Maak ckplus uw homepage Mail de webmaster CKPLUS



CKplus cultuur en kunstsite van Nederland voor onderwijs en de cultuurtoerist, modern kunst
MODERNE KUNST OVERZICHT VAN 1860 TOT HEDEN
stromingen, stijlen, scholen, beeldende kunstenaars.


Monet


Moderne kunst 1860-1918

Impressionisme
  • Impressionisme
  • Edgar Degas
  • Edgar Degas
  • Van Gogh
  • Claude Oscar Monet
  • Pissarro
  • Pissarro
  • Sisley
  • Manet
  • F.A. René Rodin


    Vincent van Gogh portal LEES MEER, maar u verlaat nu deze site

    Neo Impressionisme
  • Georges Seurat
  • Paul Signac

    Art Nouveau
  • Art Nouveau
  • Art Nouveau2
  • Horta
  • Alphonse Mucha

    Modernisme
  • In Barcelona
  • Gaudi

    Symbolisme
  • Symbolisme
  • Edvard Munch
  • Odilon Redon

    Postimpressionisme
  • Postimpressionisme
  • Postimpressionisme
  • Cezanne
  • Paul Gaugain
  • Paul Gaugain
  • H.deToulouse Lautrec
  • H.deToulouse Lautrec

    Cloisonnisme
  • Cloisonnisme
  • Emile Bernard
  • Emile Bernard

    Jugendstil
  • Jugendstil
  • Art Nouveau
  • Art Nouveau
  • Neo Stijlen

    Weense Sezession
  • Weense Sezession
  • Gustav Klimt

    Fauvisme
  • Het Fauvisme
  • Fauvisme 2
  • Henri E.B.Matisse
  • Maurice de Vlaminck

    Expressionisme
  • Expressionisme
  • Expressionisme 2
  • Emil Nolde
  • Egon Schiele
  • 'De Ploeg'
  • Jan Aaltink
  • Johan Dijkstra
  • Hendrik Werkman
  • Jan Wiegers
  •  Kirchner


    Die Brucke
  • Die Brucke
  • Erich Heckel
  • Ernst Ludwig Kirchner

    Kubisme
  • Kubisme
  • Kubisme
  • Kubisme 2
  • Georges Braque
  • Juan Gris
  • Juan Gris 2
  • Fernand Leger
  • Pablo Picasso
  • Pablo Picasso 2
  • Pablo Picasso 3

    Der Blaue Reiter
  • Der Blaue Reiter
  • Wassily Kandinsky
  • August Macke
  • Franz Marc

    Suprematisme
  • Malevich
  • Casimir Malevitch
  • El Lissitzky

    Constructivisme
  • Constructivisme
  • El Lissitzky
  • Vladimir Tatlin
  • Vladimir Tatlin2

    Amsterdamse School
  • A’damse School
  • Adamse School 2
  • Michel de Klerk
  • Kramer
  • Van der Mey

    Dada
  • Dada
  • Dada 2
  • Marcel Duchamp

    Purisme
  • Purisme
  • Brancusi
  • Le Corbusier
  • Le Corbusier 2

    De Stijl
  • De Stijl
  • Theo van Doesburg
  • Theo van Doesburg
  • Bart van der Leck
  • Bart van der Leck 2
  • Piet Mondriaan
  • Piet mondriaan 2
  • Gerrit Rietveld
  • Schröderhuis


    De Stijl portal LEES MEER, maar u verlaat nu deze site



    Mondriaan portal LEES MEER, maar u verlaat nu deze site

    vanaf 1918: Het Interbellum

    Bauhaus
  • Bauhaus
  • Bauhaus 2

    Art Deco
  • art Deco
  • Art Deco 2
  • Wiegers


    Ecole de Paris
  • Ecole de Paris
  • Ecole de Paris
  • Jean Bazaine
  • Serge Poliakoff
  • Marc Chagall
  • Marc Chagall 2
  • Amedeo Modigliani
  • A. Modigliani 2

    Modernisme
  • Modernisme
  • Mies van der Rohe
    Nieuwe Zakelijkheid
  • Algemene info
  • Max Beckmann
  • Max Beckmann 2

    Surrealisme
  • Surrealisme
  • Surrealisme 2
  • Salvador dali
  • Salvador dali
  • Max Ernst
  • Max Ernst 2
  • Alberto Giacometti
  • A. Giacometti 2
  • Paul Klee
  • Joan Miro
  • Joan Miro 2

    Magisch Realisme
  • Dick Ket
  • Pyke Koch
  • Magisch realisme
  • Magisch Realisme
  • Magisch Realisme
  • Magritte
  • Carel Willink
  • Carel Willink 2

    ontwikkelingen vanaf 1945 tot heden

    Art Brut
  • Art Brut
  • Jean Dubuffet
  • Jean Dubuffet 2

    Existentiële Kunst
  • Francis Bacon
  • Francis Bacon 2
  • Jean Fautrier

    Outsider Kunst
  • Outsider Kunst
  • Henry Moore
  • Henry Moore 2

    Abstract expressionism
  • Willem de Kooning
  • W. de Kooning 2
  • Pollock

    CoBrA
  • CoBrA
  • Karel Appel
  • Karel Appel
  • Constant
  • Corneille
  • Lucebert

    Kinetische kunst
  • Moholy-Nagy
  • Jean Tinguely

    Pop-art
  • Pop art
  • Richard Hamilton
  • Roy Lichtenstein

    Op Art
  • Op art
  • Andy Warhol
  • Andy Warhol
  • Donald Judd


    1965 tot heden

    Minimalisme
  • Donald Judd
  • Donals Judd 2

    Conceptual Art
  • Joseph Beuys
  • Joseph Beuys 2
  • Joseph Beuys 3

    Installatie kunst
  • Barbara Kruger

    Neo expressionisme
  • Anselm Kiefer
  • Anselm Kiefer 2

    Neo Pop
  • Jeff Koons
  • Jeff Koons 2

    Nederlandse kunstenaars (kleine selectie).

  • Armando
  • Menno Baars
  • G.Bierenbroodspot
  • Eugène Brands
  • Henk Chabot
  • Jan Dibbets
  • Kees van Dongen
  • Kees van Dongen
  • Sam Drukker
  • Marlene Dumas
  • MC Escher
  • Edgar Fernhout
  • Leo Gestel
  • Herman Gordijn
  • Klaas Gubbels
  • Henk Helmantel
  • Anton Heyboer
  • Isaac Israels
  • Jozef Israels
  • Wim Izaks
  • Peter Klashorst
  • Theo Kuijpers
  • Kees Maks
  • Ans Markus
  • Piet Ouborg
  • Marte Röling
  • Ton Schulten
  • Jan Sluijters
  • Evert Thielen
  • Charley Toorop
  • Floris Verster
  • Co Westerik
  • Jan Wolkers
  • Jan Wolkers





  • Impressionisme algemeen Werkstukken lees meer Impressionisme
    *1870-1910
    Impressionisme (licht gevangen in een toets van kleur)
    Impressionisme = de omwenteling van oude naar moderne kunst
    Wereld op twee manieren weergeven: objectief en subjectief
    Kenmerken impressionisme:
    - kwam voor in schilderkunst, minder in beeldhouwkunst niet in bouwkunst - reactie op academisme (heel precies schilderen) - snelle indruk in beeld brengen, invloed fotografie, toevallige composities, afsnijdingen - vormen en contouren vaag, vloeien in elkaar over - lichtval en zuivere kleuren (geen zwart) erg belangrijk, vorm minder belangrijk - plein-air schilderen (in de buitenlucht), grote penseel streken - aquarelverf, krijt als materiaal - natuur vaak als onderwerp - persoonlijke interpretatie aan werkelijkheid bestuderen invloed van licht en kleur in momentopname- Manet, Monet, Dégas, Renoir, Pisarro bekende impressionistische schilders - Schetsmatige afwerking in beeldhouwkunst, levendig spel licht en schaduw - Rodin bekende impressionistische beeldhouwer

    Schilderkunst - alledaagse dingen (directe omgeving) - kijken, waarnemen - momentweergave - snelle manier van schilderen (weinig details) - buiten schilderen (plein-air)

    Beeldhouwkunst - vluchtige weergave - momentweergave De stijl van het impressionisme wordt bepaald door de volgende aspecten: • Een voorwerp kaatst de lichtstralen terug • Door de reflecties moest je verf snel opbrengen • Er is geen aandacht voor details en lineair perspectief

    De kenmerken van impressionisme zijn: -veel figuren -veel olieverf op doek -vaak 1 ding op de voorgrond -ruw en onprecies -korte penseelstreken -veel tegenstelling donker en licht -kleurgebruik past zich aan, aan de stemming van het schilderij Van Gogh schilderde aan het begin van zijn "impressionisme tijdperk" in Parijs vooral zijn eigen buurt. De kleurencombinaties die hij in zijn schilderijen verwerkte probeerde hij eerst uit met verschillende kleuren karton naast elkaar of bolletjes wol. De meeste impressionisten gebruikten kleuren naast elkaar en maakte hun schilderijen heel precies. Van Gogh was veel te ongedurig voor de stippen werden al gauw strepen. Zijn leermeester was de oude schilder Bizarro, van Gogh heeft Bizarro als het ware "nagedaan". Van Gogh’s vrienden waren de schilders: Gaugain, Bizarro, Cezanne en de 18-jarige Bernard. Impressionisme is ontstaan omdat de "gewone" schilder het snelle schilderwerk een impressie noemden. De impressionisten schilderden eigenlijk de realiteit op een andere manier. Er werden geen kleuren gemengd maar naast elkaar zodat je iedere keer een ander effect kreeg. Je kan ook goed zien welke tijd van de dag het is, ondanks de schilderijen vaak ruw en "onaf" zijn vormgegeven.* Fotografie => leidt tot afsnijding en een minder geposeerd beeld. * Uitvinding van de tubetjes verf => mengen kon nu op het doek en ook buiten het atelier. Belangrijke mensen: - Eduard Manet - Claude Monet => impressionistisch gebleven - August Rodin (= beeldhouder) - Dégas- Renoir- Pisarro ,br.1) Werking licht/ sfeer schilderen, met name buiten. ,
    2) Snelle directe schildertechniek (losse toetsen)
    3) Toevallige compositie en abrupte afsnijdingen => door de fotografie
    4) Allerdaagse onderwerpen
    5) Schaduw vult aanvullende, contrasterende KLEUR ( dus geen zwart)
    Vanuit Nederland minder kleurrijk en vrolijk => vanwege het weer
    2 Scholen: A) Haagse school:de 2e generatie hiervan is expressionistisch te noemen B) Amsterdamse school Breitner (maakte gebruik van z’n eigen foto’s) Baanbrekers => van impressionisme naar nieuwe: - Paul Cézanne => naar kubisme - Vincent van Gogh => naar expressionisme - Paul Gouguin => via symbolisme naar fauvisme - Henri de Toulouse => naar Jugendstil
    Neo-Impressionisme 1880 Neo-impressionisme= toepassing van kleur op wetenschappelijke basis • Als reactie op het impressionisme worden de kleuren veel fijner. • Men ontdekt dat d.m.v. primaire kleuren op afstand de kleuren mengen in het oog. • Pointillisme = stippeltechniek van primaire kleuren naast elkaar. • Het weergeven van vluchtige momenten was geen sprake meer want pointillisme vergde heel veel tijd. • Overgang tussen licht en schaduw is verdoezeld. • Heldere kleuren • Abrupte afsnijdingen " Schilderkunst - pointillisme (= stippeltechniek) - divisionisme (= ontleden van samengestelde kleuren in primaire kleuren) - rustige en evenwichtige compositie - grote aandacht voor vorm en diepere betekenis - geen zwart - invloed van Afrikaanse kunst
    Post-impressionisme 1880-1900 • Is reactie op het impressionisme. • Kunstenaar zocht voortdurend naar een gelijkmatige ordening van de vormen op het doek. Daarom maakte hij sommige vormen wat langer om zo een beter evenwicht te krijgen in de compositie. • Kunstenaar zocht evenwicht tussen koele en warme tinten • Helder en fel kleurgebruik, ongemengd en niet realistisch. • Het is belangrijk hoe je de verf op het doek aanbrengt. • Niet de werkelijkheid, maar innerlijke belevingen werden uitgedrukt • Contouren werden flink aangezet, grove hanteringwijze Aandacht voor het weergeven van gevoelens en gedachten d.m.v. onder andere primitieve weergaven Cézanne => 20e eeuw :geometrisch Van Gogh => :expressionisme Gauguin => :fantastische Seurat => :pointillisme

    Edgar Degas 1824-1917 lees meer
    *Edgar Degas 1824-1917 De schilder Edgar Degas wordt vaak onder de Impressionisten geschaard. Hij maakte echter meer gebruik van klassieke elementen en had een afkeer van buiten schilderen, waardoor hij een geheel eigen stijl creëerde, die wel gerelateerd is aan het impressionisme.

    Edgar Degas 1834-1917 lees meer
    *Impressionist & Realist, door: Sander Kletter en Kyra ter Veer
    De Franse kunstschilder Edgar Degas is beroemd door zijn schilderijen van balletdanseressen, die hij vanaf 1867 schildert. Hij wordt gerekend tot het impressionisme. Dit is vooral te danken aan zijn deelname aan de eerste baanbrekende tentoonstelling van de impressionisten in 1874 in Parijs. De kunstenaar zag zichzelf echter liever als een zelfstandig kunstenaar, onafhankelijk van deze stroming. Hij werkte gedurende zijn carrière steeds meer in de stijl van het realisme. Zijn opleiding was geënt op de stijl van de neoclassicist Jean Auguste Dominique Ingres.
    Degas had het geluk dat hij werd geboren in een welgestelde familie. Zijn familie kon hem altijd financieel bijstaan wanneer nodig. Het oorspronkelijke toekomstplan was dat hij jurist zou worden, maar Degas besefte al vroeg dat het kunstenaarschap zijn werkelijke roeping was. Hij bewonderde de stijl van de tekeningen van de beroemde neoclassicistische kunstenaar Ingres. Hij leerde werken in de academische en classicistische stijl van de Ingres-school. Zijn classicistische scholing blijkt uit enkele historiestukken, die hij vanaf 1860 schildert. Daarin verwerkt hij volgens het academische recept thema’s uit de klassieke oudheid. In zijn portretten is hij een meester in het uitbeelden van de psychologische gemoedstoestand van de geportretteerde personen. Dit komt in 1876 bijzonder sterk tot uiting in het beroemde schilderij De absintdrinkster (zie afbeelding hieronder), dat behoort tot de meesterwerken in de collectie van Musée d'Orsay in Parijs. De wijze waarop de beide figuren in de compositie zijn geplaatst, de gezichtsuitdrukking en de lichaamstaal van beiden, veroorzaken de benodigde triestheid en eenzaamheid die Degas met het tafereel wil laten zien. De vrouw in het schilderij ziet er geïsoleerd en gesloten uit. Het isolement dat men ervoer in het moderne stadsleven komt in het schilderij tot uitdrukking. Maar bij dat moderne leven horen ook de wasvrouwen en balletdanseressen die Degas veelvuldig schildert

    Impressionisme 1874 lees hier alles
    *Impressionisme Benaming voor een stijlrichting binnen de schilderkunst, literatuur en muziek uit de tweede helft van de 19e eeuw. Het impressionisme beoogt de uiterlijke indruk [Frans: impression] van een kunstwerk op de toeschouwer respectievelijk de toehoorder over te brengen. Het doel was om meer door suggestie dan door precieze schildering de indrukken vast te leggen. Het impressionisme heeft iets vluchtigs over zich, het gaat meer om het gevoel, de verbeelding en het effect daarvan op de toeschouwer. Vandaar ook de voorliefde van de impressionisten voor de vermoede omtrekken in plaats van de harde lijnen of het spel van licht en schaduw op het gebied van de schilderkunst. Men wil niet langer het object zelf uitbeelden, maar het vluchtige ervan proberen te vangen. Het zijn de subjectieve waarnemingen van de kunstenaar en de weergave daarvan die centraal staan. Het impressionisme was (vooral) in het Frankrijk van 1860 tot 1890 een totaal nieuwe stijltechnische conceptie die tegenover het toen algemeen aanvaarde en officieel erkende academisch classicisme stond.

    Claude Oscar Monet 1840-1926 lees meer
    *Biografie CKV Claude Oscar Monet 1840-1926 De Franse kunstschilder Claude Monet geldt als een van de belangrijkste schilders van het impressionisme. Monet en Pierre-Auguste Renoir zijn verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de ontwikkeling binnen de impressionistische stijl. Het schilderij Impression, soleil levant, dat Monet in 1872 schilderde, is de aanzet geweest tot de term ‘impressionisme’. Het schilderij werd in 1874 getoond tijdens een expositie, die werd gehouden in het atelier van de fotograaf Nadar.

    Pissarro lees meer
    *Pissarro werd geboren op Saint Thomas, een eiland van de Maagdeneilanden, die tot 1917 een Deense kolonie waren. Zijn hele leven behield hij de Deense nationaliteit. Zijn vader was een welvarend koopman. De familie, van origine Frans en joods, vestigde zich enige jaren voor zijn geboorte op St. Thomas.

    Pissarro lees meer
    * Pissarro geldt naast Claude Monet en Alfred Sisley als een van de belangrijkste kunstenaars van de kunststroming van het impressionisme. Vooral dankzij zijn inzet, hebben er destijds verschillende groepstentoonstellingen van de impressionisten plaats gehad.BR>Geboren in West-Indië, vestigde hij zich in 1855 in Parijs. Daar ging hij naar de École des Beaux-Arts. Vervolgens bezocht hij de ‘Académie Suisse’, een atelier waar kunstenaars tegen een kleine betaling tekeningen konden maken naar naaktmodellen. Daar ontmoette hij Monet en Paul Cézanne, die net als hij graag ‘en plein air’ schilderden, dat wil zeggen direct in de buitenlucht.
    In 1855 zag Pissarro het werk van Camille Corot op de Wereldtentoonstelling . Hij liet zich beïnvloeden door zijn stijl. Ook het werk van de Engelse landschapschilders John Constable en William Turner uit de periode van de romantiek beïnvloedde zijn ontwikkeling. Zoals bij het werk van de meeste impressionisten het geval was, voldeed het werk van Pissarro op gegeven moment (1861) niet meer aan de strenge conventionele eisen van de prestigieuze Salontentoonstelling in Parijs. Twee jaar later nam hij echter deel aan de eerste Salon des Refusées, een alternatieve tentoonstellingsmogelijkheid, die als reactie op het toelatingsbeleid van de officiële Salon, was opgezet.
    Pissarro was vooral een landschapschilder, maar rond 1872-1873 spoorde Cézanne hem aan om ook stillevens te gaan schilderen. Pissarro heeft Cézanne hoog zitten. Dat blijkt ook uit de moeite, die hij doet om een solotentoonstelling voor de in 1995 nog altijd onbekende kunstenaar mogelijk te maken in Parijs.
    Het werk Boulevard Montmartre, middag, zonlicht (zie afbeelding hierboven), dat behoort tot de collectie van museum de Hermitage in Sint Petersburg, schilderde de kunstenaar in de laatste fase van zijn carrière, na de hoogtijdagen van het impressionisme. Voor deze laatste fase werkte Pissarro tevens gedurende een korte periode in pointillistische stijl. Overheersend thema in de laatste periode is het stadsgezicht. Net als Monet bestudeerde en schilderde hij zijn beeldmotief, in dit geval de Boulevard Montmartre, tijdens verschillende jaargetijden, bij verschillende weersgesteldheden en op verschillende tijden van de dag. Belangrijkst was voor hem om de sfeer weer te geven van wat hij waarnam. In die zin bleef hij gedurende zijn hele carrìere trouw aan het impressionisme, al was zijn schilderstijl niet meer zo los als in zijn beginjaren.
    Zie ook een groot aantal 1SCHILDERIJEN PISSARRO

    Alfred Sisley lees meer
    * Samen met Claude Monet, Pierre Auguste Renoir, Paul Cézanne, Edgar Degas, Armand Guilllaumin en Berthe Morisot, exposeerde Alfred Sisley in het voorjaar van 1874 aan de Boulevard des Capucines nr 35, het pas leegstaande atelier van de fotograaf Nadar. De meeste van de genoemde kunstenaars bewonderden het werk van Gustave Courbet en Édouard Manet, die menigmaal voor controverse zorgden op de officiële Salontentoonstellingen van Parijs. Het was misschien wel de eerste keer dat het werk van de impressionisten, zoals ze vanaf toen genoemd werden, op een tentoonstelling goed tot zijn recht kwam. Voor deze tentoonstelling was het werk van de deelnemers herhaaldelijk voor de salon afgewezen. In de gevallen dat het werk wel was geaccepteerd, werd het op een onopvallende manier gepresenteerd, bijvoorbeeld in een donkere hoek van de tentoonstellingsruimte. Voordat de groep bekend stond onder de naam impressionisten, schaarden zij zich onder de Société Anonyme des Artistes Peintres, Sculpteurs, Graveurs, etc., waar naast Sisley ruim vijftig andere kunstenaars toebehoorden. De leden van deze groep gingen bewust anders werken dan de door de Salonjury gewaardeerde manier.

    Edouard Manet lees meer
    * De Franse kunstschilder Édouard Manet had een andere visie op wat de vorm en inhoud van kunst moest zijn, dan wat in zijn tijd algemeen werd erkend. Volgens de eeuwenoude traditie moest een kunstwerk in de eerste plaats een illusie van de bestaande werkelijkheid bieden. Bij voorkeur moest bovendien een conventioneel onderwerp worden behandeld. Manet oordeelde echter dat een voorstelling op een schilderij of van een beeldhouwwerk geenszins hetzelfde is als die van de tastbare wereld om ons heen. De wereld van het schilderij bood in zijn visie een eigen werkelijkheid, dat onder meer verband houdt met de manier van schilderen. Hij vond dat een kunstenaar daarom zijn eigen regels moest opstellen en volgen tijdens het schilderen. Zelf zette hij daartoe de eerste stappen, met alle ophef in zijn tijd van dien. Hij was het inspirerende voorbeeld voor de generaties avant-garde kunstenaars die na hem kwamen, van de impressionisten tot de postimpressionisten. Deze stromingen brachten de bal aan het rollen. De periode van wat nu de moderne kunst wordt genoemd was aangebroken. Deze periode duurt kunsthistorisch gezien tot omstreeks halverwege de jaren zestig van de twintigste eeuw. De oorspronkelijke ideeën van Manet hebben zich in de kunstgeschiedenis zodanig ontwikkeld, dat de kunstenaar daar zelf onmogelijk een voorstelling van had kunnen maken. Aan het begin van de twintigste eeuw ontstond als reactie op het kubisme, door toedoen van vooruitstrevende kunstenaars als Kandinsky, Malevich, Mondriaan en Delaunay, uiteindelijk de abstracte schilderkunst. Het kunstwerk kwam daarmee volledig op zichzelf te staan en de nabootsing van de visueel waarneembare werkelijkheid was losgelaten

    François Auguste René Rodin lees meer
    * François Auguste René Rodin was een Franse beeldhouwer, aquarellist en tekenaar die werd geboren op 12 november 1840 in de Franse hoofdstad Parijs. Hij leefde als kind zeer arm. Auguste Rodin stierf op 77-jarige leeftijd in november 1917 in het Franse stadje Meudon.

    Georges Seurat lees meer
    *l Georges Seurat Frans pointillistisch kunstschilder en tekenaar, geboren 2 december 1859 te Parijs – overleden 29 maart 1891 in Parijs. Het werk van Georges Seurat behoort tot het pointillisme, een schilderstijl binnen het impressionisme. Hij was samen met Paul Signac de grondlegger van het negentiende-eeuwse neo-impressionisme. Seurat kwam tot de conclusie dat er bij punten of stippen van pure onvermengde kleuren die naast naast elkaar worden geplaatst van een bepaalde afstand gezien een grotere schittering en intensiteit wordt verkregen en de ogen de stippen tot een geheel combineren en een plaatje zien. Zijn techniek van de weergave van licht door gebruik te maken van stippen en kleine penseelstreken met contrasterende kleuren werd bekend als pointillisme of divisionisme. Deze techniek werd veel gebruikt in het neo-impressionisme, waarvan Seurat een markant vertegenwoordiger is. Seurat gebruikte de techniek waarschijnlijk vanuit de gedachte dat al die streekjes een levendiger effect zouden veroorzaken dan het mengen van kleuren. Deze werkwijze creëert echter een bijzonder soort mist.

    Paul Signac lees meer
    *Paul Signac (1863-1935)Frans schilder en graficus, geboren op 11 november 1863 in Parijs. Paul Signac is een van de belangrijkste neo-impressionistische kunstschilders Hij werkte samen met Georges Seurat en creëerde pointillistische schilderijen.Signac komt uit een rijke familie en hoefde nooit voor zijn geld te werken. Opmerkelijk is, dat hij geheel autodidact is. Hij leerde zich de schilderkunst zonder lessen bij iemand te volgen aan.

    Art Nouveau lees meer
    *Art nouveau, letterlijk nieuwe kunst, groeit op het einde van de negentiende eeuw tot een belangrijke kunststroming in de architectuur en de sierkunsten*. Haar bloeiperiode loopt tot de Eerste WereldoorlogDe Europese architectuur en toegepaste kunst werden in de 19de eeuw beheerst door 'neostijlen': stijlen die gebaseerd waren op een vormentaal uit het verleden. Gebouwen, vazen en meubels vertoonden bijvoorbeeld de vormen van de gotiek, barok en classicisme. Omstreeks 1890 hadden veel kunstenaars en ambachtslieden genoeg van de neostijlen; zij bedachten een geheel nieuwe vormentaal. De naam van deze nieuwe stijl was - heel toepasselijk - Art Nouveau; in het Duits werd het Jugendstil genoemd. Kenmerkend zijn de asymmetrie, gebogen lijnen en de decoratiemotieven die zijn afgeleid van dieren, bloemen en planten.
    Rond de eeuwwisseling bepaalde de Art Nouveau voor een groot deel de architectuur en vormgeving in verschillende West-Europese landen. Belgische architecten zoals Victor Horta en Henry van de Velde ontwierpen verschillende bouwwerken. De Nederlandse kunstenaar Jan Toorop en de Fransman Henri de Toulouse-Lautrec gebruikten de vloeiende vormen in hun tekeningen en grafiek. Na 1910 nam de invloed van de Art Nouveau af.

    HISTORISCHE INVLOED
    INLEIDING ART NOUVEAU DIASPORA
    Wereldoorlog. Art nouveau weigert de vormen van het verleden te kopiëren. Toch blikken haar ontwerpers nadrukkelijk terug naar de geschiedenis -vooral de middeleeuwen. Vormen uit de gotiek, de renaissance of de barok worden verwerkt tot eigentijdse ontwerpen. In het verwerkingsproces vervullen de volgende elementen een belangrijke rol: - de invloed van de industrie (nieuwe materialen) - de versterkte aandacht voor de natuur (skeletbouw*, florale motieven) - de ontdekking van de oosterse kunst (japanisme)

    Verschillen Art Deco en Art Nouveau en heel veel moie afbeeldingen lees meer
    *Door TARA VIERBERGEN
    Maar soms is het niet nogal wiedes en zijn de scheidingslijnen maar vaag. En dan beginnen beide ook nog 'ns met art. Ingewikkeld, ingewikkeld.
    Omdat het dus wel degelijk twee verschillende uitingen zijn, en opdat we ze nooit meer met elkaar verwarren willen, hebben we een korte who's who samengesteld. Na het lezen van dit stuk ben je absoluut geen expert, maar kun je de twee wel makkelijk uit elkaar houden - en dus indruk maken op verjaardagspartijen.
    Art nouveauArt nouveau (of in 't Duits: jugendstil) mag het spits afbijten, want die was er sowieso eerder. Tussen 1890 en 1910 was deze kunststroming, een reactie op populaire en klassiekere stijlen als neoclassicisme, hartstikke aan de hand. Art nouveau wilde vernieuwen en vernieuwend zijn. De kunstenaars die de stroming aanhingen wilden een nieuw vocabulaire ontwikkelen dat paste in een moderner wordende wereld.
    Art Deco Goed. Art deco dan. Rond 1910 begon team art deco dat van art nouveau te verslaan. In veel opzichten waren deco en nouveau elkaars tegenpolen. Art deco laat zich het best uittekenen in geometrische vormen, exotische printjes geïnspireerd op verre oorden als China, Afrika en Meso-Amerika, en dure materialen (een boel ivoor - foei! - en goud). In Frankrijk stonden luxe en exclusiviteit in het middelpunt van art deco. In Amerika was de stroming juist veel democratischer, een viering van nieuwe vormen. Op beide continenten werd De Mens op een idealistische en gestileerde manier afgebeeld.

    Victor Horta lees meer
    *1861 Horta wordt geboren te Gent op 6 januari. Zijn vader is schoenmaker. 1873 Schrijft zich in aan de Academie voor Schone Kunsten te Gent, Afdeling Architectuur en blijft tussen 1874 en 1877 les volgen in het Koninklijk Atheneum van Gent.

    Alphonse Mucha lees meer
    *Alphonse Mucha werd geboren op 24 juli 1860 in Ivancice, Moravië. Als een realistische artiest met hoge verwachtingen werkte hij naar een carrière als geschiedkundig schilder. Hij had reeds verschillende opdrachten gekregen voor grote muurschilderingen en olieverf schilderijen die religieuze of historische onderwerpen moesten voorstellen. Mucha wilde echter zijn artistiek talent uitbreiden en vatte studies aan in Praag en München. Voor de financiering van deze studies kon hij rekenen op de geldelijke steun van een rijke Tsjechische heer.

    Modernisme in Barcelona lees meer
    *Modernisme Barcelona staat wel bekend als de stad van het Modernisme. Het is een prachtige stad dat bruist van leven en dat heden ten-dage nog veel jonge artiesten, architecten en designers herbergt. Velen komen van alle delen uit de wereld om in Barcelona een studie Architectuur of Design te volgen.
    Het Modernisme
    Het Modernisme was een culturele beweging van de late 19e eeuw en begin 20e eeuw die vernieuwend was in zowel literatuur, theater, architectuur als design. De modernistische stroming betekende een radicale breuk met het verleden. Deze beweging heeft in verschillende landen een andere benaming gehad. In Catalonië heet de stroming Modernisme, in de rest van Spanje Modernismo, in Frankrijk en België Art Nouveau en in Duitsland Jugendstil. In Nederland is deze stroming ook onder de naam Jugendstil bekend.

    Gaudi lees meer
    *Antoni Gaudi Gaudí werd geboren op 25 juni 1852 in Reus (Spanje) als zoon van een kopersmid. In 1873 begon hij in Barcelona zijn architectuurstudie aan de academie. Al tijdens zijn studie kreeg hij zijn eerste openbare opdracht: het ontwerpen van een straatlantaarn voor de stad Barcelona. Bij zijn ontwerpen zette hij zich af tegen de heersende bouwtradities. Hierin werd hij beïnvloed door de filosoof Pau Milà y Fontanals. Naast een grote voorliefde voor het op de Middeleeuwen geïnspireerde ambachtelijke, ontwikkelde hij een sterke voorkeur voor vormen uit de natuur.

    Symbolisme lees meer
    *Symbolisme symbolisme 1880-1900
    Het Symbolisme kwam op aan het eind van de 19de eeuw. Het was een uitloper van de romantiek, met een sterke gerichtheid op het verleden, fantasie, intuïtie, het onderbewuste en het onverklaarbare. Door middel van symbolen in de voorstelling verwees men in de figuratieve stroming naar ideeën of gevoelens. Abstracte ideeën als bijvoorbeeld waarheid, verleiding of strijdlust werden gesymboliseerd door personificaties: vrouwen, dieren en planten.
    De stroming kreeg een impuls door een nieuwe wetenschap; de psychologie. Nieuwe kennis over het onbewuste door de psychoanalyse van Freud verklaarde de onbewuste drijfveren van de mens, en kunstenaars probeerden deze psychische krachten in beeld te brengen. Freud onderkende in de mens 'driften'. Deze psychische energiestromen beïnvloeden ongemerkt het gedrag van de mens. Freud onderscheidde een levensdrift (Eros) en een doodsdrift (Thanatos). De seksuele driften noemde hij libido.
    Een voorbeeld van het figuratief symbolisme is de pastorale wereld van Puvis de Cavannes. Zijn kunst en de muzen toont personificaties van de kunsten en wetenschappen, gehuld in klassieke gewaden
    De verschijning in 1886 van het Manifeste du symbolisme, in de literatuurbijlage van Le Figaro, wordt doorgaans aanzien als het begin van de symbolistische beweging. In dit artikel heeft Jean Moréas het over het bestaan van een "poésie symbolique", waarvan "vêtir l’idée d’une forme sensible" het streven is.
    Aanvankelijk wordt het symbolisme beschouwd als een overwegend literaire stroming, met in Frankrijk Jules Laforgue en Stéphane Mallarmé als voornaamste vertegenwoordigers. Ook België zal een belangrijke symbolistische literaire productie kennen dankzij auteurs als Maurice Maeterlinck, Emile Verhaeren en Georges Rodenbach.

    Edvard Munch lees meer
    *Edvard Munch De Schilder
    Kunstenaar Edvard Munch (1944) was een Noorse kunstschilder. Edvard was de zoon van Laura Bjølstad Munch en Christian Munch, de zoon van een priester. Edvard had een oudere zus, Johanne Sophie, en één jongere broer en twee jongere zussen: Peter Andreas, Laura Catherine en Inger Marie. Zowel Sophie als Edvard lijken hun artistieke talent te hebben geërfd van hun moeder. Edvards moeder overleed in 1868 aan tuberculose, en ook Johanne Sophie overleed in 1877 aan diezelfde ziekte. Na de dood van hun moeder werden Edvard en zijn jongere broer en zussen opgevoed door hun vader Christian en hun tante Karen.
    "De schreeuw" wordt beschouwd als het eerste expressionistische schilderij en is een van de meest beroemde werken van deze beroemde Noorse kunstenaar.
    Getekend door de vroege dood van zijn moeder en zijn zus worstelt met de diepste menselijke emoties zoals eenzaamheid en liefde, tevens was erg geïnteresseerd in de dood. Zijn schilderijen geven inzicht in de menselijke ziel en hij ontwikkelde een eigen symboliek. Hij verbleef in Frankrijk en Duitsland in kringen van intellectuelen en portretteerde sommige van hen zoals bijvoorbeeld Friedrich Nietzsche. Dit had grote invloed op zijn artistieke werk.
    Edvard Much (1863-1944) woonde zijn hele leven in Noorwegen en was een belangrijk figuur in het expressionisme. Op zijn 17e begon hij met schilderen, in zijn werken komen vooral de thema's dood, obsessies, angst en twijfel naar voren. Deze thema's waren kenmerkend voor zijn eigen leven, hij verwerkte onder andere de dood van zijn zus en vader in schilderijen.
    In zijn 80-jarige leven heeft hij meer dan 20.000 stukken gemaakt, waaronder schilderijen, beeldhouwwerken en lithografiën.

    Odilon Redon lees meer
    *Odilon Redon
    Frans schilder en graficus, geboren 20 april 1840 Bordeaux - overleden 06 juli 1916 Parijs.
    Redon leerde het schildersvak bij J.-L. Gérôme en raakte geobsedeerde door de anatomie en osteologie. Hij had een zeer grote waardering voor het werk van Delacroix. Tot 1835 produceerde hij vnl. litho's (vb. de bundel dans le rêve, 1871), houtskooltekeningen en illustraties bij literair werk (van o.a. Baudelaire en Flaubert). Nadien hield hij zich meer bezig met kleurrijke schilderijen en posters.

    Postimpressionisme lees meer
    *Postimpressionisme is een verzamelnaam om een aantal verschillende stromingen te benoemen die voortkomen uit het impressionisme, zoals het pointillisme en het synthetisme of cloisonnisme. Daarnaast worden onder het postimpressionisme invloedrijke eenlingen geschaard, zoals Vincent van Gogh en Cezanne. Schilders die grote invloed hebben op volgende generaties, maar geen stroming of beweging om zich heen vormen. Het pointillisme van George Seurat (1859-1891) en Paul Signac (1863-1935) is gebaseerd op de theorie van het divisionisme. Het is het naast elkaar, in bepaalde verhoudingen, plaatsten van stipjes in primaire kleuren (geel, rood en blauw) die door optische vermenging secundaire kleuren (zoals groen, oranje of paars) vormen. Het synthetisme of cloisonnisme is een door het symbolisme beïnvloede reactie tegen het impressionisme. Deze schilders vinden dat de naturalistische uitgangspunten van het impressionisme de expressie van gevoelens, ideeën en emoties in de weg staan. Kenmerkend zijn duidelijk omlijnde, grotere vlakken. De stroming wordt ook wel 'School van Pont Aven' genoemd, naar het dorp Pont Aven in Bretagne waar de kunstenaars rond de schilder Paul Gauguin (1848-1903) zijn samengekomen.

