract aangeboden, waarin hem voor de duur van zijn leven een jaargeld van 4000 florijnen wordt aangeboden door aartshertog Rudolph von Habsburg, de jongste broer van de keizer en de belangrijkste leerling van Beethoven, en de Prinsen Lobkowitz en Kinsky. Op deze manier wil men verhinderen dat de componist naar Kassel vertrekt en wil men hem de kans geven zich ongestoord en zonder geldzorgen in Wenen aan zijn composities te kunnen wijden. Het enige wat er tegenover staat: Beethoven moet op Habsburgs grondgebied verblijven, concertreizen uitgezonderd. Beethoven accepteert dit aanbod en blijft in Wenen. De Franse troepen nemen Wenen in mei 1809 opnieuw in. Beethoven verschuilt zich in de kelder van zijn broer en houdt kussens tegen zijn oren omdat hij het kanongebulder niet kan verdragen.
Beethoven musiekwerken De Stijlperiodes lees meer *Late stijlperiode De "Hammerklaviersonate" is inmiddels zowel in Wenen als in Engeland uitgegeven. Ook de pianosonates op.109 en op.110 zijn klaar, terwijl hij werkt aan op.111. Beethoven werkt intussen o.a. ook aan de Negende Symfonie (op.125), de "Diabellivariaties" (op.120) en de "Missa Solemnis" (op.123). Dit laatste werk componeert hij voor de inwijdingsplechtigheid van zijn leerling aartshertog Rudolph von Habsburg (zie de afbeelding), die tot aartsbisschop van Olmütz is benoemd. Op de partituur schrijft hij: "Vom Herze möge es zu Herze gehen". De mis komt in de verste verte niet op tijd klaar, want Rudolphs inwijding heeft al in 1820 plaatstgevonden. Duidelijk is echter dat Beethovens periode van improductiviteit ver achter hem ligt en dat zijn "late stijl" begonnen is. Beethovens werken worden meestal in drie stijlperiodes ingedeeld: de Eerste Stijlperiode, de tijd in Bonn en in Wenen tot ongeveer 1800 de Midden Stijlperiode, ook wel de Heroïsche Periode genoemd, die gaat tot ongeveer 1813 de Late Stijlperiode die zo rond 1818 aanvangt. Velen zien de periode tussen 1813 en 1818 als de tijd die Beethoven nodig had om tot zijn laatste muzikale stijl te komen. Slechte gezondheid In 1821 wordt Beethoven na een kortstondig herstel opnieuw ziek en hij blijft zich niet goed voelen. In juli wordt duidelijk dat hij aan geelzucht lijdt. In een brief aan Franz Brentano van 12 november 1821 laat hij weten dat hij hersteld is en dat de Missa Solemnis klaar is. Er begint een geweldig gesjacher met deze mis. Beethoven biedt hem diverse uitgevers tegelijk aan. Mede op aanraden van broer Johann echter besluit hij om de mis niet te laten uitgeven, maar handgeschreven exemplaren aan te bieden aan de belangrijkste Europese hoven. Op deze manier hoopt hij meer geld voor de mis, waar hij jaren aan heeft gewerkt en die hijzelf als zijn belangrijkste werk betitelt, te verdienen. Er volgen tien inschrijvingen en uiteindelijk wordt de mis uitgegeven door Schott in Mainz. Voor de opening van het Theater an der Josephstadt in oktober 1822 werkt Beethoven zijn muziek voor "Die Ruinen von Athen" om, schrijft er een nieuwe ouverture bij en het stuk heet nu "Die Weihe des Hauses" (op.124). In het volgende jaar vraagt de Philharmonic Society hem om een symfonie te componeren en de Russische Prins Gallitzin vraagt drie strijkkwartetten van Beethovens hand. Dat worden de opusnummers 129, 130 en 132. In tussen zijn de "Diabellivariaries" klaar en worden uitgegeven. Het zijn er 33 geworden i.p.v. eentje. De uitgever Anton Diabelli had in 1819 aan een groot aantal componisten gevraagd een variatie te componeren op zijn simpele walsje. Beethoven weigerde in eerste instantie om mee te doen. Daarna kreeg hij er zo’n plezier in dat hij, in twee etappes, 33 stuks componeerde. Dit geniale werk behoort tot de top van de variatiekunst. De Negende Symfonie Circa februari 1824 is de symfonie, bestemd voor Londen, klaar. Omdat Beethoven (zie hiernaast een karikatuur door Hoechle) heeft gedreigd de première van zowel de mis als de symfonie elders te laten plaatsvinden, richten een aantal vooraanstaande Weense muziekliefhebbers via lokale bladen een verzoek tot Beethoven om de première wél in Wenen te houden. Beethoven zwicht en op 7 mei 1824 wordt in het Weense Kärntnertor Theater een concert gegeven waarin o.a. delen van de mis en de gehele Negende Symfonie worden uitgevoerd. Het concert is een groot succes; de zaal is uitverkocht op de koninklijke loge na. Wegens zijn doofheid kan Beethoven niet meer zelf dirigeren, maar hij staat wel op het podium om de tempi aan te geven. Wanneer het applaus los barst, moet de alt Caroline Unger hem omdraaien om het applaus in ontvangst te nemen, omdat hij het niet meer hoort. De opbrengst van het concert valt tegen en Beethoven beschuldigt zijn onbetaalde secretaris, de violist Anton Schindler, van diefstal en wijst hem de deur. Schindler zal echter nog een belangrijke rol spelen, die ingrijpende gevolgen zal hebben voor de toekomst. De verhouding tussen Beethoven en zijn neef Karl wordt steeds slechter. Karls studieresultaten laten te wensen over en Beethoven tracht Karl op een overdreven manier te bewaken voor het kwaad in de wereld. Daar bij is hij nogal bezitterig in zijn liefde voor de jongen en hij eist van hem dat hij zijn moeder nauwelijks ziet. Karl wil militair worden, maar daar valt met de oom, die zichzelf de vader van Karl noemt, niet over te praten. Beethoven heeft een enorme hekel aan alles wat militair is. Plannen van Beethoven om naar Londen te reizen gaan opnieuw niet door. Midden april krijgt Beethoven ernstige buikklachten en hij wordt op een streng dieet gezet. Hij tobt zijn hele leven al met nogal pijnlijke darmklachten.
Beethoven muziekwerken 1770 Beschermheer Lichnowsky lees meer * Beschermheer Lichnowsky Ludwigs debuut was een daverend succes en ongeveer een jaar na zijn eerste optreden besloot prins Karl Alois Lichnowsky (1761-1814) zich op te werpen als Ludwigs 'beschermheer'. Ludwig nam zijn intrek in het hof van de prins in Wenen en in 1796 reisde het tweetal – op kosten van de prins – gezamenlijk naar Praag, Dresden, Leipzig en Berlijn waar Ludwig zijn muziek ten gehore bracht. In Berlijn leerde het tweetal de Franse cellist Jean-Louis Duport (1749-1819) kennen en Ludwig componeerde voor de gelegenheid zijn bekende cellosonate nr. 1 in F en nr. 2 in g (opus 5), die hij samen met Duport voor de koning van Pruisen speelde. Tussen het optreden en reizen door vond Ludwig ook nog de tijd om te componeren en schreef onder andere zijn eerste twee pianoconcerten (opus 15 en 19), de pianosonates opus 2 en 10, een lied getiteld 'Adelaïde' (opus 46), de trio's bekend als opus 9, zijn vioolsonate opus 12, het pianotrio (opus 11) en zijn pianosonate 'Pathetique' (opus 13). In 1799 begon Ludwig met het componeren van zijn eerste symfonie (opus 21, symfonie nr. 1 in C) die hij een jaar later op de planken bracht. De symfonie werd een daverend succes en maakte hem in heel Wenen bekend. Daarnaast besloot zijn beschermheer, prins Lichnowsky, Ludwig een vaste vergoeding van 600 florijnen per jaar te geven totdat hij een vaste aanstelling zou vinden. Op deze manier kon Ludwig zonder problemen in zijn onderhoud voorzien en hield hij alle tijd over om aan zijn composities te werken. Als dank voor het genereuze gebaar van de prins componeerde Ludwig een vijftal werken ter ere van zijn beschermheer; drie pianotrio's (opus 1), negen variaties voor piano gebaseerd op het werk 'Quant'è più bello' van Giovanni Paisiello (1740-1816) (WoO 69), de eerder genoemde pianosonate Pathétique' (opus 13), Pianosonate nr. 12 in As (opus 26) en Symfonie nr. 2 in D (opus 36). Aan de samenwerking tussen Ludwig en de prins kwam in 1806 geheel onverwachts een eind toen het tweetal tijdens een gezamenlijke reis knallende ruzie kreeg. Ludwig reisde alleen terug naar Wenen en prins Lichnowsky besloot naar aanleiding van het incident de vergoeding aan Ludwig stop te zetten.
Beethoven muziek werken Zijn OEUVRE lees meer *Oeuvre Ludwig leerde al op jonge leeftijd pianospelen en dat zijn liefde voor het instrument groot was bleek wel uit de vele werken die hij voor het instrument componeerde. Naast werken voor piano componeerde Ludwig ook aanzienlijk veel kwartetten voor strijkers en diverse andere solo-instrumenten en liet bij zijn overlijden dan ook een omvangrijk oeuvre na; 9 Symfonieen waarbij zijn symfonie nr. 3 in Es, beter bekend als 'Eroïca' (opus 55), symfonie nr. 5 in c (opus 67), symfonie nr. 6 in F, beter bekend als 'Pastorale' (opus 68) en symfonie nr. 9 in d, ook wel bekend als 'het koor' (opus 125) tot zijn bekendste en belangrijkste werken op dit gebied werden gerekend 33 Variaties op een bekende Wals van de Oostenrijkse componist Anton Diabellli (1781-1858) die al de Diabelli variaties' (opus 120) werden genoemd 9 Concerten voor solo-instrument plus orkest waarvan zijn pianoconcert in Es - ook wel bekend als 'Nulde' de meest opvallende was aangezien hij deze op twaalfjarige (!) leeftijd componeerde. Tevens werden er van zijn hoboconcert (H 12) en vioolconcert in C (WoO 5) alleen compositieschetsen terug gevonden 11 Ouvertures zoals 'Coriolan' (opus 62), 'Egmont' (opus 84) en de drie versies van 'Leonore'; waarbij versie 1 bekend is onder opusnummer 138, en versie 2 en 3 als opus 72a en 72b 7 Bagatelles voor piano waarbij zijn bagatelle nr. 25 in a (Für Elise) veruit de bekendste was 32 Pianosonates waarvan zijn pianosonate nr. 8 in c - beter bekend als 'Pathétique' - (opus 10) de tand des tijds het beste doorstond 2 Romances voor een viool met orkest 10 Vioolsonates 5 Cellosonates verdeeld over 2 werken bestaande uit meerdere composities (opus 5 en opus 102) 7 Pianotrio's 16 Strijkkwartetten, waaronder zijn 3 strijkkwartetten getiteld 'Rasumovsky' (opus 59) 1 Opera getiteld 'Fidelio' (opus 72) 2 Missen; De 'Missa Solemnis' in D (opus 123) en zijn Mis in C (opus 86)
Op deze pagina is een overzicht te vinden van Beethovens werken lees meer * Op deze pagina is een overzicht te vinden van Beethovens werken. De lijst is verre van compleet, maar bevat in ieder geval alle opusnummers en de belangrijkste werke ohne opuszahl (WoO ). De lijst staat op één lange pagina, zodat met de zoekfunctie van uw browser (meestal ctrl+f) gezocht kan worden op titel, Opus/WoO nummer of jaartal. Deze lijst is onderverdeeld in: orkestmuziek : symfonieen, concerten, overige orkestmuziek kamermuziek: voor of met blazers, voor piano en strijkers , voor strijkers, overige kamermuziek pianomuziek: sonates ,variaties,overige pianomuziek muziek voor toneel, ballet en opera koor- en kerkmuziek liederen en volksliederen canons. Klik voor de lijst: naam, opus nr en jaartal. Bijvoorbeeld Eerste symfonie, opus 21, 1799/1800
Beethoven muziekwerken zijn stijlperiodes lees meer * Beethovens muziek Ludwig begon al op zeer jonge leeftijd met componeren maar ontwikkelde in de loop der jaren zijn geheel eigen en verfijnde manier. Ludwig werkte graag met de afzonderlijke delen van een muziekstuk en voerde diverse vernieuwingen door die voor de generatie componisten na hem een standaard manier van werken werden. Het oeuvre van Ludwig was enorm en hij liet vrijwel geen genre in de muziek ongemoeid. Stijlperiodes Ludwig van Beethoven begon al op zeer jonge leeftijd met componeren en er waren dan ook duidelijke verschillen hoorbaar in zijn werken door de jaren heen. Mede door de verschillen besloot men om Beethovens werken na zijn dood in te delen aan de hand van een drietal stijlperiodes die ieder hun eigen eigenschappen en vernieuwingen hadden. Zo werden de allereerste composities van Ludwig in zijn tijd in Bonn plus de werken die hij componeerde in Wenen tot ongeveer aan het jaar 1800 gerekend tot zijn eerste stijlperiode en vielen met name op door het enorme muzikale genie dat eruit sprak. Vanaf het jaar 1800 begon Ludwig met het componeren van zijn eerste symfonieen die dan ook tot zijn midden stijlperiode werden gerekend. Het begin van Ludwigs midden stijlperiode werd ook wel zijn heroïsche periode genoemd wat een directe verwijzing was naar zijn derde symfonie getiteld 'Eroïca' ('de heroïsche). Wanneer de middenstijl periode precies ten einde kwam was niet geheel duidelijk aangezien de meningen op dit punt nogal verschilden. Waar het merendeel van de historici van mening was dat Ludwigs middenstijl periode eindigde rond het jaar 1813 waren anderen van mening dat ook zijn vijfde en zesde symfonie (opus 67 en 68) nog tot deze periode moesten worden gerekend, aangezien er pas na zijn zesde symfonie een aanzienlijke verandering in zijn werk was waar te nemen. Van de veelal grote compositorische symfonieen ging hij vanaf de zesde symfonie over tot het componeren van een serie intieme werken zoals zijn sonate in fis (opus 78). Als laatste was er ook nog een kleine groep die van mening was dat zijn middenstijl periode pas eindigde in 1818, het jaar dat hij volledig doof werd en gebruik moest maken van zijn 'Konversationshefte'. Over het moment dat Ludwigs late stijlperiode aanving waren de meningen dus verdeeld maar over het algemeen wordt hier toch het jaar 1813 voor aangehouden aangezien hij in dit jaar last had van een hevige depressie en zijn brief aan de 'Unsterbliche Geliebte' schreef. Men was van mening dat de voornoemde redenen de oorzaak waren dat Ludwig overging van het componeren van grote en uitbundige werken naar een serie kleinere en intiemere werken zoals zijn Pianosonate nr. 27 in e (opus 90), Pianosonate nr. 28 in A (opus 101) en 2 Cellosonates: Cellosonate nr. 4 in C en Cellosonate nr. 5 in D (opus 102).