    Cezanne 1839-1906 lees meer
    *tekst Ruud van Capelleveen; De postimpressionisten Cezanne Cézanne groeide op in de Franse stad Aix-en-Provence, zijn geboorteplaats en uiteindelijk ook de plek van zijn sterfbed. Op de middelbare school knoopt hij een hechte vriendschap aan met Émile Zola (1840-1902), die zich zou ontpoppen tot een belangrijk schrijver. Zola vertrok naar Parijs en Cézanne ging hem in 1861 achterna, hoewel hij nog regelmatig terugkeerde naar Aix. Hij was naar de wereldstad gegaan om rechten te studeren, bestemd als hij door zijn familie was om bankdirecteur te worden. In Parijs kwam hij tot het inzicht dat hij toch liever kunstschilder werd. Zijn vader stemde uiteindelijk daarin toe en stond hem financieel bij.
    In het Louvre laat hij zich inspireren door het werk van kunstenaars als Eugène Delacroix van de romantiek, Honoré Daumier van het realisme en de Italiaanse schilder Tintoretto, een leerling van Titiaan. In zijn vroege periode schildert Cézanne met grote gebaren en donkere kleuren met hier en daar een licht accent. Zijn schilderstijl verandert ingrijpend nadat hij impressionisten zoals Pierre-Auguste Renoir heeft leren kennen. Hij wordt in dat proces van vernieuwing vooral beïnvloed door zijn vriend Camille Pissarro. Hij sluit zich bij de impressionisten aan samen met Édouard Manet in het Café Guerbois. Het gevolg is dat hij vanaf 1870 in lichtere kleuren schildert en ‘en plein air’, in de buitenlucht.
    Paul Cézanne is een schilder, die een enorme invloed heeft gehad op de twintigste eeuwse schilderkunst. Picasso werkte diens stijl verder uit tot het kubisme, Matisse bewonderde vooral zijn kleurgebruik. Cézanne wordt vaak gezien als de vader van de Moderne Kunst. In zijn eigen tijd was hij echter een buitenstaander en werd vaak onbegrepen. De invloed op Van Gogh is zeer groot geweest

    Paul Gaugain lees meer
    *Paul Gauguin Een Frans schilder, beeldhouwer, keramicus en graficus en een van de leidende figuren van het postimpressionisme in de jaren 1880-1890 die veel invloed heeft gehad op de kunst van de 20ste eeuw door in zijn werk vorm en kleur tot expressieve middelen te ontwikkelen. Paul Gauguin wordt wel de vader van het expressionisme genoemd, omdat hij gevoelens wilde uitdrukken via kleur en niet meer louter de werkelijkheid wilde weergeven. Vincent van Gogh ontmoette Gauguin toen hij bij zijn broer Theo in Parijs woonde. Gauguin en vele anderen uit dezelfde kring van schilders zouden een grote invloed hebben op Van Gogh's benadering van het schilderen. Niet lang nadat Vincent begin 1888 naar Arles was verhuisd schreef Theo dat Gauguin ziek was, schulden had en depressief was. Vincent had Gauguin uitgenodigd om hem in Arles te vergezellen in de hoop een soort kunstenaarscommune te vormen in het zuiden van Frankrijk. Gauguin kwam uiteindelijk in oktober 1888 naar Arles en trok in bij Vincent in zijn 'Gele huis'

    Paul Gaugain lees meer
    *Paul Gauguin. De Franse kunstenaar Eugène Henri Paul Gauguin (1848-1903) werd geboren in Parijs op 7 juni 1848. Gauguin's vader was journalist. Hierdoor verhuisde het gezin regelmatig. In zijn jeugd ging de familie naar Peru, maar in 1855 keerde het gezin terug naar Parijs. Gauguin kreeg zijn opleiding in een internaat in Orléans.
    1
    Impressionisme
    In 1873 trouwde Gauguin met Mette Sophie Gad en werd uiteindelijk vader van vier kinderen. In deze tijd maakte hij via een vriend kennis met de schilderkunst. Zes jaar later nam Paul Gauguin deel aan een tentoonstelling van de impressionisten. 's Zomers bezocht hij Pontoise, waar hij samen met Camille Pissarro in de natuur ging schilderen. Ook maakte hij kennis met Paul Cézanne.Hoewel hij weinig schilderijen verkocht gaf hij zijn baan op bij de verzekeringsfirma Thomereau. Aangezien zijn familie hem niet ondersteunde ontstonden geldproblemen, die het einde van zijn huwelijk inleidden.
    Paul Gauguin ging bij zijn ouders in Rouen wonen en volgde zijn familie naar Denemarken in 1884. In Kopenhagen kreeg hij zijn eerste solo-tentoonstelling. In de jaren die volgden reisde Paul Gauguin veel. In Pont-Avon, Bretagne, voegde hij zich bij een groep kunstenaars. Later ging hij naar Parijs en vervolgens naar Panama en Martinique.
    Vincent van Gogh
    In 1888 was hij weer in Frankrijk en ging hij werken met Vincent van Gogh. De twee grote kunstenaars werkten korte tijd intensief samen, maar hieraan kwam, na een hevige ruzie, reeds snel een einde

    Henri de Toulouse Lautrec lees meer
    *Henri de Toulouse-Lautrec Post-impressionisme 1864 – 1901 De Franse kunstschilder en graficus Henri Toulouse-Lautrec (1864-1901) was een telg uit een adelijke familie. Op jonge leeftijd brak Henri beide benen, die daarna nauwelijks meer groeiden. In 1882 ging Lautrec naar Parijs om zich bezig te gaan houden met de schilderkunst. Henri Toulouse-Lautrec bracht veel tijd door in het uitgaansleven rond Montmartre en dat is zichtbaar in zijn werk. De onderwerpen van zijn schilderijen en grafiek waren: de café's, de bordelen, het cabaret, het theater, het circus en de renbanen. In 1887 ontmoette Lautrec Vincent van Gogh . Zij werden vrienden en trokken geruime tijd met elkaar op tot Van Gogh Parijs verliet. Na 1896 kreeg Henri Toulouse-Lautrec, door overmatig drankgebruik, steeds meer problemen met zijn gezondheid. In 1899 stortte de kunstenaar in en werd hij in een kliniek opgenomen. Het werk uit zijn laatste jaren is duidelijk minder helder van kleur.

    Henri de Toulouse Lautrec lees meer
    *Ruud van Capelleveen: e Franse kunstschilder en graficus Henri de Toulouse-Lautrec werd niet alleen beroemd door zijn tekeningen en schilderijen, maar ook door zijn grafische werk. Toulouse-Lautrec ontwierp talrijke posters voor artiesten die optraden op Montmartre en in de andere theaters in Parijs.
    Parijs
    Henri de Toulouse-Lautrec was een telg uit een adelijke familie. Hij werd op 24 november 1864 geboren in Albi. Op jonge leeftijd brak Henri beide benen, die daarna nauwelijks meer groeiden. In 1882 ging Lautrec naar Parijs om zich bezig te gaan houden met de schilderkunst. Hij verhuisde in 1884 naar een atelierwoning in Montmartre. In deze wijk stonden veel uitgaansgelegenheden, zoals Le Chat Noir. Lautrec zou er veel tijd doorbrengen.
    Montmartre
    Henri de Toulouse-Lautrec bracht veel tijd door in het uitgaansleven rond Montmartre en dat is zichtbaar in zijn werk. De onderwerpen van zijn schilderijen en grafiek waren: de café's, de bordelen, het cabaret, het theater, het circus en de renbanen.In 1887 ontmoette Lautrec Vincent van Gogh. Beide kunstenaars bleken een grote belangstelling voor de Japanse houtsnede gemeen te hebben. Na 1892 begon Henri de Toulouse-Lautrec te experimenteren met meerkleurige lithografie, waarin hij met simpele en duidelijke vormgeving het onderwerp wist te treffen. Zijn invloed op de ontwikkeling van de affiche werkte door tot ver in de twintigste eeuw.

    Cloisonnisme lees meer
    * door Bettina Polak: Emile Bernard, die een korte tijd met Gauguin in Pont-Aven samenwerkte maar een veel minder centrale rol heeft gespeeld dan Gauguin, beriep er zich op, dat hij het eerst deze synthese had toegepast - zij het ook onder de naam van ‘cloisonnisme’ - in zijn schildering Bretonnes dans la prairie. Dit ‘cloisonnisme’ is identiek met het synthetisme. Het betekent een wijze van uitbeelden waarbij de figuren in contourlijn (die als het ware het ‘cloison’ vormt) worden weergegeven, terwijl de binnenruimte met kleur wordt opgevuld, in analogie van de vervaardiging van émail cloisonné.
    Tot dit cloisonnisme had, waar het de schilderijen van Bernard betreft, in niet geringe mate Cézanne's wijze van componeren bijgedragen. Voor het synthetisme van Gauguin was Puvis de Chavannes' voorstelling Le Pauvre Pêcheur (1881) van invloed geweest: de figuur van een zielige man, die in zijn boot staat te hengelen, is hier in brede vlakken, met een contourlijn geschilderd. Ook de Japanse prent speelde een belangrijke rol bij Gauguin's twee-dimensionale vormgeving.
    Wat zowel voor de schilders zelf, voor Gauguin en Bernard, en evenzeer voor de tijdgenoten als nieuw en revolutionnair element gold was in de eerste plaats deze zeer eenvoudige trant van uitbeelden, die wij vlak-decoratief noemen. De vormgeving viel het eerst op, niét de voorstelling zelf. Precies zoals een halve eeuw eerder Delacroix' schilderijen de critici frappeerden door de impressionistische toets, en niet vanwege de inhoud

    Emile Bernard lees meer
    *Émile Bernard Franse schilder van het neo-impressionisme, geboren 28 april 1868 in Rijs¬el (Frans: Lille) - overleden 16 april in Parijs.
    Franse symbolistische kunstschilder. Na een pointillistische periode gaat hij evenals Gauguin in de zogenaamde cloisonnisme-stijl schilderen. Bij deze stijl worden grote kleurvlakken omrand door donkere contourlijnen, het bereikte effect lijkt op cloisonné.
    De schilderijen van Émile Bernard zijn in diverse musea, waaronder Museo Thyssen-Bornemisza in Madrid en het Van Gogh Museum in Amsterdam.

    Emile Bernard 1868-1941 lees meer
    *Emile Bernard was kunstschilder, maar ook dichter en kunstcriticus. Hij behoorde tot dezelfde groep kunstenaars als Paul Gauguin en Paul Sérusier, die zich hadden gevestigd in Pont-Aven in het Franse Bretagne
    Bernard sloot zich in 1888 aan bij Gauguin in Pont-Aven. Daarvoor had hij een aantal jaren in Parijs gewoond, en gewerkt in het atelier van de Franse historieschilder Fernand Cormond. Daar ontmoette hij tevens Henri de Toulouse-Lautrec en Vincent van Gogh. Vanwege ongehoorzaamheid werd hij in 1886 weggestuurd, waarna hij een reis maakte door Normandië en Bretagne. In Pont-Aven werden Bernard en Gauguin hechte vrienden. De stijl van Bernard maakte een stormachtige ontwikkeling door, van het impressionisme naar het pointillisme richting het synthetisme van Gauguin, waarin een voorstelling in de eerste plaats vanuit de verbeelding wordt vervaardigd in plaats van naar de zichtbare werkelijkheid. In 1890 maakte de kunstenaar een geloofscrisis door en hij raakte geïnteresseerd in middeleeuwse kunst.

    Jugendstil 18990-1910 lees meer
    * Jugendstil Een unieke kunststroming gedurende 1880 tot 1914. Een heel bijzonder kunstrichting, immers, ze bouwde nergens op voort... ze had geen vervolg... Een korte, hevige bloeitijd! Een verwachtingsvol ochtendgloren aan het begin van de nieuwe, 20e eeuw. Een optimistisch wereldbeeld Geloof in de toekomst. De Jugendstil wil emoties uitdrukken.(In die tijd werd het zieleleven belangrijk.)
    De jeugd viert het feest van de zintuigen (ruiken, voelen, zien, proeven, horen...) De zintuigen zijn een bron van geluk. Sferen vloeien ineen: muziek-water-lucht-hemel-kosmos...
    Zwierige stijl Golvende ornamentele lijnen Dynamische zweepslagen Gestileerde planten Voorliefde voor nieuwe moderne technieken
    Jugendstil / Art Nouveau 1880-1905
    Als het vervolg op de arts and crafts movement begon een nieuwe vormgevingsstijl als ‘jonge stijl’ populair te worden. Kunstenaars die de neo-stijlen afwezen maar wel moderne technieken wilden gebruiken, vonden in de natuur een nieuwe inspiratiebron. Met organische vormen, bloemmotieven en sierlijke vrouwfiguren zochten zij naar eenheid in de kunst.Schoonheid en functionaliteit moesten verenigd worden. Men gebruikte nieuwe kleurencombinaties, vlakken werden strak omsloten en hadden geen ruimtelijke werking.
    internationale stijl
    D Jugendstil of Art Nouveau die hieruit voortkwam was een internationale stijl, deze stijlvernieuwing ontwikkelde zich in heel Europa rond 1900 in de architectuur en de decoratieve kunsten. Deze vormgevingsstijl gaf vooral een eigentijds levensgevoel weer, ze had geen boodschap of achterliggende filosofie. Kunstenaars ontwierpen kleurige reclameplaten voor industriële producten: zeep, auto's, tabak, olie, fietsen, spiritus, theaterproducties of tentoonstellingen. Nieuwe lettertypen en lay-out: de organische kracht van de plant diende als uitgangspunt.
    Architecten lieten met nieuwe, revolutionaire constructiemethoden de bouwelementen vloeiend in elkaar overgaan. Het gietijzer was heel geschikt voor de lineaire, decoratieve elementen. Beeldhouwkunst vormt een onderdeel van het interieur. In de Jugendstil werd het interieur samen met de inventaris tot één geheel gecomponeerd. Behang, gordijnen, tapijten, meubelen en kleinere détails vormden samen een op elkaar afgestemd totaalbeeld.Binnen de Jugendstil zijn twee richtingen te onderscheiden. De Franse en Belgische stijl heeft asymmetrische, golvende lijnen in pasteltinten (denk bijvoorbeeld aan de Parijse metro-ingangen van Hector Guimard of aan de affiches van Alphonse Mucha). De Duitsers en de Oostenrijkers (Gustave Klimt) werken in een strakkere, gestileerde stijl met heldere kleuren.Maar beide stromingen wilden hetzelfde doel bereiken. Alle kunsten moesten samenkomen in het dagelijkse leven zodat de mens voortdurend in aanraking zou komen met kunst. Men dacht dat als mensen elke dag geconfronteerd zou worden met schoonheid en goedheid dat de wereld niet alleen mooier, maar ook beter zou worden. Kunstenaars probeerden die eenheid binnen de kunsten te bereiken door alles in en om het huis, dus ook alle gebruiksvoorwerpen (stoelen, tapijten, bestek, lampen en dergelijke) in dezelfde stijl te ontwerpen. Dit noemt men een gesamtkunstwerk, een totaalkunstwerk.

    Art Nouveau lees meer
    * Art nouveau
    De 20ste januari 1900 stierf, tachtig jaar oud, John Ruskin. Hij had, devoot discipel van Carlyle, als deze tegen de stroom van zijn tijd opgeroeid, maar, anders dan deze, nog tijdens zijn leven een soort gelijk gekregen. Bij zijn dood werd hij dan ook, zowel in de Oude als de Nieuwe Wereld, als een profeet vereerd. ‘Een zeer groot man’ noemde hem die andere profeet, die van Jasnaja Poljana, ‘hij leek op een Russische boer’, bepaald een hulde in de ogen van hem die zelf ook op zijn boeren wilde lijken.1 Gandhi bekende dat zijn leven door de lectuur van Ruskins Unto this last, waarin deze zijn maatschappelijk hervormingsplan had ontvouwd, was veranderd en Berdjajew is Engels gaan leren vooral om de grote dode in het oorspronkelijk te kunnen lezen.2 In de Mercure de France wijdde Marcel Proust hem bij zijn heengaan een bewonderende beschouwing, waarin hij hem met zoveel woorden met de oudtestamentische zieners vergeleek.

    Neo Stijlen lees meer
    *Neostijlen Al aan het einde van de 18e eeuw kwam als reactie op de barok en de rococo het neo-classicisme op. Deze stijl grijpt terug op de bouwkunst van de klassieke oudheid en de renaissance. Uitgangspunt voor het neo-classicisme waren de vijf zuilentypen, elk met een eigen uitstraling: Toscaans, Dorisch, Ionisch, Corintisch en Composiet.
    Rond 1830 werden architecten steeds meer gegrepen door de Middeleeuwen. Als gevolg hiervan ontstond een stijl die zich op de middeleeuwse gotiek baseerde: neo-gotiek. Met name in de kerkbouw vond deze stijl veel toepassing.

    Weense Sezession lees meer
    *Weense SezessionDe Weense Secession wordt gerekend tot de Jugendstil. Secession is afgeleid van secessio, Latijns voor afscheiding. In april 1897 scheidden negentien kunstenaars en architecten zich namelijk af van de gevestigde Weense kunstenaarsvereniging, het Künstlerhaus. Initiafnemers tot de stichting van een nieuwe kunstenaarsvereniging in café Griensteidl zijn Josef Hoffmann, Gustave Klimt en Joseph M. Olbrich. Klimt wordt gekozen tot voorzitter. Hij profileert zich als woordvoerder en drijvende kracht. Josef Hoffmann is vice-voorzitter en Carl Moll secretaris. Zij zijn ook als kunstenaars drijvende krachten. In 1899 wordt de richtinggevende architect Otto Wagner eveneens lid.

    Gustave Klimt lees meer
    *Gustav Klimt (1862-1918) staat bekend als schilder van prachtige vrouwen: mythologische godinnen en heldinnen, maar ook ontelbare portretten van de Weense nouveau-riche dames. Het werk van Klimt wordt beheerst door het fin-de-siècle gevoel: symbolisme, art nouveau en decadentie. Een gevoel dat tot uitdrukking komt in het schone en kunstzinnige in de wereld, 'een pure schoonheid die bij niemand minder dan een vrouw bereikt wordt' aldus Klimt.

    Het Fauvisme lees meer
    * De fauvistische stroming staat aan het begin van de moderne kunst van de 20e eeuw.Ze schilderden door vlakken met heldere, soms felle, vrolijke kleuren en lijnmotieven in te vullen. De schilders versierden het vlak als het ware.Het uitbeelden van mensen, dingen of landschappen hoefde niet natuurgetrouw te zijn. Binnen de schilderkunst kenmerkt het fauvisme zich door het gebruik van felle, nauwelijks gemengde kleuren. De Franse fauvisten gingen bij het gebruiken van hun onvermengde directe kleuren tegen alle bestaande regels in.Zoals alle vernieuwers wilden ze hiermee hun onafhankelijkheid manifesteren Het Fauvisme (25, 68, 69) is de eerste richting die het zwaartepunt van de voorstelling naar het schilderen zelf, naar het lijnen- en kleurenspel verlegde en is hierdoor een van de baanbrekende richtingen geweest in de moderne schilderkunst.
    Matisse (25) gaat zelfs zover met te zeggen: 'Bij het bekijken van een schilderij moet men vergeten wat het voorstelt'. Waar het op aankomt is alleen de kwaliteit van het sentiment, zoals zich dit in het spel van de middelen uitdrukt. Voor een Fauve moet een schilderij niet alleen de heerlijkheid van het leven tot uitdrukking brengen maar het moet tevens op zichzelf een sieraad zijn in elke omgeving. Liefst ook bij elke behoorlijke belichting, en zowel van dichtbij als op grote afstand.

    Fauvisme 2 lees meer
    * Fauvisme De term is afkomstig van de uitdrukking 'les bêtes fauves' (de wilde beesten). Hiermee wordt vanaf ongeveer 1905 een groep kunstenaars in Frankrijk mee aangduid, die gebruik maakten van felle onvermengde kleuren, een heftige lijnvoering, geen modellering door middel van licht en schaduwwerking wilden en niet de illusie van ruimte nastreefden. Ze werden beïnvloed door Van gogh en gauguin en waren zelf de voorlopers van het expressionisme.
    Aanvankelijk schilderen de meesten van hen nog in impressionistische stijl. Maar tegen 1905 gebruiken zij felle onvermengde, contrasterende kleuren in grote kleurvlakken, een heftige lijnvoering, geen modellering door middel van licht en schaduwwerking. In het gebruik van zuivere kleuren (primaire, secundaire, tertiare kleuren) + zwart en wit, gingen ze tot het uiterste: toonovergangen werden gemeden. Vormen werden vereenvoudigd en vaak door zwarte lijnen afgebakend, wat de dieptewerking en dus de illusie van een derde dimensie vanzelfsprekend grotendeel teniet doet. Wat betreft de ruimte in het schilderij, werd het perspectief gewoon weggelaten of werd er een persoonlijke invulling aan gegeven. Ruimtelijk effect werd vooral bereikt met overlappen, verkleinen naar achteren en ook wel door kleurgebruik (rood, geel en oranje op de voorgrond; blauw en groen op de achtergrond). Het schilderij is geen reproductie van de zichtbare natuurlijke omgeving. Het is een beeldende kompositie waarin de emoties van de kunstenaar tijdens het waarnemen van die omgeving worden uitgedrukt. Schilderen wordt een ritmisch ordenen van lijnen en kleuren op een plat VLAK in een poging de zichtbare werkelijkheid zoveel mogelijk te vereenvoudigen. Kleur, vorm, plaatsing, verhoudingen en lege ruimte zijn bepalend voor het uitdrukken van het gevoel

    Henri Matisse lees meer en 6 video’s
    *De Franse kunstenaar Henri Matisse (1869-1954) werd in december 1869 geboren in Saint Quentin als zoon van een graanhandelaar. Henri Matisse studeerde rechten in Parijs en werkte daarna als klerk bij een advocaat in Saint Quentin. In zijn vrije tijd volgde Henri Matisse tekenlessen op de plaatselijke kunstschool.
    Kunstopleiding
    Tijdens een ziekte in 1890 kreeg Henri Matisse van zijn moeder een doosje olieverf. Enkele jaren later schreef hij zich in bij de Académie Julian in Parijs. Later studeerde Henri Matisse bij Gustave Moreau en de École des Beaux-Arts.Henri Emile Benoit Matisse werd op 31 December 1869 in Cateau-Cambresis, in het noorden van Frankrijk geboren. Na de lagere school in Saint-Quentin, stuurdeerde hij rechten in Parijs en haalde zijn diploma. Zonder ook maar één van de Parijse musea bezocht te hebben, vertrok Henri Matisse in 1888 weer naar Cateau Cambresis, waar hij een administratieve baan bij de rechtbank wist te bemachtigen. In 1889 besloot hij een schildercursus in Saint-Quentin te volgen.
    n 1896 debuteerde Henri Matisse op de Salon de la Societé Nationale des Beaux-Arts. Van de vier werken werden er twee verkocht. Op voorspraak van Pierre Puvis de Chavannes werd Henri Matisse medelid van de salon. Hierdoor kon hij er in de toekomst exposeren zonder tussenkomst van een jury.
    Rond 1900 maakte Henri Matisse moeilijke tijden door. In 1898 trad Henri Matisse in het huwelijk met Amélie Parayee en dankzij haar inkomsten kon de kunstenaar zijn hoofd financieel boven water houden. In 1901 stopte zijn vader met het geven van een toelage.
    Salon d'Automne
    In 1903 behoorde Henri Matisse tot de oprichters van de Salon d'Automne. Een jaar later had Matisse een solotentoonstelling bij Ambroise Vollard. De tentoonstelling van de Salon d'Automne in 1905 werd een groot succes. De expositie sloeg in als een bom. Henri Matisse kreeg de bijnaam 'Le roi des fauves' (de koning van de wilde beesten).
    Henri Matisse (1869, Frankrijk) was een revolutionaire en invloedrijke kunstenaar uit het begin van de 20e eeuw. Hij is het meest bekend om zijn gebruik van expressieve kleuren en zijn fauvistische stijl. In zijn werken zocht hij naar een zo volmaakt mogelijke overeenstemming tussen kleur en vorm en wilde tot de essentie van het onderwerp komen. Hij was altijd opzoek naar de balans en een bepaalde sereniteit. Veel van zijn inspiratie haalde Matisse uit poëzie. Want net als kunst is poëzie intiem, sensueel en persoonlijk. Matisse werkte met allerlei verschillende disciplines: van schilderijen en sculpturen naar prints en collages. Hoewel zijn onderwerpen altijd traditioneel van aard waren – naakten, figuren in landschappen, portretten en interieurs, was hij een revolutionair en invloedrijke artiest door het gebruik van felle kleuren en overdreven vormen om emotie uit te drukken. De kunstenaar stond bekend als één van de merkwaardigste fauvisten. Het Fauvisme is een expressionistische stroming in de schilderkunst die in het begin van de 20e eeuw ontstond. Het Fauvisme kenmerkt zich door het gebruik van felle, nauwelijks gemengde kleuren. Deze stroming bestond onder andere uit de kunstenaars Kees van Dongen, André Derain en Georges Braque. Matisse wilde met zijn kunst vooral een gevoel overbrengen en niet zozeer een realistisch beeld scheppen.

    Maurice de Vlaminck lees meer
    * Maurice de Vlaminck (1876-1958) Franse kunstenaar De Franse kunstenaar Maurice de Vlaminck (1876-1958) werd geboren in Parijs. De Vlaminck was een kleurrijk persoon. Hij was als schilder autodidact en beoefende de wielersport, terwijl hij de kost verdiende met het geven van vioollessen. Hij schreef ook romans, gedichten en enkele essays.
    Invloed In Chatou maakte Maurice de Vlaminck in 1900 kennis met de kunstschilder André Derain en besloot ook kunstenaar te worden. Andere schilders als Kees van Dongen, Max Jacob en Pablo Picasso ontmoette hij in het café Azon. Aanvankelijk werd zijn werk sterk beïnvloed door Vincent van Gogh.

    Expressionisme lees meer
    *vanaf 1905: Het expressionisme van voor de tweede wereldoorlog is in grote lijnen een duidelijke voortzetting van de experimenten van de post-impressionisten. Het ging niet meer in eerste instantie om het overtuigend afbeelden van de zichtbare werkelijkheid. Veel belangrijker was de gedachte, of het gevoel, dat uit het werk naar voren komt. De kunstenaars waren in de eerste helft van de twintigste eeuw vooral bezig de dingen om hen heen steeds maar weer op een andere manier te bekijken en weer te geven. In 1911 wordt de term Expressionisme voor het eerst met betrekking tot de beeldende kunst gebruikt. In het begin doelde men met deze term eigenlijk alleen op een groep Duitse kunstenaars die vanaf 1905 werk maakten dat onder deze noemer kon vallen. Later werden ook andere kunstenaars tot het Expressionisme gerekend

    Expressionisme 2 lees meer
    n het Expressionisme (vooral 1910-1920) was men geïnteresseerd in het innerlijk leven: op een directe en spontane wijze wordt de gevoelswereld tot uitdrukking gebracht. De mens wordt afgebeeld zoals ze ook is beschreven door de vroege psychologie: geïsoleerd, hulpeloos in de greep van krachten die hij niet begrijpt, ten prooi aan innerlijke conflicten en spanningen. De angsten en irrationele driften van het onbewuste waar Freud over schreef, het gevoel en de emotie waren het uitgangspunt voor revolutionaire uitingsvormen. Intensiteit en wanhoop, maar ook hartstocht is kenmerkend voor het expressionisme. Een kunstwerk werd na 1900 het symbool van emoties en spanningen; dat is te zien in het werk van kunstenaars uit heel Europa. Maar vooral in Duitsland (met de kunstenaarsgroepen Die Brücke en Der Blaue Reiter), en in Frankrijk (het Fauvisme) is het Expressionisme sterk vertegenwoordigd.*Expressionisme Stroming in de 20ste eeuw. Had zijn hoogtepunt tussen 1905 1940, ongeveer maar leeft het ook nog in de hedendaagse tijd. Het was en reactie op het postimpressionisme, wat voor de 2e wereldoorlog was. Bij het postimpressionisme ging het er om, om een portret of landschap zo overtuigend mogelijk neer te zetten. In andere woorden het zo goed mogelijk neer zetten van de ZICHTBARE werkelijkheid. Bij het expressionisme ging het om een gedachte of een gevoel door het schilderij naar buiten te laten komen.
    - Begonnen in Duitsland> Die Brücke, Der Blaue Reiter, Die Neue Sachlichkeit.
    - Vooral in de schilderkunst was de stroming duidelijk te zien; kleur wordt gebruikt om gevoelens te weergeven.
    - Fauvisme: Fauves> Wilde dieren. Stroming van korte duur. Voorloper Paul Gauguin. Verwantschap aan het expressionisme. Kenmerken: Het gaat vooral om kleur> kleurpatronen, harde ongemengde pigmenten> intens, vlak> ook vaak geen perspectief vaak versimpelde beelden en er werd vaak ook niet natuurgetrouw geschilderd.
    Het expressionisme is begonnen in Duitsland waar vooral groepen zoals Die Brücke, Der Blaue Reiter en die Neue Sachlichkeit een grote rol in speelde. Wat je vaak in expressionistische werken ziet is dat ze vaak afwijken van de werkelijkheid. Kleur wordt ook vaak gebruikt om gevoelens te accentueren. Het perspectief wordt soms opzettelijk niet meer juist of helemaal niet toegepast. Het expressionisme kenmerkte zich door dyonische (appollinisch> Apollo, dyonische> Dyionysos) wat we al hebben geleerd bij Nederlands wat namelijk met het gevoel te maken heeft. Andere (mogelijke) vertalingen van het expressionisme zijn: extatisch, ondoordacht, geestesvervoering, onbeheerst en onrustig (zelfs soms dronkenschap!) Andere kenmerken zijn:
    - Felle kleuren
    - Grillige beelden
    - Slordig schilderwerk
    - Plat vlak> geen perspectief dus
    - Er wordt meer geschilderd vanuit het gevoel, het kind dan vanuit de ratio, de volwassene.

    Emil Nolde lees meer
    *Emil Nolde, pionier van het expressionisme Een storm van kleur In het Gemeentemuseum Den Haag kan deze lente het expressieve en kleurrijke werk van de vermaarde Duitse schilder Emil Nolde (1867-1959) worden bewonderd.(dit was in 2003) Zijn onderwerpen zijn zeer divers: het levendige Berlijnse uitgaansleven met zijn opera en theater, landschappen en zeestukken, zonnige bloemstukken, portretten van collega-kunstenaars en van zijn vrouw Ada, primitieve figuren geïnspireerd op exotische reizen, demonische fantasiefiguren met maskerachtige gezichten maar ook verfijnde bijbelse personages – en dit alles in een storm van kleur. Moeiteloos combineert hij, in grove penseelstreken, felle, intense kleuren tot schrille contrasten en komt daarmee tot emotioneel geladen schilderijen, een stijl die hij zijn leven lang zou uitdiepen.

    Egon Schiele lees meer
    *Egon SchieleOostenrijkse schilder en tekenaar, geboren in Tulln an der Donau in Neder-Oostenrijk op 12 juni 1890, overleden in Wenen op 31 oktober 1918.
    Egon Schiele behoort tot de belangrijkste vertegenwoordigers van het Oostenrijkse expressionisme (zie ook Sezession).
    Egon groeit op in een dienstwoning in het station van zijn geboortestad, waar zijn vader, Adolf Schiele, stationschef was. Als kind tekent hij, geïnspireerd door schetsen van zijn vader, locomotief- en wagonvormen met een verbazingwekkende technische precisie. De wereld van de spoorwegen, als synoniem voor het verlangen naar verre landen en reislust, fascineert Egon.

    De Ploeg lees meer
    *De Groninger kunstenaars vereniging De Ploeg werd op 14 juni 1918 opgericht. De initiatiefnemers waren de Groningse kunstenaars Jan Wiegers en Willem Reinders, samen met Jan Altink, Johan Dijkstra en H. Benes. Jan Altink bedacht de naam en zei daarover het volgende: "Omdat er in Groningen niet zoveel te doen was op kunstgebied dacht ik aan ontginnen, het omwoelen van de aarde en dus ook aan ploegen. Vandaar de naam De Ploeg".
    In de kunstwereld van Groningen waren belangrijke veranderingen in de beeldende kunst vanaf circa 1906 nauwelijks tot uiting gekomen. Met de komst van De Ploeg zou daar verandering in moeten komen. Het Groninger land was vergeleken met het westelijke deel van het land erg achtergesteld qua kunst en daar wilde deze kunstenaars duidelijk wat aan gaan doen.
    Er moest naar nieuwe mogelijkheden worden gezocht, oude tradities moesten losgemaakt en afgeschud worden om zo nieuwe wegen in de schilderkunst tot stand te laten komen. De kunst werd volgens hun té veel bepaald door de oude tradities van de vorige generatie. Ook een al langer bestaande kunstenaarsvereniging Pictura bood, hoewel die aandacht schonk aan de moderne kunst, aan kunstenaars als Wiegers, Jordens,
    Martens, Dijkstra en Altink weinig perspectief.
    De belangrijkste drijfveer achter de oprichting was ook om de kansen op expositiemogelijkheden te vergroten. De Ploeg wilde kunstenaars die werkzaam waren in verschillende kunstrichtingen de mogelijkheden bieden tot het exposeren van hun werk. Een tweede doelstelling was om het Groninger land open te stellen voor de moderne kunst. Om dit te bereiken wilde men geregeld exposities en bovendien ook manifestaties en lezingen houden.
    De hoogtepunten van De Ploeg liggen tussen de beide wereldoorlogen in, met name tussen de jaren 1922 tot 1928. In deze jaren zijn door De Ploeg dan ook de belangrijkste publikaties uitgegeven
    Kunstenaarsvereniging De Ploeg werd in 1918 opgericht als reactie op het artistieke klimaat in de stad Groningen. Een aantal jongere kunstenaars was van mening dat de mogelijkheden om te exposeren en zich te ontwikkelen te beperkt waren. Zij hoopten door samenwerking tentoonstellingen te kunnen organiseren van de leden en daarnaast kunstenaars en publiek kennis te laten maken met nieuwste ontwikkelingen op het gebied van beeldende kunst, architectuur, literatuur in de vorm van exposities en lezingen. Tot de initiatiefnemers behoorden Jan Wiegers, Johan Dijkstra, George Martens en Jan Altink. De laatste bedacht de verenigingsnaam. Hij oordeelde dat in Groningen ten aanzien van moderne kunst nog veel terrein moest worden ontgonnen en stelde daarom de naam De Ploeg voor.

    Jan Altink lees meer
    *Jan Aaltink Toen het expressionisme Groningen bereikt had was Jan Altink al ruim de dertig gepasseerd en met Jan Jordens en Hendrik Werkman een van de oudere leden van De Ploeg. Hij werkte tot dan toe voornamelijk in een meer naturalistisch-impressionistische wijze. Onder invloed van het expressionistisch geestdrift veranderden ook zijn techniek en palet; olieverf werd vermengd met was en benzine, de penseelvoering werd vrijer en de kleuren werden sprekender. Anders dan de meer gedreven en avontuurlijk ingestelde Wiegers, die in sommige gevallen wat kleurstelling en schriftuur betreft de heftigheid van de Duitsers benaderde, bleef het werk van Altink ingetogen van aard. Zijn in zich zelf gekeerde karakter leent zich niet voor het bruisende, onstuimige expressionisme. Bovendien weerhoudt Altinks eerbied vóór, en emotionele verbondenheid mét de te schilderen onderwerpen hem ervan zich te mengen in al te subjectieve abstraheringen en kleurfestijnen.
    Met name Altink bereikte in zijn 'plein-air'-schilderingen prachtige resultaten. Op een treffende wijze wist hij de karakteristieken van het Groninger landschap weer te geven. Om de suggestieve kracht van zijn landschappen optimaal te laten zijn, ontwikkelde Altink een aantal beeldende 'kunstgrepen' die vooral in de schilderijen gemaakt rond 1925, wat kwaliteit en produktie betreft een topjaar, goed tot hun recht kwamen. Altink plaatste de horizon in zijn landschappen bij voorkeur hoog, waardoor hij nadruk kon leggen op datgene wat zich onder de horizon bevond; het Groningerland waarmee de schilder zo'n enorme verbondenheid voelde. Het verbeelden van een hoge horizon werd wel gedaan in de Nederlandse landschapsschilderkunst, maar werd sinds Ruysdael en tijdgenoten vrij uitzonderlijk. Bij Altink werd het een uiterst functioneel onderdeel van zijn artistiek repertoire. In het schilderij 'Koopvrouw op landweg', dat hij 1925 schilderde, is dit kenmerk heel goed terug te vinden.

    Johan Dijkstra lees meer
    *Dijkstra, Johannes, kunstschilder (Groningen 23-12-1896 - Groningen 21-2-1978). Zoon van Derk Dijkstra, huisschilder, en Elizabeth Bousema. Gehuwd op 21-3-1922 met Maria van Veen. Uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren.
    Dijkstra volgde na de ULO de driejarige HBS in Groningen. Zijn moeder had hem een carrière in de handel toegedacht. Intussen volgde hij de woensdag- en zaterdagmiddagcursus van Academie Minerva, de Groningse academie van beeldende kunsten. In tegenstelling tot de oorspronkelijke plannen volgde hij hier, na de HBS, de opleiding MO tekenen(1915-1919). In 1918 was hij medeoprichter van de Groningse kunstenaarsvereniging De Ploeg. Hij studeerde in 1919/1920 aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, waar hij zich o.a. in de schilderkunst bekwaamde. De lessen in monumentale kunst van R.N. Roland Holst waren essentieel voor zijn latere ontwikkeling. In 1920 vestigde hij zich, terug in Groningen, aan de Spilsluizen, waar de met hem bevriende architect Evert van Linge een atelier voor hem bouwde. Dijkstra leefde in deze periode vooral van het vervaardigen van illustraties en reclamekunst. Bovendien schreef hij, als secretaris van De Ploeg, regelmatig artikelen in verschillende kranten en tijdschriften. Hij zou zijn hele leven een actief publicist over kunst blijven. In 1926 werd hij leraar bij De Linetreckers, een tekenvereniging van Groningse studenten.

    Hendrik Werkman lees meer
    *Werkman zal in de eerste helft van het jaar 1923 geweest zijn, dat de eerste ‘druksels' van Hendrik Nicolaas Werkman zijn ontstaan. Werkman was in 1908 een eigen drukkerij in Groningen begonnen en verkeerde daarna in ernstige zakelijke moeilijkheden. Hoewel zijn vroegere drukkerij zeer goed bekend stond, had Werkman zich als commerciële drukker niet echt onderscheiden. Vanaf 1923 zou dat veranderen. Toen begon hij te experimenteren met materialen uit de drukkerij. Hij maakte bij zijn experimenten geen gebruik van de regels binnen het drukkersvak. Zo bestond er verschil in grootte van de spaties tussen letters en woorden. De ‘druksels' van Werkman worden dan ook meestal tot de prentkunst gerekend. Werkman voerde later zelf de term ‘druksels' in, ter onderscheiding van het echte ‘drukwerk' wat hij trouwens ook wel deed. Het zijn vooral de druksels en het daaraan verwante drukwerk waarmee Werkman zich aan de hand van steeds weer nieuwe ontdekkingen ontwikkelde en zich als beeldend kunstenaar uitte. Meer dan met zijn schilderijen, die hij al sinds 1917 schilderde, zou Werkman zich hiermee een plaats verwerven in de geschiedenis van de Nederlandse kunst van de eerste helft van de 20e eeuw.
    Werkman maakte, waarschijnlijk door De Ploeg, kennis met de vele internationale avant garde-tijdschriften, die rond 1920 bestonden. Hij kwam op het idee zelf ook een dergelijk tijdschrift te maken, waarin hij zowel beeldend als typografisch zou kunnen experimenteren. Eerst verspreidde hij het tijdschrift alleen in eigen kring, maar op een gegeven moment ontstond er ook een brede, internationale uitwisseling. In de jaren twintig kreeg Werkman contact met een aantal kunstenaars en uitgevers, die nu tot de groten van de toenmalige avant garde worden gerekend. Hoewel hij het zelf nooit toegeven heeft ontbrak het Werkman in zijn eerste jaren als kunstenaar niet aan internationale contacten

    Jan Wiegers lees meer
    *Jan Wiegers Jan Wiegers leerde het gebruik van de kleurenleer door zijn vriendschap met Kirchner. Ze pasten goed bij de moderne, expressionistische manier van schilderen van De Ploeg. De kunstenaars gebruikten de complementaire kleuren, de karakteristieke en harmonische combinaties. Daarbij worden de kleuren zo fel mogelijk direct naast elkaar gezet. Ze roepen sterke [ complementaire ] nabeelden op, die dus niet meer geschilderd hoeven te worden. In 1920 reisde Jan Wiegers om gezondheidsredenen af naar Davos. Tijdens zijn kuurperiode, die ongeveer een jaar duurde, kwam hij in contact met de Duitse kunstenaar Ernst Ludwig Kirchner Wiegers was al vóór het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in Duitsland geweest en had toen ook al kennis gemaakt met het werk van Duitse expressionisten als Kirchner, Schmidt-Rottluff, Heckel, Pechstein en Nolde. Ook zijn bezoeken aan Amsterdam en Rotterdam, wat voor en tijdens de oorlog belangrijke centra van moderne kunst in Nederland waren, had hem in contact gebracht met eigentijdse richtingen. Vooral zijn enthousiasme en vooruitstrevende ideeën waren het die tot de oprichting van De Ploeg hebben geleid. In de periode van 1918 tot 1920 is in zijn werk een expressionistische stijl te herkennen. In Zwitserland vindt hij de harde wijze van werken gekoppeld aan een heldere creatieve opvatting waar hij en de andere Ploeg kunstenaars naar op zoek waren. Bij zijn terugkomst in Groningen introduceerde hij zijn nieuw verkregen opvattingen en vanaf 1921 richtte de schilderkunst van De Ploeg zich dan ook in de richting van een op het Duits expressionistische lijkende

    Die Brucke lees meer
    *Die Brücke Expressionisme (en het fauvisme)
    Die Brücke was een groep expressionistische kunstenaars uit de Duitse stad Dresden. Vier studenten aan de Technische Hochschule te Dresden, (Ernst-Ludwig Kirchner, Fritz Bleyl, Karl Schmidt-Rottluff en Erich Heckel), riepen in 1905 de Künstlergemeinschaft Die Brücke in het leven. Even later sloten Max Pechstein, Otto Müller, Axel Gallén-Kallela en Cuno Amiet zich bij dit viertal aan. Oorspronkelijk was het de bedoeling gezamenlijk te werken, om zich los te maken van de uitgehold geachte academische stijltheorieën. Door deze collectiviteit blijft ontwikkeling van een eigen stijl lang uit, en is het soms moeilijk de werken uit een bepaalde periode aan de kunstenaars toe te schrijven. Vooral Kirchner en Heckel werkten erg overeenkomstig.

    Erich Heckel lees meer
    *Erich Heckel 1883-1970 richt op 7 juni 1905 samen met Kirchner, Karl Schmidt-Rottluff en Bleyl Die Brucke op. zie hier Zittend Kind

    Ernst Ludwig Kirchner lees meer
    *KIRCHNER, Ernst Ludwig Duitse schilder (1880-1938) (* 6-5-1880, Aschaffenburg - † (zelfmoord) 15-6-1938, Frauenkirch bij Davos.)
    Duits schilder, aquarellist, tekenaar, graficus, beeldhouwer en textielontwerper, studeerde architectuur te Dresden, maar ging in 1903 schilderkunst studeren in München. In 1905 was hij een van de stichters van Künstlergemeinschaft Die Brücke, waarvan hij in 1906 het program formuleerde. In 1911 vestigde hij zich met Erich Heckel en Karl Schmidt-Rottluff in Berlijn. In 1912 kreeg hij samen met Heckel opdracht tot het schilderen van een 13 m hoog fresco in de kapel van de beroemde Sonderbundausstellung te Keulen (later verwoest). Kirchner was geestelijk sterk betrokken bij de spanningen voor, tijdens en na de Eerste Wereldoorlog (Der Maler als Soldat, 1915, Allen Memorial Art Mus., Oberlin, Ohio); na een totale ineenstorting werd hij in 1915 uit de dienst ontslagen en in 1917 ging hij om gezondheidsredenen naar Davos in Zwitserland, in welk land hij zich in 1918 definitief vestigde. Hij heeft sterk geleden onder de cultuurpolitiek van het Derde Rijk (in 1937 werden 600 van zijn ‘entartet’ verklaarde werken in Duitsland vernietigd; zie Entartete Kunst). Hij pleegde zelfmoord.
    Kirchner wordt beschouwd als de belangrijkste Duitse expressionist (zie expressionisme). Zijn bewondering voor de Afrikaanse kunst bracht hem ertoe in zijn werk anatomische deformaties toe te passen. Bestudering van de vroege Duitse houtsneden en van Dürers werk, alsmede de ontdekking van de Japanse houtsneden gaven hem sterke impulsen bij het ontwikkelen van een eigen stijl in zijn ruim 2000 werken omvattend grafisch oeuvre. Ondanks verscheidene stijlveranderingen schiep hij een onverwisselbaar oeuvre, waaronder wat de schilderijen betreft: boeiende en met psychologisch inzicht gemaakte portretten, eveneens van een scherpe blik getuigende straatscènes in hoekige vormen en donkere arceringen en zonder perspectief, alsmede, in Zwitserland, monumentale, kleurrijke landschappen. Onder het pseudoniem Louis de Marsalle schreef hij artikelen over zijn werk. Het Städelsches Museum in Frankfurt am Main bezit een grote collectie van Kirchners werk. In Kirchners woonhuis bij Davos bevinden zich zijn houtsculpturen en zelf

    Kubisme lees meer
    * Wat is kubisme? Het kubisme is een kunstrichting, die in het begin van de 20e eeuw (±1907) ontstaan is. Voorloper in de 19e eeuw was Paul Cézanne, die in zijn werken tussen 1882 en 1895 een bepaalde weg aangaf. Deze weg is door Georges Braque en Pablo Picasso, de twee belangrijkste vertegenwoordigers van het kubisme, verder bewandeld, nadat zij in 1907 met de werken van Cézanne hadden kennis gemaakt.
    Naam De naam kubisme wordt aan verschillende personen toegeschreven. Allereerst aan de criticus, tevens dichter, Guillaume Apollinaire. Hij gebruikte deze naam nog niet in het voorwoord in de catalogus van de tentoonstelling van Georges Braques schilderijen, die bij Daniel-Henry Kahnweiler in de Rue Vignon te Parijs van 9 t/m 28 november 1908 werden geëxposeerd. Op twee schilderijen na waren de werken van Braque geweigerd door de jury van de Salon d'Automne, waarin Matisse, Marquet en Rouault zitting hadden. Braque trok alle schilderijen terug van de tentoonstelling en Kahnweiler zegde een tentoonstelling toe. Pas in 1913 in zijn boek Les peintres cubistes gebruikte Apollinaire het woord cubist.

    Kubisme lees meer
    *KUBISME, Naam en ontstaan
    Kubisme is de beweging die in 1907 door George Braque en Pablo Picasso werd ontwikkeld. Het is Louis Vauxcelles die, op de tentoonstelling van Braque van 1908 de spotnaam 'cubes' gebruikt. Daaruit ontstond de naam kubisme. Een jonge kunsthandelaar D.H. Kahnweiler verdedigt in zijn Parijse galerij de kubisten. Als reactie op de fauven richten de kubisten alle aandacht op de vorm. De kleur is bijkomstig. De ontdekking van de primitieve kunst, de retrospectieven van Seurat en Cézanne bereiden het klimaat voor. In 1907 maakt Picasso zijn Demoiselles d'Avignon waarvan de vormen in facetten schijnen uitgehakt. Alleen de tekening zonder schaduwspel, duidt de vorm aan. Hij komt in contact met Braque en samen ontwikkelen ze een stijl, die zo nauw verwant is, dat ze sommige werken zelfs niet tekenen om zich aldus niet te onderscheiden.

    Kubisme 2 lees meer
    *Kubisme is een schilderstijl binnen de moderne kunst van het begin van de 20e eeuw. Het kubisme was het meest populair in de periode van 1906 tot 1920. De Kubisten hadden een ander kijk op het leven, ze wilden het leven niet meer afbeelden naar de werkelijkheid maar op een andere manier.
    Het woord kubisme Het woord stamt af van het Latijnse woord: ‘kubus’, dit betekent: ‘dobbelsteen’. De dobbelsteen wordt vaak gebruikt bij het maken van de schilderijen. Het is Louis Vauxcelles, een kunstcriticus, die op de tentoonstelling van de beroemde schilder Braque in 1908 de spotnaam 'cubes' gebruikt. Hij noemde de werken van Braque ‘bizarreries cubiques.’ Daaruit ontstond de naam kubisme.

    Georges Braque lees meer
    *Georges Braque (1882-1963) Franse kunstenaar De Franse kunstenaar Georges Braque (1882-1963) werd geboren in Argenteuil-sur-Seine. Braque groeide op in de havenstad Le Havre, waar hij de avondklas van de kunstacademie bezocht. Bovendien volgde hij een opleiding tot huisschilder. In 1900 vestigde hij zich in Parijs en sloot vriendschap met de kunstenaar Francis Picabia.
    Kubisme In Parijs bezocht Georges Braque de academie van Humbert en de Academie voor Schone Kunsten. In 1908 sloot hij zich aan bij de kunstenaarsbeweging de Fauves. Met Othon Friesz bezocht hij Antwerpen, waar hij havenscènes schilderde.
    Op de tentoonstelling van de Onafhankelijken werd hij door Guillaume Apollinaire geïntroduceerd bij Pablo Picasso. Samen met Pablo Picasso zou Georges Braque de grondlegger zijn van het kubisme.
    In 1908 schilderde hij zijn beroemde werk "Bomen bij l'Estaque". Vauxelles was de eerste, die de term kubisme gebruikte om het werk van Georges Braque te omschrijven. Later dat jaar vond de eerste solo-tentoonstelling plaats in de galerie van Daniel Henry Kahnweiler.

    Juan Gris lees meer
    *Juan gris (Madrid 23 maart 1887 - Parijs 11 mei 1927). (Pseudoniem voor José Victoriano Gonzalès). Juan Gris volgde een opleiding tot ingenieur maar ging in 1904 over tot de kunstopleiding in Madrid en verdiende zijn geld met het tekenen voor humoristische tijdschriften.
    In 1906 kwam hij naar Parijs, waar hij ging wonen in 'Bateau-Lavoir' de naam juan gris aannam en zich volledig op de schilderkunst toelegde. Hier ontmoette hij o.a. pablo picasso, Max Jacob en apollinaire. Aanvankelijk stond hij sterk onder de invloed van de jugendstil en deed vnl. illustratief werk; ook gedurende de eerste jaren van zijn verblijf in Parijs voorzag hij in zijn onderhoud door het leveren van tekeningen voor humoristische bladen. In 1911 maakte hij zijn eerste olieverfschilderingen, die met hun methodische en logische opbouw van grote invloed zouden zijn op de verdere ontwikkeling van het kubisme.

    Juan Gris 2 lees meer
    * Juan Gris werd in 1887 geboren in Madrid als dertiende van in totaal veertien kinderen. Zijn artistieke training kreeg hij, toen hij tussen de 16 en 18 jaar oud was en technisch tekenen studeerde. In zijn jeugd maakte hij vele humorvolle schetsen, die in verschillende bladen in Madrid gepubliceerd werden. Toen hij 19 was, vluchtte de jonge Juan Gris echter weg uit zijn moederland uit angst voor een militaire oproep. Hij ging naar het drukste kunstcentrum van die tijd, Parijs. Hier begon Gris zijn artistieke vaardigheden verder te ontwikkelen, terwijl hij zich in de kringen bevond van de grote kunstenaars uit de 20e eeuw en leerde van zijn tijdgenoten.

    Fernand Leger lees meer
    *Jules Fernand Henri Léger Frans kunstschilder geboren 4 februari 1881 te Argentan (Normandië) - overleden 17 augustus 1955 in Parijs. Aanvankelijk was Léger werkzaam als bouwkundig tekenaar te Parijs. Hij werd beïnvloed door Cézanne, Matisse en Rousseau. In 1908 begon hij te schilderen.

    Pablo Picasso lees meer
    *biografie Picasso
    1881 Geboorte van Pablo Ruiz Picasso in Malaga. Hij is het eerste kind van José Ruiz Blasco, van Baskische oorsprong, schilder, leraar tekenen en conservator van het gemeentelijke museum, en de Andalusische Maria Picasso Y Lopez ETCETCETC.

    Pablo Picasso 2 lees meer
    *Pablo Picasso is geboren in Málaga in 1881 en overleed in 1973 aan een longontsteking. Zijn volledige naam is Pablo Diego Jose Francisco de Paula Juan Nepomuceno Crispin Crispiniano de la Sentissima Trinidad Ruiz Picasso. Picasso was een Spaans kunstschilder, tekenaar, beeldhouwer, grafisch kunstenaar en keramist. Hij was tevens één van de bekendste Spaanse kunstschilders aller tijden.
    Toen Picasso jong was kon hij al goed tekenen. Zijn vader was kunstenaar en zo werd hij al op jonge leeftijd aangemoedigd om ermee door te gaan. Picasso was het eerste kind van José Ruiz Blasco en María Picasso López en kreeg volgens traditie zijn heilige voornamen welke Pablo, Diego, José, Francisco de Paula, Juan Nepomuceno, María de los Remedios, Cipriano de la Santísima Trinidad zijn. In Spanje krijg je zowel de Vader als moeder achternaam, Hiermee kreeg Picasso de namen Ruiz en Picasso. Het rare was dat hij zijn moedersachternaam gebruikte i.p.v. zoals hoort zijn vaders achternaam.
    Pablo Picasso (1881-1973) kreeg al op jonge leeftijd les van zijn vader, die tekenenleraar was. Op zijn twaalfde ging hij naar de Lonja, een kunstschool, in Barcelona en daarna, in 1897 naar de Academia Real in Madrid. In 1900 reisde Picasso voor het eerst naar Parijs. Daar ontdekte hij nieuwe mogelijkheden op het gebied van kleurgebruik, vooral dankzij het werk van Van Gogh en Gauguin. Na de zelfmoord van een goede vriend, Casagemas, in 1901 werd somber blauw de dominante kleur in Picasso’s schilderkunst, tot 1904, de Blauwe Periode. Daarna schakelde de kunstenaar over op een warmer palet met roze tinten – de Roze Periode, van 1904 tot 1906. In de zomer van 1906 verbleef hij in het afgelegen Noord-Spaanse dorp Gosol, waar hij zijn eerste stappen zette op de weg naar het kubisme. Geïnspireerd door Cézanne en Afrikaanse beelden experimenteerde hij met geometrische vormen. Eind 1906 begon Picasso aan een groot schilderij dat later bekend werd als Les Demoiselles d’Avignon, met daarop een groep prostituees met gedeformeerde lichamen en maskerachtige gezichten. De zomer van 1909 bracht hij door in het Catalaanse Horta de Sant Joan. Samen met Georges Braque ontwikkelde hij in de daarop volgende jaren het kubisme, waarbij zij het gebruikelijke perspectief verlieten en objecten vanuit verschillende gezichtspunten weergaven. In 1912 maakten Picasso en Braque hun eerste collages, waarbij zij krantenknipsels en andere materialen in hun schilderijen integreerden. In 1917 bezocht Picasso Italië en werkte hij met Sergej Diaghilev aan het ballet Parade.

    Pablo Picasso 3 lees meer
    * Pablo Ruiz Picasso werd op 25 oktober 1881 geboren in Plaza de la Merced, Malaga, in Spanje. De geboorte verliep moeizaam en het schijnt dat de baby sigarenrook in zijn neus geblazen kreeg om zijn ademhaling op gang te brengen, Picasso was de enige zoon van de familie en zijn knappe verschijning en vroeg ontwikkelde talenten deden hem algauw wennen aan lofprijzingen en liefde; dit zou zijn hele leven zo blijven. Picasso's vader, Jose Ruiz Blasco, was ook een kunstenaar - stillevens van dood wild en bosjes seringenbloesem waren zijn specialiteit -, maar om rond te komen gaf hij tekenles en was hij curator van het plaatselijke museum. Zowel Don Jose als Picasso's moeder, Maria Picasso Lopez, moedigden de artistieke ambities van hun zoon aan, toen hij al zeer jong bijzonder getalenteerd bleek te zijn. Later nam Picasso zijn moeders naam aan, omdat 'Ruiz' in zijn streek veel
    En verder alles over hem

    Der Blaue Reiter lees meer
    *Der Blaue Reiter (de blauwe ruiter) bestond uit een kleine groep kunstenaars in Duitsland, die van ongeveer 1911 tot 1914 bestond .
    De nieuwe kunstideeën werden geformuleerd in de uitgave van een almanak "Der Blaue Reiter". De naam is afgeleid van de omslag van deze almanak, waarop het schilderij "Der Blaue Reiter" van Kandinsky uit 1903 te zien is.Het schilderij werd ook het logo voor de kunstgroepering/stroming "Der Blaue Reiter" waar Kandinsky ook aan deelnam. Emotie werd als het voornaamste element van het beeldend vormgeven gezien.
    Der Blaue Reiter De relatie tussen beeldende kunst en andere kunstuitingen heeft reeds lang mijn belangstelling. Toen ik enkele jaren geleden kennismaakte met de Russische schilder Wassily Kandinsky werd mijn aandacht meteen getrokken door het element synthese in zijn denkbeelden. Sindsdien verdiep ik mij in Kandinsky's 'verlangen' naar synthese en de betekenis die dit had voor zijn werk. Ik begon mijn bevindingen op te schrijven en werk momenteel aan een manuscript voor een essay over het onderwerp. Zonder over synthese en het daarmee verbonden verschijnsel synesthesie in detail te treden heb ik voor dit artikel op Dekunsten uit mijn manuscript geput. In mijn zoektocht kwam ik Der Blaue Reiter tegen, de kunstenaarsgroep die Kandinsky samen met Franz Marc oprichtte in 1911.
    Van landschap naar compositie Reeds als kind ontwikkelde Kandinsky een talent om kleuren in zich op te nemen. Ook zijn voorstellingsvermogen en visuele geheugen waren reeds in zijn jeugd sterk ontwikkeld. Dit levendige waarnemingsvermogen zou hem op zijn artistieke pad begeleiden. In 1895 zag hij in Sint Petersburg Monets Hooimijten in Giverny. Tot dat moment dacht Kandinsky dat een schilder niet het recht had om op zo'n onduidelijke manier te schilderen, maar nu ontdekte hij dat de kracht van kleuren een voorwerp overbodig kan maken. Het was zijn eerste bewuste kennismaking met abstractie in de kunst. Niet lang daarna, in 1896, verliet Kandinsky Moskou en vestigde hij zich in München

    Wassily Kandinsky lees meer
    *Wassily Kandinsky (1866-1944) Russische kunstenaar
    De Russische kunstenaar Wassily Kandinsky werd in 1866 geboren in Moskou. Kandinsky volgde een economie- en rechtenstudie aan de universiteit van Moskou en werd in 1893 door de rechtenfaculteit van deze universiteit verzocht docent te worden.
    Duitsland In 1896 verhuisde Wassily Kandinsky naar München in Duitsland, waar hij een kunststudie aan de particuliere school van Azbè begon. Kandinsky volgde onder meer onderricht bij Franz von Stuck. In deze periode raakte hij bekend met Alexej Jawlensky en Marianne Werefkin. In 1901 behoorde Wassily Kandinsky tot de oprichters van de kunstenaarsgroep Phalanx.
    Tussen 1903 en 1908 maakte de kunstschilder vele reizen, waarbij onder meer Nederland, Rusland, Frankrijk, Italië en Zwitserland werden bezocht. Bovendien was werk van hem te zien op de tentoonstelling van de Onafhankelijken in Parijs in 1905.
    Der Blaue Reiter
    Wassily Kandinsky vestigde zich met Gabriele Münter in 1908 in München. In deze stad trof hij de kunstenaars Alexej Jawlensky, Marianne Werefkin, Franz Marc en later ook August Macke. Een jaar later werd Kandinsky voorzitter van de kunstenaarsgroep Neue Künstlervereinigung München. In 1911 trad hij uit deze groep en richtte met Franz Marc Der Blaue Reiter op. In 1912 publiceerde hij het boek "Über das Geistige in der Kunst" en een jaar later nam hij deel aan de Eerste Duitse Herfstsalon in Berlijn.
    Tot 1909 schilderde Kandinsky vooral Russische scenes, legenden, portretten en landschappen in olieverf en tempera. Ook maakte hij houtsnedes, schreef gedichten en maakte ontwerpen voor het toneel.
    werk in Boijmans van KandinskyVan Wassily Kandinsky bezit het museum in totaal dertien werken, beginnend met een vroege, sprookjesachtige voorstelling uit 1904 en eindigend met een doek uit 1935 in de voor die periode zo kenmerkende, organisch abstracte vormentaal. Hoogtepunt in de collectie vormt Lyrisches uit 1911, waarin een ruiter, een in deze jaren door Kandinsky zeer geliefd motief, het centrale thema vormt. Met behulp van enkele expressieve lijnen en immateriële kleurwolken roept hij in dit werk, dat zich bevindt op de grens tussen abstractie en figuratie, de sensatie op van snelheid in een onmetelijke ruimte.
    Het schilderij werd vóór 1921 aangekocht door de vooruitstrevende verzamelaarster Marie Tak van Poortvliet. Mede dankzij haar contacten met de Berlijnse galeriehouder en uitgever Herwardt Walden kwam zij in het bezit van een aantal meesterwerken. Daarvan legateerde zij Kandinsky's Lyrisches, Het Lam van Franz Marc en Ober-Weimar van Feininger in 1936 aan Museum Boijmans.

    August Macke lees meer
    *August Macke (1887-1914) Duitse expressionist De Duitse expressionist August Macke werd in 1887 geboren in Meschede in het Sauerland. Hij studeerde van 1904 tot 1906 aan de kunstacademie en de kunstnijverheidsschool in Düsseldorf. In deze stad was Macke enige tijd werkzaam als ontwerper voor diverse theatervoorstellingen. In 1905 maakte Macke zijn eerste reis naar Italë. Een jaar later verbleef hij onder meer in België, Nederland en Engeland. In Parijs raakte Macke bekend met het impressionisme en het fauvisme
    De kunstenaar reist in de jaren, dat hij studeert, naar Italië, België, Nederland en Groot-Brittannië. In 1908 verblijft hij voor een lange periode in Parijs, waar hij onder de indruk raakt van het kleurgebruik van de impressionisten. In hetzelfde jaar vestigt hij zich vervolgens in Zuid-Duitsland in Tegernsee ten zuiden van München. Hier komt hij in contact met de kunstenaars van de Neue Künstlervereinigung. Deze vereniging werd in 1909 opgericht door Wassily Kandinsky en andere kunstenaars als tegenwicht voor de conservatieve gevestigde kunstwereld. Kunstenaars als Gabriele Münter, Alexej von Jawlensky en Alfred Kubin waren lid. De vereniging was een voorloper van 'Der Blaue Reiter' - welke naast kunstenaarsvereniging Die Brücke uit Noord-Duitsland - geldt als de belangrijkste kunstenaarsvereniging van het Duitse expressionisme. Macke raakt binnen de vereniging goed bevriend met Franz Marc, voor de rest van zijn korte leven. In 1911 draagt Macke bij aan de door Kandinsky en Marc samengestelde almanak van Der Blaue Reiter. Hij doet tevens mee aan de eerste expositie van de nieuwe vereniging in de Thannhauser Galerie te München, in december 1911.
    Macke verhuist in 1911 van Tegernsee naar Bonn en werkt daar mee aan de realisatie van de Sonderbundtentoonstelling te Keulen van 1912. Deze tentoonstelling wordt wel beschouwd als de belangrijkste tentoonstelling van de toenmalige Europese avant-garde, uit de periode voor de Eerste Wereldoorlog. Geëxposeerd werden ruim 600 schilderijen, sculpturen en tekeningen van kunstenaars uit zeven landen. Cézanne, Gauguin, Van Gogh, Munch en Picasso, waren met de meeste werken vertegenwoordigd. Kunststromingen en stijlen als het expressionisme, het fauvisme en het kubisme stonden er in de schijnwerper. In het jaar van de Sonderbundtentoonstelling gaat Macke opnieuw naar Parijs in gezelschap van Franz Marc, waar hij onder andere de kunstenaar Robert Delaunay leert kennen, De invloed van diens orfisme, een variant op het kubisme van Braque en Picasso, wordt vervolgens duidelijk zichtbaar in het werk van Macke. In 1913 is Macke de initiatiefnemer van een tentoonstelling in Keulen van de 'Rijnlandse expressionisten', waar opnieuw het werk is te zien van een groot aantal Europese avant-garde kunstenaars. In de werken van zijn laatste twee levensjaren staat de mens centraal. Hij schildert statisch ogende motieven als dames, die de etalages van modewinkels bekijken, baadsters, mensen op terrassen van restaurants en cafés en natuurwandelingen. In zijn werk, dat in duidelijke van kleurwisselende driehoekvormige vlakken en verticale banen is opgebouwd, gaat het de schilder in de eerste plaats om heldere kleur en het licht. In het laatste jaar van zijn leven maakt Macke nog een studiereis van drie weken naar Tunesië met Paul Klee en Louis Moillet. Hij maakt felgekleurde studies in aquarel - zie de afbeelding Kairouan (III) - en foto's en tekeningen, waarop hij na thuiskomst nog een groot aantal olieverfschilderijen baseert, voordat hij in september 1914, als de oorlog nog maar net drie weken oud is, sneuvelt aan het Frans-Duitse Westelijk front

    Franz Marc lees meer
    *Franz Marc Museum Franz Marc werd geboren op 8 februari 1880 in Munchen. Zijn vader was schilder en zijn moeder was oorspronkelijk afkomstig uit de Elzas, maar ze was opgegroeid in Zwitserland. In tegenstelling tot velen kon hij wel rekenen op begrip vanuit het thuisfront. Toen Marc op de middelbare school zat, besloot hij om toch theologie te studeren in plaats van kunst. Op zijn 19de koos Marc er dus voor om filosofie te volgen aan de universiteit in Munchen. Hij moest wel eerst zijn militaire dienstplicht vervullen.
    In 1900, na zijn militaire dienst besloot hij uiteindelijkom in de voetsporen van zijn vader te treden en kunstenaar te worden. Hij schreef zich in op de Kunstacademie in zijn geboorteplaats. Nadat hij een deel van zijn studies had afgerond, reisde hij naar Parijs. Hij had er een diepe indruk gekregen van de kunst, namelijk het impressionisme. Hij ging weer naar Duitsland en raakte daar in een depressie.
    In 1907 trouwde hij met Marie Schnür. Het huwelijk hield echter niet lang stand. In 1909 verhuisde hij naar Sindelsdorf.
    Na enkele jaren keerde hij terug naar Parijs en vond dat hij rust had gevonden in de impressionistische schilderijen. Je ziet hier ook heel wat sporen van in zijn werk. Hij leerde Macke kennen en vond hem heel erg boeien wijs voor zijn leeftijd. In 1911 sloot hij zich aan bij de Neue Künstlervereinigung München omdat hij deze expositie, die aangevallen werd door critici had verdedigd.
    Ondertussen had Marc zijn kunst ontwikkeld tot een mengeling van romantiek, expressionisme en symbolisme. Franz Marc schilderde vooral dieren omdat hij in hen zuiverheid en eenheid met de natuur zag, iets wat de mens kwijt was geraakt.
    In een brief aan Macke schreef hij het volgende: "Blauw is het mannelijk principe - hard, verstandelijk en spiritueel. Geel is het vrouwelijk principe - zacht, blijmoedig en zinnelijk. Rood is de materie, grof en zwaar, de kleur die altijd tegenover de beide andere gesteld moet worden en overwonnen moet worden."

    Malevich lees meer
    * Kazimir Malevich Russisch schilder, geboren 23 februari 1879 Kiev - overleden 15 mei 1935 Leningrad (Sint-Petersburg). De Rus Kazimir Severinovitsj Malevitsj was een Oekraïens kunstschilder die grote bekendheid in West-Europa kreeg als docent en als theoreticus van de moderne kunstrichtingen constructivisme en suprematisme. Kazimir Malevitsj is één van de grondleggers van de abstracte-kunst. Zijn schilderij 'wit vierkant tegen witte achtergrond' (ca. 1918) staat bekend als 'het ultieme abstracte schilderij'.

    Kazimir Malevich (1879-1935). De Russische schilder Kazimir Severinovich Malevich (ook geschreven als Malewitsch, Malewitz, Malevitch of Malevitsj) werd op 11 februari 1879 [Pas in 2004 vastgesteld dat 1878 onjuist was] te Kiev geboren. Zijn vader, Severin Antonovich, werkte in een suikerfabriek en was net als Kazimirs moeder, Lyudviga Aleksandrovna, afkomstig uit Polen. Rond 1893 begon Kazimir te schilderen en toen de familie in 1896 naar Kursk verhuisde vormde Malevich met andere kunstenaars een ateliergemeenschap en leerde hij academisch gevormde schilders kennen.
    Malevich is geboren op 23 februari 1879 in Kiev2. Hij is opgegroeid in een boerengemeenschap in Oekraïne. Zijn ouders waren beide pools. Op zijn 12de3 begon Malevich met tekenen, hij was daarmee de eerste in zijn familie. Zijn belangstelling voor kunst bracht hem naar verschillende kunstopleidingen. Kiev School of Art was de eerste in 1895 en daarna ging hij naar de Stroganov School of Art in Moscow. Aanvankelijk schilderde Malevich in de impressionistische en post-impressionistische stijl. In 1907 kregen zijn werken meer avant-garde kenmerken. Malevich werd steeds bekender bij het grote publiek en het leidde ertoe dat hij het toneel van de opera ‘Victory over the Sun’ mocht maken. In 19154 verscheen het manifest ‘From Cubism to Suprematism’ waarin hij stelde dat alleen abstracte kunst acceptabel is. In 1918 begon hij met lesgeven aan de Vrije Kunst Studio in Moscow waar hij kunstenaar leerde om abstract te tekenen. In 1919 publiceerde hij een boek waarin hij het suprematsime verheft tot de nieuwe kunstvorm. Daarna verhuisde Malevich naar Vitebsk om daar les te geven en kunst te maken. Hij publiceerde zijn werk in Polen en in Duitsland. In 1930 na terugkomst uit Duitsland werd hij gearresteerd, maar uiteindelijk weer vrijgelaten. Zijn werk wordt over het algemeen beschouwd als anti-Soviet. In 1935 is hij gestorven aan kanker. Hij is begraven in Sint-Petersburg in een kist die hij zelf gedecoreerd had met het bekende zwarte vierkant op de voorkant.

    Casimir Malevitch lees meer
    * Het suprematisme van Casimir Malevitch (1878-1935). Is de naam gegeven aan de geometrische abstractie die, afgeleid van het kubisme, in 1913 vorm kreeg. De elementen van het suprematisme zijn het vierkant, de cirkel en de driehoek. De eerste manifestatie grijpt plaats in 1913 toen Malevitch een zwart vierkant op witte grond tentoonstelt, maar het manifest verschijnt pas in 1915.
    El Lissitzky (1890-1941) verenigt de opvattingen van suprematisrne en con- structivisme en houdt zich hoofdzakelijk bezig met de ruimtelijke interpretatie en integratie van zijn werk, waaraan hij de algemene naam van Proun geeft. Hij was bevriend met Moholy-Nagy (1895-1946) en had langs hem grote invloed op het Bauhaus.

    Constructivisme lees meer
    * Constructivisme Het constructivisme is een omstreeks 1913 in Rusland ontstane kunstrichting van de moderne kunst die voor schilder- en beeldhouwkunst de beperking tot puur geometrische vormen in hun compositie of constructie verlangde.
    Er werd bewust afgezien van elke inhoudelijke verklaring en subjectieve uitdrukking. Doorslaggevend is de compositie van de 'technische' vormelementen en hun verhouding tot elkaar en tot de omringende ruimte. Deze reductie houdt een beperking van de grondkleuren in en het afzien van elke individuele uiting in de penseelvoering en het opbrengen van de verf. Grafische elementen spelen in de constructivische beeldopbouw veelvuldig een rol.
    Enkele namen die de constructivisten beïnvloeden, zijn Plato, Hegel en Schoenmakers. Vooral die laatste inspireert hen met zijn stelling dat de werkelijkheid moet worden omgezet in constructies die met het verstand kunnen worden begrepen om er een voorstelling van te kunnen maken. Vandaar dat de beeldende kunst, en in het bijzonder de schilderkunst, bij hen van groot belang is. Via het beeld kan de kunstenaar de tegengestelden in de hem omringende werkelijkheid vatten en de achterliggende harmonie zichtbaar maken. Onze waarneming wordt daarbij een visionaire gebeurtenis, een fantasie die onder controle staat van de rede. Bijgevolg kunnen de objecten abstract worden voorgesteld, vrij van de grillen van de artiest, met als resultaat het autonome kunstwerk.

    El Lissitzky 2 lees meer
    *El Lissitzky was in de jaren '20 een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Russische avant-garde. Hoewel hij eigenlijk architect was, kreeg hij ook in de schilderkunst, typografie en fotografie bekendheid als een vernieuwende geest en droeg hij in deze disciplines in grote mate bij tot de realisering en verspreiding van het constructivistische en suprematistische gedachtegoed. Beroemd werden vooral zijn prounen. Proun was een afkorting van de Russische woorden voor 'ontwerp ter bevestiging van het nieuwe' en werd door Lissitzky gebruikt als naam voor zijn utopie van een nieuwe verhouding tussen constructie en ruimte, die tegelijkertijd ook symbool van een nieuw op te richten maatschappelijke orde moest zijn. Begin jaren '20 begon Lissitzky met fotografie te experimenteren waarbij hij zich vooral interesseerde voor de fotomontage en het fotogram. Hij maakte het liefst arrangementen van alledaagse gebruiksvoorwerpen als lepels, tangen, glazen en kanten kleedjes op het fotopapier

    Vladimir Tatlin lees meer
    *Vladimir Tatlin (1885-1953), een abstracte kunstenaar en toegewijde materialist in de kunst, had Picasso in 1913 in zijn Parijse atelier opgezocht en kende zijn driedimensionale constructies, die hij trachtte na te streven in zijn vroegste abstracte reliëfs. Met de Russische revolutie veranderden zijn ideeën radicaal: hij raakte ervan overtuigd dat de kunst qua doel en functie voornamelijk sociaal moest zijn. Zijn standpunt ging eerder dan dat van Malevitsj de nieuwe Sovjet-kunst beheersen. Mettertijd leidde zijn aandrang dat kunst praktisch, gemakkelijk te begrijpen en sociaal nuttig moest zijn, direct tot de emigratie van de meest vitale en internationaal invloedrijke Russische avant-gardekunstenaars, de constructivisten. Hun avontuurlijke abstractie werd vervangen door een banale en niet-uitdagende kunstvorm, het sociaal-realisme.

    Vladimir Tatlin 2 lees meer
    *Vladimir Jevgrafovitsj Tatlin (Moskou, 1885-1953) geldt als grondlegger van het constructivisme. Met zijn Monument voor de Derde Internationale (1919) zette hij de paden uit voor de verdere evolutie van de constructivistische architectuur.
    multitalent
    Tatlin werd als schilder opgeleid aan academies in Moskou en Penza (1902-1910), maar ontpopte zich na zijn scholing zoals zoveel constructivisten als multitalent. Algauw manifesteerde Tatlin zichzelf als schilder, beeldhouwer, architect en theoreticus en ontwikkelde zich daarnaast als ontwerper van decors en diverse gebruiksvoorwerpen, van servies tot behang en kleding. Tussen 1929 en 1932 bouwde Tatlin zelfs een vliegmachine, die hij de naam 'de Letatlin' meegaf
    .