Werken van Beethoven ingedeeld lees meer * *Werken van Beethoven* Piano: * 38 Sontates, waaronder de bekende "Sonata Pathetique" en de "Mondscheinsonate"Kamermuziek * Viool sonates * Cello sonates * Klaviertrio's * strijkkwartetten Orkestwerken * 9 symfonieen, waarvan de bekendste; de derde "Eroica", de vijfde, en de negende * 1 Opera, Fidelio * De drie leonore ouvertures Vocaal * Missen, waaronder de bekende; "Missa solemnis" * Oratirium, "Christus Am Ölberge" * Liederen Concerten * Pianoconcerten * Vioolconcert
Beethoven zijn werken ingedeeld lees meer *> pianosonates (opus 2, 1796) sonate opus 10, nr. 2 (1798) sonate opus 13 (Sonate Pathétique, 1799) strijkkwartetten opus 18 (1798. 1800) eerste symfonie (1799) Het septet opus 20 vormt het hoogtepunt van zijn zogenaamde tweede periode. In 1799 had Beethoven via zijn vriend Zmeskall kennis gemaakt met de familie Von Brunswick en de dochters Thérèse en Joséphine. Beethoven werd de muziekleraar van de familie en maakte ook beide zusjes het hof. De tweede periode wordt ingeleid door de pianosonate opus 26 (met treurmars), de sonate opus 27:2 (Mondscheinsonate) en de sonate opus 31:2 (met het recitatief in deel I), en door de tweede symfonie met haar ongewoon lange en monumentale inleiding van het eerste deel.
Zijn tweede periode (vanaf ca 1800); Monumentaliteit, expressieve geladenheid, contrasterende thema's die leiden tot dramatische ontwikkelingssecties, en uitvoerige coda's kenmerken deze stijlperiode. In toenemende mate kwam Beethoven onder de invloed zowel van de Franse postrevolutionaire muziek van Luigi Cherubini en Méhul als ook van de humanitaire idealen van de Franse Revolutie en het ethisch gebonden vrijheidspathos van Friedrich von Schiller en Goethe. Beethoven kende een vrij bewogen liefdesleven, uitsluitend gestoffeerd met dames uit de hogere kringen, die hem vaak ook de inspiratie leverden voor heel wat composities. In 1800 heeft hij trouwplannen met zijn leerlinge Giuletta Guicciardi, wat de wereld de 'Mondscheinsonate' oplevert. Sinds ca 1800 leed Beethoven aan hardhorendheid, die steeds erger wer en ca 1818 overging in doofheid; in zijn laatste levensjaren was conversatiealleen mogelijk met behulp van - schriftelijke - ‘Konversationshefte’, waarvan er ca 1400 bewaard zijn gebleven. Zijn vrienden Amenda en Wegeler waren de eersten die hij hierover inlichtte, in twee ontroerende brieven uit juni 1801. Omstreeks 1802 begon Beethoven zich te realiseren dat zijn doofheid erger zou worden en ongeneeselijk zou blijven. In oktober van dat jaar raakte hij hierdoor in een zware depressie. Ondanks zijn neerslachtigheid slaagde Beethoven erin om in dit jaar de Tweede Symfonie te voltooien. Merkwaardigerwijs klinkt in dit werk nauwelijks iets van de somberheid door, die hij in zijn brieven aan de dag legde. In 1802 schrijft hij het beroemde zelfportret in het zgn. 'Heiligenstädter Testament', en tot in 1808 speelt hij bij concerten nog zelf piano. De levenslust en wellevende humor van Haydn - de grote architect van de symfonie als muziekvorm - zijn wellicht mede door persoonlijke tegenslag bij Beethoven rauwer geworden, al gebruikte Beethoven in deze symfonie nog dezelfde kleine orkestbezetting als Haydn.
derde symfonie (1803; Eroica). Oorspronkelijk was deze symfonie opgedragen aan Napoleon. Beethoven zou de opdracht aan Napoleon bij het bericht van diens keizerskroning hebben verscheurd, omdat ook deze grote leider een tiran bleek te zijn; het belette hem niet in 1810 de mis opus 86 aan Bonaparte op te dragen. sonate opus 57 (Appassionata) (1804) Concert voor piano, viool en cello in C grote terts opus 56 (1804)
Wat Beethoven inspireerde tot het schrijven van een concert voor pianotrio en orkest is niet bekend. De combinatie van viool, cello en piano in dit concert dat de bijnaam Tripel Concert kreeg, was verre van gebruikelijk. pas ruim een eeuw later waagden andere componisten zich aan het schrijven van een concert voor deze uitzonderlijke combinatie van solo-instrumenten. Uit aantekeningen van Beethovens secretaris en biograaf Anton Schindler blijkt dat Beethoven dit concert schreef voor de pianist aartshertog Rudolf van Oostenrijk. Deze was kort daarvoor leerling van Beethoven geworden en dat verklaart waarom de componist de pianopartij relatief eenvoudig heeft gehouden. pas in 1807 werd het werk uitgegeven, waarna een jaar later de eerste openbare uitvoering ervan plaatsvond. Toen de betrekkingen met vorst Lichnovsky, die hem tot dan financieel steunde, in 1806 tijdelijk bekoelden, besloten de vorsten Kinsky, Lobkovitz en aartshertog Rudolf van Habsburg (sinds ca 1806 Beethovens leerling) zich aaneen om hem een jaargeld te verlenen. kwartetten opus 59 (Rasoemovsky-kwartetten, 1806), vierde pianoconcert, vioolconcert (ca 1806) 'Maar mijn beste Beethoven, wat heeft u nu toch weer gewrocht!', merkte vorst Nikolaus Esterházy op, nadat hij de Mis in C in zijn slot te Eisenstadt had aangehoord. Beethovens vriend Johann Nepomuk Hummel stond erbij te lachen. De Mis in C, Beethovens eerste werk in dit religieuze genre, was geen succes, niet bij de Eisenstadt-première op 13 september 1807 en ook niet bij latere uitvoeringen. De vierde en de vijfde symfonie (1807). Symfonie Nr. 5 in c, opus 67. 1. Allegro con brio 2. Andante con brio 3. Allegro 4. Allegro Eén van de populairste is de vijfde. Ze wordt beheerst door het ritmische motief van vier noten, kort-kort-kort-lang, ook wel het 'Noodlotsmotief' genoemd. Het eerste thema in het eerste deel ontwikkelt zich hieruit en zelfs tijdens het melodieuze tweede thema blijft het waarneembaar in de begeleiding van de bassen. Het tweede deel begint met een wondere melodie die wordt aangezet door altviolen en celli, waarna houtblazers en violen erop voortspinnen. In een marsachtig tussendeel zijn de vier slagen van het centrale motief weer te horen. Het derde deel, qua vorm een scherzo, heeft iets dreigends en gaat zonder onderbreking met een geheimzinnig gefluister over in de dramatische-spannende finale. Beethoven heeft de krachtigste en scherpste instrumenten voor deze apotheose bewaard: de trombones, de contrafagot en de piccolo, voordien nog nooit in het symfonieorkest gebruikt. Beethovens Pastorale Tegen de tijd dat hij z'n Zesde Symfonie, de Pastorale, had geschreven, had hij z'n eigen muze gevonden. Z'n inspiratie was volkomen uniek. Hij was losgebroken uit 't keurslijf van de formele structuren In de Romantische periode zocht men naar middelen om emoties uit te drukken. Beethoven liep bij die beweging voorop. We horen hier 'n componist die niet meer gehinderd wordt door de beperkingen van vorm en precisie. In de Pastorale is te horen hoe de klassieke traditie plaatsmaakt voor de Romantiek. De zesde symfonie (Pastorale, 1808) werd met haar poëtisch programma o.a. het model voor Berlioz' Symphonie Fantastique. De programmatische aspecten van deze symfonie hebben, in combinatie met de extreme dynamiek van de muziek, ertoe geleid dat Beethovens werk omgeven werd met een ethisch aura, waardoor in de 19de eeuw diverse programmatische suggesties aan composities zijn toegevoegd die niet authentiek zijn. De eerste aantekeningen voor deze symfonie dateren uit 1802, de uiteindelijke compositie werd in de zomers van 1807 en 1808 afgerond. Beethoven bracht deze maanden door in het plaatsje Heiligenstadt. Vandaag de dag een buitenwijk van Wenen maar toen een landelijk dorp. Een 'groen' uitvluchtoord voor het hectische Wenen en een perfecte plaats voor Beethoven om te componeren. In Heiligenstadt, kwamen zijn gedachten tot rust. Behalve de 'Pastorale' componeerde hij hier ook de vijfde symfonie, de cellosonate in A-groot en twee pianotrio's (op.70). Beethoven produceerde zoveel muziek in die tijd dat hij er niet meer zeker van was welke symfonie hij het eerste af had. Uiteindelijk catalogiseerde hij de 'Pastorale' als de vijfde en de c-klein symfonie als nummer zes. Dit werd later weer gecorrigeerd. Zelf schreef Beethoven, in een brief aan Nanette Streicher: 'Wanneer u door die stille dennenbossen wandelt, denk er dan aan dat ik daar dikwijls gedicht, of, zoals men zegt, gecomponeerd heb’. Het plaatje van een onbegrepen dichter die bij een bergbeek peinzend naar de horizon staart is in de loop der tijd jammerlijk gedevalueerd; tegenwoordig valt het in de categorie Zigeunerjongetje-met-traan, gecoiffeerde poedels en zeemansverdriet. Dat doet natuurlijk geen afbreuk aan de muziek zelf, maar juist bij dit werk staat de artistieke integriteit van de compositie in een merkwaardige verhouding tot het beeld dat de muziek oproept. In zijn tumultueze oeuvre vormt de Zesde symfonie een oase van rust. Deze muziek staat haaks op de taal die hij in de voorgaande jaren bezigde: geen heroïek, geen geworstel met het noodlot, maar een idylle vol vogelzang en riviergeklater, die de ziekelijke uitwassen van de menselijke geest in toom houden. De natuur bezweert hier volledig het conflict dat in Beethoven in vrijwel al zijn andere composities zo duidelijk laat doorklinken. Zelfs wanneer een onweer dreigt, in het vierde deel, neemt dit niet de vorm aan van een toornige godheid, en blijft de verwachte krachtmeting tussen mens en natuur uit. Beethoven voorzag de afzonderlijke delen zelf van bloemrijke titels en noemde het geheel Pastorale symfonie, of 'een herinnering aan het leven op het land’, maar voegde daar in de partituur als onderschrift aan toe: 'Meer gevoelsuitdrukking dan schildering’. Het ware 'schilderen in klank’ kwam pas later in zwang, bij componisten als Berlioz en Liszt. In dat opzicht loopt Beethoven met dit werk ook niet echt vooruit op de Romantiek. Veeleer zet hij hier op eigenzinnige wijze een traditie uit de Barok voort; pastorale muziek vindt men al bij Bach, Händel en Vivaldi. De titels van elk van de 5 delen geven een duidelijk beeld over wat de componist in zijn gedachten moet hebben gehad. Om de luisteraar een beetje te helpen, in deze tijd waar de pastorale traditie misschien wat meer in nevelen is gehuld