    Amsterdamse School - Museum Het Schip lees meer
    *Museum Het Schip Museum Het Schip gaat over de Expressionistische Architectuur en Kunst Stroming die De Amsterdamse School heet. Deze stroming is een nederlandse variant op de Arte Deco te noemen.De filosofie van de stroming was dat buiten en binnenkant in een organisch verband door architecten en kunstenaars werden ontworpen. Alle takken van kunst hebben hieraan uitdrukking gegeven. Dus wij horen ook in het rijtje Bauhaus en van Gogh en Schiele om er een paar te noemen
    Amsterdamse School
    De Amsterdamse School was een vernieuwende architectuurstroming vol met idealen over de maatschappij. De Amsterdamse School begon als een vriendenclub die in 1916 de macht overnam in het Amsterdamse architectengenootschap Architectura et Amicitia. Hemelbestormers als De Klerk, Kramer, Van der Mey, Staal, Gratama en Wijdeveld hadden grootse politieke idealen. Zij zochten naar nieuwe vormen die pasten bij hun maatschappijvisie. Het werd tijd om met oude vormen te breken en oplossingen te zoeken die anders waren dan de aanpak van Berlage. Die had wel een eind had gemaakt aan de traditionele, op het verleden geïnspireerde vormgeving, maar zijn zakelijke, sobere aanpak was wel een erg droog alternatief. In plaats daarvan bracht de jonge Amsterdamse School uitbundig de dynamiek en de structuur van de architectuur tot uiting, met expressieve kleuren en materialen en rijke versieringen. Veel van die rijkdom staat in dienst van de ruimtelijke rol van de architectuur. Amsterdamse School-gebouwen bepalen en bespelen hun omgeving zowel buiten als binnenshuis. Tegelijk sluiten ze vaak aan op de karakteristieken van hun context, of dat nu een groots plein is, een besloten woonstraat of een idyllisch buiten

    Amsterdamse School lees meer
    *Aan het Kunsthistorisch Instituut van de Universiteit van Amsterdam hebben twee werkgroepen van gezamenlijk 27 deelnemers zich gedurende het studiejaar 1972-1973 beziggehouden met de Amsterdamse School. Wat verstaat men onder Amsterdamse School, wat zijn haar kenmerken, welke invloeden onderging zij en gingen van haar uit, en vooral: wat heeft zij voortgebracht? Naar onze mening zijn deze vragen nooit voldoende beantwoord; in de literatuur komt men meestal niet verder dan het opsommen van de meest karakteristieke monumenten, de meest in het oog springende kenmerken en de belangrijkste kunstenaars.
    Daarnaast klinkt altijd dezelfde kritiek: de Amsterdamse School is te esthetisch, te weinig sociaal gericht, enz. Wij stelden ons als doel dit beeld aan te vullen, vollediger te maken en zo nodig te corrigeren. Wij besloten ons te beperken tot Amsterdam, omdat deze stad alleen al meer dan voldoende studiemateriaal opleverde. Om zoveel mogelijk architectuur te inventariseren en te fotograferen, trokken wij alle wijken door. Ook is er een inventarislijst gemaakt van kunstnijverheid. Spoedig bleek hoe moeilijk het was om criteria aan te leggen. Wij leggen er daarom de nadruk op dat de inventarislijst geen volledigheid wil nastreven; bovendien is er geen onderscheid gemaakt tussen uitgesproken Amsterdamse-Schoolarchitectuur en architectuur waarop deze benaming slechts vaag van toepassing is. Daarbij maakten wij een index op het voor deze tijd zo belangrijke tijdschrift Wendingen, met de bedoeling een volledig overzicht van de inhoud te krijgen en deze ook voor anderen toegankelijk te maken. Deze index is te raadplegen op het Kunsthistorisch Instituut. Algemene conclusies zal men in dit artikel nauwelijks vinden; wij hebben slechts een aanzet willen geven tot een juistere waardering van een stroming die met name in Amsterdam een zo belangrijke plaats heeft ingenomen.

    Michel de Kerk lees meer
    *Michel de Klerk is in 1884 geboren op de Zwanenburgwal in een groot, arm Joods gezin. Zijn carrière begon toen hij op zijn veertiende op school werd ontdekt door architect Eduard Cuypers, die zijn tekentalent herkende toen hij zag hoe goed Michel zijn schoolmeester kon natekenen. Als leerling-tekenaar bij Cuypers raakte De Klerk bevriend met Piet Kramer en Jo van der Mey. Samen legden zij de basis voor de Amsterdamse School. Eenmaal voor zichzelf begonnen in 1911 vestigde De Klerk zijn naam vooral met een serie woningblokken in Amsterdam, o.a. voor de woningbouwverenigingen Eigen Haard en De Dageraad. Velen waren verbijsterd, en vonden iemand die zo solde met tradities en oude principes simpelweg krankzinnig. Mede omdat hij nooit schreef zagen De Klerks fans hem daarentegen als een ongrijpbaar genie, die de weg wees in de vormgeving van de moderne, dynamische en massale stad. In het eerbetoon bij De Klerks plotselinge dood, valt de wanhoop over het wegvallen van deze inspiratiebron bijzonder op

    Van der Mey, Kramer en de Klerk lees meer
    *Van der Mey, Kramer en de Klerk De voornaamste architecten van de Amsterdamse School waren Jo van der Mey, Piet Kramer en Michel de Klerk. Zij hadden alle drie bij architect Eduard Cuypers gewerkt en richtten in 1910 hun eigen bureau op. Tussen 1912 en 1916 ontwierpen zij het Scheepvaarthuis in Amsterdam. De door scheepvaart geïnspireerde gevelversieringen en maritieme motieven waren zeer fantasierijk. Ornamenten en beeldhouwkunst droegen bij aan het idee dat een gebouw een geheel moest vormen, niet alleen in stijl en constructie, maar ook in de decoratie. Het Scheepvaarthuis is het eerste en wellicht het beste voorbeeld van een dergelijk Gesamtkunstwerk van de Amsterdamse School

    dada lees meer
    *Dada of ook wel het Dadaïsme is een beweging die ontstond aan het eind van de eerste wereldoorlog, in Zürich in Zwitserland. De beweging heeft niet heel lang bestaan en was het meest actief tussen 1916 en 1920. De kunstenaars in dada waren vooral bezig met kunst, poëzie theater en grafische ontwerpen. Het dadaisme ontstond als reactie op de oorlog en op het expressionisme. Het dadaisme lijkt op het nihilisme, men is expres overgevoelig en alle standaardwaarden in de kunst worden afgewezen/afgeweerd. Het dadaïsme had grote invloed op andere stromingen, bijvoorbeeld op het surrealisme, pop art en conceptuele kunst. Het dadaïsme kwam vooral tot uiting in de vorm van collages, assemblages en gedichten volgens geheel willekeurige rijmschema's.

    Dada lees meer
    *Dadaïsme of Dada
    De beschaving is leugenachtig en deze anti kunstbeweging is daar een protest tegen * De dadaïsten wilden anti-kunst maken. * Ze dreven de spot met wat men belangrijk vond. * Ze wilden waarachtigheid terug vinden. * Ze wilden af van de tradities in de kunst. * Dus: niet traditioneel, spottend en onzinnig, gevonden voorwerpen, ready-mades, worden als kunst gepresenteerd. Is een anti-kunstbeweging als protest tegen de leugenachtige beschaving. Gedurende de eerste wereldoorlog komen kunstenaars, schrijvers, schilders, beeldhouwers, ongeveer tezelfdertijd in verscheidene landen tot dezelfde overtuiging: de beschaving preekt vooruitgang, burgerdeugd, vaderlandsliefde, zedeleer, kunst en andere mooie idealen, maar brengt vernieling voort. De kunstenaars hebben tot opdracht de leugen het masker af te rukken, en dus zullen ze zich eerst richten tegen hun eigen vak, de kunst. Zij willen deze zo grondig mogelijk belachelijk maken, en slaan sarkastisch een Larousse open om aan hun beweging een willekeurige naam te geven: dada. Het is een beweging die tussen 1915-1922 achtereenvolgens te Zürich, New York en Parijs verschijnt, en naderhand te Berlijn. In 1915 scharen zij zich te Zürich rond de dichter Tristan Tzara.

    Marcel Duchamp lees meer
    *Weinig kunstenaars slagen erin een aardverschuiving in de kunstgeschiedenis teweeg te brengen. De Fransman Marcel Duchamp (1887-1968) deed het begin vorige eeuw. Hij verplaatste als eerste de aandacht van het kunstobject naar de idee. "Fountain" was zijn meest omstreden readymade. Een urinoir op een tafel zetten en het kunst noemen. Je moet het maar durven. Marcel Duchamp deed het in New York in 1917. Hij voorzag "Fountain" vooraan van de signatuur van sanitairdeskundige R. Mutt. Daarmee maakte hij — net zoals in zijn vorige readymades, onder andere het flessenrek en het fietswiel — meteen duidelijk dat kunst een denkoefening was. De taak van de kunstenaar bestond volgens Duchamp in het bijeenbrengen van voorwerpen, ook kant-en-klare voorwerpen. Hij toonde aan dat voor het maken van kunst geen handigheid vereist was. Enkel het maken van keuzes was van belang. Die gedachte werd enkele decennia later door Robert Rauschenberg en Jasper Johns opgepikt en vormde de voorhoede van de pop-art.

    Purisme - Brancusi en video’s lees meer
    *Hij zocht naar de essentie van vormen: hij liet zo veel mogelijk details weg, tot alleen het allerbelangrijkste overbleef. Hierdoor balanceren de beelden op de grens tussen figuratieve en abstracte kunst. Je komt Brancusi’s werk niet heel vaak tegen in Nederland. Het Kröller-Müller Museum heeft een paar werken in de collectie, en soms is het in tentoonstellingen te zien. In Framing Sculpture (Museum Boijmans van Beuningen, 2014) bijvoorbeeld (vanaf 4:15).
    Maar wat maakt Brancusi nou zo bijzonder? In 1904 kwam hij na een lange voettocht door Europa aan in Parijs. De kunstwereld was enorm in beweging: dankzij fotografie konden ineens heel realistische afbeeldingen van de werkelijkheid gemaakt worden, dus kunstenaars hadden ineens veel meer vrijheid om te experimenteren. Brancusi werd een meester in het weglaten. Zo maakte hij een beeld van een hoofd steeds simpeler en simpeler, tot er alleen nog maar een soort ei overbleef. Niet iedereen was klaar voor zulke abstracte kunst.
    In 1926 liet Brancusi zijn L'Oiseau dans l'espace (Vogel in de ruimte, 1923) naar New York verschepen voor een tentoonstelling. De douanebeambten geloofden echter niet dat het een kunstwerk was: het leek immers in de verste verte niet op de vogel uit de titel. In plaats van als sculptuur, voerden ze het als gebruiksvoorwerp (categorie: Kitchen Utensils and Hospital Supplies) in, met de bijbehorende hoge invoerbelasting. Brancusi stapte naar de rechter. Na een ingewikkelde discussie over de definitie van kunst, kreeg hij ten slotte gelijk: abstracte beelden konden voortaan officieel kunst zijn.
    Ook Brancusi’s atelier was bijzonder. Hij zag het als één grote kunstinstallatie: de beelden stonden op speciale sokkels, waardoor ze nog beter uitkwamen, en alles had een perfect doordachte plek. De kunstenaar liet het atelier in z’n geheel na aan de Franse staat, op voorwaarde dat alles precies zo bleef zoals hij het had achtergelaten. Je kunt het nog altijd bezoeken, midden in Parijs: alsof de kunstenaar ieder moment binnen kan lopen om aan de slag te gaan.
    Het purisme kwam voort en was tevens een reactie op het kubisme. Het was een stroming die ontstond in de verschillende disciplines schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur met als grondlegger de schilder Amédée Ozenfant. De kunstenaars van het purisme hadden het kubisme failliet verklaard en wilden een nieuwe kunst ontwikkelen. Kenmerken Kenmerken van het purisme waren het doelmatig gebruik van middelen, overzicht en duidelijkheid, samenwerking met de technologie en zuivere geometrie. Deze onpersoonlijke en koele kenmerken leidden juist tot zeer sterk ogende composities van mechanisch opgebouwde beeldende elementen.
    Beeldhouwkunst
    De reactie tegen de 'vormloosheid' in de impressionistische kunst werd aan het eind van de negentiende eeuw ingezet door Cézanne: 'Alles in de natuur modelleert zich volgens de bol, de cirkel en de cilinder; men moet naar deze simpele figuren leren schilderen, dan kan men later alles maken wat men wil'. Wat Cézanne hier voor de schilderkunst zegt, geldt zeker voor de beeldhouwkunst en de schilders die zich door Cézanne lieten inspireren, de kubisten, hebben, uitgaande van deze principes, ook geëxperimenteerd met beeldhouwwerk. Dat had verrassende gevolgen voor de beeldhouwkunst. Hun experimenten, waarbij ze zich overigens ook lieten inspireren door Afrikaanse, Indiaanse en Indiase beeldhouwkunst, heeft nieuwe wegen geopend, weg van de klassieke traditie die sinds de Renaissance in hoge mate haar stempel had gedrukt op de (opvattingen over) beeldhouwkunst. Voor het eerst in de geschiedenis van de beeldhouwkunst werden de massieve vormen opengebroken en werd als het ware de binnenkant zichtbaar. Een beeldhouwwerk was niet langer een configuratie van vaste lichamen waarvan we de innerlijke structuur alleen aan de buitenkant kunnen aflezen. Hoewel de kubisten uitgingen 'van de natuur', vormde het natuurlijke voorbeeld gewoonlijk niet meer dan een aanleiding voor experimenten met holle en bolle vormen, massa en lege ruimte voor het creëren van hunbeeldhouwwerken. In het begin van de twintigste eeuw concentreerde Constantin Brancusi zich op de essentie van vorm en inhoud, op de minimale voorwaarden waarmee zo veel mogelijk kon worden uitgedrukt. Brancusi formuleerde het enige onafhankelijke antwoord op de kubistische fragmentatie van de vorm (afb.22). Zo legde hij de basis voor het purisme van de moderne beeldhouwkunst en werd een wegbereider voor de minimalistische, seriële kunst van de jaren zestig. Picasso, de Rus Alexander Archipenko en anderen vroegen zich af waar de massa van een beeld ophoudt en de ruimte begint. Ze lieten ruimte toe in de sculptuur, zodat deze ook vorm werd. Vanuit de beeldhouwkunst bracht Archipenko de principiële vormen van het Kubisme eerst over op het aan de schilderkunst verwante reliëf. Daarna heeft Archipenko in de vrijstaande sculptuur de vorm gevonden die overeenkomst met de kubistische schilderkunst: hij maakt het inwendige van de figuren open. Het volume van de plastiek neemt de ruimte in zich op en maakt die tevens tot een erdoor gecreëerd bestanddeel van het kunstwerk (zie afbeelding rechts: Bokser, 1914 Guggenheim Museum New York). Een figuur van Picasso uit 1907, uit hout gehakt, ruw, onafgewerkt, plomp en primitief, is een uitspraak die zich keert tegen alles wat daarvoor ooit in de westerse beeldhouwkunst werd gemaakt. De volgende stap werd gedaan door de non-figuratieve beeldhouwers als de gebroeders Naum Gabo en Antoine Pevsner met hun ruimteplastieken, waarbij niet meer de massa, het vaste lichaam het belangrijkste element van het beeldhouwwerk is, maar de ruimte (zie afbeelding links: Construction pour un Aéroport, 1937 SMA). Beiden worden beschouwd als de vaders van de constructivistische beeldhouwkunst.

    Le Corbusier lees meer
    *Le Corbusier is een van de beroemdste architecten aller tijden. Bekende voorbeelden van zijn werk zijn Villa Savoye (1928-1932) Unité d'Habitation (1946-1952) en Notre Dame du Haut (1951-1955). In totaal heeft Le Corbusier vijfenzeventig gebouwen in twaalf landen gebouwd, nam hij deel aan meer dan veertig stedenbouwkundige projecten, maakte hij ruim achtduizend tekeningen, vierhonderd schilderijen en veertig sculpturen, schreef hij meer dan veertig boeken en publiceerde honderden artikelen. Leerschool
    Le Corbusier werd in 1887 geboren als Charles-Edouard Jeanneret in La Chaux-de-Fond. In 1900 begon hij met een opleiding tot graveur en ciseleerder aan de Kunstnijverheidschool. Nog belangrijker dan zijn opleiding waren de vele reizen die hij maakte in Europa en daarbuiten. Le Corbusier is een van de beroemdste architecten aller tijden. Bekende voorbeelden van zijn werk zijn Villa Savoye (1928-1932) Unité d’Habitation (1946-1952) en Notre Dame du Haut (1951-1955). In totaal heeft Le Corbusier vijfenzeventig gebouwen in twaalf landen gebouwd, nam hij deel aan meer dan veertig stedenbouwkundige projecten, maakte hij ruim achtduizend tekeningen, vierhonderd schilderijen en veertig sculpturen, schreef hij meer dan veertig boeken en publiceerde honderden artikelen.
    Le Corbusier werd in 1887 geboren als Charles-Edouard Jeanneret in La Chaux-de-Fond. In 1900 begon hij met een opleiding tot graveur en ciseleerder aan de Kunstnijverheidschool. Nog belangrijker dan zijn opleiding waren de vele reizen die hij maakte in Europa en daarbuiten. Al in 1905 realiseerde hij zijn eerste bouwwerk voor een medewerker van school; Villa Vallet. In 1908 ging hij in Parijs werken voor August Perret, waar hij de mogelijkheden van gewapend beton leerde kennen. In 1910 werkte hij, evenals Walter Gropius en Ludwig Mies van der Rohe, samen met de Duitse architect Peter Behrens. In 1914 ontwikkelde Le Corbusier zijn bekende Dom-ino-huis, een bouwsysteem dat een scala aan indelingsmogelijkheden gaf. In 1917 vestigde Jeanneret zich in Parijs, waar hij de schilder Amedée Ozenfant leerde kennen. Samen richtten zij het tijdschrift L’Esprit Nouveau op. Het tijdschrift bereikte een internationaal lezerspubliek. Hij nam in deze tijd de naam Le Corbusier aan, waar zowel de naam van zijn voorvader Lecorbésier als de naam van de schilder Le Fauconnier in doorklinkt

    Le Corbusier 2 lees meer
    *Le Corbusier, in 1887 als Charles-Edouard Jeanneret-Gris geboren in La Chaux-de-Fonds, Zwitserland, studeert aan de École d`Art aldaar schilderkunst en architectuur.
    1907 werkt hij voor Josef Hofmann in Wenen, waar hij Adolf Loos leert kennen. Een andere belangrijke invloed ondergaat Le Corbusier in 1909 in Parijs, waar hij ruim een jaar werkzaam is bij het bureau van Auguste Perret, die als pionier van het bouwen in gewapend beton wordt beschouwd. In die periode zoekt hij ook de architect en stadsplanoloog Tony Garnier in Lyon op. De interesse van Le Corbusier gaat vooral uit naar de moderne bouw in gewapend beton.
    In 1917 vestigt hij zich in Parijs. Omdat hij als architect in het begin nog weinig opdrachten krijgt, houdt hij zich in die periode bezig met schilderen, vooral van stillevens.
    In 1919 richt Le Corbusier samen met de schilder Amédée Ozenfant en de dichter Paul Dermée het tijdschrift "L`Esprit Nouveau" op. Hier gebruikt hij in 1920 ook voor het eerst zijn pseudoniem.
    In 1922 ontwerpt Le Corbusier een stadsplan voor de Ville Contemporaine – een "eigentijdse stad voor drie miljoen inwoners" –, en in 1925 samen met zijn neef Pierre Jeanneret een paviljoen van twee verdiepingen voor de Exposition Internationale des Arts Décoratifs in Parijs. Dit avantgardistische paviljoen bevat ook functionele meubelontwerpen en schilderijen van Le Corbusier, Ozenfant, Fernand Légers, Jacques Lipchitz en anderen

    De Stijl lees meer
    *De Stijl
    In de jaren ’20 groepeert zich rondom het tijdschrift De Stijl een aantal kunstenaars, waaronder Theo van Doesburg, Bart van der Leck, Chris Beekman en Piet Mondriaan, die allen de bekende De Stijl-kenmerken toepassen in hun werk: de primaire kleuren rood, geel en blauw, aangevuld met wit, grijs en zwart, waarbij horizontalen en verticalen overheersen. Het is de weerslag van een zoektocht naar de essentie van de schilderkunst, gecombineerd met het idee dat de mensheid innerlijk verbeterd zou kunnen worden door een goed vormgegeven leefomgeving voor hem te scheppen. Op de tentoonstelling wordt ter illustratie een aantal exemplaren van het tijdschrift De Stijl getoond. Behalve werk van Mondriaan, Van Doesburg en Beekman zijn op de tentoonstelling maar liefst vier schilderijen van Van der Leck (1876-1958) te zien. Zijn bijzondere composities zijn een middenweg tussen de rechtlijnige principes van De Stijl en de behoefte aan een herkenbare voorstelling

    Theo van Doesburg lees meer
    *Theo van Doesburg probeerde van 1915 tot 1917 leden te werven voor een verbond van Nederlandse kunstenaars. Het doel van het verbond was om als groep naar buiten te treden in plaats van als individualistische schilders. In 1917 werd het eerste nummer van het blad "de Stijl" uitgebracht. Deze werd door Theo van Doesburg opgericht en uitgegeven om uitleg te geven over het werk van de leden van het verbond. Het blad was voor hen een middel om over nieuwe moderne kunst te discussiëren en om hun ideeën en opvattingen hierover te verspreiden. Er bestaan verschillende ideeën over het ontstaan van de Stijl. Als we naar de tijd waarin het verbond is opgericht (1917) kijken, de Eerste Wereldoorlog, kunnen we tevens naar het streven van de mensheid kijken. Het was in die tijd en chaos in Nederland en men streefde daardoor naar rust en harmonie. De Stijl streefde ernaar weer te geven wat in de algehele maatschappelijke ontwikkeling nog niet bereikt was, de ideale Harmonie.

    Theo van Doesburg lees meer
    *Theo van Doesburg is vooral bekend als oprichter en redacteur van het tijdschrift De Stijl. Van Doesburg was een veelzijdig kunstenaar - schilder, vormgever, architect, typograaf - en hij schreef verhalen gedichten en kunstbeschouwelijke artikelen. Door deze veelzijdigheid, in combinatie met zijn dynamische persoonlijkheid, fungeerde Van Doesburg als een katalysator binnen de Europese avantgarde. Hij gaf lezingen, organiseerde tentoonstellingen en zette zich, behalve voor De Stijl, in voor diverse andere tijdschriften en kunstenaarsgroepen

    Bart van der Leck lees meer
    *Bart van der Leck is geboren in Utrecht. Overleden in Blaricum. Opleiding Rijksschool voor kunstnijverheid, Amsterdam Rijksacademie van Beeldende Kunsten, Amsterdam Hij kreeg in 1898 een stipendium om aan de kunstacademie in Amsterdam te studeren. Aanvankelijk stond hij onder invloed van Isaac Israëls en schilderde hij vooral taferelen uit het dagelijkse leven. Na zijn opleiding maakte zijn aanvankelijk realistische stijl geleidelijk plaats voor de monumentale en moderne schilderkunst. Van der Leck had in het begin van de 20e eeuw al vakanties doorgebracht in het Gooi. Hij woonde allereerst in Laren en in 1907 huurde hij in Blaricum, voor vier maanden, een kamer in een boerderij. Hij bezat niet meer dan een schilderskistje en wat kleding. In die paar maanden zocht hij geen contact met andere schilders of wereldhervormers die daar waren neergestreken. Ook storrte hij zich niet in het gezelligheidsleven bij Hotel Hamdorff te Laren, in tegenstelling tot zijn collega's

    Nederlandse Kunstschilder, vormgever, architect en lithograaf, geboren 26 november 1876 Utrecht - overleden 13 november 1958 Blaricum. Bart van der Leck stond mede aan de wieg van de Stijl, waarvan hij kortstondig lid was. Ook zijn verrrichtingen op het gebied van toegepaste kunst zijn bepaald niet onverdienstelijk. Bart van der Leck liet als kunstschilder maar een klein oeuvre van zo'n 175 schilderijen na. Dit kwam doordat hij jarenlang kon werken aan een schilderij en hij moeite had een schilderij tot voltooid te verklaren, maar ook door zijn voorliefde voor toegepaste kunst zoals keramiek, tapijtontwerpen, glas-in-lood, affiches en de combinatie met architectuur. Tijdens zijn leven veranderde de aandachtspunten in de beeldende kunst van het impressionisme naar het expressionisme van de jaren vijftig. Hoewel Bart van der Leck een bevlogen man was, heeft hij zijn boodschap slechts in beperkte mate kunnen uitdragen. Terecht beschouwde hij zichzelf als voorloper van een nieuwe vorm van monumentale schilderkunst, hoewel daaraan onmiddellijk dient te worden toegevoegd dat hij een te grote solist was om zich te schikken in gemeenschappelijke projecten. Dat Van der Leck niet als een van de eerste omgevingskunstenaars, maar als kunstschilder de geschiedenis is ingegaan - waarbij de nadruk steeds uitgerekend op zijn connecties met De Stijl wordt gelegd - maakt de tragiek van dit kunstenaarsleven des te schrijnender.
    Van der Leck was noch theoreticus, noch mysticus. Anarchisme of communisme zeiden hem niets, maar wel was hij een bewogen idealist die geloofde in een 'nieuwe kunst'. Hij verdiepte zich wel in nieuwe godsdienstige stromingen als de Soefibeweging en rond 1920 in de leer van Krisjamurti. Verder stond hij niet negatief tegenover maatschappelijke en sociale experimenten wat uit het feit blijkt dat hij zijn kinderen naar de Humanitaire school van Prof. van Rees stuurde. Een voor die tijd revolutionaire onderwijsinstelling die was ontsproten uit de Blaricumse christen-anarchistenkolonie.
    Werken van Bart van der Leck zijn aangekocht o.a. door Museum of Modern Art in New York, Het Musée d'Art Moderne de la ville de Paris, De Tate Galery in Londen, het Museum te Grenoble, het Wilhelm-Hack Museumte Ludwigshafen, het IVAM te Valencia. Verder heeft het privé museum Insel Hombroich bij Neuss een rijke verzameling van Van der leck's werken opgebouwd. Het Kröller-Müller museum heeft 42 schilderijen en ca 400 tekeningen in bezit.

    Bart van der Leck 2 lees meer
    *Bart Antony van der Leck (Utrecht, 1876-Blaricum, 1958) was een Nederlands vormgever en beeldend kunstenaar. de Stijl Van der Leck is vooral bekend geworden als een van de oprichters van De Stijl, samen met Piet Mondriaan en Theo van Doesburg. Van der Leck verliet de beweging echter al vroeg - in 1918 - omdat hij het niet met alle uitgangspunten eens was, onder andere met betrekking tot het gebruik van diagonalen en de vorm en plaatsing van kleurvlakken in het totale vlak van het schilderij. Daarnaast waren er problemen tussen Van der Leck en vooral Van Doesburg op het organisatorische vlak. Door hieruit voortvloeiende meningsverschillen besloot Van der Leck het contact met De Stijl te verbreken.

    Piet Mondriaan lees meer
    *Mondriaan, Pieter Cornelis, schilder. Eén van de grondleggers van de abstracte of non-figuratieve kunst (Amersfoort 7-3-1872 - New York 1-2-1944). Zoon van Pieter Cornelis Mondriaan, hoofdonderwijzer, en Johanna Christina de Kok. Hij was ongehuwd.
    Mondriaan kwam uit een streng calvinistisch gezin, dat tot 1880 in Amersfoort woonde en daarna in Winterswijk. Mondriaan tekende en schilderde sinds zijn veertiende jaar. Daarbij kreeg hij aanwijzingen van zijn vader en vooral van zijn oom, de schilder Frits Mondriaan en van de Doetinchemse schilder Jan Braet van Ueberfeld. Door zelfstudie behaalde Mondriaan de akten lager- en middelbaar tekenen. Van 1892-1897 volgde hij de schilder klassen van de Rijksakademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam onder August Allebé.In Mondriaans kunstenaarschap zou men vier perioden kunnen onderscheiden, waarbij de rechtlijnigheid die ook zijn karakter typeert, opvallend is.

    Piet Mondriaan 2 lees meer
    *Piet Mondriaan (1872-1944)
    Nederlandse kunstenaar De Nederlandse kunstenaar Pieter Cornelis Mondriaan leefde van 1872 tot 1944. Hij groeide op in een streng calvinistisch milieu en kreeg zijn eerste schilderlessen van zijn oom Frits Mondriaan. Mondriaan behaalde de tekenaktes LO en MO en volgde daarna lessen aan de Rijksacademie van Amsterdam. In deze periode schilderde hij vooral landschappen in de trant van de Haagse school en de Amsterdamse school. Persoonlijke stijl Na 1897 kwam Piet Mondriaan tot een meer persoonlijke stijl, waarvan de ontwikkeling zich stap voor stap heeft voltrokken. Hij verbleef enige tijd in Brabant en Overijsel. Mondriaan raakte geïnteresseerd in het werk van de divisionisten. Vooral de schilderijen die hij in Zeeland schilderde laten dit duidelijk zien. Ontdekkingsreis Piet Mondriaan ging steeds meer over tot abstractie. Zijn ontdekkingsreis in de schilderkunst liep parallel met een zoektocht in zijn persoonlijk leven. In 1909 trad hij toe tot de Theosophische Vereniging. Deze stroming stelt de liefde voor de mens en het dier als zedelijk ideaal. In deze wereldbeschouwing spelen godsdienst, wijsbegeerte en occultisme een grote rol. Geometrische schilderijen In 1911 vertrok Mondriaan, na kennis te hebben gemaakt met het Franse kubisme naar Parijs. Drie jaar later keerde Mondriaan terug naar Nederland. In dat jaar ontstonden zijn eerste abstracte en geometrische schilderijen. De Stijl Piet Mondriaan kwam in contact met Theo van Doesburg en Bart van der Leck
    Als het Gemeentemuseum Den Haag in 1935 feestelijk wordt geopend, hangt er in een van de trapportalen een ruitvormig schilderij, wit met vier gele lijnen. Op de achterkant staan aanwijzingen, hoe men het schilderij dient vast te houden en op te hangen, hoe om en op welke hoogte. Maar het schilderij was zo vooruitstrevend, dat men dan nog niet precies weet waar het op te hangen. Dus zo eindigt Piet Mondriaans Compositie met Gele Lijnen (1933), samen met abstracte doeken van enkele andere moderne kunstenaars, in het trapportaal. Mondriaans doek is geschonken na een inzamelingsactie onder leiding van kunstenaar Charley Toorop. Deze geschiedenis is illustratief voor de totstandkoming van de collectie Mondriaans die het Gemeentemuseum bezit. Mede door twee grote schenkingen van particuliere collecties - van Mondriaans goede vriend en makelaar Sal Slijper en jeugdvriend Albert van den Briel - heeft het museum de grootste collectie Mondriaans ter wereld op kunnen bouwen. Met bijna 300 werken bestrijkt de collectie iedere fase van Mondriaans indrukwekkende artistieke ontwikkeling. Van de vroege avontuurlijke landschappen die hij schildert in en om Amsterdam en Domburg, langs de fundamentele abstractie die hij ontdekt in Laren en Parijs, helemaal tot aan New York waar hij een radicaal nieuw ritme ontdekt dat zijn laatste meesterwerk Victory Boogie Woogie (1942-1944) definieert. Dit icoon van de moderne schilderkunst vormt de kroon op de collectie van het Gemeentemuseum Den Haag.

    Gerrit Rietveld lees meer
    *Rietveld, Gerrit Thomas, architect en vormgever (Utrecht 24-6-1888 - Utrecht 25-6-1964). Zoon van Johannes Cornelis Rietveld, meubelmaker, en Elisabeth van der Horst. Gehuwd op 28-9-1911 met Vrouwgien Hadders (1883-1957), verpleegster. Uit dit huwelijk werden 4 zoons en 2 dochters geboren.
    Gerrit en zijn drie broers en twee zusters hadden geen gemakkelijke jeugd. Hun moeder was een fantasierijke en opgewekte vrouw, maar hun vader, ouderling in de gereformeerde kerk, een strenge en gelovige man. Diens hevige zondebesef en strikte moraal drukten zwaar op het gezin. Onmiddellijk na de lagere school ging Gerrit in de leer bij zijn vader, die een meubelwerkplaats had aan de Poortstraat in Utrecht. Hij werkte er van 's ochtends vijf tot 's avonds zeven voor een dubbeltje in de week. De hier in een historiserende stijl gemaakte massieve meubelstukken, met hun protserige uitsteeksels en sierrandjes verafschuwde de jonge Rietveld. Terugblikkend op deze tijd verklaarde hij het er alleen te hebben uitgehouden, omdat hij elke vrije minuut voor zichzelf kon tekenen. Daar stond echter tegenover dat toen zijn waardering voor het vakmanschap van de meubelmaker ontstond.

    Rietveld Schröderhuis lees meer
    *Tachtig jaar na dato is een bezoek aan het Rietveld Schröderhuis nog steeds een bijzondere ervaring. In 1924 is het huis door Gerrit Rietveld gebouwd voor Truus Schröder. Als opdrachtgeefster heeft zij grote invloed op het resultaat gehad. Dit huis is het enige gebouw dat ooit volgens de architectonische principes van De Stijl is gerealiseerd. Kenmerkend zijn de typische Stijlkleuren rood, blauw en geel, gecombineerd met wit, grijs en zwart, maar ook de relatie tussen interieur en exterieur en de eenheid tussen de losse meubels en de vaste delen van de inrichting.
    De mens moet actief in het leven staan volgens Rietveld en Schröder. Ook wonen is een bewuste daad. De inrichting van het huis weerspiegelt deze overtuiging. Voor elke activiteit moet de bewoner een handeling verrichten: de badkamer creëren door het openvouwen van een wand, de slaaphoeken afschermen door wanden te verschuiven, privacy bereiken door luiken voor de ramen te plaatsen. Het huis is letterlijk een machine om in te wonen.
    Bauhaus
    Bauhaus lees meer
    * Bauhaus 1919-1933 Geschiedenis opleidingsinstituut Bauhaus
    Het beroemde Duitse opleidingsinstituut voor kunst en kunstnijverheid Bauhaus in Weimar en later Dessau bestond slechts veertien jaar, maar werd een begrip. De kunstenaars en architecten die les gaven aan het Bauhaus, zoals Lyonel Feininger, Paul Klee, Oskar Schlemmer, Walter Gropius, Marcel Breuer en Ludwig Mies van der Rohe zorgden ook na de sluiting van het instituut voor een verdere verspreiding van de ideeën van Bauhaus.Walter Gropius richtte in 1919 het Bauhaus op in Weimar, de plaats waar de nieuwe Duitse grondwet na de Eerste Wereldoorlog werd uitgewerkt. De eerste Duitse republiek werd immers niet voor niets Weimar Republiek genoemd. De geschiedenis van Bauhaus loopt parallel aan deze historie. Bauhaus werd ontbonden in 1933, enkele maanden na de machtsgreep van Adolf Hitler

    Bauhaus 2 lees meer
    *Das Bauhaus Het Bauhaus was een van de belangrijkste ontwerpscholen van de 20ste eeuw. Met belangrijke abstracte kunstenaars als medewerkers was het Bauhaus een instituut dat aan alles waar maar vorm aan kan worden gegeven, van bouwwerken tot allerlei industrieel vervaardigde gebruiksvoorwerpen, een functioneel-esthetisch karakter wilde meegeven. In de 'Bau der Zukunft' (Gropius) moesten de architectuur, de plastische kunsten en de schilderkunst met elkaar versmelten. Als docenten waren naast Walter Gropius onder meer aan het Bauhaus verbonden: Lyonel Feininger, Johannes Itten, Gerhard Marcks, Georg Muche, Paul Klee, Oskar Schlemmer, Wassily Kandinsky en Mies van der Rohe.

    Art Deco lees meer
    *Art deco is een ontwerp- en decoratiestijl die tussen 1910 en 1940 vernieuwend was. De naam is ontleend aan de "Exposition des Arts Décoratifs et Industriels", die in 1925 in Parijs gehouden werd. De term werd vervolgens gebruikt om de verschillende ontwikkelingen aan te duiden die tussen de wereldoorlogen populair waren.
    Art Déco is een internationale decoratieve, veelkleurige, maar ook functionele en vooral vernieuwende stijl (ca.1910-ca.1940) die in de jaren '20 en '30 zeer populair was, vooral in de kunstnijverheid, vormgeving en architectuur. De term Art Déco is ontleend aan de 'Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes', een tentoonstelling die in 1925 in Parijs werd gehouden en die de nieuwe stijl in de kunstnijverheid en architectuur belichtte, maar pas in de jaren zestig, toen deze stroming evenals de Jugendstil of art-nouveau weer sterk in de belangstelling kwam.Op deze expositie was Frankrijk de grootste deelnemer. De Franse inzendingen maakten een luxueuze indruk en waren soms in kostbare materialen uitgevoerd. Het Pavillon de l'Esprit Nouveau van Le Corbusier en Pierre Jeanneret, stak scherp af te midden van alle weelderige uitstallingen: een strak gebouw van beton, glas en staal, ingericht met fabrieksmeubelen. De Amerikanen lieten het afweten. De minister van economie, Herbert Hoover, meldde dat in zijn land geen moderne decoratieve kunst is, behalve dan de niet te transporteren wolkenkrabbers. Veel andere Europese landen waren wél vertegenwoordigd, Nederland met een inzending die gedomineerd werd door de Amsterdamse School. Art Déco kwam voort uit een reactie op de Art Nouveau of Jugendstil en wordt gekenmerkt door een strakke en eenvoudige vormgeving, eenvoudige geometrische patronen, strenge vertikale lijnen, rood, zwart en zilver, abstractie en fel helder kleurgebruik. De toepassing van glimmend metaal, glas en plastics als decoratie kwam op toen men ook deze materialen als mooi ging beschouwen. Dit gebeurde onder invloed van de uitvinding van verschillende machines. Gebruikte materialen zijn vooral chroom, bakeliet, gepolijste steen en glas. Art Deco voorwerpen zijn in grote aantallen geproduceerd maar ook in enkele stuks.