volgt hier toch een korte toelichting op de symfonie. Temeer daar de Pastorale zich laat lezen als een verhaal. Het eerste deel; 'Angenehme Empfindungen, welche bey der Ankunft auf dem Lande im Menschen erwachen', verbeeld de opwindende gevoelens die de mensen hebben bij aankomst op het platteland. In tegenstelling tot veel van zijn andere symfonin begint deze zeer kalm. Na de eerste 4 maten valt er al een stilte. Het deel schetst een idyllische sfeer die steeds terugkomt in het stuk. De beginmelodie zal nog vele malen terug komen in het eerste deel. Het tweede deel; 'Scene am Bach', brengt de luisteraar helemaal in de natuur. Een in dit deel steeds terugkerende melodie is het geluid van het kabbelen van een beekje. In het begin gespeeld door de tweede violen, de altviolen en de cello's. Later wordt dit motief ook door andere instrumenten overgenomen. De beek is in dit geval een beek die vaak bezocht wordt door kwartels, koekoeken en nachtegalen, wiens stemmen worden weergegeven door de houtblazers. In het derde deel; 'Lustiges Beysammenseyn der Landleute' richt Beethoven zijn aandacht meer op het menselijke aandeel. Het vrolijk bijeenkomen van de boeren leidt tot een dorpsdans . Een dorpsfanfare brengt de mensen aan het dansen. Van toonschildering is hier geen sprake meer. Maar plots valt de dans stil door aankomend onweer; 'Donner und Sturm' (deel 4) en wanneer de storm is gaan liggen slaat ook de gedrukte sfeer om in een vrolijk zingen van herders. In het laatste deel: 'Wohltätige, mit Dank an die Gottheit verbundene Gefhüle nach dem Sturm.' keert de rust van het eerste deel weer terug. De Laatste drie delen worden achter elkaar gespeeld zonder pauze ertussen.Wenen, organiseerde Beethoven een galaconcert om de twee symfonien in première te laten gaan, samen met nog wat andere nieuwe werken. Het concert vond plaats in het 'Theater an der Wien' op 22 december. Eigenlijk was Beethoven van plan na dit concert Wenen te verlaten om een concertreis te maken naar Leipzig en misschien zelfs Londen. Wenen bracht hem weinig financiële voorspoed en een reis zou zijn populariteit zeker ten goede komen. Daarnaast was het moeilijk om in Wenen je werken ten gehore te brengen. Beethoven moest zelf een zaal huren, de muzikanten regelen, de kaartjes drukken en de advertenties plaatsen. Na dit concert zou er verandering in de situatie komen. Het dreigende afscheid van Beethoven verontruste vooral Marie Erdödy. Zij bewerkstelligde dat Gleichenstein, een goed voorziene vriend van Beethoven, drie jonge zeer gefortuneerde muziekliefhebbers interesseerde om Beethoven van een vast inkomen te voorzien. Deze, vorst Kinsky, vorst Lobkowitz en aartshertog Rudolf van Hamburg, stelde een document samen waarin ze hem een jaarinkomen toezeggen van 4000 Fl. Aan o.a. Prins Lobkowitz draagt hij zijn zesde symfonie op. Deze overeenkomst verlichtte Beethoven van alle financiele kopzorgen en deed hem besluiten in Wenen te blijven. De vrouw met wie Beethoven het dichtst een huwelijk was genaderd, is Teresa Malfatti rond 1809-1810 geweest, met als gevolg een ontmoeting met Goethe en de 'Egmont'-muziek. kwartet opus 74 (Harfenquartett, 1809) vijfde pianoconcert (ca 1809) pianosonate opus 78 (1809) sonate opus 81a (Les adieux, 1810) kwartet opus 95 (1810). het Aartshertogtrio (1810. 1811) de zevende symfonie en de achtste symfonie (ca 1811) In de Achste Symfonie lijkt Beethoven zijn belangstelling voor de symfonie-vorm te hebben verloren. Hij componeerde hiermee een laatste, soms ironisch eerbewijs aan de stijl meesters als Haydn. Er is een beroemde brief bewaard gebleven die Beethoven richtte aan een 'onsterfelijke geliefde' waarvan men altijd aannam dat het Thérèse von Brunswick betrof. Deze heeft tot haar dood in 1861 volgehouden dat de brief aan haar was geadresseerd, ter gelegenheid van een geheime en platonische verloving tussen hen beide. Waarschijnlijk is ze dat ook in al die jaren echt gaan geloven. Er zijn echter biografen die menen dat het heel anders is gegaan dan de oude aderlijke Hongaarse dame wilde doen geloven. De brief zou zijn geschreven in juni 1812 en gericht zijn aan Joséphine, haar zuster. sonate opus 90 (1814) In 1814, toen Beethoven voor het Weense Congres een aantal gelegenheidswerken componeerde, bereikte zijn roem een hoogtepunt; hij werd bejubeld door een groot publiek en kreeg keizerlijke onderscheidingen. De jaren 1814 en 1815 waren voor Beethoven in de persoonlijke sfeer tragisch. Zijn broer Karl stief in 1815 op 41-jarige leeftijd en hij besloot diens zoon, ook Karl geheten, te adopteren. Dit zou tot grote problemen leiden met de echtgenote van zijn broer, Johanna Reiss. Beethoven besloot te proberen de jongen aan de macht van zijn moeder te onttrekken. Dit lukte tenslotte in 1820 en Karl ging op negenjarige leeftijd naar kostschool. Zijn neef Karl was op de kostschool bijzonder ongelukkig geweest. Ook had hij veel te lijden gehad van het onwrikbare moralisme van zijn oom en diens totale gebrek aan psychologisch inzicht en realiteitszin. Ze hadden meerdere malen ruzie en Karl trachtte op 29 juli 1826 op 15-jarige leeftijd zelfmoord te plegen: hij vuurde op een afgelegen plek enkele kogels op zichzelf af, maar bleef in leven. De derde periode, na ca 1816, is de voortzetting van de stijlevolutie van de vorige periode. Het hyper-individuele en in zichzelf verzonkene triomferen evenzeer als het grandioze, de drang zich als kunstenaar te richten tot de gehele mensheid als profeet en leider. Daarnaast is er een tendens waarneembaar naar volksliedachtige melodiek, zoals in de liedcyclus An die ferne Geliebte. Beethoven greep ook terug op contrapuntische vormen en modaliteit. de laatste pianosonates (opus 101, 102 nr. 1 en nr. 2, opus 109 en 110; 1816. 1822). Missa solemnis (1822) De negende symfonie (1824, met de koorfinale op Schillers Ode an die Freude). Het met niets te vergelijken monumentale en vernieuwende meesterwerk dat als een mijlpaal kwam te staan in de Europeese symfonie muziek. De Negende Symfonie (1824) en de Missa Solemnis waren hoogtepunten van vernieuwing in Beethovens tijd. Maar tijdens zijn leven hadden zich ook grote veranderingen voltrokken in de muziekpraktijk. Concerten vonden niet alleen meer plaats aan de grote adellijke hoven of in de huizen van de rijke burgerij. Steeds meer werden grote zalen gebruikt voor openbare concerten. Dit maakte ook grotere bezettingen van het orkest mogelijk, zoals vereist in Beethovens latere werken. de laatste kwartetten (opus 127, 130, 131, 132 en 135; 1825. 1826). De laatste jaren van zijn leven (vanaf 1824) wijdde hij geheel aan het componeren van vijf strijkkwartetten, die qua stijl een abstracte sublimering zijn van de stilistische verworvenheden van de voorafgaande werken. Zij hadden tot in de 20ste eeuw invloed.Was er al kritiek geweest op de extravaganties van de middenperiode, Beethovens late stijl werd toen en nog veel later nauwelijks begrepen, terwijl het verwijt dat hij met instrumenten en stemmen geen rekening hield (laatste kwartetten, Missa solemnis en koorfinale van de negende symfonie) hem tot in de wetenschappelijke Beethoven-literatuur achtervolgde. Tegenwoordig treffen eerder de consequente rechtlijnigheid van zijn gehele stijlevolutie, de eenheid van zijn magistrale oeuvre en de actualiteit van de problematiek ervan, juist in de laatste periode. Een vernieuwer in eigenlijke zin was Beethoven niet, al breidde hij de orkestbezetting enigszins uit (trombones, piccolo en contrafagot in de vijfde symfonie, slagwerk bovendien in de negende symfonie). Nieuwe vormen schiep hij nauwelijks, maar hij wijzigde de bestaande naar inhoud en afmeting. Van grote betekenis was dat hij de variatietechniek (o.a. Diabellivariaties, 1823) losmaakte van de versieringstechniek en in zijn latere werken omboog naar de karaktervariaties en vrije variaties van de romantiek. Beethoven heeft in Wenen in zo'n 30 huizen gewoond. Hij leefde in grote wanorde, maakte dikwijls ruzie met zijn beschermheren en zijn personeel en kleedde zich slecht. Na de creative explosie van de symfonieen 4, 5 en 6 was Beethoven op zichzelf in Wenen. Hij woonde alleen, na de ruzie met vorst Lichnowksy en kwam steeds vaker in conflict andere beschermheren vanwege zijn onberekenbare gedrag, dat ongetwijfeld veel te maken had met zijn voortschrijdende hardhorendheid. Beethoven heeft slechts één opera geschreven, Fidelio. Hij moest de oerversie, Léonore, drie maal bewerken voordat iedereen tevreden was over de opera en zo zijn er vier ouvertures ontstaan, Léonore 1, Léonore 2, Léonore 3 en de Fidelio-ouverture. Het overige werk van Beethoven voor theater beperkte zich tot het ballet van Viganò, Die Geschöpfe des Prometheus en een aantal losse ouvertures of scènemuziek voor toneel. Reeds jaren gekweld door een leverkwaal, werd hij in het najaar van 1826 ernstig ziek. Zijn laatste jaren zou hij doorbrengen in het zogenaamde Schwarzpanierhaus, een voormalig klooster op geringe afstand van het huis van de bevriende familie Breuning. Naar dit huis keerde Beethoven terug, na een nachtelijke avontuurlijke reis in een open melkkar tijdens een storm. Hij ging thuis direct naar bed en liet een dokter komen, die een longontsteking vaststelde. Bovenop de longontsteking volgde een aanval van geelzucht. Er waren in de eerste weken van 1827 drie operaties nodig en hierna heeft Beethoven zijn bed niet meer verlaten. Beethovens doodsstrijd begon op 24 maart en duurde twee dagen. Twee dagen later op 28 maart 1827 vond de begrafenis plaats en volgens Beethovens vriend Zmeskall werd deze door twintig- à dertigduizend mensen bijgewoond. De kist werd gedragen door acht musici, waaronder de componist Franz Schubert, die zelf een jaar later, op 31-jarige leeftijd zou sterven. Er vonden twee rouwdiensten plaats, 3 April in de Augustijnerkerk met Mozarts Requiem en later (5 of 26 April?) een in de Karelskerk met de Requiem in C-minor (1816) van Luigi Cherubini; de ruimten waren te klein voor de opdringerige menigte.
BEETHOVEN DIRIGEERT DE EERSTE VERSIE VAN ZIJN NEGENDE SYMFONIE lees meer * BEETHOVEN DIRIGEERT DE EERSTE VERSIE VAN ZIJN NEGENDE SYMFONIE Ludwig van Beethoven wordt geboren op 16 of 17 december 1770 in Bonn. Beethoven is een virtuoos componist. Zijn stijl wordt vergeleken met die van Mozart en Haydn. Op 7 mei 1824 dirigeert Beethoven voor het eerst zijn Negende Symfonie. De uitvoering is een hoogtepunt in de geschiedenis van de klassieke muziek. Beethoven als wonderkind De vader van Beethoven (Johan van Beethoven) zag dat zijn zoon muzikaal talent had en behandelde hem als een wonderkind. Ludwigs leven stond al snel in het teken van muziek. Zijn eerste composities schreef hij toen hij elf jaar was. Op twaalfjarige leeftijd mocht hij invallen voor zijn leraar Christian Gottlob Neefe, die organist en theaterkapelmeester was. In deze periode bezocht Ludwig ook Den Haag, waar hij optrad voor prins Willem V. Johann Wolfgang von Goethe Op latere leeftijd verhuisde Beethoven naar Wenen. Hij trad toe tot de muzikale en literaire elite van Europa. Via zijn kennis Bettina Brentano zou Ludwig worden voorgesteld aan de grote schrijver Goethe. In aanloop van hun geplande ontmoeting, schreef Ludwig een muziekstuk op de teksten van de schrijver, opus 83 genaamd. De twee ontmoetten elkaar uiteindelijk pas in 1812, in een kuuroord in Teplitz, en hielden korte tijd contact. De opvoering van de Negende Symfonie Beethoven was in 1816 begonnen aan zijn Negende Symfonie. Rond februari 1824 was het stuk af. Beethoven was toen al bijna geheel doof. Deze doofheid is waarschijnlijk te wijten aan de vergroeiing van de gehoorbeentjes. De symfonie werd voor het eerst opgevoerd op 7 mei 1824 in het Kärntnertortheater in Wenen. In een overvolle zaal stond Ludwig zelf naast de dirigent. Het concert was een enorm succes. Het publiek werd zo wild (ze gooiden met hoeden en zakdoeken) dat de politie de boel weer in toom moest houden. Ludwig kon het applaus niet horen, maar draaide zich om, zodat hij, tot zijn grote vreugde, de mensen kon zien klappen. Friedrich Schiller Beethoven had bewondering voor het werk van de Duitse dichter en filosoof Friedrich Schiller. Zijn boek Brieven over de esthetische opvoeding van de mens behoort tot de belangrijkste werken van de Duitse Romantiek. Hierin schrijft hij dat hij geen heil meer ziet in de politiek om de wereld te verbeteren. Alleen het niet-politieke middel van de kunst kan de maatschappij humaniseren. Het ‘spel’ van de kunst zou de mens pas echt vrij kunnen maken. Schiller schreef de tekst Ode an die Freude (Lofdicht aan de Vreugde) in 1785. Beethoven gebruikte de tekst voor zijn Negende Symfonie en paste enkele regels aan. In 1972 koos de Raad van Europa Beethovens werk als volkslied. In 1985 werd het gekozen tot officieel volkslied van de Europese Unie
Weetje: Beethoven drie stijlperioden **Drie stijlperioden* Meestal wordt Beethoven in een zin genoemd met Haydn en Mozart, onder de Weense klassieke school, omdat hij net als deze twee andere componisten zijn meesterwerken in deze stad schreef en doorging op de door hen ontwikkelde stijl. Deze term, Weense klassieke, is ontstaan in een tijd dat men geen duidelijke bedoeling had voor klassiek. Het had eerst een maatschappelijke betekenis maar later een artistieke. Men had het dan wel over "De Weense klassieken", maar daar waren de meningen erg over verdeeld. Later is Beethoven een beetje afgestapt van de stijl van zijn leraren/ voorbeelden en ging zijn muziek meer naar de romantiek. De een beweert dat Beethoven al in de romantiek zat, weliswaar de voegromantiek, de ander beweerd dat Beethoven echt afkomstig is uit de klassieke tijd, en later naarmate hij ouder werd pas richting de romantiek ging. Maar over het algemeen word Beethoven gerekend tot de romantiek. Doordat Beethoven's muziek verschillende ontwikkelingen doormaakte kun je het levenswerk van Beethoven verdelen in drie stijlperioden. Eerste stijlperiode: de weense/ klassieke tijd• In de eerste stijl is nog duidelijk de invloed van Hayden (zijn leraar) te ontdekken. De muziek uit deze stijlperiode was erg ingetogen, beleefd en galant. Buiten opus 13, de "Pathetique". Tweede stijlperiode:• Beethoven ging een beetje zijn eigen weg. De hoogte punt uit deze periode was de "Eroica" (heroic, heldhaftig), zijn derde symfonie. Het thema van deze symfonie was Napoleon. Beethoven had zich laten inspireren door Napoleon, hij vereerde Napoleon. Toen Beethoven erachter kwam dat Napoleon zich liet benoemen als keizer voelde hij zich helemaal bedrogen. Hij had een hekel aan keizers. Zijn vader had ook voor een keizer gewerkt en deze keizer had zijn vader helemaal uitgezogen. Toen Beethoven er dus achter kwam wat Napoleons plannen waren, heeft hij meteen zijn naam van de partituur van zijn derde symfonie afgekrast en heeft hij er een stuk aangeschreven. Namelijk de "Marche funebre", oftewel de dodenmars. Zo liet hij merken wat voor een hekel hij had aan Napoleon, op z'n plat gezegd bedoelde Beethoven met zijn dodenmars zoiets van: val maar kapot In deze stijlperiode schreef hij ook zijn enige opera genaamd "Fidelio". Eerst had Beethoven voor deze opera de naam Leonore verzonnen. Hij heeft uit ontevredenheid voor deze opera maar liefst 3 maal een ouverture (een ouverture is de opening voor een groot werk, in dit geval een opera) geschreven (ook wel de drie leonore-ouvertures genoemd), en pas toen hij de naam in Fidelio had veranderd schreef hij in een keer een ouverture naar tevredenheid. Dit geeft ook aan hoe onzeker Beethoven geweest heeft moeten zijn. Fidelio gaat eigenlijk ook over Beethoven's leven, het verhaal vertelt dat een man ten onrechte vast/ gevangen gehouden wordt, en zo voelde Beethoven zich ook, hij voelde zich gevangen door zijn omgeving. Derde stijl periode:• De derde stijl periode begon ongeveer toen Beethoven zijn negende symfonie schreef. Deze symfonie was iets aparts, Beethoven heeft als eerste gebruik gemaakt van een koor in een symfonie. In de finale van zijn negende symfonie zit het wel bekende "Alle Menschen werden Brüder", wat nu het volkslied is van de Europese Unie. Nadat Beethoven als eerste een koor verwerkt heeft in een symfonie volgen er meer componisten die dit overnemen zoals o.a. Brükner, Mendelsohn en Mahler. Beethoven schreef nu meer voor alle mensen, terwijl muziek eerst de werd geschreven voor de adel, de mensen van hogere rang. Dit veranderde toen hij zijn negende symfonie had geschreven, hij schreef voor iedereen, ik denk dat dit sterk iets te maken heeft met zijn finale met koor "Alle Menschen werden Brüder". Ook blijkt uit zijn muziek in deze tijd meer verinnerlijking en vereenzaming, waardoor Beethoven het persoonlijkste en hoogste van zijn kunsten gaf. Hij gebruikte veel meer zijn gevoel met het componeren, wat een typisch kenmerk is voor de romantiek.
Ingenieuze bouwsels van Beethoven op de piano lees meer
*Ingenieuze bouwsels Het onderzoek naar Beethovens piano’s heeft inmiddels een hoge vlucht genomen. Dat geldt eveneens voor de reconstructie van zijn eigen instrumenten, die soms voorzien waren van ingenieuze bouwsels, die fungeerden als klankversterkers. Wallace heeft die gereconstrueerde instrumenten bespeeld. Hij toog ook naar het Beethovenmuseum in Bonn om daar een reconstructie van Beethovens ‘oortrompet’ (een gehoorapparaat) aan zijn oor te zetten. Zo probeert hij Beethovens geluidswereld zo dicht en vooral zo concreet mogelijk te benaderen. Muziek gaat niet alleen over luisteren, maar ook over de lichamelijke ervaring van trillingen met het hele lichaam. De tactiele ervaring van zijn vingers op de pianotoetsen bleef voor Beethoven van groot belang. Muziek heeft daarnaast een belangrijke visuele dimensie, ook bij het observeren van musici terwijl ze spelen. De dove Beethoven leidde een repetitie van een nieuw strijkkwartet en greep daarbij veelvuldig in om zijn wensen kenbaar te maken; niet op basis van wat hij direct kon horen, maar door wat hij kon zien aan de houding van een arm of de bewegingen van de vingers van de musici.
Vioolconcerto met pauken, het begint met pauken. lees meer *Vioolconcerto met pauken Neem nu zijn vioolconcerto. Waarom begint hij een werk dat draait rond de lyrische kracht van de viool niet met een melodieus thema, maar met een ritmische paukenfiguur? Dat is een vreemde zet, maar hij had er wel een zeer goede reden voor. Het maakte immers deel uit van zijn nieuwe idioom, van de nieuwe kunst waarop de wereld toen zat te wachten." Om zulke vragen te beantwoorden, moeten we ons verplaatsen in de tijd waarin Beethoven leefde en werkte. "Rond 1800 was de hele Europese samenleving aan het kantelen. Ook het publiek voor muziek en het statuut van de componist veranderden. Net op dat moment maakte Beethoven een persoonlijk drama mee: hij werd doof. Maar dat noodlot gebruikte hij als leidraad om een radicaal nieuwe weg te vinden. In die zin is hij de belangrijkste componist aller tijden. Bach en Mozart waren even geniaal, maar Beethoven is de interessantste van allemaal omdat hij het louter muzikale overstijgt."
Er is een klassiek muziek stuk waarin de veldslag van Napoleon wordt gespeeld. Is dit een muziekstuk van Beethoven? lees meer *Vraag Ik ben op zoek naar een klassiek muziek stuk waarin de veldslag van Napoleon wordt gespeeld. Is dit een muziekstuk van Beethoven? Antwoord Beethoven heeft inderdaad een muziekstuk gecomponeerd dat verhaalt over een veldslag van Napoleon. In 1813 schreef hij "Wellingtons Sieg oder die Schlacht bei Vittoria, opus 91". Wellingtons Sieg is een muziekstuk vol met verwijzingen naar het slagveld. Zo zijn in het eerste deel "Rule Brittania" en een Franse mars te horen. (Die Franse mars herkennen wij eerder als "For he's a jolly good fellow"). Tromgeroffel symboliseert de troepen die ten strijde trekken. Ook wordt er door middel van geluidseffecten kanonnen nagebootst en ratelen de musketten. Aan het einde, als de Engelsen de slag gewonnen hebben, weerklinkt hun volkslied: God save the King.Opvallend is dat dit muziekstuk oorspronkelijk is geschreven voor het Orchestrion (een mechanisch orkest) van Johannes Nepomuk Maelzel, de uitvinder van de metronoom. Later heeft Beethoven een orkestversie geschreven die bij een benefietconcert op 8 december 1813 veel succes oogste bij het publiek.