    Art Deco 2 lees meer
    *De naam Art Deco is een afkorting van de naam van de in 1925 in Parijs gehouden internationale tentoonstelling "L'Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriëls Modernes", waar de nieuwe vormentaal voor het eerst aan een internationaal publiek werd getoond. De stijl ontstond na de Eerste wereldoorlog in Parijs, maar is bijna universeel toegepast, zowel in de meeste Europese landen als in de Verenigde Staten. Het toepassen van monumentale geometrische vormen, geïnspireerd door de Afrikaanse volkskunst en als logisch gevolg van de Geometrische Art Nouveau, is een van de belangrijkste kenmerken van de Art Deco.
    De Nederlandse versie van de Art Deco heeft een eigen geschiedenis. In 1910 ontstond de Amsterdams School, een expressionistische, versierende, grillig en kleurig vormgegeven stijl, die ook in het buitenland grote faam verwierf. Het Tuschinski-theater in Amsterdam is een mooi voorbeeld.
    De Haagse School vertegenwoordigde de zakelijke, sober functioneel gerichte vormgeving met zuiver horizontale en verticale belijning. Een bekend ontwerper binnen deze stijl was Hendrik Wouda.
    In 1917 ontstond de Stijl. De nieuwe beelding was gebaseerd op een zo groot mogelijke eenvoud en abstractie, vaak door gebruik van de primaire kleuren, met Piet Mondriaan als grondlegger. Zo was de basis gelegd voor de Nieuwe Zakelijkheid, die met het toepassen van moderne materialen en machines een groter publiek beoogde.

    Ecole de Paris lees meer
    * Ecole de Paris Deze term wordt aanvankelijk gebruikt om de internationale kunstenaars aan te duiden die wonen en werken in Parijs gedurende de eerste veertig jaar van de 20e eeuw. In 1944 stelt de schilder Jean Bazaine een tentoonstelling samen onder de noemer ´Jeunes peintres de tradition française´. Het is een protest tegen de Duitse bezetting. De kunstenaars die daaraan deelnemen, worden sindsdien gerekend tot de École de Paris. Het betreft zowel Franse als buitenlandse kunstenaars. Ze wonen en werken in of rond Parijs en hanteren een lyrisch abstracte stijl. De natuur en het universum zijn belangrijke inspiratiebronnen. Vooraanstaande vertegenwoordigers zijn: Jean Bazaine, Roger Bissière, Alfred Manessier en Serge Poliakoff

    Ecole de Paris lees meer
    *Ook in de beeldende kunst betekende het einde van de Tweede Wereldoorlog het begin van een nieuw tijdperk, dat van de abstracte kunst. Veel nieuwe stromingen die zich in deze tijd in Europa manifesteren, kunnen direct of indirect gezien worden in het licht van de oorlog. Ze ademen een hang naar vrijheid en ongebondenheid. Dat geldt met name voor de niet-geometrische abstracte kunst. In de periode na de Tweede Wereldoorlog werd binnen de verschillende richtingen in de niet-geometrische abstracte kunst (Ecole de Paris en de Informele Kunst, Abstract Expressionisme, Art Informel, Materieschilderkunst, Cobra) grote waarde toegekend aan het gevoel, de spontaniteit en het onderbewuste als uitgangspunt voor het kunstwerk. Voor Europa was Parijs het centrum van de abstracte schilderkunst. In Nederland was het Stedelijk Museum Amsterdam de belangrijkste initiatiefnemer in het leggen van verbindingen met het buitenland. Het museum ging bovendien op zoek naar jong talent in eigen land. De toenmalige directeur van het Stedelijk, Willem Sandberg, ontpopte zich als een belangrijk coördinator. In 1946 vonden in het Stedelijk Museum twee groepstentoonstellingen plaats die van belang zouden zijn voor de gebeurtenissen in Nederland in de daarop volgende jaren. De ene tentoonstelling kreeg de titel '10 Jonge schilders'. Hier waren onder andere vier kunstenaars vertegenwoordigd (Appel, Brands, Corneille en Rooskens) die in 1948 mede de Nederlandse Experimentele Groep zouden vormen die een paar maanden later aan de wieg van Cobra stond. De andere tentoonstelling heette '12 schilders' (zie 'Vrij Beelden en Cobra'). Hier was werk te zien van kunstenaars die invloeden uit Parijs vertoonden, zowel oudere (Picasso, Matisse, Braque) als jonge Franse kunstenaars (Jean Bazaine, Maurice Estève [1] en Charles Lapicque). Deze laatste schilders hadden zich het meest op de abstractie gericht en vormden rond Bissière een groep van verwante kunstenaars, die 'Ecole de Paris' werd genoemd. De Geometrische Abstractie en het Kubisme evolueerden naar een kenmerkende stijl, waarbij niet het proces, maar het eindresultaat gold als de vrije abstracte vorm en de daad van het schilderen. Daarbij werd gestreefd naar een sterke relatie met de werkelijkheid. Alhoewel het vlakmatige van het Kubisme gehandhaafd bleef, was de opbouw van de werken uit de Ecole de Paris toch veel minder strak en scherpomlijnd en veel speelser. Sandberg merkte op dat van de kant van de Nederlandse kunstenaars zeer veel belangstelling was voor de stijl van de Ecole de Paris. Men signaleerde bij de drie exposerende Fransen invloeden van Georg Braque, Pablo Picasso, de Fauves en de kubisten. Een veel grotere waarde moet echter worden gehecht aan de invloed van bepaalde vooroorlogse abstracte kunstenaars en bewegingen. Met name het Surrealisme (Max Ernst, Roberto Matta en André Breton), de lyrische-abstracte kunst van Wassily Kandinsky en het werk van Paul Klee zijn van bijzondere betekenis geweest. De jonge Fransen waren veel meer esthetisch ingesteld dan de meer emotioneel werkende kunstenaars van bijvoorbeeld de Informele Kunst, bij wie de schildershandeling belangrijker is dan het eindresultaat. Naast de bovengenoemde Franse kunstenaars worden gewoonlijk ook Roger Bissière [2], André Lanskoy [2a], Alfred Manessier [3], Serge Poliakoff, Gustave Singier [4] en de Belg Nicolas de Staël [5] tot de Ecole de Paris gerekend. De Nederlander Bram van Velde [6] rekent men doorgaans ook tot deze groep, hoewel zijn werk meer verwantschap vertoont met de Lyrische Abstractie. Ook wordt hij wel tot de Existentiële Kunst gerekend, omdat zijn kunstwerken niet aan een bepaalde stijl ontleend zijn, maar aan de sfeer en de gedachten die ze oproepen.

    Jean Bazaine en Serge Poliakoff lees meer
    *Ecole de Paris: het begin van een nieuw tijdperk Enkele kunstenaars van de Ecole de Paris
    Jean Bazaine was één van de voornaamste vertegenwoordigers van de Ecole de Paris; hij was tevens de theoreticus van de groep. Terwijl hij opnieuw aandacht gaf aan de chromatische waarden zoals die het eerst in het Kubisme en bij de fauves tot uitdrukking waren gekomen, zocht hij naar de essentie van vorm, uitgedrukt in kleur en elementaire structuren. Het ging hem er om de structurele eenheid van de mens en zijn omgeving uit te beelden. Het schilderij moest het wezen van het universum belichamen. De schilder moest zich er rekenschap van geven dat hij niet alleen met zijn ogen ziet maar met zijn hele lichaam. Het basisprincipe in zijn werk omschreef hij zelf in zijn boek 'Notes sur la peinture d'aujourd'hui', waarin hij duidelijk stelde dat het de taak van de beeldende kunst is 'de structurele eenheid tussen de mens en zijn omgeving uit te beelden'. Het gaat er niet om in hoeverre een kunstwerk abstract is, maar om de vraag of het iets van het wezen van de wereld voorstelt. De buitenwereld systematisch ontkennen, betekent zichzelf ontkennen. Bazaine onderscheidt zich van andere abstracte schilders doordat de natuur een grote rol speelt in zijn werk. Bazaine schilderde weliswaar uitsluitend in zijn atelier, maar hij tekende veel naar de natuur
    De Russische schilder Serge Poliakoff (genaturaliseerd tot Fransman) legde zich in zijn voortdurende onderzoek naar vlakverdeling en kleurharmonie onder invloed van Kandinsky en Robert Delaunay volledig op het non-figuratieve toe. Hierbij creëerde hij uit gesloten elementaire vormen en puur tonale ritmes een veld van kleur en licht, dat uitnodigt tot meditatie en ruimtelijkheid oproept, in de traditie van de iconen van zijn geboorteland; Poliakoffs kleurengamma toont verwantschap net het kleurenschema zoals we dat vinden bij Russische iconen. Zijn vlakke schilderijen ademen een natuurlijke rust

    Marc Chagall lees meer
    *Ruud van Capelleveen: Marc Chagall is één van de meest succesvolle kunstschilders van de twintigste eeuw. Zijn werk wordt vaak gezien als sterk gerelateerd aan het surrealisme. Het leven van Marc Chagall Marc Chagall wordt in 1887 geboren in Rusland. Na het volgen van een schilder studie in St. Petersburg en daarmee redelijk succes hebbend, verhuist hij in 1914 naar Parijs om zich daar in de kunstgemeenschap te begeven. Hij maakt daar onder meer kennis met het kubisme. In 1914 heeft Marc Chagall zijn eerste solo expositie in Berlijn. Russische kunstenaar Marc Zacharovic Chagall werd in 1887 geboren in Liozno bij Vitebsk. Hij groeide op in een arm Joods milieu. Na tekenlessen te hebben ontvangen in Liozno ging hij naar Sint-Petersburg om te studeren aan de academie voor schone kunsten.
    Parijs
    In St. Petersburg kreeg Marc Chagal les van Léon Bakst en Dobuzinsky op de schildersschool Zvaneeva van 1908 tot 1910. Dankzij een beurs kon hij daarna naar Parijs, want Parijs was toen het middelpunt van het culturele leven. In Parijs ontmoette Marc Chagall veel belangrijke kunstenaars. Hij raakte bevriend met Chaim Soutine, Amedeo Modigliani, Fernand Léger en Alexander Archipenko. Ook was hij bevriend met Guillaume Apollinaire.

    Marc Chagall 2 lees meer
    * Chagall (1887-1985). Marc Zakharovich Chagall (ook geschreven Mark Shagal en Mosje Sacharovitsj Segal) werd op 7 juli 1887 als oudste van negen kinderen in een Joods gezin geboren in de Wit-Russische plaats Liosno dicht bij Vitebsk. Zijn vader Sachar Segal, die zijn naam veranderde in Chagall, was arbeider in een haringpakhuis en door zijn moeder, die aan huis een klein kruidenierswinkeltje had, was hij instaat na de joodse lagere school de openbare middelbare school te bezoeken. Marc sprak Russisch, nam viool- en zanglessen en begon te tekenen. In de winter van 1906-1907 verbleef hij met zijn vriend Victor Mekler in St. Petersburg, waar zij de academie van Rerich bezochten.
    Terug in Vitebsk bezocht hij de Svansevaschool, waar hij onderricht kreeg van Léon Bakst (1866-1924), een van de woordvoerders voor openstelling naar het Westen. In de herfst van 1910 reisde Chagall Bakst achterna, die eerder dat jaar als medewerker van Sergei Diaghilev naar Parijs was gegaan. Chagall huurde eerst het appartement van de Russische schrijver Ehrenburg. Met een kleine toelage, 125 Francs per maand, van zijn beschermer Max Moisevich Vinaver (ook geschreven Winawer), een vooraanstaand Doemalid, richtte Chagall in de winter van 1911-1912 zijn eerste atelier in het ateliercomplex La Ruche te Montparnasse in. Hij bezocht de galeries, het Louvre en de diverse tentoonstellingen.
    Marc Chagall (1887-1985) was van Joods-Russische afkomst (tegenwoordig Wit-Rusland). Hij werd geboren als Movsja Zacharovitsj Sjagal, maar veranderde het later in een meer Franse naam. Na zijn studie in Sint Petersburg, vertrok hij namelijk naar Parijs, op dat moment hét middelpunt van de kunstwereld. In die periode maakte hij o.a. het schilderij I and the village (rechts), dat wordt beschouwd als een van zijn beste werken.
    Tijdens de WOI verbleef Chagal in Rusland, waar hij o.a. deelnaam aan exposities. Na de oorlog werkte en woonde hij met zijn gezin in Berlijn en vervolgens Parijs. In 1941, tijdens de WOII, vluchtten ze naar Amerika, waar ze zich vestigden in New York. In 1944 overleed Chagall’s vrouw en 2 jaar later vertrok Chagall terug naar Europa. Tot aan zijn dood, op 97-jarige leeftijd, bleef hij werkzaam als kunstenaar. Hij werd geëerd met diverse tentoonstellingen in grote steden als Parijs, Londen en Amsterdam en maakte o.a. een serie glas-in-loodramen voor een synagoge in Jeruzalem.
    In het werk van Chagall is vaak zijn arme, maar gelukkige jeugdperiode terug te zien, zoals de geitjes en muzikanten. Zowel de Russische (volks)cultuur als symbolen en tradities uit de Joodse religie waren een constante inspiratiebron voor Chagall. Eenmaal in Frankrijk, raakt hij geïnteresseerd en beïnvloed door de Franse avant-garde kunst. Toch slaagt hij erin zijn persoonlijke stijl, met zijn kinderlijke verwondering, te behouden.
    Marc Chagall (7 juli 1887, Vitebsk - 28 maart 1985, Saint- Paul-de-Vence) behoort tot de grootste beeldende kunstenaars van de twintigste eeuw. Zelf had hij er geen moeite mee zich te scharen onder de grootste westerse kunstenaars aller tijden. Zijn kleurgebruik is fabelachtig en nauw verbonden met de betekenis die wij — vaak onbewust — toekennen aan de vele kleuren en kleurcombinaties. Ook zijn beeldtaal probeert hij te puren uit de gemeenschappelijke, diepere lagen van associaties in westerse mensen. Die beelden en kleuren spreken daarom breed aan en zijn niet voorbehouden aan een selecte groep van kunstliefhebbers en -kenners.
    Zich maar al te bewust van zijn grootsheid heeft Marc Chagall vanaf 1914 -bij zijn terugkeer uit Parijs naar het Belarus waar hij is geboren- systematisch gewerkt aan de mythevorming rond zijn persoon. Omdat hij zijn jeugdjaren herschreven heeft en — zeker in de eerste twee fasen van zijn leven, tot zijn 65ste jaar — een zeer wervelend en zwervend bestaan heeft geleid, is hij hierin behoorlijk geslaagd. Dit is temeer het geval omdat velen in zijn omgeving hem hiervoor de ruimte boden.
    Marc Chagall zag zichzelf het liefst als autodidact die naast zijn grote voorbeeld Rembrandt maar een handjevol beeldende kunstenaars waardeerde. Hij minimaliseerde de invloed van de kennis opgedaan bij zijn leermeesters. En het moet gezegd dat hij in zijn studentenjaren in Parijs (1911-1914) steeds opnieuw en van de grond af aan te werk ging. Hij moest en zou het wiel zelf uitvinden. En dat niet alleen op het gebied van de schilderkunst: later zal hij in zijn grafiek en in zijn glaskunst eveneens vooral op eigen kracht zijn eigen vorm vinden.
    Marc Chagall is opgegroeid in een vroom joods-orthodox milieu aan het eind van de negentiende eeuw, toen de godsdienstbeleving in Europa nieuwe, sterke impulsen kreeg. Bij het verlaten van het ouderlijk huis heeft hij het meeste hiervan als vermolmde ballast achter zich gelaten. Wel wist hij zich zijn verdere leven nauw verbonden met het Joodse volk. Het ergerde hem wanneer zijn kunst als ‘Joodse kunst’ bestempeld werd, ook al hebben veel beelden in zijn werk een Joods-christelijke lading en heft ongeveer een derde van zijn werk een religieuze ondertoon. Dat religieuze meende hij terug te moeten voeren op de diepere, onbewust werkende lagen in de Europese cultuur.

    Amedeo Modigliani lees meer
    *Amedeo Modigliani Door toedoen van de dichter Zboronski, die zich over hem en zijn vrouw, Jeanne Hebuterne, ontfermt, kent hij een kortstondig succes. Na 1915 zal hij zich enkel nog toeleggen op de schilderkunst en enkele van zijn beste werken produceren, maar de interesse in Afrikaanse maskers en beelden blijft als een sluimerende voorbeeld setting in zijn doeken aanwezig. De ovale ogen en de verlengde nekken met toch de persoonlijkheid van de objecten. Een vloeiend geheel van elegante lijnen en gekromde vlakken

    Amedeo Modigliani 2 lees meer
    * Amedeo Modigliani Joods-Italiaanse schilder en beeldhouwer, geboren 12 juli 1884 in Livorno - overleden 24 januari 1920 te Parijs. Modigliani schilderde sterk gestileerde naakten en portretten die toch overeenkomst met het model bleef houden. Hij maakte gebruik van gestileerde en verlengde vormen als lange, ovale gezichten met uitgerekte halzen en lange ledematen, waardoor de figuren vaak een melancholieke stemming uitdrukken, de roestkleurige huidskleur en de omlijning van de vormen. Ogen, monden en neuzen staan in de gezichten niet op de 'juiste' plaats, maar vormen toch een sluitend en geloofwaardig geheel. Ondanks de verwrongen lichamen komen ze zeker niet onnatuurlijk over en hoewel hij zijn modellen heel economisch afbeeldt, herkennen we in enkele portretten zijn vriendenkring. Naast het verheerlijken van de vrouwelijke sensualiteit, slaagt Modigliani erin om zijn streng gestileerde naakten een grote psychologische diepgang te geven en ondanks de vervreemde effecten stralen zijn naakten een dusdanige zinnelijkheid uit dat de politie er één liet verwijderen uit de etalage bij Modigliani's eerste tentoonstelling.

    Modernisme lees meer
    * Internationale Stijl internationale modernisme Architectuur
    In Europa ontwikkelt zich in de jaren '20 een fundamenteel andere architectuurstijl, bekend als de Moderne Beweging. Wanneer deze in Amerika arriveert, wordt de overkoepelende term 'Internationale Stijl' gelanceerd.
    naam
    In 1932 wordt in het Museum of Modern Art in New York de 'First International Exhibition of Modern Architecture' georganiseerd. Bij deze rondreizende tentoonstelling verschijnt het boek 'The International Style', geschreven door Henry-Russel Hitchcock en Philip Johnson. De term Internationale stijl wordt gebruikt als overkoepelende naam voor de verschillende stromingen van de Moderne Beweging, met dezelfde algemene stijlkenmerken. Op deze manier werd de nieuwe stijl onafhankelijk van nationale bewegingen en werd een oplossing geboden voor de complexe variëteit aan stijlen, met dezelfde algemene kenmerken.
    ontwikkeling
    Onder druk van het Duitse regime verlaten de leiders van de moderne beweging Europa. Walter Gropius, Ludwig Mies van der Rohe en Eric Mendelsohn zijn de eersten die naar Amerika emigreren, later volgen ook Rudolph Schindler, William Lescaze en Richard Neutra. In Amerika komen de architecten in aanraking met de nieuwe bouwtechnieken, waarvan ze dankbaar gebruik maken. Vooral de Chicago School trekt veel architecten, waaronder Neutra en Schindler. Door gebruik te maken van de stalen skeletbouw, verijzen overal wolkenkrabbers, voorstedelijke businessparken en winkelcentra.De deelname van Amerika aan de Tweede Wereldoorlog en de jaren van depressie die hieraan vooraf gaan, belemmeren de doorbraak van het modernisme. Na de oorlog worden verschillende moderne architecten in het onderwijs actief, en krijgt het modernisme de kans zich te ontwikkelen. Gropius doceerde aan Harvard en beëindigde hier de beaux-arts training, waarna hij de Bauhaus training startte. Ook Eero Saarinen, Alvar Aalto, Eric Mendelsohn en Konrad Wachsmann gaven les op verschillende instituten. Laszlo Moholy-Nagy stichtte een nieuw Bauhaus: The Institue of Design. Op deze manier werd het klassieke beaux-arts onderwijs verdreven en vervangen door de ideeën van de moderne beweging.
    architecten
    Ludwig Mies van der Rohe en Frank Lloyd Wright kunnen worden gezien als de dragers van de moderne architectuur in Amerika. Andere bekende Amerikaanse architecten zijn Kevin Roche, Cesar Pellis, Gunnar Birkerts, Anthony Lumsden, George Howe en William Lescaze.

    Mies van der Rohe lees meer
    *Mies van der Rohe Ludwig Mies (Mies van der Rohe) is geboren op 27 maart 1886 in Aachen, Duitsland. Na stage gelopen te hebben bij zijn vader, een meester steenhouwer, verhuisde hij op zijn 19e naar Berlijn, waar hij werkte voor Bruno Paul, de hoog aangeschreven architect en meubelontwerper. Op zijn 20e kreeg hij zijn eerste eigen opdracht voor het ontwerpen van een huis voor de filosoof Alois Riehl. In 1908, op zijn 22e begon hij te werken voor de architect Peter Behrens. Hij leerde het vak van Karl Friedrich en Frank Lloyd Wright. Op zijn 26e, in 1912 opende hij zijn eigen kantoor in Berlijn. Een jaar later in 1913 trouwde hij. In 1930 was er nog geen enkel ontwerp van Mies daadwerkelijk gebouwd. Dit was te wijten aan de slechte economische en de wijzigende politieke situatie in Duitsland. Hij was vanaf 1930 directeur van de Bauhaus school tot 1933 toen hij de school, onder voor de druk van het nieuwe nazi regering, werd gesloten. In 1937 vertrok Mies naar de Verenigde Staten. Van 1938 tot 1958 was hij hoofd van de afdeling Architectuur op de Armour Institute of technology in Chigago. Later werd de naam voor deze school Illonois Institute of technology.In 1940 werd hem gevraagd een nieuwe campus voor de school te ontwerpen, een project waar hij zijn staal en glas stijl ging verfijnen. Ook kreeg hij een relatie met Lora Marx, een artieste uit Chigago, deze relatie bleef voor de rest van zijn leven.
    In 1944 werd hij een Amerikaans staatsburger en was inmiddels professioneel geslaagd. In deze periode ontwierp hij een van zijn meest bekende gebouwen, een klein weekendverblijf buiten Chigago, een transparante box met aan de buitenkant een stalenframe. Het zou zijn meest radicale minihuis zijn ooit ontworpen. Het is een enkele kamer, verdeeld in kleine vlakken, volledig omringd in glas.
    In de jaren '50 ging hij door met het ontwikkelen van dit concept met open en flexibele ruimtes op en veel grotere schaal. In 1953 ontwierp hij een conventie hal, vernieuwend hierin was de structuur dat lange afstanden samenspande. Gedurende deze periode ontwierp hij ook zijn droomgebouw, een glazen wolkenkrabber. De "Twin towers in Chigago werd in 1951 opgeleverd, gevolgd door meerdere ontwerpen in Chigago, New York, Detroit, Torent.
    Voor zijn carrière ontving Mies in 1959 in Duitsland de "Orden pour le Merite"en in 1963 in de Verenigde Staten de "Presidential medal of freedom."

    Nieuwe zakelijkheid lees meer
    *Nieuwe Zakelijkheid De nieuwe zakelijkheid van de schilderkunst is een andere dan de nieuwe zakelijkheid van de architectuur, redactie.
    Voor veel schilders is een omgang met de werkelijkheid die niet anders dan eerlijk wil zijn nog te subjectief (Davringhausen, Kanoldt, Wadsworth enz). Zij zoeken met alle middelen om die subjectiviteit zoveel mogelijk aan banden te leggen.Om te beginnen zoeken zij onderwerpen zo nuchter en zakelijk als er maar te vinden zijn bij voorkeur uit ons alledaagse burgerlijke bestaan, zoals een wastafel, allerlei technisch gereedschap. Geen wastafel en gereedschap waar het leven overheen gegaan is, maar liefst fonkelnieuw.
    Inplaats van ruige zwervers verkiezen zij bijvoorbeeld een beambte van de gas- of waterleiding. Liever dan een uitbundige bloemenweelde schilderen zij cactussen (2). Geen grootse romantische objecten, maar nette ordelijke dingen uit ons gewone leven. Deze richting heeft dan ook eerst recht aanspraak op de naam 'Nieuwe Zakelijkheid'.
    Maar met zo in onszelf te keren, vervreemden wij ons van de werkelijkheid. De oprechte belangstelling van de schilder van de Nieuwe Zakelijkheid voor zijn onderwerp is dan ook dikwijls ten dele vergeefs. Alles blijft in een vreemde onwerkelijke sfeer.
    Ons gevoel heeft een weerstand nodig, anders slaat het door in loze gebaren. Deze weerstand nu vormt het zich streng binden aan de uit te beelden objecten. Het subjectieve gevoel kan zo alleen tot uiting komen, voor zover de zakelijkheid van onze instelling op de werkelijkheid dit toelaat; wat een geladen spanning met de nauw getrokken grenzen tot gevolg heeft.
    Maar alleen het grote gevoel verwekt deze strak-koele, dikwijls geheimzinnige spanning.. .De Nieuwe Zakelijkheid vermijdt stemming als uiting van subjectiviteit. Alle burgerlijke idylle is haar vreemd.
    Voor ons liggen de Nieuwe Zakelijkheid en de nieuwe abstracte neo-classieke kunst niet zover uiteen, daar ze beide uitingen zijn van een in hoofdzaak zelfde levenshouding. Daarom beschouwen we ze dan ook als één richting

    Max Beckman lees meer
    * Max Beckmann (1884-1950) is een van de belangrijkste en meest spraakmakende Duitse kunstenaars van de 20ste eeuw. Omdat zijn schilderijen door de nazi’s als ‘entartete Kunst’ (ontaarde kunst) werden bestempeld, vertrok hij in 1937 naar Amsterdam, waar hij tot 1947 woonde en werkte.

    Max Beckman 2 lees meer
    * Max Beckman (1884-1950). De bezoekers werden geconfronteerd met reusachtige figuren die, omlijnd door donkere contouren, figureerden in dramatische ensceneringen. We leerden Beckman kennen als de kunstenaar van de 'Entartete Kunst', de oorlogsdreiging spatte van de muren.
    Deze zelfde Beckman blijkt ook een verwoed reiziger te zijn geweest. Geïnspireerd door die reizen heeft hij nogal wat landschapsschilderijen gemaakt die voor een groot gedeelte bij elkaar zijn gebracht in de tentoonstelling Landschaft als Fremde te Bielenfeld. Zijn tijdgenoot Mondriaan keerde toen hij eenmaal op zijn abstractieniveau was aanbeland niet meer terug naar landschapsschilderijen en Picasso heeft 'het landschap' nooit als een serieus onderwerp gezien. Beckman echter is gedurende zijn leven altijd doorgegaan met het schilderen naar de natuur. Naast andere thema's beslaat dit ongeveer een kwart van zijn oevre.
    In zijn jonge jaren werkte hij ter plekke, later onthield hij wat hij tijdens zijn wandelingen had waargenomen. En nog veel later toen hij eenmaal in Nederland als balling was blijven steken, schilderde hij naar aanleiding van ansichtkaarten. Zo zijn Côte d'Azur en de haven van Genua tot onderwerp gemaakt. Van het laatste schilderij is het vooral het zwarte licht dat indruk maakt, terwijl de tuinschilderijen doen denken aan de lichtheid van de douanier Rousseau.
    In de twintiger jaren reisde Beckman regelmatig naar Zandvoort en Scheveningen om daar zijn impressies van de zee te maken; deze zijn precies zoals zijn andere werk robuust en trefzeker neergezet. In tegenstelling tot de 17e eeuwse Hollandsche schilders die de horizon laag op het linnen zetten om zo onze befaamde luchten tot hun recht te laten komen, vulde hij het doek bijna geheel met zeewater. Behalve de zee bezocht hij onder andere ook Valkenburg en Laren en schilderde hij typische Hollandse uitzichten als polders met molens en fietsers aan de bosrand.
    Duits expressionistisch schilder, aquarellist, graficus en beeldhouwer, geboren 12 februari 1884 te Leipzig - overleden 27 december 1950 in New York.
    Beckmanns schilderkunst is geworteld in de traditie van de Europese schilderkunst. Hij werd beïnvloed door de middeleeuwse kunst en met zijn kleurrijke monumentale doeken situeert hij zich tussen het expressionisme van Die Brücke (met o.m. Ernst Ludwig Kirchner en Erich Heckel) en de anekdotiek van de Neue Sachlichkeit (met Otto Dix en George Grosz). Zijn onderwerpskeuze en symboliek hebben raakvlakken met kunstenaars als Vincent van Gogh en Jeroen Bosch.
    Zijn stijl is, in tegenstelling tot de meer soepele vormgeving en het weelderig koloriet van de expressionisten van die Brücke, op het harde af sober en streng. Beckmann onderscheidde zich verder door de onverbiddelijke systematiek waarmee hij, mede onder de invloed van de Franse schilder Léger, vooral in zijn latere compositieshet lineaire en plastische element beklemtoonde. De compositie van zijn latere werken is van een monumentale eenvoud. Als graficus ontwierp hij talrijke series en geïllustreerde boekuitgaven

    Surrealisme lees meer
    *Het ontstaan van het surrealisme André Breton: In die tijd (1922) werd er het meest bekende woordspel van de geschiedenis gespeeld:
    ‘Le Cadavre expuis’. Een woordspel waarbij de 5 spelers hun fantasie de vrije loop moesten laten, waardoor er allemaal rare zinnen ontstaan. Breton bedacht voor hun manier van denken en spelen de term: Sur (niet) realisme (normaal). Hij zag dat de manier van spellen de mogelijkheid had dit toe te passen op de beeldende kunst. Met het spel als voorbeeld ging hij aan de slag met een aantal schilders en ze ontdekten een enorme droomwereld!
    Breton schreef over zijn ontdekkingen en ideeën in boeken, tijdschriften en manifesten. Zijn eerste manifest verscheen in 1924.
    Hij schreef daarin: ‘Het automatisme is een belangrijk middel om je denken uit te drukken. Kinderen kennen nog geen grenzen tussen verbeelding en realiteit. Hun fantasie wordt steeds minder als ze ouder worden. De enige volwassenen die ook nog grote fantasie hebben zijn: geesteszieken en krankzinnigen…’
    Volgens hem moet iedereen zich bevrijden uit de realiteit en zich overgeven aan de fantasie. Samen met surrealisten zochten ze naar de vrijheid die kinderen en krankzinnigen wel hebben

    Surrealisme 2 en overzicht schilders lees meer
    *Surrealisme in de schilderkunst
    Ontstaan surrealisme Het surrealisme zoekt een andere werkelijkheid, anders dan de realiteit, in het diepere van de menselijke geest. De nieuwe, creatieve verbeeldingskracht vindt z'n bronnen in het onderbewuste van de mens, de dromen.
    De dichter André Breton bedacht de term surrealisme in 1924: 'ik geloof in de toekomstige oplossing van tegenstrijdig lijkende toestanden - droom en werkelijkheid - in een soort van absolute werkelijkheid: een surrealiteit'. De werkelijkheid wordt geuit in dromen, vandaar dat visioenen, symbolen en dromen een grote plaats innemen.
    Siegmund Freud en de psychoanalyse vormen de basis van de surrealistische visie, die zich concentreert op het onderzoek van dat gebied tussen het bewuste en het onbewuste in de mens, het onderbewuste.
    Het surrealisme in de schilderkunst uit zich vooral door de fantasie, de aparte stijl, de kleuren en natuurlijk het onderwerp.

    Kenmerken
    Een belangrijk kenmerk is natuurlijk het onwerkelijke, het bovennatuurlijke. Surrealistische schilderijen zijn meestal moeilijk te vatten als je ze zo oppervlakkig bekijkt. Door de gruwelen in de wereldoorlogen en dankzij de ideeën van Freud, grepen de surrealisten hun schilderborstel en lieten het onderbewuste in zichzelf te voorschijn komen op het doek. Ze schilderen als het ware bestaande elementen als een hallucinatie met de nodige fantasie en verbeelding. Die irreële elementen spreken ons aan en verrassen ons, het heeft de gewenste uitwerking: ons onderdompelen in een wereld vol mysterie. Door dit mysterie kan de kijker ook een geheel eigen interpretatie opvatten van het schilderij. Een ander kenmerk, dat een bewust schokkende kracht geeft, is het in verband brengen van alledaagse dingen, op een niet alledaagse manier. Deze objecten, meestal zeer nauwkeurig geschilderd, staan vaak in geen relatie tot elkaar. Dit effect wordt onder meer verkregen door een gebruik van perspectief. De wetten van het perspectief en de zwaartekracht gelden nauwelijks meer of worden daarentegen juist versterkt.
    Vele surrealistische schilders drukken in hun kunst een klacht uit tegen de maatschappij. Onder de schilders zijn er dan ook veel utopisten die de wereld willen veranderen op hun eigen manier, en hoe kan dat beter dan via hun schilderijen mensen proberen tot inzichten te brengen.

    Belangrijke vertegenwoordigers
    René Magritte
    René Magritte was een belangrijke vertegenwoordiger van het surrealisme in België. In 1927 sloot hij zich gedurende vijf jaar aan bij een surrealistische beweging in Parijs. Zijn schilderijen staan vol visuele paradoxen. Hij schildert eigenlijk doodgewone, dagdagelijkse dingen, maar geheel uit hun context, op plaatsen waar je ze niet verwacht en combinaties die niet correct zijn. In zijn schilderijen graaft Magritte ook de betekenis van de voorwerpen die hij gebruikt goed uit.Hij speelt ook met de gedachte van woorden en voorwerpen, daarmee wordt bedoeld dat hij dan op zoek is naar de tweede gedachte die spontaan in je op komt. Dit zorgt voor een geheimzinnige sfeer. Mysterie is Magritte zijn sleutelwoord, al zijn schilderijen worden gekenmerkt door de poging om het mysterieuse op te roepen. Dit, het subtiel vervreemden van de werkelijkheid, is magisch realisme. Het magisch realisme is een soort van 'milde' vorm van surrealsme, die nooit de grens van het fantastishe overschrijdt.

    Max Ernst Max Ernst is een van de grootste vertegenwoordigers van het surrealisme (en later ook van het dadaïsme). Zijn eerste werken werden door meerdere artiesten beïnvloed, waaronder Van Gogh, Kadinsky, ...Ernst experimenteerde ook constant met nieuwe technieken (o.a. frottage) en vormden de sleutel tot het begrijpen van zijn werken.

    Juan Miro Juan Miro heeft in zijn hele kunstperiode verschillende kunststromingen meegemaakt. Maar uiteindelijk ziet men hem toch als een groot voorbeeld voor het surrealisme. Zijn schilderijen worden vooral gekenmerkd door het gebruik van felle maar toch simpele kleuren. In 1924 tekende hij dan ook het surrealistisch manifest.

    Salvador Dali

    Paul Klee

    John Langdon meerbepaald het werk "The Persistence of Influence" (zie John Langdon Schilderijen) John Langdon laat zich in zijn werk inspireren door grootmeesters in de schilderkunst. "The Persistence of Influence" is gebaseerd op Dali's "The Persistence of Memory".

    Spilliaert, Léon

    Marcel Duchamp
    Marcel Duchamp heeft in heel zijn leven allerlei kunststromingen meegemaakt. In een kunstwerk gebruikte hij vooral verschillende kunstvormen tegelijkertijd. Zo is La mariée mise à nu par ses célibataires, même een kunstwerk waar hij zowel surrealisme als Dadaïsme in heeft verwerkt. De schilder brengt hier allerlei alledaagse dingen naar voor (zoals de chocolademolen op de voorgrond). Ze worden dan nog eens in perspectief gezet waardoor ze nog duidelijker gemaakt worden. Het zijn allemaal momentopnamen en dingen die in de realiteit tevoorschijn komen, maar toch hebben ze niets met elkaar te maken.

    Van Tuerenhout, Jef
    Jef Van Tuerenhout vond het niet leuk om op zijn werken een '-isme' te plakken. Maar als hij echt moest kiezen dan zei hij: "ik ben surrealistisch getint, maar ik hoor liever : magisch realisme." Hij zei: ik ben geen '-isme' ik ben gewoon Jef Van Tuerenhout. Mijn schilderijen zijn realistisch maar hebben iets magisch. Ik behoor niet tot een stroming. Ik ben gewoon mezelf. Toen Paul Delvaux overleed sprak men wel over Jef Van Tuerenhout als de laatste Belgische surrealist.