Was Beethoven een vrijmetselaar? lees meer * Vraag Ik ben nog steeds op zoek naar het antwoord op de vraag:"Was Beethoven vrijmetselaar?". Zijn hierover studies gedaan en waar kan ik ze eventueel vinden? Antwoord Vrijmetselarij is iets dat in de tijd van Beethoven erg speelde. Door violist Karl Holz werd zelfs beweerd dat "Beethoven war Freimaurer, aber in späteren Jahren nicht in Tätigkeit" (Beethoven was een vrijmetselaar, maar niet een actieve in zijn latere jaren). Deze uitspraak kan echter niet worden geverifieerd: op geen enkele lijst van leden van Vrijmetselaarsloges of groepen Illuminati wordt de naam van Beethoven teruggevonden. Wat wel zeker is, is dat Beethoven direct in aanraking is gekomen met vrijmetselaars. Vanaf 1779 is Beethoven bijvoorbeeld leerling van Christian Gottlob Neefe in Bonn. Deze man was actief lid van de Illuminati, een radicale groep vrijmetselaars. Deze groep gaf in zijn hoogtijdagen gedurende korte tijd in 1784 zelfs wekelijkse nieuwsbrieven uit, de "Beiträge zur Ausbreitung nützlicher Kenntnisse" ofwel de bijdragen om de zinvolle kennis uit te breiden. Neefe was een van de vaste schrijvers hiervan. Ook andere vrienden en kennissen van Beethoven waren lid van de Illuminati. Beethoven zelf was toen echter pas 14 jaar, en dus geen lid van dit genootschap. Keizer Joseph de tweede zag die sterk groeiende genootschappen in 1785 als een bedreiging, en legde ze sterk aan banden en plaatste ze onder staatstoezicht. Omdat de Illuminati in Bonn bang waren voor een verbod op hun genootschap, besloten ze het heft maar in eigen hand te nemen en zichzelf op te heffen. Een aantal van de leden richtte daarna wel het "Lesengesellschaft" (de leesvereniging) op, maar dat was naar eigen zeggen geen verzwakte voortzetting van de Illuminati, maar een groep mensen die van gedachten konden wisselen en op geen enkele manier politiek in de oppositie wilden gaan. Kortweg komt het erop neer dat voordat Beethoven volwassen werd in Bonn alle vrijmetselaarsloges verdwenen waren. In zijn Weense tijd waren de Loges zelfs officieel totaal verboden. Toch zijn er wel aanwijzingen dat Beethoven op zijn minst sympathie had voor de vrijmetselarij: In zijn Heiligenstadter testament in 1802 noemt Beethoven bijvoorbeeld de tempel van de natuur, daarbij mogelijk verwijzend naar de tempel van de natuur waarin Tamino in de vrijmetselaarsopera "de Toverfluit", van Mozart, de proeven van Water en Vuur ondergaat. Daarnaast wijst zijn nadruk op het woord Tugend, moed, in hetzelfde document die kant uit. Ook in zijn muziek wordt bij Beethoven regelmatig naar de Toverfluit verwezen: een regelmatig terugkeren van een stijgende lijn van triaden wijst volgens sommigen (ik ben er niet helemaal uit of dat echt zo is) op vrijmetselarij. Dit komt onder ander voor in de eerste delen van pianosonate nummer 4 opus 7, het septet opus 20, Symfonie nummer 3 ("Eroica"), het vijfde pianoconcert ("Keizerconcert") en het strijkkwartet opus 74 ("Harp"). Ook schrijft hij in een van zijn schetsboeken bij het strijkkwartet opus 59 nummer 1 (op 26 mei 1806) de geheimzinnige woorden "Een treurwilg of acacia-boom op mijn broeders graf". Dit kan verklaard worden met het feit dat Beethovens broer Karl een dag eerder met de drie maanden zwangere Johanna Reiss trouwde. Anderen beweren dat het er staat omdat een Acacia een vrijmetselaarssymbool is voor onschuld, rouw, onsterfelijkheid en wederopstanding, terwijl ook broeder in deze context een veelgebruikte term is. Deze informatie komt uit twee algemene Beethoven-biografieen: Beethoven, The Music and the Life, van Lewis Lockwood, New York 2003 Beethoven, second revised edition, door Maynard Solomon, New York 1998 De schrijver van dit tweede boek heeft in 2001 ook een essay geschreven over Beethoven en de Vrijmetselarij onder de titel "Beethoven, freemasonry, and the tagebuch of 1812-1818", te vinden in het boek "Beethoven Forum, Volume 8, pagina’s 101-146."
Is Beethoven misschien in Zutphen geboren lees meer *Vraag Ik heb wel eens gelezen dat Beethoven in Zutphen geboren zou zijn? Antwoord Er doen inderdaad verhalen de ronde dat Beethoven niet in Bonn, maar in Zutphen geboren zou zijn. Het verhaal schijnt in ieder geval nog steeds in Zutphen in omloop te zijn. Ludwig van Beethovens naam zou toegevoegd zijn aan de lijst van in Zutphen geboren personen. Hij zou daar geboren zijn in mei 1772. In een andere bron staat vermeld dat de Nederlander Marsdijk in 1837 zeker meende te weten dat Ludwig van Beethoven in Zutphen is geboren en dat het in Bonn in december 1770 geboren kind andere ouders met dezelfde achternaam zou hebben gehad. Maar bewijs is er niet om deze bewering te staven. Wij houden het er maar op dat Beethoven op vermoedelijk de 16e december 1770 in Bonn is geboren. Het is in ieder geval zeker dat hij is gedoopt op 17 december 1770 in de St. Remigiuskirche in Bonn, Duitsland. Dat staat in het doopregister van die stad en de namen van de ouders, de peter en de meter staan er ook in vermeld.
De uitleg van Opus 80 de Koorfantasie van Beethoven lees meer *Vraag Ik ben overal aan het zoeken naar de uitleg van Opus 80 de Koorfantasie van Beethoven. Antwoord De Koorfantasie op 80 is gecomponeerd als afsluiting voor Beethovens roemruchte concert van 22 december 1808. Het concert werd gehouden in het Theater an der Wien in Wenen. Beethoven dirigeerde zelf. Roemrucht, want het duurde maar liefst 4 uur. Van 18.30 t/m 22.30 uur; het vroor dat het kraakte en de zaal was onverwarmd. Er gingen die avond maar liefst 4 Beethoven composities in première: het Vierde Pianoconcert, de Vijfde en de Zesde Symfonie en de Chorphantasie. Verder werd er nog Ah Perfido! gezongen en werden er delen uit Beethovens Mis in C uitgevoerd. Ook deed Beethoven nog een vrije fantasie op de piano die later is gepubliceerd als opus 77. Ondanks dit overvolle programma met al die premières, vond Beethoven echter dat er ook een nieuwe afsluiter gecomponeerd moest worden en dat werd dus de Chorphantasie opus 80. De uitvoering van het geheel was verre van perfect; er was te weinig gerepeteerd. Tijdens de Chorphantasie ging het op een bepaald moment zelfs helemaal mis en moest er opnieuw begonnen worden. Mede daardoor en door de vreselijke koude in de zaal, was de sfeer niet optimaal en het concert was geen onverdeeld succes te noemen. Beethoven heeft het stuk later nog herzien. Het is pas uitgegeven in 1811. Veel deskundigen zagen er een soort oefening in voor de Negende symfonie. Men is er echter steeds meer van overtuigd dat deze redenering niet klopt, aangezien de Negende pas in 1823/24 werd voltooid en in 1824 voor het eerst werd uitgevoerd. De Chorphantasie is een op zichzelf staand, alleraardigst en origineel werk, speciaal gecomponeerd voor dit Benefietconcert. De melodie komt van een Beethoven Lied WoO 118 (Werk ohne Opuszahl) van 1794/95: "Gegenliebe", op tekst van Gottfried August Bürger.Toen het stuk in première ging werden de variaties door Beethoven, die zelf achter de piano zat, geïmproviseerd. Zoals wel vaker, was de partituur nog niet geheel gereed. Beethoven was niet erg tevreden over de vrij pretentieloze tekst, vermoedelijk van Christoph Kuffner en wilde eigenlijk dat zijn uitgever Breitkopf & Härtel dit zou verbeteren, wat er nooit van is gekomen.
Was Beethoven van af zijn geboorte doof? lees meer *Vraag Was Beethoven van af zijn geboorte doof? Antwoord Nee, zeker niet, want dan had hij nooit kunnen componeren, omdat hij niet had geweten hoe muziek klonk. Beethoven merkte dat hij doof begon te worden toen hij ongeveer 27 jaar oud was. In eerste instantie verzweeg hij het voor iedereen. Een dove pianist en componist, dat kon toch niet!! Hij probeerde mensen te ontwijken en als hij iets niet verstond dacht men dat het kwam omdat hij zo verstrooid was. In 1801 vertelt hij het als eerste aan een van zijn dierbaarste, Bonner vrienden, de arts Franz Wegeler. Twee dagen later gaat er ook een lange brief naar zijn dierbare vriend Karl Amenda.Van zijn dokter moest Beethoven in 1802 de hele zomer naar het platte land om zijn oren rust te geven. Tegen het einde van zijn verblijf in Heiligenstadt, een dorpje buiten Wenen, beseft hij echter dat er niets aan zijn gehoor is veranderd en overweegt hij serieus om een einde aan zijn leven te maken. Gelukkig voor ons echter besluit hij zijn ellende van zich af te schrijven in wat wij later het Heiligenstädter Testament hebben genoemd. Een ontroerend document gericht aan zijn broers, waarin hij zijn door de opkomende doofheid veroorzaakte geestestoestand uiteenzet en o.a. zegt niet de hand aan zichzelf te hebben geslagen omdat hij de plicht in zich voelt om alles wat er nog aan muziek in hem is aan de mensheid te willen schenken. (Op dat moment werd er een held geboren.) Langzaam maar zeker werd Beethoven steeds dover. Zijn carrière als virtuoos pianist heeft hij op moeten geven. We gaan er vanuit dat hij in 1817 geheel doof was geworden. Vanaf die tijd begon Beethoven de mensen schriftjes aan te bieden waarin zijn hun vraag moesten opschrijven, omdat hij hen niet meer kon verstaan. Deze schriften zijn deels bewaard gebleven en in 11 delen uitgegeven als Beethoven Konverzationshefte. Tot het eind van zijn leven is Beethoven zich blijven verzetten tegen zijn doofheid en heeft hij naar hulpmiddelen gezocht om nog iets te kunnen horen. Een deel er van, in de vorm van gehoortrompetten, zijn in het Beethoven-Haus in Bonn tentoongesteld. Beethovens doofheid heeft echter geen negatieve invloed gehad op zijn componist zijn. De meeste van zijn composities heeft hij gecomponeerd toen hij al doof aan het worden was. De late Pianosonates, de Negende Symfonie, de Missa Solemnis en alle late strijkkwartetten echter, heeft hij gecomponeerd toen hij geheel doof was. Bij de Negende hoef ik geen toelichting te geven. Het is uiteindelijk het Europese volkslied geworden. Met de Missa Solemnis creëert Beethoven een geheel nieuwe manier om religieuze muziek buiten de traditionele liturgische functie te plaatsen en er een werk van de te maken voor de concertzaal. De late strijkkwartetten worden alom beschouwd als een hoogtepunt in de westerse cultuur.
WIE IS LUDWIG VAN BEETHOVEN?< lees meer *Vraag WIE IS LUDWIG VAN BEETHOVEN? ANTWOORD Ludwig van Beethoven - COMPONIST Ludwig van Beethoven was een Oostenrijkse componist, die net als Joseph Haydn en Wolfgang Amadeus Mozart tot de Eerste Weense school behoort. Met zijn individualistische stijl en steeds langere, meeslepende stukken stond Beethoven aan de wieg van de Romantiek. Jonge jaren in Bonn Ludwig van Beethoven werd op 17 december 1770, waarschijnlijk een dag na zijn geboorte, gedoopt in de Remigiuskerk te Bonn. De componist was het tweede kind van Johann en Maria Magdalena (geb. Keverich) van Beethoven. Van vijf kinderen werden alleen Ludwig, Caspar Anton Carl (1774) en Nikolaus Johann (1776) volwassen.Ludwigs vader en grootvader waren als respectievelijk zanger en kapelmeester aan het hof van Bonn verbonden. Vanaf zijn vijfde jaar kreeg Ludwig piano- vioollessen van zijn vader. Na zijn tiende jaar ging hij niet meer naar school. ‘ In 1778 gaf Beethoven zijn eerste concert als pianist. Vanaf 1781 kreeg hij piano- en compositieles van de hoforganist Christian Gottlieb Neefe. In 1783 kreef Beethoven zelf een baantje aan het hof als klavecinist in het orkest en vormden zijn Kurfürsten sonates zijn eerste publicatie. Werk als pianoleraar bij de cultureel hoogstaande familie von Breuning komt Beethovens algemene ontwikkeling ten goede, en in de zoon des huizes Stephan vindt hij een vriend voor het leven.In 1787 ontmoet hij Mozart tijdens een bezoek aan Wenen, maar keert terug naar Bonn omdat zijn moeder op sterven ligt. Zijn broer Johann raakt aan de drank en wordt onder curatele gesteld. Vanaf 1789 is Ludwig officieel hoofd van de familie. In 1792 krijgt hij een beurs van de keurvorst om in Wenen bij Joseph Haydn te gaan studeren. Wenen Beethoven volgt ongeveer anderhalf jaar lessen bij Haydn. Hij maakt al gauw naam als pianovirtuoos en wordt vooral geprezen om zijn ongeëvenaarde improvisaties. Als pianoleraar is hij in trek bij de adel. In 1795 worden de Pianotrio’s opus 1 gepubliceerd. In een brief uit 1801 vermeldt Beethoven aan zijn jeugdvriend Franz Wegeler dat hij sinds een paar jaar problemen met zijn gehoor heeft. Op 6 oktober 1802 schrijft hij voor zijn broers het Heiligenstadt testament, waarin hij zich verontschuldigt voor de door zijn doofheid veroorzaakte neiging tot afzondering: ‘De deugd en de liefde voor de kunst hebben me ervan weerhouden zelfmoord te plegen’.In zijn laatste jaren was Beethoven zo doof dat hij vragen alleen kon beantwoorden als ze voor hem op werden geschreven. Desondanks bleef hij componeren tot vlak voor zijn dood op 26 maart 1827. Liefde Beethoven is vaak verliefd geweest, maar altijd vrijgezel gebleven. Rond 1801 vraagt hij zijn leerlinge gravin Giulietta Guicciardi, aan wie de Mondscheinsonate is opgedragen, ten huwelijk. Haar vader weigert.Tussen 1804 en 1807 schrijft enkele liefdesbrieven aan Josephine von Brunswick. Zij krijgt in 1813 een dochter, Minona (Anonim). De vader is onbekend; er is gesuggereerd dat het Beethoven was.De componist heeft in 1810 het voornemen om met Therese Malfatti te trouwen, maar wordt afgewezen. Voor wie de (waarschijnlijk) in 1812 geschreven, maar niet verzonden brief aan de ‘Unsterbliche Geliebte’ bestemd is geweest, is onzeker. Men neemt tegenwoordig aan dat het Antonie Brentano, een vriendin van Goethe, was.
moest Ludwig van Beethoven (1770-1827) hard werken voor zijn composities lees meer *Vraag: moest Ludwig van Beethoven (1770-1827) hard werken voor zijn composities Antwoord Beethoven is naar onze mening toch wel een van de weinige componisten die echt heeft moeten werken voor zijn composities, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Mozart die alles zo uit zijn mouw schudde. Je kunt ook zien aan een foto (zie plaatjes)van Beethoven's werkkamer hoe slordig deze eruit zag, maar ook hoe hard hij werkte. Beethoven heeft echt moeten werken, moeten vechten met de materie om zijn composities te schrijven. Beethoven heeft een heel zwaar en tragisch leven gehad, wat ook weer terug te vinden is in de muziek die hij geschreven heeft. Hoe dit alles tot uiting komt in zijn muziek komt allemaal aan bod in de volgende samenvatting over het leven van de legendarische componist, Ludwig van Beethoven.
Graag een beschrijving van LvB leven in het kort lees meer *Antwoord: *Ludwig van Beethoven's leven in het kort*BR> Ludwig van Beethoven is in 1770 geboren in Bonn. Hij had Vlaamse ouders, wat het "van" in de naam verklaart. Het komt nog wel eens voor dat mensen denken dat het Ludwig von Beethoven moet zijn, maar dat is niet goed omdat Beethoven niet van adel was. En oorspronkelijk ook niet Duits. Beethoven is dus wel in Duitsland geboren, maar officieel geen Duitser. Al in zijn jeugd had Beethoven het erg moeilijk. Beethoven's grootvader, Lodewijk, kwam uit Mechelen en was kapelmeester in Bonn; zijn vader, Johann, werkte daar als tenorzanger. Behalve van zijn vader ontving Ludwig muzieklessen van o.a. de hoboïst Pfeiffer en van de componist Neefe die hem in 1783 een aanstelling bezorgde als cembalist aan het keurvorstelijk hof, waar hij ook werkte als kerkorganist. En ook vlot (op zijn twaalfde jaar) kon hij zijn leraar vervangen. Een verblijf in Wenen in 1787 moest hij afbreken door ziekte van zijn moeder, Maria Magdalena Keverich, die kort daarop stierf, waarop Beethoven de zorg op zich nam voor zijn drankzuchtige vader en zijn twee broers. Vanaf 1789 speelde hij als altist in de hofkapel en het theaterorkest in Bonn. Beethoven heeft dus aan zijn vader geen al te beste herinneringen overgehouden, maar van zijn moeder zei hij, dat zij een lieve bescheiden en geachte vrouw was. Helaas stierf zij ook vrij jong, ze leed aan tering.Door bemiddeling en financiële steun van zijn muziekvriend graaf von Waldstein, waar Beethoven later de Waldstein-sonate voor schrijft, kon Beethoven gaan studeren bij Haydn in Wenen waar hij ook de rest van zijn leven bleef wonen (dit was in 1792).De lessen van Haydn liepen helaas uit op een teleurstelling, ze verschilden teveel van aard. Wel bleef de verstandhouding tussen Beethoven en Haydn goed, Beethoven bleef hem eren, en zijn eerste pianosonates zijn aan hem opgedragen. Ondanks dat Beethoven zich af en toe niet kon beheersen, werd hij volledig geaccepteerd door de adel. Een aantal vooraanstaande mensen wilden Beethoven helpen en steunden hem financieel met jaargeld. Rond 1800 ontdekte Beethoven zijn doofheid wat hem erg schuw en onzeker maakte. Hij kwam er pas echt achter toen hij de première dirigeerde van zijn bekende vijfde symfonie. Het concert meester durfde het niet aan en ging bovenin achter in de zaal staan om te dirigeren wanneer het niet goed zou lopen. Op een gegeven moment kreeg Beethoven dit in de gaten, en toen hij omkeek, werd hij ontzettend kwaad in de zaal, en raakte helemaal over zijn toeren door de ontdekking dat hij doof werd. Wat Beethoven precies mankeerde aan zijn gehoor is niet helemaal zeker. Uit brieven is duidelijk geworden dat Beethoven last had van tintitus (oorsuizen) en recruitement (overgevoeligheid bij harde geluiden). Ook is het mogelijk dat Beethovende ziekte van Paget gehad zou hebben. Deze ziekte kan de schedel aantasten, waardoor ook het gehoororgaan van Beethoven beschadigd zou zijn. Door zijn doofheid heeft Beethoven zich ook een tijd helemaal afgezonderd van zijn omgeving. Hij is door zijn doofheid erg geïsoleerd geraakt en ook heel schuw geworden. In een typische karikatuur (zie plaatjes) is Beethoven ook altijd heel erg in elkaar gedoken afgebeeld. Hij keek ook altijd naar beneden.
Alles weten over materie, compositie, kapelmeester, tenor, hoboist, alt, sonates, dirigeren, symfonie, recruitement en tintitus lees meer *Een paar woorden begrijp ik niet: vraag wat is materie: antwoord:zaak, kwestie, onderwerp. vraag: wat is een compositie compositie: Antwoord1 muziekstuk 2 opbouw van iets dat uit verschillende delen is samengesteld. vraag: wat is een kapelmeester: antwoord: meester van een muziekkorps. vraag; wat is een tenor(zanger): antwoord: Een na laagste zangstem, tussen alt en bas in. vraag: wat is een hoboïst: antwoord: iemand die hobo speelt. hobo: houten muziekinstrument waarop je door een dun pijpje moet blazen. vraag: wat is een alt: antwoord: de op een na hoogste zangstem, tussen sopraan en tenor in. vraag; wat zijn (piano)sonates: antwoord: Muziekstuk voor een of enkele instrumenten, dat meestal uit vier delen bestaat. vraag: wat bedoelen we met dirigeren. Antwoord: dirigeren: 1 een koor of een orkest dirigeren: dat leiden bij het uitvoeren van een muziekstuk, o.a. door de maat aan te geven. vraag: wat is een symfonie: antwoord; muziekstuk voor een groot orkest. vraag: waar heb je last van bij recruitement: antwoord overgevoeligheid bij harde geluiden. vraag: een ander woord voor; tintitus: antwoord: oorsuizen.
Waarom wordt Beethovens oeuvre onderverdeeld in 'opus' en 'WoO' lees meer *Vraag waarom wordt Beethovens oeuvre onderverdeeld in 'opus' en 'WoO'? Wat betekent die afkorting eigenlijk? Antwoord Beethoven heeft tijdens zijn leven alleen die composities zelf genummerd die hij belangrijk genoeg vond. Dat is de opuslijst. Hij was een uiterst kritisch mens en publiceerde veel werk dat hij kennelijk niet hoog genoeg inschatte om het een plaats op die lijst te gunnen. Na zijn dood hebben twee onderzoekers, Kinsky en Halm, al dat ongenummerde werk verzameld en alsnog op een lijst gezet: de lijst 'Werke ohne Opuszahl'. Toch was ook deze lijst niet compleet en sindsdien is er nog menige hernieuwde poging ondernomen, o.a. door Hess en Biamonti. Deze pogingen echter waren minder succesvol, zodat men gewoonlijk achter een Beethovencompositie hetzij een opusnummer, hetzij een WoO-nummer aantreft. Een kleine waarschuwing is op z'n plaats: met name van de WoO-lijst zijn de nummers niet of nauwelijks in overeenstemming met de chronologie. Men veronderstelle dus vooral niet dat een hoog nummer aangeeft dat het een compositie uit later jaren betreft en een laag nummer dat het een compositie van de jongeman betreft!
Waarom kwam er verzet tegen de opvatting dat de componist Beethoven onaantastbaar was lees meer *Vraag Waarom kwam er verzet tegen de opvatting dat de componist Beethoven onaantastbaar was Antwoord Na Beethovens dood, maar eigenlijk begon het al tijdens zijn leven, werd Beethoven steeds meer beschouwd als de onaantastbare halfgod van de klassieke muziek. Niemand kon in zijn schaduw staan. Mede door zijn doofheid kreeg zijn persoon de mythische status van een wereldverzakende, dove, slechts voor zijn muziek en de mensheid levende, onaantastbare wereldverbeteraar. Beethovens onbetrouwbare biograaf Anton Schindler, maar ook de componisten Liszt, Wagner en Mahler en diverse 19e eeuwse auteurs hebben tot deze verering bijgedragen. Vanaf Claude Debusy kwam er echter weerstand tegen de onaantastbare positie van Beethoven, die inmiddels meer een literair - dan een muzikaal figuur geworden was. Beethoven is dan uiteindelijk ook flink van zijn voetstuk gevallen. Echter muzikaal bleef hij kaarsrecht overeind en bleef en is hij nog steeds een van de aller grootste componisten die de westerse wereld ooit heeft voortgebracht.
Voor wie heeft Beethoven Für Elise gecomponeerd lees meer *Vraag Für Elise vind ik zo’n mooi stukje. Weet u er iets meer over. Voor wie heeft Beethoven het gecomponeerd? Antwoord Beethoven heeft deze Bagatelle (niemendalletje) WoO 59, vermoedelijk gecomponeerd voor Thérèse Malfatti, een jonge vrouw, de nicht van zijn arts, op wie hij verliefd was. In ieder geval heeft Thérèse de autograaf in haar bezit gehad. De datum luidt 23 april, maar het jaar is onzeker, men houdt het echter op 1810. Eigenlijk zou Für Elise dus Für Thérèse moeten heten. Algemeen wordt aangenomen dat dit correct is en dat de naam, door Beethovens vreselijke handschrift, verkeerd is vertaald.
*Ludwig van Beethoven: Mondscheinsonate deel 1: Adagio sostenuto; 8 November 2012
*Für Elise (Piano version)
*Tijl Beckand bezoekt het huis van componist Ludwig van Beethoven in Wenen. Elke week gaat Tijl Beckand in De Tiende van Tijl langs een huis waarin een bekende componist een meesterwerk heeft geschreven. In de derde aflevering ging Tijl naar Wenen, waar hij het huis van Ludwig van Beethoven bezocht. 23 februari 2016 - seizoen 5 van De Tiende van Tijl
* The Best of Beethoven
* 2017-08-30 -- Biografie Beethoven in Wenen – HD
* Jan Caeyers over Beethoven
*Ludwig van Beethoven - Genie am Abgrund
* Beethoven in ungewöhnlicher Biografie von Konrad Beikircher | Leipziger Buchmesse | MDR KULTUR
30 januari Heist op den Berg Waldo Geuns lees meer *30 januari 2020, Zwaneberg Cultuurcentrum Heist op den Berg 19.30 uur Beethoven: passie en onstuimigheid in muziek - Waldo Geuns. Waldo Geuns komt vertellen over Beethoven naar aanleiding van Beethovenjaar 2020. Het is immers 250 jaar geleden dat dit uitzonderlijk muzikaal genie geboren werd. Op het programma staan ook enkele van zijn meesterwerken voor piano.