    Salvador Dali lees meer
    *Salvador Felipe Jacinto Dali y Komenech werd geboren in 1904 op 11 mei in Figueras, Spanje. De Spaanse streek maakte toen een enorme bloeiperiode door.Zijn vader was een notaris uit Cadaques en de familie leidde een rijk leven in het dorp Figueras. Oorspronkelijk heette zijn oudere broer Salvador, alleen hij overleed 3 jaar voor de geboorte van Dali. Salvador was enig kind totdat zijn zusje Ana Maria werd geboren. En voor Dali betekende het, dat hij alles kon doen wat hij wilde, hij werd volkomen verwend.
    Elke dag ging hij naar school in Figueras. In 1914-1918 ging Dali naar de Academie van de broeders van de orde der maristen in Figueras. Op de academie bestudeerde hij de geheimen van licht en donker van de meesters uit de Renaissance. Voor zijn 6e levensjaar toont hij al talent als kunstenaar. Toen Dali 7 jaar oud was wilde hij Napoleon zijn. In die periode ontdekte hij ook Cadaques en zijn prachtige baai. Deze ontdekking was het begin wan zijn levenslange fascinatie en liefde voor Cadaques. De vreemd gekleurde rotsen en de verlaten stranden zijn onderwerp geweest van vele van Dali’s studies.
    In 1917 kreeg Dali officieel les. Professor Juan nunez nam hem op de Escuela Municipa de Grabado onder zijn hoede. Salvador Dali wijdde zichzelf aan zijn passie voor schilderen. Hij ontdekte de Impressionisten en schilderde het linnen in bonte kleuren. Maar het grootste deel van de tijd was hij bezig zijn imago op te bouwen. Hij wilde een zeer herkenbaar persoon worden. Daarom had hij lang haar en bakkebaarden en hij droeg een lange cape met een bont gekleurde vlinderjas. Hij liet zijn snor staan met een krul aan beide kanten. Het was alsof hij wist dat hij een belangrijk persoon zou gaan worden naast zijn schilderwerk. Van kleins af aan leed Dali aan grootheidswaan en had een uitzonderlijke fantasie.
    Na zijn eerste tentoonstelling, in Figueras, wat een groot succes was, ging Dali naar de School voor schilderkunst, beeldhouwkunst en tekenkunst in Madrid, daar voelde zijn vader weinig voor. Op de academie kwam hij voor het eerst in aanraking met een compleet andere levensstijl dan die waaraan hij gewend was op het platteland. Salvador was eerst verbijsterd, maar al gauw werd hij opgewekt. Hij ontmoette vele nieuwe mensen en maakte veel nieuwe vrienden. Een van zijn vrienden waren Lorca en Luis Buñuel. Dali ontdekte door Juan Gris het kubisme. Luis Buñuel speelde een grote rol in de gevechten tegen religie en de maatschappij. Hij probeerde mensen te choqueren met de boeken die hij schreef en de films die hij maakte. Samen met Dali maakte hij de films ‘Un chien Andalou’ en ‘L’age d’Or’. Beide films waren vrij scandaleus.In Catalonie

    Surrealisme en Salvador Dali incl. fil,pjes/videos lees meer
    *Willem den Broeder: Dalí werd geboren in Figueres, een klein stadje aan de voet van de Pyreneeën, zo’n 25 kilometer van de Franse grens, in Catalonië, Spanje op 11 mei 1904. Hij had een zus, Anna Maria (1908-1989), die in 1949 een boek over haar broer schreef. Salvadors oudere broer, die ook Salvador heette, werd op 12 oktober 1901 geboren, maar overleed op 1 augustus 1903, negen maanden voor de geboorte van Salvador.[1] Zijn eerste tekenonderwijs kreeg Dalí op tienjarige leeftijd van een vriend van zijn vader, de impressionistische kunstschilder Ramón Pichet (1872-1925). Zijn eerste tentoonstelling vond in 1918 plaats in het stadstheater van Figueres.
    In zijn jonge jaren was Dalí geïnteresseerd in kunstschilders als El Greco, Francisco Goya, Michelangelo en Diego Velázquez. Hij richtte zijn aandacht in die tijd op het impressionisme en het kubisme.
    Salvador Dalí studeerde in Madrid van 1921 tot 1924. Al in die tijd was hij, waarschijnlijk om de aandacht op zich te richten, een excentriek figuur. In 1926 ging hij naar Parijs. Daar leerde hij Pablo Picasso en André Breton kennen. In 1929 werd hij verwelkomd door Breton en sloot hij zich aan bij het surrealisme. Hij werkte er samen met onder anderen de cineast Luis Buñuel.
    In augustus 1929 bezochten Gala, haar echtgenoot Paul Éluard en enkele vrienden Dalí in Portlligat, vlakbij Cadaqués. Het was liefde op het eerste gezicht voor Dalí en Gala. Gala scheidde daarna van Éluard en huwde in 1934 voor de wet met Dalí. De Spaanse Republiek stond echtscheiding voor het eerst toe, en kende voor het eerst ook een burgerlijk huwelijk. Pas in 1958 werd hun kerkelijk huwelijk te Montrejic ingezegend, na de dood van Paul Éluard. Het gerucht ging dat Dalí een fobie voor vrouwelijke genitaliën bezat. Dalí was dan ook zeer waarschijnlijk nog maagd toen hij Gala in 1929 ontmoette. Nog voordat Dalí en Gala elkaar ontmoetten had hij een zeer innige vriendschap met de homoseksuele poëet Federico García Lorca, die tweemaal vergeefs seksueel contact zocht met Dalí.[2] Hun vriendschapsband eindigde echter nadat de film Un chien andalou van Luis Buñuel en Dalí uitkwam. García Lorca beschouwde deze film als een persoonlijke aanval op hem. In 1936 was het commentaar van Dalí op de dood van García Lorca in een nationalistische gevangenis: “Lorca is gestorven op een manier die bij hem past.”[3]

    Max Ernst lees meer
    *Max Ernst Duits schilder en beeldhouwer, geboren 2 april 1891 geboren in Brühl bij Keulen - overleden in 1 april 1976 Na W.O. I werd hij één van de leiders van het dadaïsme in Keulen. Belangrijkst is hij echter als surrealist. Sinds de jaren vijftig schilderde hij vooral kleurrijke, lyrische, abstracte schilderijen.
    Zijn oeuvre, dat zeer omvangrijk was, getuigt van veel fantasie en een grote intelligentie. Steeds terugkerende objecten in zijn werk zijn vogels, het woud, de vrouw en de 'gestorven' stad
    Ernst gebruikte ook een veelvoud van technieken in zijn werk: de (foto)collage, de frottage (een eigen uitvinding, geïnspireerd door het automatisme), de decolcomanie, de linoleum snede, de tekening; hij deed ook aan beeldhouwkunst was natuurlijk ook schilder. Ernst was ook, in beperkte mate, schrijver (al dan niet in samenwerking met Hans Arp); zijn 'Écritures' werden in 1970 in Parijs uitgegeven. Veel van zijn werk is verloren gegaan.

    Max Ernst 2 lees meer
    *Niemand was zo goed in de zakken van de werkelijkheid binnenstebuiten te keren als Max Ernst, zei Tristan Tzara. Van verschillende kunstenaars wordt beweerd dat ze de beste of de invloedrijkste van deze eeuw zijn. In één opzicht geldt dat voor Ernst: hij ontwikkelde een hele reeks technieken die de traditionele schilderkunst, grafiek en zelfs sculptuur moesten vervangen. Collage, frottage, raclage, grattage, assemblage, dripping en décalcomanie zijn uiteindelijk tot het standaardrepertoire gaan horen van de twintigste-eeuwse kunstenaar.

    Alberto Giacometti lees meer
    *Alberto Giacometti (1901-1966). Voor het eerst in ruim twintig jaar is het veelzijdige oeuvre van deze beeldhouwer, schilder en tekenaar in Nederland te zien. Naast zijn beroemde werken van fragiele mensfiguren zijn nooit eerder in Nederland getoonde sculpturen, schilderijen en tekeningen te bewonderen. De tentoonstelling die in nauwe samenwerking met de Fondation Alberto et Annette Giacometti exclusief voor de Kunsthal is samengesteld, laat de ontwikkeling van Giacometti´s werk zien en past in een succesvolle reeks waarmee de Kunsthal toonaangevende beeldhouwers uit de twintigste eeuw presenteert. Eerder vonden tentoonstellingen van Isamu Noguchi (2003), Henry Moore (2006) en Jean Tinguely (2007) plaats.
    Veelzijdig oeuvre Vanaf 1922 vestigt Alberto Giacometti zich in Parijs, waar hij studeert bij Antoine Bourdelle aan de Académie de la Grande-Chaumière. Onder invloed van beeldhouwers als Jacques Lipchitz en de maker van Rotterdams Verwoeste stad Ossip Zadkine, maakt hij kennis met het kubisme en experimenteert hij met compositie. Als hij zich van deze voorbeelden losmaakt, ontdekt hij de Afrikaanse kunst die voor veel kunstenaars van zijn tijd als een belangrijke inspiratiebron geldt. De invloeden van zijn klassieke opleiding, het kubisme en de primitieve kunst leiden tot zijn eerste grote vrouwelijke figuren waaronder Femme cuillère. Tot aan 1935 maakt Giacometti Surrealistisch werk en is hij een van de toonaangevende kunstenaars van deze stroming. Daarna richt hij zich steeds geconcentreerder op het thema dat hem zijn hele leven zal bezighouden: de weergave van het menselijk lichaam.
    Alberto Giacometti wordt in 1901 geboren in Val Bregaglia, Zwitserland en groeit op in Stampa, een dorp daar niet ver vandaan. Als zoon van een postimpressionistische schilder wordt hij al jong aangemoedigd zich te ontwikkelen als tekenaar, schilder en beeldhouwer.In 1919 en 1920 zat hij op de Kunstacademie in Geneve. Hij heeft daarna ook een tijd in Parijs gewoond, waar hij onder meer bevriend was met André Masson en later Picasso. In zijn vroege schilderijen, waaronder zijn zelfportret uit 1921, is duidelijk de invloed van Cézanne zichtbaar.

    Alberto Giacometti 2 lees meer
    *Alberto Giacometti Lang, statig, elegant, maar ook zo dun en fragiel dat je bang bent dat ze breken. De hele grote of juist hele kleine dunne beelden van Alberto Giacometti van mannen en vrouwen die lopen of stijf stilstaan zijn wereldberoemd. In de Kunsthal in Rotterdam is naast deze beroemde en vooral ook opvallende mensbeelden echter nog veel meer werk te zien van deze - zo blijkt - zeer veelzijdige Zwitserse kunstenaar. Giacometti (1901-1966) heeft een oeuvre achtergelaten dat niet alleen bestaat uit beeldhouwwerken, maar ook veel schilderijen, tekeningen, etsen en gravures. De Kunsthal laat hier nu van 18 oktober 2008 tot en met 8 februari 2009 een mooie overzichtstentoonstelling van zien. Hoewel het oeuvre van Giacometti zeer veelzijdig is, benadrukt de tentoonstelling vooral ook de onderlinge samenhang tussen het werk, waarin het weergeven van de mens duidelijk de rode draad vormt. De overzichtstentoonstelling van Alberto Giacometti is de laatste in een reeks van tentoonstellingen van beroemde beeldhouwers uit de 20e eeuw in de Kunsthal in Rotterdam. Eerder waren al overzichtstentoonstellingen van Henry Moore en Jean Tinguely te zien. De huidige overzichtstentoonstelling van het werk van Giacometti laat naast de bekende dunne mensbeelden vooral ook werk zien dat nooit eerder in Nederland te zien was. In een ruime en lichte opstelling met enkele kleinere ruimtes, valt op het eerste gezicht vooral de diversiteit van de tentoonstelling op. Zo zien we naast de hele grote en hele kleine mensfiguren veel bustes, maar ook (kleur)potloodtekeningen, etsen, gravures en schilderijen.
    Diversiteit en samenhang
    Giacometti is door de jaren heen beïnvloed door verschillende kunststromingen, met name door het kubisme, Afrikaanse kunst en het surrealisme. In de tentoonstelling zijn al deze invloeden terug te vinden. Knap en interessant van de tentoonstelling is echter dat er duidelijk wordt geprobeerd om te laten zien hoe al deze invloeden uiteindelijk samenkomen in Giacometti's werk. De tentoonstelling concentreert zicht dan ook vooral op de onderlinge samenhang tussen de verschillende werken, gemaakt in verschillende periodes. Een goed voorbeeld hiervan zijn de drie verschillende beelden van vrouwen die Giacometti maakte over een periode van 30 jaar, van 1927 tot 1957. De beelden maken alle drie deel uit van heel verschillende kunststromingen. Door deze drie figuren juist naast elkaar te zetten wordt duidelijk dat ondanks dat ze veel van elkaar verschillen, ze ook juist veel overeenkomsten vertonen, bijvoorbeeld in grootte en vorm

    Paul Klee lees meer
    *Paul Klee (1879-1940)
    Duitse kunstenaar De Duitse kunstenaar Paul Klee werd in december 1879 geboren in Münchenbuchsee. Paul was de tweede zoon van Hans en Ida Klee-Frick. In 1880 verhuisde de familie Klee naar het Zwitserse Bern. Paul Klee bezocht de middelbare school in Bern en studeerde daarna aan de tekenschool van Heinrich Knirr en kunstacademie in München.
    Italië In 1901 reisde Paul Klee met de beeldhouwer Hermann Haller naar Italië. Klee bezocht de steden Rome, Napels en Florence. De vroegchristelijke en byzantijnse kunst maakten grote indruk op hem. Vijf jaar later trad hij in het huwelijk met de pianiste Lily Stumpf. Het echtpaar vestigde zich in München.
    Invloed primitieve kunst
    In 1911 ontmoette hij August Macke, Wassily Kandinsky en Franz Marc. Paul Klee liet zich beïnvloeden door primitieve kunst, door kindertekeningen en tekeningen van geestelijk gestoorden.
    Op de tweede tentoonstelling van de kunstenaarsgroep Der Blaue Reiter was Paul Klee vertegenwoordigd met zeventien schilderijen. Deze tentoonstelling vond plaats in de boekhandel van Hans Golz in München. Tijdens een reis van veertien dagen door Tunis in 1914 met de kunstschilders August Macke en Louis Moilliet kwam er een doorbraak in het kleurgebruik van Paul Klee.

    Joan Miro lees meer
    *De Spaanse schilder Miro werd geboren op 20 april 1893 in Barcelona. Hij studeerde aan de School voor Schone Kunsten en de Academia Galí. Zijn werken zijn één van de meest originele van de twintigste eeuw. Met veel fantasie en verbeelding geeft hij uiting aan zijn motieven die een afspiegeling zijn uit het rijk van het geheugen en het onderbewustzijn

    joan Miro 2 lees meer
    *Joan Miró (1893-1983) wordt door veel kunstcritici gezien als een van de meest veelzijdige beeldende kunstenaars van de 20-ste eeuw. Miró’s werk omvat schilderijen, sculpturen, textielwerkvormen, theater en monumentale beelden. Wandelend door het museum Fundació Joan Miró te Barcelona, waar een enorme collectie van Miró’s werk is tentoongesteld, kun je er eigenlijk niet omheen dat Miró misschien wel meer dan één kunstenaar is. Juan Miró was heel trots op zijn moederland Catalonië, dat tevens meer beroemde kunstenaars heeft voortgebracht zoals: Pablo Picasso, Salvador Dalí en Antonio Gaudí. In de volgende opdrachten gaan wij proberen wat meer inzicht te krijgen in de technieken en achtergronden mbt. de abstracte kunst van Juan Miró aan de hand van zijn werk zoals oa. tentoongesteld in het museum Fundació Joan Miró te Barcelona.

    Dick Ket (1902-1940) lees meer
    *Dick Ket werd geboren in Den Helder en studeerde enige tijd in Arnhem. Zijn zwakke gestel (hij leed aan een hartkwaal) noopte hem ertoe bij zijn ouders te blijven wonen, die naar Bennekom waren verhuisd. Ket ontwikkelde een heel eigen, realistische stijl die zich uitte in geschilderde en getekende stillevens en zelfportretten. Voor deze onderwerpen hoefde hij het huis niet uit. Op het zelfportret in het Rijksmuseum (Rijksprentenkabinet) is ook zijn vader afgebeeld. Ket kende aan veel van zijn werk een diepere betekenis toe, die niet altijd te herleiden is. Dick Ket stierf op 37-jarige leeftijd in Bennekom

    Pyke Koch lees meer
    *Pyke Koch werd op 15 juli 1901 geboren in Beek bij Nijmegen. In 1920 begint Koch aan een studie rechten aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. In 1927 breekt hij deze studie af en begint te schilderen. In 1927 voltooide hij zijn eerste schilderij en een jaar later neemt hij voor het eerst deel aan een expositie. In de jaren die volgden experimenteerde Koch met verschillende vormen van realisme. Vooral de Duitse expressionistische film was een grote inspiratiebron voor Pyke. Na 1930 slopen de eerste surrealistische trekken in zijn werk. Zelf deelde Koch zijn werk in bij dat van de magisch realisten

    Magisch Realisme lees meer
    *De term magisch realisme wordt zowel in de schilderkunst van b.v { Kynethologie } als de literatuur gebruikt. Het is een richting in de kunst waarin een poging wordt gedaan de werkelijkheid te verbinden met een andere of hogere werkelijkheid, waardoor hallucinerende beelden of droomeffecten ontstaan

    Magisch Realisme 2 lees meer
    *Het Magisch Realisme is een kunststroming die in de jaren dertig van de vorige eeuw in Nederland ontstond. Al jarenlang was het politiek onrustig in Nederland en ook op het gebied van de kunsten was er veel gebeurd. De traditionele realistische schilderstijl was eind 19e eeuw verdrongen door stijlen zoals het Kubisme, Expressionisme en Constructivisme waarin het experiment steeds meer centraal kwam te staan en men meer abstracter ging werken.
    Toch zorgde de aanblijvende politieke onrust en de daarbij ontstane economische onzekerheid ervoor dat men terug verlangde naar vroeger, naar rust en traditie. In de kunstwereld werd ca. 1930 teruggegrepen op de traditionele realistische stijl. Een nieuw realisme ontstond; Het Magisch Realisme. De Nederlanders Carel Willink, Raoul Hynckes, Dick Ket en Pyke Koch zijn de bekendste schilders van deze stroming. De schilderijen van deze kunstenaars lijken de werkelijkheid weer te geven, maar deze werken zijn toch heel anders dan realistische voorstellingen. Doordat de kunstenaars met elementen uit de werkelijkheid hun eigen fantasiewereld weergeven blijven de voorstellingen voor de beschouwer altijd een beetje mysterieus. Veelal wordt er door de Magisch Realisten gewerkt met zware luchten, een grote leegte of een bijzondere belichting. De Magisch Realisten behoren tot de moderne kunstenaars. Moderne kunst is kunst die gemaakt werd tussen ongeveer 1850 en 1960

    Magisch Realisme 3 lees meer
    *Het Magisch Realisme is een richting in de kunst waarin een poging wordt gedaan de werkelijkheid te verbinden met een andere of hogere werkelijkheid, waardoor hallucinerende beelden of droomeffecten ontstaan. De term Magisch Realisme wordt zowel in de schilderkunst als de literatuur gebruikt. Een gemeenschappelijk element is de enerzijds zo precies en gedetailleerd mogelijke uitbeelding van de motieven of handelingen, een haast fotorealistische weergave, dat anderzijds licht verbroken wordt door een subtiel vervreemden van de werkelijkheid. De onderwerpen zijn dan ook vaak net iets te mooi om waar te zijn. Vaak verwijzen Magisch Realistische onderwerpen naar dood, dreiging en verval.
    Het begrip Magisch Realisme werd voor het eerst gebruikt in 1923 om een Duitse schilderstrend te beschrijven die we tegenwoordig aanduiden met 'Nieuwe Zakelijkheid'. Vervreemdend en geheimzinnig
    Het magisch realisme doet denken aan het surrealisme. De sfeer in het werk is vaak vervreemdend, terwijl in eerste instantie alle elementen lijken te kloppen. Het doet denken aan een droomwereld, maar mensen en omgeving zijn niet vervormd of fantastisch. Waar zit het hem dan in?
    Het magisch realisme kende zijn hoogtepunt in de jaren '30 van de twintigste eeuw. In die tijd ging het niet goed met Nederland. Er was sprake van grote armoede, werkeloosheid en in buurland Duitsland probeerde Hitler een voet tussen de politieke deur te krijgen. Een volgende oorlog zou niet ver weg zijn.
    Geheimzinnig Kunstenaars als Carel Willink, Dik Ket, Pyke Koch en Raoul Hynckes laten de sfeer van deze tijd duidelijk naar voren komen in hun werk. De kunstenaars maken een bijna fotografische weergave van taferelen die een geheimzinnig aandoende sfeer oproepen. Die bijna magische sfeer wordt versterkt door het gebruik van vreemd perspectief, een spel van licht en kleur en de technisch perfecte afwerking. Het onderwerp verwijst vaak naar dood, dreiging en verval. De werken doen heel realistisch aan, maar zijn pure fantasie.
    Na de moderne kunstontwikkelingen met steeds abstracter wordende creaties aan het begin van deze eeuw keerde het tij eind jaren twintig. Zowel in het buitenland als in Nederland begonnen kunstenaars, onafhankelijk van elkaar, terug te grijpen naar het realisme. Geen klassiek realisme zoals in de negentiende eeuw, maar een realisme in een nieuwe vorm gegoten.
    Het begrip Magisch Realisme is in 1923 geïntroduceerd door Frans Roh die in zijn opstel 'Nach-Expressionismus. Magischer Realismus. Probleme der neuesten Europäschen Malerei' over de kunstschilder Franz Haider uit München over 'magischem Realismus' spreekt. Hij duidde op een nieuwe stroming in de schilderkunst die in de beginjaren van de jaren twintig van de vorige eeuw ontstond en die zowel met de begrippen 'Neue Sachlichkeit' als met 'Magischer Realismus' werd aangeduid. Aanvankelijk had het begrip een negatieve klank en duidde daarmee schilderwerken aan die niet tot het Impressionisme of het Expressionisme gerekend konden worden. Een gemeenschappelijk kenmerk van deze werken was echter wel een aan het Realisme denkende schildertechniek waarbij het motief door zijn onwaarschijnlijke compositie van de op zich realistische elementen de werkelijkheid overstijgt. Daarnaast leidt een ongewoon perspectief tot een licht maar wezenlijk vervreemdend gevoel.

    Magritte lees meer
    *Magritte ziet het levenslicht in Lessen in Henegouwen op 21 november 1898. Hij is de oudste van drie kinderen. Zijn jeugd wordt getekend door veelvuldige verhuizingen, financiële onzekerheid door de commerciële tegenslagen van zijn vader, en de dramatische zelfmoord van zijn moeder in 1912. Al vanaf zijn twaalfde volgt hij schilderles bij een schoolmeester. Hij houdt van de Fantômas-films en leest de boeken van Edgar Allan Poe en Maurice Leblanc. Nog voor hij in 1914 in Brussel gaat wonen, ontmoet hij op de kermis van Charleroi het meisje dat hij enkele jaren later in de hoofdstad zal weerzien en dat zijn muze en echtgenote zal worden: Georgette Berger (vanaf 1922 Georgette Magritte).
    Op de academie van Brussel ontmoet de jonge schilder Victor Servranckx en Pierre-Louis Flouquet. Hij volgt hen op de weg van het constructivisme en sluit zich aan bij de groep rond het tijdschrift 7 Arts. In deze periode maakt Magritte zijn eerste afficheontwerpen en decoratieve werken. In 1922 wordt hij bevriend met de pianoleraar van zijn broer Paul: E.L.T. Mesens, een dandy die dweept met de nihilistische esthetiek van het dadaïsme. In 1923 toont een andere vriend, de dichter Marcel Lecomte, hem een reproductie van Liefdeslied (1914) van Giorgio de Chirico. Dit schilderij is een openbaring en het beginpunt van zijn surrealistische oeuvre met, in 1926, De verdwaalde jockey. In Brussel komt een surrealistische groep tot stand. Naast Magritte bestaat de ‘harde kern’ uit Paul Nougé, Camille Goemans, E.L.T. Mesens, Marcel Lecomte, André Souris en Louis Scutenaire. In 1928 ondertekent de voltallige groep het voorwoord van Nougé in de catalogus van Magrittes tentoonstelling in galerie L’Epoque. Eigenaar van deze galerie is Paul-Gustave Van Hecke, de echtgenoot van modeontwerpster Norine, voor wie Magritte reclameopdrachten uitvoert.
    Ik verfoei mijn verleden en dat van anderen. Ik verfoei berusting, geduld, het professionele heldendom en alle obligate verheven gevoelens.
    Maar al in 1927 zijn Georgette en René Magritte naar een voorstad van Parijs verhuisd. Magritte maakt kennis met André Breton, Paul Eluard en de Parijse groep surrealisten, en werkt mee aan de laatste aflevering van La Révolution surréaliste, waarin zijn baanbrekende tekst Les Mots et les images (Woorden en beelden) verschijnt. In 1929 komt het emblematische schilderij Woordbreuk der beelden tot stand, met de voorstelling van een pijp en daaronder de tekst ‘Ceci n’est pas une pipe’ (Dit is geen pijp). Een conflict met Breton en de weerslag van de economische crisis doen de Magrittes besluiten naar Brussel terug te keren. René opent samen met zijn broer Paul een reclamebureau, Studio Dongo. Hij schildert ook zeer veel in die jaren. Begin 1936 vindt zijn eerste individuele tentoonstelling in de Verenigde Staten plaats, in de Julien Levy Gallery in New York. In hetzelfde jaar stelt hij ook tentoon in Brussel, Londen, Den Haag... In 1938 organiseert de Julien Levy Gallery zijn tweede individuele tentoonstelling in New York, en wordt in Londen, in de door E.L.T. Mesens geleide London Gallery, een retrospectieve selectie van zijn werk gepresenteerd. Talrijke projecten samen met Man Ray, Yves Tanguy, André Breton en Paul Eluard bezorgen Magritte een plaats in de internationale surrealistische beweging. Hij staat in die jaren dicht bij de Belgische communistische partij. Aan de vooravond van de oorlog ontwerpt hij een antifascistische affiche, Le vrai visage de Rex (Het ware gelaat van Rex), waarop hij Léon Degrelle samen met Hitler voorstelt.

    Carel Willink lees meer
    *Carel Willink – Biografie
    1900 Albert Carel Willink werd op 7 maart in Amsterdam geboren als de oudste van de twee zoons van Jan Willink en Wilhelmina Altes.
    1913-1918 Volgde middelbaar onderwijs aan achtereenvolgens het Instituut van der Hoof en de eerste vijfjarige HBS aan de Keizersgracht in Amsterdam.
    etc

    Carel Willink 2 lees meer
    *Albert Carel Willink De Nederlandse kunstschilder carel willink werd geboren op 7 Maart 1900 in Amsterdam al oudste van twee zoons, waar zijn vader Jan Willink een garagebedrijf had.
    Gestimuleerd door zijn vader, zelf amateurschilder, kreeg Carel Willink al vroeg belangstelling voor beeldende kunst. Zij bezochten musea en tentoonstellingen en schilderden soms samen landschappen. Enkele jeugdwerken zijn bewaard gebleven.Na de HBS doorlopen te hebben, ging Willink in 1918 bouwkunde studeren aan de Technische Hoogeschool in Delft, maar in november 1919 brak hij de studie af. Om zich verder in het schilderen te bekwamen, probeerde hij toegelaten te worden tot de academie in Düsseldorf. Toen dat niet lukte, trok hij in 1920 naar Berlijn.
    Aan de Staatliche Hochschule, waar hij toegang kreeg, hield hij het slechts enkele weken uit. Daarna nam hij les op de particuliere academie van Hans Baluschek, een schilder van stadsgezichten in een gematigd realistische trant, die zijn leerlingen veel vrijheid gunde.
    Hoewel Willink bekend is geworden als magisch realist schilderde carel willink tot 1924 onder invloed van schwitters, klee, chagall, kandinsky en kunstenaars van Der Sturm, abstracte constructivistische werken en collages.
    De belangstelling voor de moderne stromingen die Willink al in Nederland had ontwikkeld, kreeg nieuw impulsen in Berlijn, in het begin van de jaren twintig een van de belangrijkste centra van avant-gardekunst. Naast het reeds gevestigde expressionisme manifesteerde zich een uiterst militant, maatschappijkritisch dadaïsme, terwijl ook het Russische constructivisme van El Lissitzky en de Italiaanse pittura metafisica van Giorgio de Chirico onder de kunstenaars in Berlijn furore maakten. Willinks werk uit de jaren 1920-1924, dat zeer gevarieerd is en afwisselend abstracte en figuratieve elementen bevat, bewijst dat hij ontvankelijk was voor de invloeden van de genoemde moderne stromingen. Zijn betrokkenheid bij de avant-garde kwam voorts tot uiting in zijn deelneming aan de tentoonstellingen van de Novembergruppe in Berlijn en zijn medewerking aan buitenlandse tijdschriften zoals Het Overzicht (Antwerpen) en Zenit (Belgrado). Daarin werden niet alleen werken afgebeeld maar ook curieuze, dadaïstisch aandoende prozateksten van zijn hand gepubliceerd.
    In 1923 teruggekeerd naar Amsterdam, ging Willink op deze voet door. Aan moderne kunst kreeg de realist willink echter een steeds grotere hekel. Onder meer op aanraden van zijn literaire vriend Eddy du Perron koos hij daarom in 1927 definitief voor het realisme. Onder invloed van de metafysische schilderijen van giorgio de chirico kwam Carel Willink tot een geheel eigen stijl in het magisch-realisme.

    Art Brut Jean Dubuffet lees meer
    *Kunst legt zich niet zo maar te slapen in een door ons opgemaakt bed; ze vlucht zodra we haar naam uitspreken: ze blijft liever incognito. Ze komt het best tot haar recht wanneer ze vergeet hoe ze heet. Door zijn sterke anticulturele standpunten kreeg Jean Dubuffet snel interesse in het onderzoeken van nieuwe kunstvormen, veraf van officiële producties.De term Art Brut verschijnt vanaf 1945, wanneer Jean Dubuffet zijn eerste prospectiereizen naar marginale werken in Zwitserland en Frankrijk onderneemt. Twee jaar later stelt de handelaar René Drouin de kelder van zijn galerij ter beschikking, op de Place Vendôme in Parijs; deze wordt omgevormd tot de Foyer de l’art brut. In deze ruimte, ingehuldigd met Les Barbus Müller, worden vervolgens tentoonstellingen gehouden, gewijd aan Wölfli, Crépin, Aloïse, Salingardes, Forestier, Juva en Hernandez .
    In de herfst van 1948 wordt de Foyer de l’art brut overgebracht naar een paviljoen geschonken door uitgever Gaston Gallimard en wordt het de Compagnie de l'art brut, met als stichtende leden Jean Dubuffet, André Breton, Jean Paulhan, Charles Ratton, Henri-Pierre Roché, Michel Tapié en Edmond Bomsel. De schilder Slavko Kopac neemt de rol van conservator van de Collection op zich

    Jean Dubuffet lees meer
    *Jean Dubuffet (Le Havre, 31 juli 1901 - Parijs, 12 mei 1985) was een Frans kunstenaar die onder andere grote beeldhouwwerken maakte. Hij staat bekend als de propagandist van de term Art Brut. Jean Dubuffet bezocht de kunstacademie in zijn geboorteplaats Le Havre en ging in 1918 naar Parijs.
    In 1924 gaf hij zijn kunstzinnige aspiraties op om leiding te gaan geven aan het wijnbedrijf van zijn familie. Jean Dubuffet bleef in het familiebedrijf werken tot 1942, toen hij besloot dat kunst weer de eerste prioriteit moest worden.
    In 1944 en 1946 vonden tentoonstellingen van zijn nieuwe werk plaats in Parijs. In 1947 waren zijn schilderijen ook te zien in New York. Jean Dubuffet schilderde in een wilde stijl en gebruikte niet alleen verf. Hij verwerkte ook asfalt en gebroken glas in zijn schilderijen. Jean Dubuffet had een grote belangstelling voor tekeningen van kinderen, geestelijk minder begaafden en gedetineerden.
    Hiervan legde hij een grote verzameling aan. Hij noemde deze kunst Art Brut. Later werd het werk van Dubuffet en dat van zijn volgers aangeduid met deze term. Aan het begin van de jaren vijftig ontstond een belangrijke serie figuren onder de noemer Corps de dames. Later schilderde Jean Dubuffet ook landschappen en stadsgezichten.
    Veel aandacht van de pers ging uit naar het brute karakter van deze schilderijen. De rebelse humor van Dubuffet kreeg te weinig aandacht. In het midden van de jaren vijftig ontstond de serie "Tableaux d'Assemblages", waarbij hij gestructureerde en gekleurde doeken in stukken sneed, om deze vervolgens als een mozaïek weer aan elkaar te plakken. Aan het begin van de jaren zestig vonden zowel in Parijs als New York grote overzichtstentoonstellingen van Jean Dubuffet plaats. Later kreeg zijn werk ook de aandacht in Amsterdam en Londen.
    In de jaren zestig begon Jean Dubuffet met plastics te werken, waardoor zijn werk nog driedimensionaler werd.Er ontstonden zowel schilderijen met reliëf als losstaande objecten. Er volgden spoedig opdrachten voor grote openbare objecten en theaterdecors. Aan het einde van zijn leven publiceerde Dubuffet enkele boeken over Art Brut en zijn eigen

    Jean Dubuffet 2 lees meer
    *Jean Dubuffet en Art Brut
    Een geheel anders geaarde bijdrage vanuit Parijs werd geleverd door de belangrijke Franse kunstenaar Jean Dubuffet, ook wel 'de intellectuele barbaar' genoemd. Dubuffet vormde met zijn werk en zijn theorieën in zijn eentje een soort aan Cobra verwante beweging, geworteld in het Surrealisme. Uitgaand van de informele techniek zoals Fautrier die gebruikte, ontwikkelde Dubuffet een stijl die is afgeleid van de niet tot de officiële kunst behorende uitingen van figuratieve kunst. De belangstelling van Dubuffet werd gestimuleerd door de vooroorlogse interesse van Klee en de surrealisten voor het werk van geestesziekten, alsook door de omvangrijke naoorlogse tentoonstellingen van het werk van patiënten in een psychiatrisch ziekenhuis in Parijs in 1946 en 1950. In de jaren veertig van de twintigste eeuw begint Dubuffet met het verzamelen van kunstuitingen van de geestesziekten die hij Art Brut noemt, door anderen ook wel bestempeld als 'Outsiderkunst'. Hoewel Dubuffet zelf geen echte 'outsider' was, wordt de kunst die hij maakte in de periode van 1945 tot 1955 toch vaak in één adem genoemd met Art Brut. Dit, omdat in zijn werk de nadruk wordt gelegd op de intuïtieve oerbron van de kunst. Andere schilders die tot Art Brut behoren zijn: Madge Gill, Adolf Wölfi, Andy Nasisse. In de beeldhouwkunst werd de Art Brut beoefend door Couzijn (zie het Nieuwe Beeldhouwen), de Belg Roel D'Haese[24], de Brit Paolozzi (zie Britse Pop Art), de Amerikaan Tajiri (zie Cobra), de Duitser R. Müller e.a. Zij maakten veelal afschrikwekkende objecten en monsterachtige wezens in ruw metaal. Dubuffet geloofde dat deze kunst, voortkomend uit primitieve samenlevingen, dichter bij de waarheid kwam dan de meeste zogenaamde serieuze schilderkunst. Volgens hem hadden deze primitieve samenlevingen een veel dieper respect voor elk wezen dan de westerse mens, die zichzelf als alleenheerser in de wereld beschouwt. De westerse burgerlijke cultuur heeft zichzelf overleefd, werkelijke creativiteit is alleen nog te vinden in volkskunst, bij primitieve volkeren of bij het onbedorven kind. Voor hen is er niet zo'n scherp onderscheid tussen de mens en andere bestaansvormen als een boom, een plant, een rivier. De beheersing van de natuur neemt in het westerse denken een belangrijker plaats in dan de eenwording met de natuur. In Dubuffet's gevarieerde, complexe werken, die erop gericht zijn de mogelijkheden van materialen en spontane expressie te onderzoeken, kan men het droomachtige en het automatisme dat typerend voor de surrealisten is, herkennen. 'Ik streef naar een kunst die rechtstreeks geënt is op ons dagelijkse bestaan, een kunst die uitgaat van dit dagelijks bestaan, die de adem is van ons werkelijke bestaan en onze werkelijke aard'.

    Francis Bacon lees meer
    *Welkom in de biografie Francis Bacon had een raadselachtige imago, vol tegenstellingen en extremen, dat hij zelf nadrukkelijk had opgebouwd. Het maakte hem ongrijpbaar, net als zijn schilderijen, en dat is wat Bacon wilde. Leven en werk waren voor de kunstenaar onlosmakelijk met elkaar verbonden. Hoewel Bacon altijd zei dat zijn schilderijen onafhankelijk van zijn persoon beoordeeld moesten worden, is zijn biografie soms verhelderend voor het begrip van zijn werk.

    Francis Bacon 2 lees meer
    *Francis Bacon (1909-1992) Engelse kunstschilder De Engelse kunstschilder Francis Bacon (1909-1992) was een van de belangrijkste en meest geprezen kunstenaars uit de twintigste eeuw. Bacon ontwikkelde een geheel eigen stijl, waarin surrealistische elementen zijn terug te vinden.
    Erkenning Bacon heeft geen kunststudie gevolgd. Aanvankelijk was hij als interieurontwerper werkzaam. Aan het begin van de jaren dertig begon hij te schilderen. Pas rond 1940 kreeg de kunst zijn eerste prioriteit. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog kreeg hij de erkenning die hij verdiende. Zijn werk werd uitgekozen voor een tentoonstelling voor de UNESCO. Reeds snel werd zijn werk door de grote musea aangekocht. Zo kocht het museum voor moderne kunst in New York reeds in 1948 een schilderij van Bacon. Een jaar later kreeg Francis Bacon in Londen zijn eerste eenmans-expositie.
    Eenzame figuren De schilderijen van Francis Bacon worden meestal bevolkt door eenzame figuren, waarvoor meestal zijn vrienden poseerden. Ook maakte hij veelvuldig gebruik van foto's. Naast zijn eigen foto's verwerkte Bacon in zijn schilderijen ook afbeeldingen uit medische boeken en tijdschriften en het werk van de bekende fotograaf Muybridge, die bewegingsstudies maakte met behulp van fotografie. Hierdoor ontstonden vreemde effecten.