8 april 2020 Kulturhus Ruurlo Kees van Zutphen 14-16 uur Lezing LUDWIG VAN BEETHOVEN (1770-1827) lees meer *8 april 2020 Kulturhus Ruurlo Kees van Zutphen 14-16 uur Lezing LUDWIG VAN BEETHOVEN (1770-1827) Musicoloog Kees van Zutphen, voert je mee op een muziek- en luistertocht door het leven en door de composities van Ludwig van Beethoven, Duitse componist, musicus, virtuoos en dirigent. 250 jaar geleden werd in Bonn Ludwig van Beethoven geboren. Vandaar dat het jaar 2020 is uitgeroepen tot Beethovenjaar. In de geschiedenis van de klassieke muziek geldt Beethoven als één van de grootste componisten. Een muzikaal genie. Hij bleek al op zeer jonge leeftijd over een enorm muzikaal talent te beschikken. Hij speelde met gemak diverse stukken op de piano uit zijn hoofd. Zijn muziek is tot op de dag van vandaag populair en heeft nog steeds grote invloed op de muziek in onze tijd.De stijl van Ludwig van Beethoven sluit nauw aan bij de stijl van Mozart en Haydn. Het gezin waarin hij opgroeide was niet rijk, mede hierdoor ontwikkelde Ludwig zich tot een sombere persoonlijkheid. Zijn grootvader kwam uit Mechelen; hij vestigde zich in Bonn waar hij zanger werd aan het hof van de keurvorst. Op zijn vijfde kreeg Ludwig al klavierlessen en meteen bleek hij een uitzonderlijk talent te hebben. Op jonge leeftijd schreef hij reeds zijn eerste composities. Tijdens een familiebezoek aan Nederland in 1781 trad hij op voor de Nederlandse erfstadhouder Prins Willem V van Oranje Nassau. Van Bonn verhuisde Beethoven naar Wenen waar hij zich verder ontwikkelde. Hij werd snel een beroemdheid en maakte met veel belangrijke personen kennis.Rond zijn dertigste kreeg hij problemen met zijn gehoor waardoor hij uiteindelijk geheel doof werd.Om met zijn omgeving te communiceren, gebruikte hij pen en papier. Kees van Zutphen, een verteller pur sang, zal veel over het leven en de werken van Ludwig van Beethoven laten horen . Kees heeft vanuit zijn liefde voor muziek een enorme kennis vergaard over muziekgeschiedenis. Hij houdt regelmatig lezingen en laat fragmenten horen over de muziek, zo ook deze middag van de 8e april. Hij geeft boeiende informatie met veel bijzondere wetenswaardigheden over de componist. Kunstkring Ruurlo is zeer verheugd dat Kees van Zutphen een lezing wil komen geven in het Kulturhus. Na vele jaren lezingen en cursussen te hebben gegeven heeft Kees besloten het rustiger aan te gaan doen en geen lezingen meer te geven. Voor Kunstkring Ruurlo heeft hij een uitzondering gemaakt. Dit stellen we zeer op prijs en hopen dan ook dat er vele belangstellenden bij deze bijzondere presentatie aanwezig zullen zijn.
NRC Interview: De twee grote mythen over Beethovens doofheid. lees meer * De twee grote mythen over Beethovens doofheid. Beethoven zou door zijn doofheid zijn muziek volledig in zijn hoofd hebben gecomponeerd. Maar volgens muziekhistoricus Robin Wallace bleven lichamelijke ervaringen tot het einde toe belangrijk voor hem.Beethoven in 1800 geportretteerd door Joseph Karl Stieler. De componist is dan vijftig. De Amerikaanse muziekhistoricus Robin Wallace was zo slim om niet te wachten tot het Beethovenjaar 2020 met de publicatie van Hearing Beethoven. A Story of Musical Loss and Discovery. Bij de herdenking van Beethovens 250ste geboortejaar staat ons volgend jaar vermoedelijk een lawine van nieuwe Beethoven-studies te wachten. Dan zou dit bijzondere boek misschien zijn ondergesneeuwd. En dat zou jammer zijn. In Hearing Beethoven vervlecht Wallace twee verhalen: Beethovens worsteling met de doofheid die hem al vóór zijn dertigste trof en die hem in de laatste tien jaar van zijn leven zijn gehoor vrijwel volledig ontnam. Tegelijk vertelt Wallace met bewonderenswaardige eerlijkheid en directheid een heel persoonlijk verhaal over zijn eigen overleden vrouw Barbara, die als veertiger doof werd, als gevolg van de bestraling van een hersentumor. Over de oorzaken van Beethovens doofheid doen vele theorieen de ronde, die allemaal speculatief moeten blijven. De medische gegevens ontbreken om een diagnose te kunnen stellen. Zo zou loodvergiftiging een rol kunnen hebben gespeeld, die het gevolg zou zijn van Beethovens stevige inname van goedkope wijn. Wallace concludeert op basis van Beethovens eigen beschrijvingen van zijn symptomen dat hij vermoedelijk leed aan otosclerose: zenuwbeschadiging door een vergroeiing van de gehoorbeentjes in zijn middenoor (de stijgbeugel). Beethoven beklaagde zich over aanhoudend oorsuizen (‘tinnitus’) en sterk vervormde geluidswaarneming, die het gevolg is van overcompensatie in de hersenen van geluidstrillingen die niet goed doorkomen. Zonderling bestaan Over Beethovens doofheid doen twee ‘grote verhalen’ de ronde. Voor zijn meeste tijdgenoten was zijn doofheid een catastrofe: voor de componist zelf, maar ook voor zijn muziek. Beethoven leefde daardoor in de laatste tien jaar van zijn leven een teruggetrokken, zonderling bestaan. Hij schreef hoogst eigenaardige, ingewikkelde muziek, die geen gewone sterveling meer kon begrijpen. Pas vijftig jaar na Beethovens dood sloeg dat beeld drastisch om. In een invloedrijk essay (1870) trok Richard Wagner juist de tegenovergestelde conclusie: Beethovens late muziek – vooral zijn strijkkwartetten – was zo baanbrekend, diepgravend en geniaal dankzij die doofheid. Daardoor heeft Beethoven nieuwe innerlijke werelden kunnen ontsluiten, die anders voor hem – en ons – gesloten waren gebleven.
Interview/mededelingen Beethoven jaar in Cultuur en Co lees meer *Fans van Beethoven, zet jullie schrap, want we met het oog op het Beethovenjaar in 2020 organiseren we heel wat activiteiten over jullie favoriete componist (zie lijstje onderaan dit bericht). Voor wie de Duitse componist beter wil leren kennen, delen we een interview van Katrien Steyaert met dé Beethovenspecialist bij uitstek: dirigent Jan Caeyers. Hij schreef niet alleen een bejubelde Beethovenbiografie, maar zorgde ook voor honderden uitvoeringen van diens werk. De dag dat Jan Caeyers een ander huis koopt, heeft hij een probleem. Kilo’s en kilo’s boeken zal hij moeten verhuizen. Alleen al in zijn werkkamer staan honderden titels. "Hier staat nagenoeg alles wat ooit over Beethoven is verschenen. Het is mijn database," zegt hij. "Ik neem die boeken constant ter hand, ze geven me nieuwe impulsen. Ik heb ook permanent contact met Beethovenkenners over de hele wereld. Zo dook een tijdje geleden de bibliotheek van Maximiliaan Frans op. Hij was keurvorst tijdens Beethovens jeugd in Bonn en een grote operakenner. Mijn gesprekken met de experts die de bibliotheek bestuderen, geven me nieuwe ideeën over Beethovens muzikale ontwikkeling tussen zijn vijftiende en twintigste levensjaar. Hij speelde toen immers in het operaorkest van Bonn als altviolist en begeleidde de repetities op piano." Caeyers’ beeld van de fascinerende componist wordt dus alsmaar scherper. Het zou zonde zijn mocht hij het voor zichzelf houden. "Als je het geluk hebt gehad om een belangrijk deel van je leven aan een onderwerp te mogen wijden en je er daardoor een zekere autoriteit over krijgt, dan heb je de verantwoordelijkheid om dat te delen met anderen. Het zijn dure woorden, maar het zou jammer zijn als ik mijn visie op de figuur en de muziek van Beethoven zou meenemen in mijn graf." Vioolconcerto met pauken Hij is niet de enige die dat vindt. Menig muziekliefhebber is nieuwsgierig naar Caeyers’ kijk, vooral omdat hij twee petten draagt: die van dirigent en die van musicoloog. Van zijn biografie over de Duitse musicus uit 2009 zijn al tienduizenden exemplaren verkocht. Ze is vertaald in het Duits en het Hongaars en er staat een Engelse versie op stapel. "Ook als ik tijdens concerten een inleiding geef, voel ik de geestdrift bij het publiek. Met het oog op het Beethovenjaar – in 2020 vieren we zijn 250ste verjaardag – wil ik zo veel mogelijk mensen uitleg geven over de grammatica en het vocabulaire van Beethovens muziektaal, zodat ze ook beter kunnen luisteren." "Neem nu zijn vioolconcerto. Waarom begint hij een werk dat draait rond de lyrische kracht van de viool niet met een melodieus thema, maar met een ritmische paukenfiguur? Dat is een vreemde zet, maar hij had er wel een zeer goede reden voor. Het maakte immers deel uit van zijn nieuwe idioom, van de nieuwe kunst waarop de wereld toen zat te wachten." Om zulke vragen te beantwoorden, moeten we ons verplaatsen in de tijd waarin Beethoven leefde en werkte. "Rond 1800 was de hele Europese samenleving aan het kantelen. Ook het publiek voor muziek en het statuut van de componist veranderden. Net op dat moment maakte Beethoven een persoonlijk drama mee: hij werd doof. Maar dat noodlot gebruikte hij als leidraad om een radicaal nieuwe weg te vinden. In die zin is hij de belangrijkste componist aller tijden. Bach en Mozart waren even geniaal, maar Beethoven is de interessantste van allemaal omdat hij het louter muzikale overstijgt." Muzikale wereldverbeteraar Voor Jan Caeyers was Beethoven de eerste moderne componist: de eerste kunstenaar die het statuut van geniale ambachtsman oversteeg. "Bach streefde ook naar schoonheid, maar dan binnen een vastgelegde religieuze context. Beethoven had een totaal andere visie op de schepping. Hij zag kunst als een middel om zin te geven aan het leven, om het banale, materiële bestaan te overstijgen. Hij kende zichzelf de missie toe om de wereld te verbeteren." "Zoals elk genie legde hij intuïtief verbanden waarop je anderen expliciet moet wijzen. Heel vroeg besefte hij dat hij meer kon dan de mensen om hem heen. En ook het publiek besefte snel dat zijn muziek anders was, revolutionair zelfs, en ze beschouwden hem als een icoon. Het is veelzeggend dat 20.000 mensen zijn begrafenis bijwoonden en dat het nieuws van zijn dood over de hele wereld in de krant stond – en dat in een tijd van enorm trage communicatie." "Het eerste stuk waarmee ik zelf in aanraking kwam, was de Appassionata, zijn pianosonate nummer 23. Thuis hadden we een voor die tijd ongewoon grote platencollectie, waar ik al vroeg naar luisterde. Als ik de specifieke pianokleur van de Appassionata hoor, komen er nog altijd beelden en geuren in mij op van toen ik heel klein was. Beethovens muziek greep me dus als kind al aan, maar pas veel later begreep ik waarom dat zo was." Eeuwig enigma In het eerste jaar van zijn dirigentenopleiding in Wenen kreeg Caeyers alleen maar Beethoven voorgeschoteld. "Mijn leraar muziekanalyse zei: als je grondig met Beethovens muziek bezig bent geweest en je meer vat krijgt op de regels ervan, begrijp je ook beter de regels van de kunst in het algemeen, en dus van het leven. Hij had gelijk. Beethoven beroert je ziel en legt gevoeligheden bloot, zodat je meer subtiliteit in je ‘zijn’ ontwikkelt. "Ik ben al mijn hele leven met Beethoven bezig, maar het enigma van zijn persoonlijkheid wordt er alleen maar groter op. Hij wordt vaak afgeschilderd als nors en nukkig, maar ik weet al lang dat hij veel complexer was, ook al had hij karaktertrekken die op zijn zachtst gezegd niet schoonmenselijk waren. Toch zal ik hem wel nooit helemaal kunnen doorgronden. Dat is normaal. Hoe beter je iemand leert kennen, hoe meer je inziet dat hij subtiele, tegenstrijdige eigenschappen heeft. Het enigma wordt alleen maar groter. Ik zal mijn leven wellicht eindigen met het inzicht dat ik Beethoven niet begrijp." Maar dat doet niets af aan de kracht en de charme van zijn muziek. Jan Caeyers: "Elke keer dat ik met mijn orkest, Le Concert Olympique, een werk uitvoer, ontdek ik nieuwe onderliggende verbanden en nuances. Daarom heb ik ook geen voorkeur voor een bepaald stuk. Je vraagt een ouder toch ook niet naar zijn favoriete kind? Alles van Beethoven is me dierbaar en dat zal nooit meer veranderen." Reisjes Beleef meer Beethoven met Davidsfonds Davidsfonds Academie organiseert twee cursussen over Beethoven met Pieter Bergé, hoogleraar aan de onderzoeksgroep Musicologie aan KU Leuven: FESTIVAL 20/21 – Beethoven & Schönberg: Arnold Schönberg was een van de belangrijkste componisten van de vorige eeuw. Toch krijgen veel muziekliefhebbers hoofdpijn als ze zijn muziek horen. In een presentatie met piano op 26 september in Leuven verduidelijkt Pieter Bergé waarom de muziek in het begin van de 20ste eeuw plots zo ‘moeilijk’ werd en hoe we kunnen leren om haar toch naar waarde te schatten. ’s Avonds hoor je het onovertroffen Quatuor Danel, dat het Tweede Strijkkwartet van Schönberg en twee late Beethovenwerken speelt. Klik hier voor alle info. 250 jaar Beethoven 2020 – BEETHOVENinPRIMETIME: 13 internationale pianisten spelen in het weekend van 1 en 2 februari 2020 alle 32 pianosonaten in Amuz in Antwerpen. Vooraf legt Pieter Bergé in drie lessen de geheimen van de meesterwerken bloot. Klik hier voor alle info. Davidsfonds Cultuurreizen organiseert verschillende reizen in het spoor van Beethoven: Beethovenfestival in Bonn: van 13 t.e.m. 16 september kun je met Piet Swerts naar het Beethovenfestival in Bonn reizen. De geboortestad van de componist heeft meer troeven dan alleen het Beethovenfestival: de historische binnenstad met zijn geboortehuis; het Altes Friedhof, waar naast Beethovens moeder ook Robert en Clara Schumann begraven zijn; de overdadige Museumallee; de ligging aan de Rijn. Schrijf nu in. (Allicht hernemen we de reis in september 2020, maar dat is nog niet zeker. Hou onze website in de gaten.) Beethovenweekend in Bonn: tijdens de reis met Hilde Goedgezelschap in maart 2020 bezoek je niet alleen de grote verjaardagstentoonstelling in de Bundeskunsthalle maar ook het gerenoveerde Beethovenhuis. Je verkent de historische binnenstad in de voetsporen van Beethoven en als kers op de taart woon je in de opera van Bonn de magistrale 9de symfonie bij. De reis is al volgeboekt, maar je kunt je wel nog op de wachtlijst zetten door te mailen naar cultuurreizen@omniatravel.be. Alle info over de reis vind je hier. Wenen in het spoor van Beethoven: reisleider Hilde Goedgezelschap neemt je in mei 2020 mee naar Wenen, een stad met een prestigieus verleden en eeuwenlang de keizerlijke verblijfplaats van de Habsburgers. Bekijk nu het programma en schrijf snel in. Wil je meer lezen? Begin dan met het boek Beethoven. Een biografie van Jan Caeyers. Hij portretteert Beethoven als geniaal componist, maar gaat ook in op zijn uiterst gecompliceerde en getourmenteerde persoonlijkheid. Geniet met korting van het Beethovenaanbod bij onze partners: Met je Davidsfonds Cultuurkaart krijg je 25% korting voor het slotconcert van Festival 20•21: Fin(n)ishing Touch Saariaho & Sibelius op 25 oktober 2019. Klik hier voor meer info. Met je Davidsfonds Cultuurkaart krijg je korting op alle concerten in Amuz, dus ook op de vele concerten tijdens BEETHOVENinPRIMETIME op 1 en 2 februari 2020 in Amuz. Ontdek nu het programma. :
Beethoven de Muzikale wereldverbeteraar lees meer *Muzikale wereldverbeteraar Voor Jan Caeyers was Beethoven de eerste moderne componist: de eerste kunstenaar die het statuut van geniale ambachtsman oversteeg. "Bach streefde ook naar schoonheid, maar dan binnen een vastgelegde religieuze context. Beethoven had een totaal andere visie op de schepping. Hij zag kunst als een middel om zin te geven aan het leven, om het banale, materiële bestaan te overstijgen. Hij kende zichzelf de missie toe om de wereld te verbeteren." "Zoals elk genie legde hij intuïtief verbanden waarop je anderen expliciet moet wijzen. Heel vroeg besefte hij dat hij meer kon dan de mensen om hem heen. En ook het publiek besefte snel dat zijn muziek anders was, revolutionair zelfs, en ze beschouwden hem als een icoon. Het is veelzeggend dat 20.000 mensen zijn begrafenis bijwoonden en dat het nieuws van zijn dood over de hele wereld in de krant stond – en dat in een tijd van enorm trage communicatie." "Het eerste stuk waarmee ik zelf in aanraking kwam, was de Appassionata, zijn pianosonate nummer 23. Thuis hadden we een voor die tijd ongewoon grote platencollectie, waar ik al vroeg naar luisterde. Als ik de specifieke pianokleur van de Appassionata hoor, komen er nog altijd beelden en geuren in mij op van toen ik heel klein was. Beethovens muziek greep me dus als kind al aan, maar pas veel later begreep ik waarom dat zo was." Eeuwig enigma In het eerste jaar van zijn dirigentenopleiding in Wenen kreeg Caeyers alleen maar Beethoven voorgeschoteld. "Mijn leraar muziekanalyse zei: als je grondig met Beethovens muziek bezig bent geweest en je meer vat krijgt op de regels ervan, begrijp je ook beter de regels van de kunst in het algemeen, en dus van het leven. Hij had gelijk. Beethoven beroert je ziel en legt gevoeligheden bloot, zodat je meer subtiliteit in je ‘zijn’ ontwikkelt. "Ik ben al mijn hele leven met Beethoven bezig, maar het enigma van zijn persoonlijkheid wordt er alleen maar groter op. Hij wordt vaak afgeschilderd als nors en nukkig, maar ik weet al lang dat hij veel complexer was, ook al had hij karaktertrekken die op zijn zachtst gezegd niet schoonmenselijk waren. Toch zal ik hem wel nooit helemaal kunnen doorgronden. Dat is normaal. Hoe beter je iemand leert kennen, hoe meer je inziet dat hij subtiele, tegenstrijdige eigenschappen heeft. Het enigma wordt alleen maar groter. Ik zal mijn leven wellicht eindigen met het inzicht dat ik Beethoven niet begrijp." Maar dat doet niets af aan de kracht en de charme van zijn muziek. Jan Caeyers: "Elke keer dat ik met mijn orkest, Le Concert Olympique, een werk uitvoer, ontdek ik nieuwe onderliggende verbanden en nuances. Daarom heb ik ook geen voorkeur voor een bepaald stuk. Je vraagt een ouder toch ook niet naar zijn favoriete kind? Alles van Beethoven is me dierbaar en dat zal nooit meer veranderen."
Musicoloog Kees van Zutphen, voert je mee op een muziek- en luistertocht door het leven en door de composities van Ludwig van Beethoven, Duitse componist, musicus, virtuoos en dirigent lees meer *8 april 2020 Kulturhus Ruurlo Kees van Zutphen 14-16 uur Lezing LUDWIG VAN BEETHOVEN (1770-1827) Musicoloog Kees van Zutphen, voert je mee op een muziek- en luistertocht door het leven en door de composities van Ludwig van Beethoven, Duitse componist, musicus, virtuoos en dirigent. 250 jaar geleden werd in Bonn Ludwig van Beethoven geboren. Vandaar dat het jaar 2020 is uitgeroepen tot Beethovenjaar. In de geschiedenis van de klassieke muziek geldt Beethoven als één van de grootste componisten. Een muzikaal genie. Hij bleek al op zeer jonge leeftijd over een enorm muzikaal talent te beschikken. Hij speelde met gemak diverse stukken op de piano uit zijn hoofd. Zijn muziek is tot op de dag van vandaag populair en heeft nog steeds grote invloed op de muziek in onze tijd.De stijl van Ludwig van Beethoven sluit nauw aan bij de stijl van Mozart en Haydn. Het gezin waarin hij opgroeide was niet rijk, mede hierdoor ontwikkelde Ludwig zich tot een sombere persoonlijkheid. Zijn grootvader kwam uit Mechelen; hij vestigde zich in Bonn waar hij zanger werd aan het hof van de keurvorst. Op zijn vijfde kreeg Ludwig al klavierlessen en meteen bleek hij een uitzonderlijk talent te hebben. Op jonge leeftijd schreef hij reeds zijn eerste composities. Tijdens een familiebezoek aan Nederland in 1781 trad hij op voor de Nederlandse erfstadhouder Prins Willem V van Oranje Nassau. Van Bonn verhuisde Beethoven naar Wenen waar hij zich verder ontwikkelde. Hij werd snel een beroemdheid en maakte met veel belangrijke personen kennis.Rond zijn dertigste kreeg hij problemen met zijn gehoor waardoor hij uiteindelijk geheel doof werd.Om met zijn omgeving te communiceren, gebruikte hij pen en papier. Kees van Zutphen, een verteller pur sang, zal veel over het leven en de werken van Ludwig van Beethoven laten horen . Kees heeft vanuit zijn liefde voor muziek een enorme kennis vergaard over muziekgeschiedenis. Hij houdt regelmatig lezingen en laat fragmenten horen over de muziek, zo ook deze middag van de 8e april. Hij geeft boeiende informatie met veel bijzondere wetenswaardigheden over de componist. Kunstkring Ruurlo is zeer verheugd dat Kees van Zutphen een lezing wil komen geven in het Kulturhus. Na vele jaren lezingen en cursussen te hebben gegeven heeft Kees besloten het rustiger aan te gaan doen en geen lezingen meer te geven. Voor Kunstkring Ruurlo heeft hij een uitzondering gemaakt. Dit stellen we zeer op prijs en hopen dan ook dat er vele belangstellenden bij deze bijzondere presentatie aanwezig zullen zijn.
NRC interview Beethoven krijgt zijn lichaam terug lees meer *Wallace schuift ook de wijdverbreide mythe opzij dat een geniaal musicus zoals Beethoven de muziek eerst volledig in zijn hoofd hoorde. Daarna hoefde hij de noten alleen nog maar even op te schrijven. Zo werkt dat niet. Beethoven componeerde zeker ook in zijn hoofd: tijdens zijn dagelijkse wandelingen nam hij altijd een notitieboek mee. Maar hij sleepte ook zijn leven lang – hoe slechthorend hij ook was – een piano mee bij zijn vele verhuizingen. Dat deed hij natuurlijk niet voor niets. Beethoven was zelf zijn eerste luisteraar. Improviseren was een wezenlijk onderdeel van zijn scheppingsproces. Door zijn afnemende gehoor nam Beethoven later noodgedwongen zijn toevlucht tot improvisaties op papier. Vandaar dat hij al zijn muzikale schetsboeken bewaarde, die nu een moeilijk te ontcijferen, uniek inzicht geven in zijn manier van werken. Het beeld van de noten op het papier was volgens Wallace wezenlijk voor zijn muzikaliteit.
Van harte aanbevolen: MOZART Biografieen, muziek en van alles wat over en van Mozart