    Jean Fautrier lees meer
    *Existentiële Kunst Jean Fautrier

    Jean Fautrier geboren: 1898 Parijs gestorven: Chatenay-Malabry Franse schilder bekend uit het art-informel. jean fautrier woont vanaf 1908 in londen en studeert daar aan de Royal Academie en de Slade School of Art.
    In 1917 keert fautrier terug naar Frankrijk waar hij aanvankelijk weinig succes oogst als schilder, maar wordt gesteund door andre Malreux en Jean Paulhan.Als ober en skileraar in de Franse Alpen voorziet hij in zijn levensonderhoud van 1934-1939 waardoor hij weinig tijd overhoud voor de schilderkunst. In 1945 beleeft hij zijn eerste succes met zijn serie Otages(gijzelaars). In 1950 vindt hij het drukprocede Originaux multiples uit.

    Outsider Kunst lees meer
    *Outsider Kunst
    Definitie en kenmerken van Outsiderkunst
    De controverse over de exacte definitie is al zo oud als het fenomeen zelf; de praktische definieerbaarheid verschuift daardoor steeds.
    Art Brut
    Jean Dubuffet , ( geassisteerd door o.a. André Breton ! ) gebruikte sinds 1945 de term Art Brut voor de werken die hij had verzameld; later zijn deze overgenomen door de collection de l'Art Brut te Lausanne, Zwitserland. Art Brut ( letterlijk "Ruwe Kunst" of Raw Art ) verwees naar unieke werken uitgevoerd door personen die gevrijwaard zijn gebleven van de artistiek culturele invloeden. Kunst dus in zijn meest directe en ongeremde vorm. De Art Brut-scheppers in hun puurste vorm beschouwen zichzelf niet als kunstenaar en vinden van zichzelf ook niet dat ze kunst produceren. Hier is alleen sprake van een vloeiende verbinding van het brein met de afbeelding, e.d. Volgens Dubuffet speelt bij deze personen het mimetisme weinig of geen rol .

    Neuve Invention
    Dubuffet realiseerde zich al snel dat er veel scheppers van kunst waren die wel contact hadden met de "reguliere" maatschappij maar door de aard en origine van hun werken eigenlijk onder te brengen waren in de Art Brut. De scheppers van deze werken werkten dikwijls onopvallend in hun vrije tijd, sommigen waren excentieke autodidacten en sommigen hadden zelfs contacten met galerien. De Compagnie de l'art brut besloot een Annex Connection op te richten voor deze werken die qua uitvoering waren onder te brengen bij Art Brut door de expressie van bizarre gevoelens, emoties en ideeën.

    Outsider Art
    Roger Cardinal, de Engelse kunsthistoricus lanceerde in 1972 de term Outsider Art, een term die momenteel geacht kan worden zowel de Art Brut als Neuve Invention te omvatten.
    Omdat Outsider Art niet over de strikte defenitie van Art Brut beschikt word de term echter nogal ruimhartig gebruikt. Het is simpelweg niet genoeg om autodidactisch, amateuristisch of naief te zijn; Outsiderkunst is gelijkwaardig aan Art Brut in zijn essentie en bedoeling . Dikwijls gaat het om psychiatrische patiënten, makers van ‘fantastische’ bouwwerken of anderszins ‘excentrieke’ scheppers, maar noodzakelijk is dat beslist niet.

    Moore, Henry (1898 - 1986) lees meer
    *Moore, Henry (1898 - 1986)
    Wetenschap probeert te verklaren. Kunst doet dat niet. In kunst gaat het niet om verklaringen, maar om inspiratie. Kunst is er om mensen te laten begrijpen in wat voor een prachtige wereld wij leven. Ik zie niet in waarom in onze wereld realistische en abstracte kunst niet gelijktijdig naast elkaar zouden kunnen voortbestaan, zelfs in een kunstenaar. Het is niet zo dat de ene opvatting juist is en de andere niet.
    De wereld van de vormen leren we kennen door ons eigen lichaam. Van de borst van onze moeder, van onze botten, van het in botsing komen met dingen leren we wat zacht en hard is.Voor een beeldhouwer in onze tijd is het belangrijkste probleem de ruimte. Vorm en ruimte horen niet alleen bij elkaar, ze zijn in wezen één. Zonder vorm geen bewustzijn van de ruimte.Ik heb een tijdlang haast fanatiek geloofd in het direct hakken van een beeld zoals sommige oudere beeldhouwers als Brancusi, Modigliani en Epstein deden. Het is iets geweldigs, maar op den duur kom je tot de ontdekking dat je bij dergelijke kruistochten altijd iets over het hoofd ziet. .Wat een beeld goed maakt is een goede geest.
    Wat ik nastreef is de intrinsieke emotionele betekenis van de vorm.
    Een gat kan op zichzelf evenveel vormbetekenis hebben als een vaste massa. Beeldhouwen in lucht is mogelijk.

    Henry Moore 2 lees meer
    *Henry Moore Engelse beeldhouwer Geboren: 30 juli 1898 Castleford Yorkshire Gestorven: 31 augustus 1986 Much Hadham Hertfordshire Engels beeldhouwer, tekenaar en graficus.
    Henry Spencer Moore is vooral bekend door zijn monumentale, geabstraheerde beelden van menselijke figuren. Moores beelden worden gevormd door zijn zuivere gevoel voor massa en volume, vlak en contour, holten en bollingen en een eenheid van conceptie. De grote stenen en bronzen beelden van Moore geven de tot zijn elementaire grondvorm teruggebrachte mens weer; in zijn werk zijn drie hoofdthema's te onderscheiden, nl. 'moeder en kind', 'liggende figuur' en 'familie', oergestalten, waar een haast magische zeggingskracht van uitgaat. Als tekenaar werd hij gefascineerd door de door de aarde omsloten mens, zoals hij die zag in de Londense ondergrondse en in schuilkelders.

    Willem de Kooning lees meer
    *Willem de Kooning (1904-1997), één van de grootste kunstenaars van de twintigste eeuw, keert terug naar zijn geboortestad: Rotterdam. Met ruim vijftig schilderijen en tekeningen biedt de Kunsthal in de imposante daglichtzaal een retrospectief overzicht van de King of Canvas. De tentoonstelling bevat voorbeelden uit verschillende perioden van De Kooning: de vroege zwart-wit schilderijen, de vrouwen en vooral de beroemde monumentale doeken uit de jaren zestig en zeventig. Als tweeëntwintigjarige verstekeling vertrekt De Kooning in 1926 naar New York. Na een leven vol tegenslag en bittere armoede legt hij hier de basis voor de moderne kunst. Na Parijs wordt New York het centrum van de wereld en in 1945 is Amerika klaar voor een home-made-artist: De Kooning wordt voortaan beschouwd als American Master. Ondanks zijn internationale faam heeft De Kooning zijn Rotterdamse herkomst nooit verloochend.

    Willem de Kooning 2 lees meer
    *Willem de Kooning zag zijn kunst als een happening. Het is action painting, vond de Amerikaanse schilder van Nederlandse komaf. 'Het fascineert me iets te maken, zonder te weten wat het wordt.' Tegelijk resoneren in zijn kunst de oude meesters. Voor geen hedendaagse schilder werd meer betaald dan voor zijn doeken.
    'ALLES is reeds in de kunst', schreef Willem de Kooning, 'als in een grote kom soep. Alles is er reeds in. Je hoeft er alleen je hand maar in te steken en je vindt iets. Maar iets dat er al was. Als in een stamppot.'
    De Kooning, 'de ongekroonde keizer onder de kunstschilders', werd geboren op 24 april 1904 in de Rotterdamse Zaagmolenstraat. Toen hij 22 was, reisde hij als verstekeling naar New York aan boord van een vee-transportschip, 'om rijk te worden' en omdat hij plaatjes van mooie vrouwen had gezien. Hij had er allerlei baantjes, van timmerman tot reclameschilder, tot hij zich in 1934 in de New-Yorkse kunstenaarswijk Greenwich Village tussen de bohémiens vestigde en zich 'kunstschilder' ging noemen.
    De Kooning ontmoette er Jackson Pollock. Samen hebben ze 'gezopen als ketters' in de New-Yorkse Cedar Street Tavern of de Artists Club. De grote doorbraak kwam toen Pollock van de ene op de andere dag door enkele artikelen in Life een beroemdheid was. Het werd een prestigeslag tussen die twee. Pollock 'had het ijs gebroken', vond De Kooning. Hij was de abstract expressionist pur sang. Pollock blies de Amerikaanse kunst nieuw leven in. Hij gaf zijn tijdgenoten, ook De Kooning, het vertrouwen om risico's te durven nemen.

    Pollock lees meer
    *Pollock werd in het jaar 1912 geboren, het jaar waarin de euro nog geen kluit waard was en tevens de Titanic was gezonken. Vanaf zijn 2de levensjaar kon men al merken dat Pollock een aanstormend talent was. Met behulp van het revolutionaire programma Ms Paint van de nog revolutionaire innovatie van de personal computer, maakte Pollock zijn eerste kladjes. Deze werken waren wel nog in zwart-wit aangezien de uitvinding van het kleurenscherm pas later kwam. Jammerlijk werd zijn talent verstoort door de Eerste Wereldoorlog, waardoor hij geen penselen meer had, en de opkomst van persoonlijke hygiëne, waardoor hij zonder bruine verf kwam te zitten. Na 4 jaar van hart- en ledematenverscheurende oorlog, kon Pollock eindelijk terug naar school gaan. Iedere vrijdagnamiddag kon hij dan zijn kunststijl bijschaven omdat het dan knutseldag was. Uiteindelijk beslisten zijn ouders om hem op zijn twaalf jaar naar de Royal Acadamy for Paint Artworks (RAPA) te sturen

    CoBrA lees meer
    *CoBrA CorneilleConstant, Karel Appel, Asger Jorn Alechinsky
    CoBrA, een gevaarlijke slang? Een cobra is wel degelijk een gevaarlijke giftige slang. Maar het woord CoBrA staat ook voor de afkorting van de Franse namen van de steden: Copenhague, Bruxelles en Amsterdam. Uit deze drie steden kwamen de kunstenaars die op 8 november 1948, tijdens een groot internationaal kunstenaarscongres in Parijs, de CoBrA groep oprichtten. Een opgerolde slang wordt het symbool van de beweging.
    In het Parijse café Notre Dame ondertekenden Asger Jorn (uit Kopenhagen), Joseph Noiret en Christian Dotremont (uit Brussel) en Constant, Corneille en Karel Appel (uit Amsterdam) het manifest: 'La Cause était entendue' (De zaak was beklonken). Dit manifest, opgesteld door Dotremont, was een reactie op een verklaring van de Franse surrealisten die 'La Cause est entendue' (De zaak is beklonken) heet. Dotremont maakte in zijn betoog duidelijk dat zij het niet meer eens zijn met deze Franse kunstenaars. De CoBrA kunstenaars wilden een nieuwe weg inslaan: zij wilden zonder vooropgezet plan en met veel fantasie werken. In september 1951 werd de CoBrA beweging officieel weer opgeheven. In de korte tijd van haar bestaan bracht CoBrA een vernieuwing in de moderne kunst in Nederland teweeg.
    Wie zijn de CoBrA kunstenaars?De kern van de CoBrA groep bestond uit de al genoemde kunstenaars die het manifest hebben ondertekend. Al gauw sloten zich vele kunstenaars bij deze kern aan. Uiteindelijk zijn meer dan veertig kunstenaars lid of zijdelings betrokken bij CoBrA. Niet alleen schilders, maar ook beeldhouwers, dichters, fotografen en filmers voelen zich aangetrokken tot de ideeën van CoBrA. Hier volgt een lijst van de meest voorkomende namen in alfabetische volgorde: uit Denemarken: Mogens Balle, Ejler Bille, Henry Heerup, Egill Jacobsen, Carl-Henning Pedersen. uit België: Pierre Alechinsky, Hugo Claus, Reinhoud d'Haese. uit Nederland: Eugène Brands, Lucebert, Jan Nieuwenhuys, Anton Rooskens, Theo Wolvecamp. Ook kunstenaars uit andere landen dan de oorspronkelijke drie doen mee: Jean Michel Atlan (Algerijë), Jacques Doucet (Frankrijk), William Gear en Stephen Gilbert (Schotland), Karl Otto Götz (Duitsland), Shinkichi Tajiri (Amerika).

    Karel Appel lees meer
    *Karel Appel Nederlandse schilder, beeldhouwer, tekenaar en dichter, geboren 25 april 1921 Amsterdam - overleden 3 mei 2006 in Zürich, Zwitserland. Karel Appel wordt beschouwd als een prominent exponent van het expressionisme uit de tweede helft van de twintigste eeuw. Zijn naam zal ook altijd verbonden blijven aan de CoBrA-groep (Copenhagen, Brussel, Amsterdam), die de schilderkunst drastisch vernieuwde. Karel Appel schildert, ook volgens eigen zeggen, nooit de abstractie, al benadert zijn werk dat wel sterk. Er zijn altijd herkenbare figuren te ontdekken, of dit nu mensen, dieren of zonnen zijn. Behalve schilderijen maakt hij gouaches, litho's en fel gekleurde beelden en reliëfs van hout, aluminium en polyester.

    Karel Appel lees meer
    *Karel Appel werd als Christiaan Karel Appel geboren op 25 april 1921 te Amsterdam. Hij was een veelzijdig kunstenaar. Zo was hij schilder, beeldhouwer, etser, graficus, keramist, lithograaf en dichter. Op vijftienjarige leeftijd leerde hij van zijn oom impressionistische landschappen te schilderen. Van 1942 tot 1944 volgde hij een opleiding aan de Rijksacademie in Amsterdam. Hier ontmoette hij de Nederlandse kunstenaar Corneille (1922-2010). Karel Appel zou net als Corneille uitgroeien tot een van de belangrijkste leden van de Cobra beweging.
    Appel zette zich al snel af tegen de traditionele kunstopvattingen van de kunstacademie om zich te storten op het experimenteren met nieuwe vormen. Het is terug te zien in zijn vroege werk dat sterk beïnvloed is door de kubistische vormentaal van Pablo Picasso (1881-1973). In 1946 besloten Appel en Corneille naar Luik te reizen, en een jaar later werd hier hun werk geëxposeerd. Ook bezochten de twee Parijs, waar Appel onder de indruk raakte van het werk van Jean Dubuffet (1901-1985), waarin kinderen en geesteszieken een belangrijke rol speelden. Bij terugkomst in Nederland kwam Appel via Corneille in aanraking met de kunstenaar Constant (1920-2005). In 1948 exposeerde dit drietal in Amsterdam. Appel was voortdurend bezig met het ontwikkelen van een eigen beeldtaal, waarbij hij veel inspiratie haalde uit kindertekeningen en primitieve volkskunst. Op 16 juli 1948 richtten Appel, Corneille en Constant samen met Anton Rooskens (1906-1976), Theo Wolvecamp (1925-1992), Jan Nieuwenhuijs (1922-1986) en Eugène Brands (1913-2002) de Experimentele Groep in Holland op. Later traden ook de experimentele dichters Jan G. Elburg (1919-1992), Lucebert (1924-1994) en Gerrit Kouwenaar (1923-2014) toe. De leden van de Experimentele Groep in Holland legden contacten met vergelijkbare groeperingen uit Denemarken en België.

    Constant (Constant Anton Nieuwenhuys ) lees meer
    *De Cobra-schilder Constant Anton Nieuwenhuys, bekend onder de naam Constant, is maandag op 85-jarige leeftijd in Utrecht overleden. Zijn weduwe heeft dat bekend gemaakt.Nieuwenhuys was al lange tijd ziek. Nieuwenhuys was in 1948 betrokken bij de oprichting van de kunstenaarsbeweging Cobra, afgeleid van de naam van de hoofdsteden Kopenhagen, Brussel en Amsterdam.
    Hij werd in 1920 geboren in Amsterdam en bezocht daar in de jaren ‘39 tot ‘42 de Kunstnijverheidsschool en de Rijksacademie. Eind jaren veertig richtte hij met onder anderen Karel Appel en Corneille de Nederlandse Experimentele Groep op die vlak daarna overging in Cobra.
    Nieuwenhuys schreef in de naoorlogse jaren veel manifesten en artikelen waarin hij pleitte voor een nieuwe maatschappij met moderne kunst. Hij had daarbij de belevingswereld van kleine kinderen als ideaal, omdat alleen die volgens hem spontaan hun gevoelens kunnen uiten. Hij vond een schilderij niet alleen een bouwsel van kleuren en lijnen, ‘maar een dier, een nacht, een schreeuw, een mens, of dat alles samen.’ Vanaf de jaren zestig bracht Constant zijn ideeën over een nieuwe samenleving samen in het project New Babylon. Met dit project had hij in New York in 1999 een overzichtstentoonstelling. Nieuwenhuys heeft zijn werk in vele Europese steden geëxposeerd.

    Corneille lees meer
    *Corneille (1922, Luik) ‘Ellende kan ik voor mijn werk niet gebruiken. Oorlog, daar ben ik niet op gebouwd.' Corneille wordt op 3 juli 1922 als Guillaume Corneille van Beverloo uit Nederlandse ouders in Luik (België) geboren.Als 17-jarige verhuisde hij naar Haarlem en in 1940 verhuisd Corneille naar Amsterdam, waar hij van 1940 tot 1943 studeert aan de Kunstnijverheidsschool en een cursus tekenen en etsen volgt aan de Rijksacademie voor beeldende Kunsten. Als schilder is hij autodidact en werd hij op weg geholpen door Karel Appel, die hij op de academie leerde kennen. Aanvankelijk ging Corneille in zijn kunst uit van de realiteit; hij schilderde stillevens, landschappen en figuren. In 1946 had hij zijn eerste solotentoonstelling in Groningen. etc

    Lucebert lees meer
    *Lucebert: tekenaar, schilder, fotograaf In de tweede helft van de jaren veertig, tijdens zijn zwerversbestaan, was Lucebert erg productief als dichter en als tekenaar. Op elk stuk papier dat hij in handen kreeg, schreef hij gedichten of maakte hij tekeningen. Aan het zwerversbestaan kwam rond 1952 een einde toen Lucebert Tony Koek ontmoette, de vrouw met wie hij later zou trouwen. Samen betrokken ze een zolderkamer in Amsterdam. Het jaar daarna, in 1953, verhuisden de twee naar het kunstenaarsdorp Bergen, waar ze een tijdje in het tuinhuis van de zus van Gerrit Kouwenaar konden wonen. In 1954 ontving Lucebert zijn eerste uitkering voor kunstenaars, en daardoor was hij in staat om in Bergen te blijven wonen. Om financiële redenen is Lucebert pas vanaf 1957 in staat om over te gaan op het schilderen. Hij begon steeds beter te verkopen, en was daardoor in staat om verf en linnen aan te schaffen. In de periode 1957-1962 maakt Lucebert veel schilderijen. In een interview met Jens Christian Jensen verklaarde Lucebert deze hoge productiviteit aan de hand van zijn tekeningen: door het maken van al die tekeningen in de jaren voor 1957 voelde het alsof hij zich jarenlang kon voorbereiden op het schilderen. Door de ervaring die hij had met het tekenen, wist hij precies wat hij wilde op het linnen.
    Lucebert (uitspraak: loetsj?bert[1]), pseudoniem van Lubertus Jacobus Swaanswijk (Amsterdam, 15 september 1924 – Alkmaar, 10 mei 1994) was een Nederlands dichter en schilder. Als dichter werd hij gezien als de voorman van de beweging van de Vijftigers, een progressieve groep dichters die na de Tweede Wereldoorlog begon te experimenteren met vorm en inhoud. Als schilder was hij nauw betrokken bij de Amsterdams poot van de experimentele Cobra-groep. In 2018 verscheen een biografie van de hand van Wim Hazeu. In zijn jonge jaren sympathiseerde hij met de nazi's en hun antisemitisme. Hij collaboreerde met de Duitse bezetter door op vrijwillige basis te gaan werken in de Duitse wapenindustrie.[2][3]

    Moholy-Nagy lees meer
    *In 1923 werd Moholy-Nagy door Walter Gropius gevraagd om bij het Bauhaus te komen werken. Hier nam hij eerst de leiding van de rnetaalwerkplaats op zich, en later, na het vertrek van Johannes ltten, van de voorbereidingscursus. Hoewel er in de tijd waarin Moholy-Nagy aan het Bauhaus werkte geen aparte fotoklas was -deze kwam pas met de komst van Walter Peterhans in 1929-, geldt hij als een van de pioniers van dit medium, en werd hij dé vertegenwoordiger van de Bauhaus-fotografie. Deze reputatie had hij niet in de laatste plaats te danken aan zijn boek Malerei, Fotografie, Film, dat in 1925 als achtste deel in de serie Bauhausbücher verscheen. Daarmee was het de eerste tekst die aan het Bauhaus over fotografie gepubliceerd werd. Moholy-Nagy probeerde hierin onder andere de schilderkunst en de fotografie duidelijk af te bakenen.

    Jean Tinguely lees meer
    *Jean (Charles) Tinguely (1925-1991) Zwitsers beeldend kunstenaar, beeldhouwer, schilder en tekenaar, geboren 22 mei 1925 Fribourg Zwitserland - overleden 30 augustus 1991 Bern Zwitserland. Tinguely is bekend van zijn constructies die werken als machines, maar geen zinvolle functies hebben. Hij was een vertegenwoordiger van de kinetische kunst en werd beïnvloed door het dadaïsme en de mobiles van Calder. Van schroot vervaardigde hij door motoren aangedreven metaalsculpturen, waarvan de onderdelen ronddraaiden en heen en weer slingerden en zich steunend, stampend en knarsend voortbewogen.
    Biografie Van 1940 tot 1945 studeert Tingueley aan de Kunstnijverheidsschool van Basel.

    pop art en Richard Hamilton lees meer
    *POPART (ca. 1950)
    Vanaf het midden van de 20e eeuw werd de westerse wereld overspoeld door een welvaartsgolf. De massaproductie, de media en de reclame zorgden voor een kritiekloze consumptie waardoor een proces van uitschakeling van de eigen creativiteit, en een vervreemding t.o.v. echtheid en zuiverheid ontstond.
    Een aantal Britse kunstenaars poogden de maatschappij wakker te schudden en tot bezinning te brengen door in hun kunst gebruik te maken van de door hen veroordeelde populaire consumptieartikelen.
    Het is twijfelachtig aan te nemen dat deze aanvankelijk nobele doelstelling de ontwikkeling van de popart (= popular art) is blijven bezielen aangezien deze beweging uiteindelijk zelf uitgroeide tot een consumptiekunst, vooral in de VS.Het was dan ook niet verwonderlijk dat de popart, door alle realiteit van media en consumptiemaatschappij tot middel van kunst te kiezen, de (conventionele) kunstliefhebber behoorlijk tegen de schenen schopte. In die zin kan popart dan ook, na dada, beschouwd worden als een soort antikunst die de grenzen tussen leven en kunst en tussen kitsch en kunst deed vervagen, en die bewust anti-esthetisch gericht was.
    Richard Hamilton (1922-)
    Toen deze Britse kunstenaar samen met de groep ‘Independent’ in 1956 de tentoonstelling ‘This is Tomorrow’ organiseerde, werd hiermee de aanzet gegeven tot de Britse popart. Op deze expositie toonde Hamilton zijn eerste popcollage ‘What Is It that Makes Today’s Homes so Different, so Appealing?’

    Roy Lichtenstein lees meer
    *Roy Lichtenstein (1923-1997) Amerikaanse popart-kunstenaar De Amerikaanse popart-kunstenaar Roy Lichtenstein (1923-1997) werd in New York geboren. Van 1939 tot 1940 studeerde hij aan de Arts Students League in New York. Van 1940 tot 1949 studeerde hij, met een onderbreking van drie jaar omdat hij zijn militaire dienstplicht moest vervullen in Europa, aan de Ohio State University in Columbus.
    Reclame en stripverhalen Na zijn studietijd was Lichtenstein tot 1951 docent aan de universiteit van Ohio. In 1951 had hij ook zijn eerste solotentoonstelling in galerie Carlebach in York. Tot 1957 werkte Roy Lichtenstein als ontwerper en etaleur. In zijn vrije werk maakte hij parodieën op de Amerikaanse kunst van de jaren twintig. Van 1957 tot 1960 doceerde Roy Lichtenstein aan de New York State University in Oswego. In deze periode maakte hij korte tijd abstracte schilderijen, maar in 1960 ontmoette hij Claes Oldenburg en begon te experimenteren met stijlelementen uit reclame en stripverhalen. In deze tijd introduceerde hij de rasters, stippen, zwarte contourlijnen en felle kleuren, waarmee hij beroemd werd.

    Op art en Andy Warhol lees meer
    *Beeldtaal als kunst Kunst gaat toch over het verbeelden van je zielenroerselen? Het maken van een uniek werk, waarin jouw ‘handschrift’ herkenbaar is. Het afgebeelde hoeft niet herkenbaar te zijn. Abstracte vormen geven je werk iets poëtisch. Of niet? De Pop Art kunstenaars weten wel beter. Weg ermee!
    Aan het einde van de jaren '50 van de twintigste eeuw ontstaat er tegelijkertijd in Amerika en Engeland een nieuwe stijl: Pop Art. Kunstenaars zetten zich af tegen de heersende ideeën over kunst. Het dagelijks leven vormt hun inspiratiebron en uitgangspunt. Onderzoek naar de moderne westerse beschaving in al haar verschijningsvormen. Wegwerpartikelen, televisieprogramma’s, strips, film, reclames: de beeldtaal van de massamedia is pas echt interessant.
    Andy Warhol
    Engels kunstenaar Richard Hamilton (1922) zegt dat hij streeft naar kunst die "begrijpelijk, vergankelijk, vervangbaar, goedkoop, massaal reproduceerbaar, jong, geestig, sexy, publiciteitsgericht, glamorous en een commercieel succes" is. Andy Warhol (1928-1987) gaat nog een stapje verder dan Hamilton. Hij laat zijn drukwerk uitvoeren door assistenten en al zijn onderwerpen staan van tevoren al vast. Hij gebruikt alles dat populair is als onderwerp: van Marilyn Monroe tot Campell’s soepblikken. Op afbeelding 10-45 gebruikt hij Elvis in ‘Triple Elvis’ (1963). Zijn 3 Elvissen beter dan één? Herhaling vormt een wezenlijk kenmerk van zijn kunst. Niet alleen in het werk zelf, maar ook in de reproduceerbaarheid ervan. Een kunstwerk hoeft niet meer uniek te zijn. De kunstenaar neemt zelf geen kwast ter hand. Hij laat zijn assistenten zeefdrukken maken

    Op art en Andy Warhol lees meer
    *Wie was Andrew Warhol? De Silver Prince of the Pop? Niemand minder dan de meest toonaangevende figuur van de Pop-Art beweging en één van de meest invloedrijke kunstenaars van de 20e eeuw: Andy Warhol. Iedereen heeft zijn werk wel eens gezien, maar wat is het verhaal achter enkele van zijn iconische afbeeldingen en hoeveel brengen zijn werken op in een veiling? Tegenwoordig kennen we Warhol vanwege zijn avant-garde Pop-Art schilderijen en zeefdrukken met een hoog contrast. Hij schilderde commerciële producten - zoals zijn beroemde Campbell's soepblikken - en beroemdheden zoals Marilyn Monroe en Elvis Presley. Maar zoals elk groot kunstenaar begon ook Andy Warhol onderaan de ladder. Hij werd in 1928 geboren in Pittsburgh als Andrew Warhola en verhuisde in 1949 naar New York om carrière te maken als commercieel kunstenaar. Hij besloot toen ook zijn naam te veranderen in Andy Warhol. Hij werd al snel één van de meest succesvolle commerciële kunstenaars van de jaren '50 en werd onderscheiden voor zijn karakteristieke stijl. Zijn eigenzinnige tekeningen van schoenen met vlekkerige lijnen in inkt waren de eerste werken die in een galerie verschenen

    Donald Judd lees meer
    *De Amerikaanse beeldhouwer Donald Clarence Judd werd in 1928 geboren in Missouri (USA). Hij studeerde schilderkunst en kunstgeschiedenis.In de jaren vijftig van de 20ste eeuw schreef Judd kunstkritieken en doceerde hij aan het Brooklyn Institute of Arts and Science in New York.

    Donald Judd 2 lees meer
    *Na zijn diensttijd besloot Judd kunstenaar te worden. In de jaren 1950 studeerde hij bovendien kunstgeschiedenis om later geld te kunnen verdienen door les te geven. Omstreeks 1960 begon Judd te experimenteren in het gebied tussen schilderen en beeldhouwen. Hierdoor kon hij driedimensionaal werken en was hij bevrijd van de beperkingen van het platte vlak.
    Judds handelsmerk is helderheid, soberheid, rechthoekigheid en perfecte maatverhoudingen. Voor zijn sculpturen gebruikt hij vooral industriële materialen als staal, aluminium en plexiglas. Achter zijn werken zit geen betekenis; ze representeren niets. Het geheel is, volgens hem, interessanter dan een onderdeel. Vandaar dat details of een focuspunt, waar de aandacht op gevestigd wordt, ontbreken. Judd laat zijn sculpturen door vakmensen uitvoeren. Daardoor hoeft hij zich alleen te richten op techniek en effecten die met materialen bereikt kunnen worden.
    Deze grote sculptuur Untitled 1984 van Donald Judd is opgebouwd uit segmenten van langgerekte rechthoeken. Hoewel Judd in dit werk trouw gebleven is aan een aantal basisprincipes van de Minimal Art, zoals de enkelvoudige identieke elementen en de modulaire opbouw, wijkt het daarvan in andere opzichten sterk af.
    Met een lengte van negen meter en een hoogte die juist wel is aangepast aan de menselijke maat, heeft het werk een voor Judd ongebruikelijke schaal. Door dit extreme formaat ontstaat een zeer vergaande relatie met de ruimte.
    Ook het intense gebruik van kleur is nieuw in Judds oeuvre, waardoor de sculptuur sterk van de strenge soberheid van eerder werk verschilt. Deze heldere kleuren, die in een schijnbaar willekeurige ordening zijn aangebracht en in het aluminium zijn ingebrand, doorbreken de monumentaliteit van het blok, waardoor het lichter lijkt. Door kleur en materiaal zoveel mogelijk te laten versmelten, dringt Judd de illusionistische werking van de kleur zoveel mogelijk terug

    Joseph Beuys lees meer
    *in 'Grond' neemt het kantoormeubilair van Beuys' galeriehouder René Block een belangrijke plaats in. Vier houten constructies dienen het meubilair tot ruggesteun. Met hun kern van koperen platen hebben zij de betekenis van batterijen, waarin geestelijke energie ligt opgeslagen. De titel 'Grond' is gebruikt in de betekenis van basis, een grondslag voor activiteit. In weerwil van de gebruikelijke associaties heeft Beuys met kantoormeubilair een monument opgericht als teken van een door de creativiteit te bepalen toekomst. Op één van de koperen platen is de 'Aufruf zur Alternative' bevestigd, een artikel uit de Frankfurter Rundschau, waarin Beuys opriep tot verandering van de maatschappij.

    Joseph Beuys 2 lees meer
    *Joseph Beuys
    (1921-1986) Duitse kunstenaar en grondlegger van de actie als zelfstandige kunstvorm. Zijn acties waren steeds verrassend en origineel. Zij hadden als doel aandacht te vragen voor de relatie tussen kunst en leven en voor de menselijke creativiteit die van ieder individu een kunstenaar kan maken. Hij muntte uit in tekenen en maakte daarin grote naam.
    Daarnaast maakte Beuys ook een soort ruimtelijke presentaties, die aanvankelijk environments werden genoemd en later installaties , onder meer in de vorm van vitrines. Daarin mengde hij verwijzingen naar mythologie en kunstgeschiedenis met de symboliek van beschutting (door gebruik van vilt) en van voeding (door gebruik van vet). Hij droeg aanzienlijk bij aan het herstel van het zelfvertrouwen bij de beoefenaars van de door Tweede Wereldoorlog besmette Duitse kunst

    Joseph Beuys 3 lees meer
    * Joseph Beuys wordt tegenwoordig beschouwd als een van de hoofdrolspelers van de 20ste-eeuwse kunst. Zijn werk reikt van traditionele kunstuitingen als teken-, schilder- en beeldhouwkunst via multiples en grote installaties tot aan openbare optredens. Hij wist het verruimde kunstbegrip dat hij in performances (Aktionen) of als politiek redenaar propageerde tot leven te wekken.
    De Stichting Museum Schloss Moyland bezit ongeveer 6.000 werken van Joseph Beuys, wereldwijd de grootste collectie werken van deze kunstenaar.
    Ruim vierduizend kunstwerken van Joseph Beuys (1921-1986) zijn vanaf zondag te bezichtigen in een kasteel bij Kleef, dat zich heeft ontfermd over de immense Beuys-verzameling van de gebroeders Van der Grinten. Is de grote sjamaan en activist nu definitief bijgezet? 'Als Beuys er niet meer bij staat om uitleg te verschaffen, dan wordt het waardeloos.'
    ONDER ZIJN ENE voet heeft de man een korte, koperen ski gebonden, onder zijn andere schoen kleeft een lap vilt. Zijn gezicht is ingesmeerd met honing, waarop zich een laagje goudstof heeft vastgezet. In zijn armen houdt hij een dode haas, die hij liefdevol toespreekt. Drie uur lang. Hij loopt met het kadaver langs kunstwerken, om zich uiteindelijk op een krukje te laten zakken en door te murmelen. Joseph Beuys laat zien Hoe men de dode haas de schilderijen verklaart. Van zijn gemurmel tegen het beest dat-niet-meer-is, verstaat het publiek niets.
    Het is een van Beuys' beroemdere Aktionen; ze stamt uit 1965 en werd vastgelegd op een video. En het ziet er al met al een beetje luguber uit. Beuys-vorsers hebben het later aldus uitgelegd: de verintellectualiseerde mens was niet meer - of nog niet - in staat de tekst van Beuys te begrijpen. Dit in tegenstelling tot de haas, want die beschikt over het geheim van het oorspronkelijke leven

    Barbara Kruger lees meer
    *Barbara Kruger Barbara Kruger 1945, Newark, New Jersey, Verenigde Staten
    Barbara Kruger woont en werkt in New York en Los Angeles. Ze volgde opleidingen beeldende kunst en vormgeving in New York. Als grafisch vormgever werkte ze voor verschillende tijdschriften. Deze achtergrond is cruciaal in haar werk als beeldend kunstenaar.
    De beeldtaal uit de massamedia heeft zeer krachtige communicatiemogelijkheden. Barbara Kruger eigent zich de clichés en technieken toe die in de massamedia worden gebruikt. Ze hanteert dezelfde strategieën, maar om haar eigen seksuele, sociale en politieke, altijd kritische boodschappen over te brengen. De boodschappen die in de massamedia moeten aanzetten tot consumptie, vervangt ze door kritische, agressieve oneliners zoals I shop therefore I am , I am not trying to sell you anything of When I hear the word culture I take out my check book. Ze stelt vragen over het functioneren van macht en het effect ervan op de menselijke conditie: hoe wordt macht opgebouwd, gebruikt en misbruikt. Steeds terugkerende thema’s in haar subversieve en bevragende werk zijn feminisme, consumptie, individuele autonomie en verlangen. Ze ontwierp posters voor een vrouwenrechtendemonstratie in 1989 in Washington, schreef een in vele talen vertaald feministisch pamflet en publiceerde over discriminatie van minderheden en aids-patiënten.
    Krugers werk wordt getoond in musea en galerijen, maar ook op reclamepanelen, bushokjes, posters, T-shirts en plastic tassen en in stations, parken of andere plekken in de publieke ruimte. Op het eerste gezicht krijg je een reclameboodschap te zien. Dat wat je leest, strookt echter niet met de gebruikelijke reclameboodschappen. In haar recente werk gebruikt Kruger naast geschreven tekst ook geluid en naast fotografie ook videoprojectie. De confrontatie met de toeschouwer wordt nog indringender en nog meer claustrofobisch; haar werk komt nog dichter bij het publiek. Krugers concept is zowel publiek als politiek

    Anselm Kiefer lees meer
    *De Duitse kunstenaar Anselm Kiefer (1945) haalde de hele mythologie en geschiedenis van Duitsland overhoop om het zwijgen van zijn landgenoten te doorbreken. ROGIER ORMELING In het schilderij Icarus – Märkisches Sand (1981) heeft Icarus de gedaante aangenomen van een gevleugeld schilderspalet dat boven Brandenburg vliegt. Het palet stort echter niet, zoals Icarus, neer vanwege de zon, maar vanwege de hitte van het landschap dat door de oorlog in brand staat. Op briljante wijze laat Kiefer zien dat op Duitse bodem zó’n uitslaande brand heeft gewoed dat een Duitse kunstenaar destijds geen andere keuze had dan zich met de geschiedenis bezig te houden. Hoe graag de kunst ook autonoom en transcendent wil zijn, aan de zwaartekracht van de geschiedenis kan ook zij niet ontkomen. Samen met collega’s als Baselitz, Immendorf, Penck, Polke en Richter verwierp Kiefer daarom in de jaren zestig de heersende abstracte, puur formalistische moderne kunst. Zulke autonome kunst verwijst immers vooral naar zichzelf en hield zodoende in Duitsland slechts het grote zwijgen in stand, het taboe op het ter sprake brengen van het nazi-verleden

    Anselm Kiefer 2 lees meer
    *Anselm Kiefer (1945) Duitse kunstenaar
    De Duitse kunstenaar Anselm Kiefer werd in maart 1945 geboren in Donaueschingen. Kiefer studeerde aanvankelijk rechten aan de universiteit van Freiburg, maar gaf deze studie in 1966 op om kunstenaar te worden. Vervolgens studeerde Anselm Kiefer aan de kunstacademies in Freiburg, Karlsruhe en Düsseldorf.
    De "daily practice" van Gerhard Richter De Duitse kunstenaar Gerhard Richter werd in 1932 geboren in Dresden. Hij is een van de invloedrijkste schilders van zijn generatie. Schijnbaar moeiteloos wisselt Richter tussen abstract en figuratief werk. Bovendien bleek hij inventief in het bedenken van methodes om zijn verf op het canvas te krijgen. Hoewel Gerhard Richter zichzelf als een kunstenaar beschouwt en niet als kunsttheoreticus, heeft hij tijdens zijn loopbaan vele interessante en vernieuwende stukken geschreven. Samen met Hans-Ulrich Obrist werkte Gerhard Richter zeven jaar aan de totstandkoming van "The daily practice of painting: writings 1960-1993". Vele tekstfragmenten uit dit boek werden speciaal voor dit doel vertaald in het beter internationaal toegankelijke Engels. Obrist gebruikte naast publieke uitspraken, zoals interviews, brieven aan vrienden en dagboeken, waarin Gerhard Richter verslag doet over zijn werk. Bovendien werden 87 illustraties opgenomen uit het archief van Richter.
    Gerhard Richter: 100 pictures
    Gerhard Richter wordt door velen gezien als de belangrijkste Duitse kunstschilder van zijn tijd. In 1996 maakte deze Duitse kunstenaar een kunstenaarsboek waarin hij op een onconventionele wijze een bloemlezing uit zijn oeuvre toont. Na een kort terugblik op de schilderijen die Gerhard Richter in zijn atelier bewaarde volgt het werk uit de jaren 1995 en 1996. In deze jaren schilderde Richter hoofdzakelijk abstracte doeken en een aantal persoonlijke schilderijen, zoals een doek waarop zijn vrouw Sabine geportretteerd werd als madonna met kind. "100 pictures" is een bijzonder boek van een bijzondere kunstenaar.

    Jeff Koons lees meer
    *Jeff Koons (1955) Amerikaanse kunstenaar
    De Amerikaanse kunstenaar Jeff Koons werd in januari 1955 geboren. Koons studeerde aan het Maryland College of Art en het Art Institute in Chicago. Na zijn studie vestigde Jeff Koons zich in 1976 in New York, waar hij al snel opviel. De eerste werken van Koons bestonden uit tl-buizen en huishoudelijke artikelen. Daarnaast ontstonden opblaasbare konijnen en bloemen. Koons trad veelal in de voetstappen van popartkunstenaars. In zekere zin is zijn werkwijze vergelijkbaar met die van Andy Warhol, dit vooral door zijn experimenten met verschillende media.
    Equilibrium tanks De eerste solotentoonstelling van Koons vond in 1985 plaats in New York. De belangrijkste thema's op deze tentoonstelling waren evenwicht en overleven. Naast zijn "Equilibrium tanks", een soort aquaria waarin zich zwevende basketballen bevinden, toonde hij afgietsels van een reddingsvest en een rubberboot.
    Banaal Door sommigen wordt de kunst van Jeff Koons als banaal ervaren. Feit is, dat Koons altijd op zoek lijkt te zijn naar de grens: waar houdt de kunst op en begint de kitsch. Voor de serie "Banality" (1988) maakte Koons gebruik van dezelfde techniek, waarmee doorgaans kitsch objecten van aardewerk worden vervaardigd. Een relletje na de aankoop van "Ushering into banality" door het Stedelijk Museum in Amsterdam resulteerde in naamsbekendheid van Jeff Koons in Nederland.

    Jeff Koons 2 lees meer
    *Jeff Koons Jeff Koons is geboren in 1955 in York, Pennsylvania. Hij werkt en leeft hoofdzakelijk in New York. Jeff Koons is een Amerikaanse object- en conceptkunstenaar, en wordt ook wel beschouwd als een belangrijke kunstenaar van het postmodernisme, die kitsch in beeld bracht. Hij wordt ook wel tot de Commodity-art gerekend

    Armando lees meer + filmpje
    *Armando (Amsterdam 1929) behoort tot de belangrijkste na-oorlogse Nederlandse kunstenaars. Hij wordt nationaal en internationaal gewaardeerd als beeldend kunstenaar, schrijver, film- en documentairemaker en violist. Zijn werk, met als basis zijn persoonlijke ervaring van de Tweede Wereldoorlog in Amersfoort, handelt over existentiële en universele thema's die hij beschrijft in termen van macht en onmacht, daders en slachtoffers, herinnering, vergankelijkheid en melancholie. Fascinatie voor geweld en kwaad bepaalt zijn werk van meet af aan. Verbaasd over de verraderlijke schoonheid van dit geweld, werkt Armando zijn thematiek in elke discipline die hij beoefent op unieke wijze uit. Gedreven door het verlangen naar inzicht in het kwaad en naar de beheersing van de technieken om zijn thematiek vorm te geven, verkent hij de mogelijkheden van ieder medium tot het uiterste.
    Het werk van Armando omvat series monumentale schilderijen , pasteus en doorwerkt in zwart en wit met hier en daar sporen van kleur, subtiele, poëtische tekeningen en grafiek. Vanaf 1989 ontstaan sculpturen die door natuurkrachten gevormd en gebeukt lijken. Proza en poëzie van Armando nemen een eigen plaats in. In een zeer specifieke taal wordt het onzegbare, omgeven door veel wit, verwoord. Documentaires waarin zowel daders als slachtoffers het woord krijgen, films, toneel- en theatervoorstellingen completeren een oeuvre waarvan zowel beeldend als literair werk meermalen is bekroond. Als violist van het Armando Kwartet drukt Armando het gevoel van weemoed en melancholie, dat een plek heeft in al zijn werk.

    Menno Baars lees meer
    * Menno Baars is bij het publiek bekend als kunstschilder en cardioloog. Hij begon, nadat hij geneeskunde had gestudeerd, vanuit het niets te schilderen en heeft geen kunstacademie bezocht. “De ironie is dat ik, vanaf de eerste dag van de opleiding tot cardioloog, diepgaand veranderde als persoon. Het was alsof ik opeens alles begreep, zag en in mij opzoog”, aldus Baars.
    Baars rekent af met hedendaagse opvattingen over hoe moderne kunst behoort te zijn: conceptueel en vooral niet 'vanuit het hart met de handen in de verf'. Hij leerde zichzelf met een buitengewone snelheid en naïeve vasthoudendheid de ware schildertechniek aan. Zijn rebelse vastberadenheid om met volle overgave te schilderen weerspiegelt zich in zijn energieke vroege schilderijen met zware schildertoets vol textuur die sterk doen denken aan het werk van CoBrA artiest Karel Appel. De beeldtaal is lichtvoetig: Er ontstaan doeken met een haast kinderlijk aandoende figuratie in heldere kleuren en verf die in dikke slierten is opgebracht met heftige streken. Ogenschijnlijk 'kwast hij zo snel mogelijk zijn verfpot leeg', maar wie goed kijkt, herkent al het talent in de beginnende kunstenaar

    Gerti Bierenbroodspot lees meer
    *Haar werk transponeert op metafysische wijze concrete gegevens uit de werkelijkheid. Een werkelijkheid die haar oorsprong heeft in reizen die zij maakte naar Italië, Griekenland en Egypte. Zou vanwege haar iconografische concentratie op archeologische vondsttypen en haar kennis van de oudheid, een classicistisch realist genoemd kunnen worden. Haar schilderijen vertegenwoordigen echter geen archeologische waarden in de zin van reconstructietekeningen. Bij nader inzien blijkt dat zij de realistische archeologische gegevens ondergeschikt heeft gemaakt aan een metafysisch gehalte.

    Eugène Brands lees meer
    *Vaak wordt Eugène Brands in één adem met de CoBrA-beweging genoemd. Toch behoorde hij maar heel kort tot deze beweging. Na de roemruchte gezamenlijke tentoonstelling in het Stedelijk Museum te Amsterdam, in november 1949, nam hij reeds afscheid van CoBrA. Met zijn zeer persoonlijke opvattingen over de schilderkunst was Eugène Brands - een groot schilder, een beminnelijk mens - nu eenmaal veel meer een solist.In de jaren zestig verruilde Brands langzamerhand de figuratie weer voor abstractie. Hij heeft meegemaakt dat in de kunstwereld "materie-schilderen" veel aandacht kreeg. Dat was niet zijn schilderen. Zelf brengt hij de verf meestal dun op, als een tintensluier, bijna immaterieel.

    Henk Chabot lees meer
    * Pand en collectie vormen sinds de opening in 1993 een hechte eenheid waarbij de specifieke architectuur van het internationale Nieuwe Bouwen in voorwaardelijke zin bijdraagt aan de kunstbeleving. De woonhuisdimensie levert een kwalitatieve context op die uitnodigt tot kijken en het aangaan van ‘een op een’ relatie met een authentiek kunstwerk, een plaatsbepaling, letterlijk en figuurlijk. Het monografische karakter wordt doorgaans als een kracht ervaren.
    Het werk van de Rotterdamse kunstenaar Henk Chabot (1894-1949), schilder en beeldhouwer, diens monumentale werken en die van tijdgenoten blijken telkens weer, in kwalitatieve zin, inspirerende aanknopingspunten te bieden die nieuwe gezichtspunten bloot leggen. De focus op een oeuvre en daaraan gekoppelde collecties van verschillend verzamelaars bieden de mogelijkheid een puur en eigenzinnig Rotterdams verhaal in een internationaal verband op diverse niveaus te vertellen en te tonen.

    Jan Dibbets lees meer
    *Jan Dibbets is één van de toonaangevende en invloedrijke Nederlandse kunstenaars met een internationale reputatie in wiens werk licht, kijken, perspectief en ruimte terugkerende elementen zijn. Zijn werk bevindt zich in de talloze collecties waaronder die van De Pont en het Van Abbe Museum.

    Kees van Dongen lees meer
    *Kees van Dongen (1877-1968). Cornelis Theodorus Maria van Dongen werd op 26 januari 1877 geboren te Delfshaven, een dorp dat in 1886 door Rotterdam werd opgeslokt. In 1889 ging Kees zijn vader helpen bij het werk in een mouterij, een bedrijfje dat de grondstof voor de jeneverstokerijen leverde. Uiteindelijk ging Kees in 1892 tekenlessen volgen bij de schilder J.C. Heyberg aan de kunstacademie te Rotterdam. Op de academie ontmoette hij zijn latere vrouw Juliana Augusta Preitinger (-1946), roepnaam Guus. In 1895 ging Kees uit huis en verdiende hij de kost met het maken van tekeningen voor o.a. Het Rotterdamsch Nieuwsblad

    Kees van Dongen lees meer
    *Kees van Dongen (1877-1968). Kees van Dongen is geboren in 1877 in Delfshaven, in een voor zijn tijd relatief klein gezin van maar vier kinderen. Zijn vader was eigenaar van twee mouterijen, bedrijven die mout aanleveren voor het brouwen van bier. De jonge Van Dongen krijgt volledige vrijheid van zijn ouders om zijn roeping als kunstschilder te volgen
    Na het gymnasium volgt hij de opleiding tot technisch tekenaar aan de kunstnijverheidsschool in Rotterdam. Hij heeft les van Jan Striening en beroepskunstenaar Heyberg. Gedurende zijn gehele carrière voelt hij grote bewondering voor Frans Hals en Rembrandt, die in hun losse penseelvoering hun tijd ver vooruit waren. Ook van de zogenaamde ‘Generatie van 1880’, bestaande uit schilders als Isaac Israëls en George Hendrik Breitner neemt hij de schildertechniek van het grotere gebaar over. Deze schilderwijze zal hij in zijn eigen carrière verder ontwikkelen in de richting van het expressionisme. De techniek van de genoemde kunstenaars uit Den Haag sprak hem aan in het begin van zijn ontwikkeling, maar hij verkoos in die fase het ongebruikelijke thema van het rauwe dagelijkse leven in Rotterdam. De niet zo alledaagse taferelen van de rosse buurt passen bij een directe en rake manier van schilderen.
    PARIJS EN HET FAUVISME
    In 1897 breekt hij zijn studie af om zich voor een paar maanden in Montmartre, Parijs te vestigen. Twee jaar later besluit hij voorgoed in Parijs te blijven, waar hij al na vijf jaar bekendheid geniet binnen de avant-garde van de kunstwereld. Tot die tijd bedruipt hij zich financieel met verscheidene baantjes, onder andere als karikaturist voor verschillende kranten. In 1906 sluit hij zich aan bij de fauvisten, waardoor hij de toonaangevende kunstenaar Henri Matisse leert kennen. Diens invloed op Van Dongen is goed zichtbaar in dominante decoratieve elementen, die de achtergrond van de schilderijen van Van Dongen bepalen. In 1907 wordt Van Dongen door de Duitse expressionistische groep Die Brücke uitgenodigd om lid te worden. Niet lang daarna maakt hij kennis met Picasso en Juan Gris, die net als hij werkten in het ateliercomplex Bateau Lavoir aan de Rue Ravignan in Parijs. Het was een groot ateliercomplex waar ook vooruitstrevende grootheden als Amedeo Modigliani, Guillaume Apollinaire en Georges Braque werkzaam waren.

    Sam Drukker lees meer
    * Sam Drukker (Goes, 1957) studeerde aan de academie Minerva te Groningen en kreeg daar onder andere een klassieke scholing van Matthijs Röling. Na zijn studie werkte hij onder meer in Parijs en Barcelona. Naast zijn vak als autonoom kunstenaar doceert hij aan de Wackers Academie in Amsterdam en was hij oprichter van het Nederlands Portretschap waar hij tot 2000 lid van was. Sam Drukker is zeer begaan met het kunstonderwijs waarin hij veel dwang signaleert voor studenten om wegen te volgen die anderen reeds insloegen. Drukker was in 2011 Kunstenaar van het jaar. In het figuratieve werk van Sam Drukker staat de mens centraal. Hij tekent en schildert de mens, het leven. Niet verpakt maar in zijn ware gedaante. Hij concentreert zich daar zo op dat de rest van het doek vaak leeg blijft. Schoonheid en verval ondersteunen elkaar in zijn werk tot een zeer boeiende eenheid. Het doet soms theatraal en tegelijkertijd romantisch aan. In elke streep van het doek wil Sam Drukker het leven leggen: het ontluikende, of stilgevallen leven, het extatische of leeggelopen leven. Bij de doeken van Sam Drukker mag je genieten van wat je ziet. Qua thematiek herkennen we geregeld Bijbelse motieven. Deze zijn volgens Sam Drukker zeer intrigerend vanwege de inherente dramatiek. In het werk van Sam Drukker is niet alleen de figuur van belang, ook de gestalte, de houding en kleurcombinaties. Hij schildert niet vanuit een vast omlijnd idee welke dan met grote zorgvuldigheid stap voor stap wordt uitgewerkt. De kunstenaar schildert spontaan datgene wat hem aangrijpt in de verschillende prikkels om hem heen. Sam Drukker schildert op gevonden stukken hout, board, etc. De kunstenaar vertelt: [Ik schilder op] “ondergronden die al een leven achter de rug hebben, waar de sporen zichtbaar zijn. Dat leven, die sporen, dat verhaal, respecteer ik en voeg er mijn deel aan toe.”

    Marlene Dumas lees meer
    *'EK IS NIE van hier nie, maar ook nie van daar nie', zegt Marlene Dumas in Miss Interpreted (Marlene Dumas), de documentaire die zojuist aan haar leven en werk is gewijd. Ze is geboren in Zuid-Afrika, ze woont inmiddels ruim twintig jaar in Nederland en stelt haar schilderijen en tekeningen over de hele wereld tentoon, maar haar enige 'hier en daar' is haar atelier: 'Mijn studio is mijn huis, mijn land.' De meest intieme momenten in de documentaire zijn dan ook die waarop de kunstenares aan het werk is. Je ziet haar ruime atelier in een voormalig fabriekje aan de Amsterdamse Prinsengracht, een rechthoekige ruimte met een betonnen vloer die bedolven is onder stapels foto's, knipsels uit kranten en tijdschriften, boek- en plaatwerken, en kwasten en verf

    MC Escher lees meer
    *Maurits Cornelis Escher (1898-1972) is een van 's werelds meest beroemde grafici. Zijn kunst wordt bewonderd door miljoenen mensen over de hele wereld, getuige de vele web sites op het internet.
    Hij is het meest beroemd om zijn zogenaamde onmogelijke tekeningen, zoals Klimmen en Dalen en Relativiteit, maar ook om zijn metamorphoses, zoals Metamorphose I, II en III, Lucht en Water I en Reptielen.
    Maar hij maakte ook prachtige, meer realistische werken gedurende de tijd dat hij in Italië woonde en werkte.Bijvoorbeeld de litho Castrovalva, waarin men al M.C. Escher's fascinatie voor voor hoog en laag, dichtbij en veraf kan zien. De litho Atrani, een klein plaatsje aan de Amalfitaanse kust in Italië, maakte hij in 1931, maar komt weer terug in zijn meesterstukken Metamorphose I en II.
    Gedurende zijn leven maakte M.C. Escher 448 litho's, houtsnedes en houtgravures en meer dan 2000 tekeningen en schetsen. Net zoals sommige van zijn beroemde voorgangers - Michelangelo, Leonardo da Vinci, Dürer en Holbein - , was M.C. Escher linkshandig.Naast zijn werk als graficus, illustreerde M.C. Escher boeken, ontwierp tapijten, postzegels en wandschilderingen. Hij werd geboren in Leeuwarden als de vierde en jongste zoon. Na 5 jaar verhuisde de familie naar Arnhem, waar hij het grootste deel van zijn jeugd doorbracht. Nadat hij gezakt was voor zijn eindexamen, en na een kort intermezzo in Delft, begon M.C. Escher met zijn lessen bouwkunde aan de School voor Bouwkunde en Sierende Kunsten in Haarlem.

    Edgar Fernhout lees meer
    *Edgar Fernhout kwam uit een artistiek milieu: zijn moeder was schilders Charley Toorop en zijn grootvader de schilder Jan Toorop. Al op jonge leeftijd begon hij te schilderen. Aanvankelijk maakte hij kleine, realistische schilderijen: portretten, zelfportretten en stillevens. Dankzij de vele contacten van zijn moeder kwam hij in aanraking met vernieuwende kunstenaars zoals Piet Mondriaan (1872-1944) en met ontwikkelingen op het gebied van film en fotografie. Als gevolg hiervan neigde zijn schildertrant in de loop van de jaren vijftig naar abstractie. Hij koos ook voor meer abstracte onderwerpen zoals ‘winter’.

    Leo Gestel lees meer
    *Leo Gestel (1881-1941) minnaar van het liefelijke Leie-land Zijn leven en zijn werken zijn in de laatste kwarteeuw door velen in beeld gebracht via tentoonstellingen, boeken en catalogi. Na 1980 kwam de (her)waardering voor deze veelzijdige schilder pas echt op gang. Het leek een soort wedergeboorte. Tijdens zijn leven was Gestel een gevierd kunstenaar en verscheen al de eerste monografie over hem, geschre- ven door zijn vriend Willem van der Pluym. Dat was in 1936. Na Gestels overlijden in het oorlogsjaar 1941 moest er tot 1946 worden gewacht voordat er een overzichtstentoonstelling van zijn werk kon worden gemaakt. Immers onder de oorlog was zijn werk "entartet" verklaard.
    Leendert Gestel wordt op 22 november 1881 te Woerden geboren als tweede zoon van Emmetje Scholten en Willem Gestel. Hij groeit op in een milieu waarin zijn talent voor tekenen tot volle ontplooiing kan komen. Vader Gestel, huis- en decoratieschilder van beroep, heeft niet alleen een schilderszaak maar is tevens directeur van de Avondtekenschool in Woerden. Leendert neemt zich al vroeg voor om kunstschilder te worden. Van 1900 tot 1903 volgt hij lessen aan de Rijksnormaalschool voor Teekenonderwijzers te Amsterdam. Ook volgt hij de avondcursus schilderen aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam (1901-1904). In 1903 vestigt hij zich als vrij kunstenaar te Amsterdam. Zijn vrienden zien in hem een groot kunstenaar en noemen hem Leonardo (naar Leonardo Da Vinci), later afgekort tot Leo. Om in zijn onderhoud te voorzien werkt hij ook aan opdrachten voor reclamedrukwerk, illustratie voor boeken en dagbladen, en verpakkingsmateriaal. Dit is echter niet zijn favoriete bezigheid. Zodra hij van de opbrengst van zijn schilderijen kan rondkomen, staakt hij zijn kunst-in-opdracht.

    Herman Gordijn lees meer
    *Van 1950 tot 1955 volgde hij een opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Den Haag. In 1960 vestigt hij zich in Amsterdam. Gordijn's werk wordt gerekend tot het Lyrisch Realisme.In de jaren ‘60 en ‘70 is hij naast schilder en graficus ook zeer productief als decor- en kostuumontwerper voor toneelgezelschappen. Van 1969 tot 1987 is hij docent aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. Gordijn werd ook bekend door zijn monumentale portretten in opdracht, zoals van H.M. Koningin Beatrix, de actrice Charlotte Köhler en de acteur Ton Lutz. Over zijn werk verschenen meerdere (televisie) documentaires en boeken.

    Klaas Gubbels lees meer
    *Klaas Gubbels is zonder enige twijfel één van de belangrijkste levende Nederlandse beeldend kunstenaars. De door hem geschapen beelden zijn reeds generaties lang voor velen iconen geworden: serieuze, maar lichtvoetige voorstellingen die hoewel herkenbaar, steeds de randen van het realisme aftasten. Met een bewonderenswaardige standvastigheid heeft Gubbels sinds de jaren vijftig een indrukwekkend oeuvre opgebouwd waarin koffiekannen, tafels, flessen, schaakborden en een enkele maal een vrouwenfiguur of stoel figureren

    Henk Helmantel lees meer
    *Henk Helmantel (1945) is sinds 1967 werkzaam als kunstschilder in zijn geboortedorp Westeremden. Hij heeft zich gedurende al die jaren voornamelijk beziggehouden met het schilderen van stillevens en interieurs van middeleeuwse (kerk)gebouwen in realistische stijl. Er vonden zeer veel solo- en groepstentoonstellingen plaats in binnen- en buitenland. Verder verschenen er vele recensies en een aantal brochures en boeken. Een heel speciale opdracht die hij zichzelf stelde was de volledige reconstructie van "De Weem", een in 1912 afgebroken middeleeuwse pastorieboerderij. Hierbij werd hij geholpen door vaklieden en vrijwilligers. De herbouw vond plaats in de jaren 1974/1975, 1981, 1985 en 2004. In het schuurgedeelte van "De Weem" is een expositieruimte gecreëerd om de eigen collectie schilderijen te tonen. De exposities van eigen werk vinden plaats van mei tot en met september. (zie ook "de Weem")

    Anton Heyboer lees meer
    *Anton Heyboer werd op 9 februari 1924 op het Indonesische eiland Java geboren. Vijf maanden later verhuisde hij met zijn oudere zusje en ouders naar Haarlem. Er volgde een periode van verhuizingen. In 1925 naar Delft, in 1929 naar Voorburg. Van 1933 tot 1938 verbleef de familie Heyboer op Curacao. Later verhuisde men wederom naar Haarlem. "Heyboer: ik heb een prima jeugd gehad. Niet, vergeleken met normaal, wat men een gezellige jeugd noemt. Maar een vrij wilde jeugd. Op onbewoonde eilanden enzo. Wat wil je als kind nog meer?" Enz.

    Jozef en Isaac Israels lees meer
    *Jozef Israëls is reeds een gevierd en populair schilder van de Haagse School wanneer zijn zoon Isaac wordt geboren. Al snel blijkt het tekentalent van de jonge Israëls en het is dan ook niet verrassend dat hij in de voetsporen van vader treedt. Maar het traditionele schildersmilieu is hem te benauwend. Isaac ruilt Den Haag in voor Amsterdam, waar hij in zijn schilderijen een compleet andere weg inslaat dan zijn vader – niet voor niets wordt Isaac de Hollandse impressionist genoemd.
    Jozef Israëls is reeds een gevierd en populair schilder van de Haagse School wanneer zijn zoon Isaac wordt geboren. Al snel blijkt het tekentalent van de jonge Israëls en het is dan ook niet verrassend dat hij in de voetsporen van vader treedt. Maar het traditionele schildersmilieu is hem te benauwend. Isaac ruilt Den Haag in voor Amsterdam, waar hij in zijn schilderijen een compleet andere weg inslaat dan zijn vader – niet voor niets wordt Isaac de Hollandse impressionist genoemd. Dat vader en zoon zo gelijk, maar ook zo verschillend kunnen zijn, is te zien in de tentoonstelling Jozef en Isaac Israëls, Vader en Zoon in het Gemeentemuseum Den Haag.
    Oorspronkelijk stamt de familie Israëls uit Groningen. Jozef wordt daar in 1824 geboren in een gezin met veel belangstelling voor religieuze en kunstzinnige zaken, waar zijn uitzonderlijke tekentalent al snel opvalt. Hoewel hij aanvankelijk successen boekt met historiestukken, specialiseert hij zich in de loop der tijd in het vissersgenre, dat hem wereldberoemd zou maken. Jozef viert triomfen op de salons van Brussel en Parijs en financieel vergaat het hem uitstekend – mede dankzij de zakelijke neus van zijn echtgenote Aleida.
    In 1865 wordt zijn zoon Isaac geboren en korte tijd later vestigt het gezin zich in Den Haag. Jozef laat zijn getalenteerde zoon naar de Tekenacademie gaan, maar hij is geen trouwe leerling; hij volgt liever zijn eigen weg. Ook ten opzichte van zijn vader, want vanaf zijn prille jaren wil Isaac zich onderscheiden van hem en het sentiment dat zijn werk zo kenmerkt en waarmee Jozef zoveel bewondering oogst. Moeder Aleida denkt hierdoor dat haar zoon een klap van de molen heeft gekregen en schrijft een brief met haar zorgen aan bevriend psycholoog en schrijver Frederik van Eeden. Die geeft haar echter een nuchter ouderschapsadvies: ‘Dacht u dat een kranig artiest als uw zoon onder zou gaan als hij in zijn jeugd een tijdje moet tobben en zoeken?’.Zijn zoektocht leidt Isaac naar Amsterdam, waar hij zich ontwikkelt tot een kunstenaar van het moderne leven, met een losse toets die hem de bijnaam ‘de Hollandse Impressionist’ oplevert. Het verschil met zijn vader blijkt niet alleen uit de schilderstijl maar ook uit de onderwerpskeuze; geen sentimentele verbeeldingen van zware emoties, maar een realistische weergave, snel geschilderd. Misschien verwoordt Jozef het verschil zelf nog het beste, toen hij schreef dat zijn zoon de militairen schildert die naar het slagveld gaan, terwijl hijzelf de wenende weduwen verbeeldt. Maar ook in minder zware onderwerpen zijn vader en zoon nauwelijks met elkaar te verwarren. Voor Jozef Israëls zijn het strand en de duinen het decor voor Scheveningse vissersvrouwen en hun kinderen, voor Isaac zijn het elegant geklede dames in zomerse toiletten in de stad en later badgasten aan het Lido van Venetië of op het mondaine strand van Viareggio.

    Wim Izaks lees meer
    *Wim Izaks is geboren in Eibergen in 1950. Op 22-jarige leeftijd besloot hij de kunstopleiding te gaan volgen aan de Akademie voor Kunst en Industrie (AKI) te Enschede. Hij viel er op door zijn impulsieve en gedreven manier van schilderen. In 1975 maakte hij een lange reis door Afrika, waarvan hij een verslag maakte in woord en beeld. Een reeks foto's, schilderijen en grafiek werd tentoongesteld in het Rijksmuseum Twenthe in 1978 ter gelegenheid van zijn afstuderen. Hij maakte meer dan duizend schilderijen en grote aantallen tekeningen, gouaches en grafiekbladen. Zijn stijl was over het algemeen zeer expressief, waardoor de kunstkritiek hem indeelde bij de 'wilde schilderkunst'. Toch was zijn werk ook vaak uiterst beheerst, zoals de linosnedes en de late schilderijen bewijzen. Hij exposeerde in verschillende musea en galeries. Daarnaast gaf hij les aan de AKI. In 1989 kwam er onverwacht een einde aan zijn turbulente leven.

    Peter Klashorst lees meer
    *Peter Klashorst (1957) studeert in 1981 af aan de Gerrit Rietveld Academie te Amsterdam. De jaren 80 zijn een periode waarin er in Europa een nieuwe beweging ontstaat, die van de \"wild Painting\" kunstenaars. Klashorst\'s schilderstijl wordt onmiddellijk verwelkomd door deze beweging. 1987 begon Klashorst na gesprekken op Tenerife met de Tsjechische kunstenaar Jiri Georg Dokoupil het in Amsterdam gevestigde kunstenaarscollectief After Nature, dat zich afzette tegen het heersende abstract expressionisme. Bekend en berucht waren hun gezamenlijke performances op straat, in de natuur en tijdens kunstmanifestaties. In 1995 viel de After Nature groep weer uiteen. In de tussentijd had deze groep ook het Amsterdams Instituut voor de Schilderkunst (AIS) opgericht, waar zij open schilderworkshops organiseerden.
    Beeldend kunstenaar Peter Klashorst, geboren op 11 februari 1957 in Santpoort, verwierf na zijn afstuderen in 1981 aan de Amsterdamse Rietveldacademie al snel bekendheid. In deze periode legt Klashorst zich niet alleen toe op zijn schilderkunsten; hij viert zijn artistieke talenten bot in zijn punkband Soviet Sex, zijn eigen pirate TV-station Bizar TV en zijn discotheek Bizar-discotheek. Peter Klashorst begon zijn loopbaan in de periode van het neo expressionisme in Nederland de "nieuwe wilden". Midden jaren tachtig bevriest de krachtige expressieve stijl van Klashorst, werden zijn doeken abstracter, de kleuren verdwenen en sloot hij met zijn geometrische werk aan bij de "neo geo" stroming. In 1987 besprak hij op Tenerife met zijn collega's Rob Scholte en Jiri Dokoupil de crisis van het modernisme: Wat kun je als schilder nog schilderen nu alles al geschilderd is? Klashorst en Dokoupil stelden dat de schilderkunst opnieuw uitgevonden moest worden en begonnen met het naschilderen van de werkelijkheid, zoals de schilders vóór het modernisme ook deden. Zo werd de groep After Nature geboren, die genres als naakt, landschap en stilleven deed herleven. Als mede-initiator van het kunstenaarscollectief After Nature gaf Klashorst een nieuwe impuls aan de Nederlandse kunst-geschiedenis. De After Nature groep (1987-1995), waaronder naast oprichter Klashorst ook de kunstenaars Jurriaan van Hall, Gijs en Aad Donker, Ernst Voss en Bart Domburg zet zich af tegen het heersende abstract expressionisme en maakte in de jaren tachtig en negentig furore met een vernieuwende figuratieve schilderstijl en keerde zich af van de "ismen" in de kunst. Hun relatie tot onderwerpen en met het publiek was heel direct en wars van pretenties. Bekend en berucht waren hun gezamenlijke performances op straat, in de natuur en tijdens kunstmanifestaties. Dat onder de te slopen ismen ook "snobisme" en "idealisme" werden gerekend, bleek toen Klashorst zich vervolgens ontpopte als portretschilder van "tout Amsterdam" en zijn deelname aan verschillende tv-programma's: De Sprekende Ezel, Ikon en Schilderen in acryl met Peter Klashorst, Teleac/NOT. Peter Klashorst (1957) studeert in 1981 af aan de Gerrit Rietveld Academie te Amsterdam. De jaren 80 zijn een periode waarin er in Europa een nieuwe beweging ontstaat, die van de "wild Painting" kunstenaars. Klashorst's schilderstijl wordt onmiddellijk verwelkomd door deze beweging. Na een aantal uitbundige en energieke jaren, bevriest de krachtige expressieve stijl van Klashorst. Zijn doeken worden abstract en koud en de kleuren verdwijnen. Het werk van Klashorst lijkt ijzig en onverschillig.

    Theo Kuijpers lees meer
    *'Als ik een goed schilderij heb gemaakt, kan ik hooguit enkele dagen nagenieten. Dan begint het hele scheppingsproces weer van voren af aan. Telkens weer.' Theo Kuijpers, Theo Kuijpers (Helmond, 1939) volgde de Academie voor Industriële Vormgeving in Eindhoven. Zijn militaire dienst vervulde hij van 1962 tot 1963 in Suriname. Terug in Brabant verwerkte hij impressies van Zuid-Amerika in zijn schilderijen. Tot op de dag van vandaag ontstaat zijn werk veelal volgens die methode: Reizen (naar Marokko, Australië, Italië, Frankrijk, IJsland en vele andere landen); rondkijken; weergeven in vorm en kleur op doek van wat er in hoofd en hart als essentie van zijn indrukken overblijft. Aanvankelijk was hij een materiekunstenaar in de trant van Tapiès. Zo ving hij in vitrines met varkensblaas, lood, hout en andere materialen zijn tot kunst gestolde herinneringen aan zijn afkomst uit een boerengezin in Mierlo. Al heeft hij zich in de loop der jaren meer en meer ontwikkeld tot een abstract schilder, hij is een constructivist gebleven. Niet alleen zijn handschrift doet dikwijls denken aan architectuur, door naast verf gebruik te maken van tentzeil, touw en takken, toont hij zich eveneens een 'bouwer' van schilderijen. Werk van Theo Kuijpers is opgenomen in onder meer de collecties van het Stedelijk Museum in Amsterdam, het Van Abbemuseum in Eindhoven en particuliere verzamelaars in binnen- en buitenland.

    Kees Maks lees meer
    *De Amsterdamse schilder Kees Maks (1876-1967) wordt gerekend tot een van de belangrijkste moderne, figuratieve kunstenaars van het begin van de twintigste eeuw. Terwijl in het begin van de twintigste eeuw de avantgardistische schilderkunst haar invloed deed gelden in Europa, keerden veel kunstenaars in het interbellum terug tot een meer neo-klassieke figuratie, die bekend werd als 'Retour a l'ordre'. Met name in Parijs verwierven deze figuratief werkende kunstenaars, waaronder Kees van Dongen, faam. In Nederland is ten onrechte nooit veel belangstelling voor dit soort kunst geweest. De overzichtstentoonstelling van Kees Maks hoopt dit beeld te nuanceren.

    Ans Markus lees meer
    *Antje Geertje (Ans) Markus (Halfweg, 29 januari 1947) is een Nederlands kunstschilderes. Markus is bekend om haar schilderijen van vrouwen in windsels. Markus is autodidact en haar stijl is realistisch. In 1981 houdt ze haar eerste expositie en vanaf halverwege de jaren 80 komt het grote succes. Begin jaren 90 verhuist Markus van Udenhout naar Amsterdam. In 1995 opent ze haar eigen atelier en expositieruimte op het Prinseneiland. Met haar 25-jarig jubileum als kunstschilder verschijnt in 2003 het overzichtsboek Tot op de Huid: 25 jaar schilderkunst van Ans Markus.

    Piet Ouborg lees meer
    *Piet (Pieter) Ouborg werd op 10-03-1893 in Dordrecht geboren en overleed op 03-06-1956 in Den Haag. In Dordrecht volgt hij een opleiding als onderwijzer met akten voor Engels en Frans. In 1913 ontvangt hij de materiaalprijs groot f 200,- uit het door het Dordrechts Museum beheerde Ary Scheffer-fonds. Volgde een opleiding voor een lagere teken akte in Surabaia en tijdens zijn eerste Europese bezoek wordt de akte MO tekenen behaalt. Als schilder is hij autodidact.
    Piet Ouborg werkte van 1916 tot 1938 als onderwijzer en tekenleraar in Nederlands-Indië (Java, Serang(1916), Sumatra, Padang-Pandjang(1916-1919), Java, Soerabaia(1920), Malang(1921 en 1925), Batavia (1926-1931) en Bandoeng (1925 en 1931-1938). Vandaar uit volgde hij nauwlettend de ontwikkelingen in de Europese kunst. Tegelijk maakte de exotische Indische omgeving diepe indruk op hem. Samen met de kunstenaar Jan Frank maakt hij tochten om te schilderen en om authentieke maskers op te sporen; hier ligt de basis van zijn collectie. In 1923 en in 1931 keert hij voor een verlofbezoek terug naar Nederland en 1938 keert hij definitief terug naar Nederland, kiest dan een woonplaats in Haarlem en later in Amsterdam en vestigt zicht in 1939 te Den Haag waar hij weer les in kunstgeschiedenis en tekenen gaat geven

    Marte Röling lees meer
    *Vijf jaar geleden overleed de geliefde van kunstenares Marte Röling. Negen dagen na zijn dood begon ze aan een schilderij met hem als onderwerp. Inmiddels zijn het er vijfenvijftig, te zien in Museum De Fundatie in Zwolle. ,,Ik kwam op Henks portretten toen ik zijn botten zag gloeien in de oven. Ik wilde hem meteen gaan schilderen. Ik grijp je, dacht ik. Of je wilt of niet. Ik wil je zíen."

    Ton Schulten lees meer
    *Emotie en Betovering Ton Schulten werd geboren als zoon van een bakker in Ootmarsum. Hij groeit op in een katholiek middenstandsgezin met zes kinderen. In 1956 startte hij op de Academie voor Kunst en Industrie te Enschede waar hij in 1962 cum laude afstudeerde in de richting grafisch ontwerper en vormgever. Na carrière gemaakt te hebben in de reclamewereld besluit Schulten in 1989 zich geheel te gaan wijden aan de schilderkunst.

    Jan Sluijters lees meer
    *Jan Sluijters 1881-1957 Behalve landschappen en familietaferelen schilderde Sluijters opvallend veel kunstenaressen en vrouwelijke artiesten. Moderne vrouwen die hun leven in eigen hand namen en een eigen carrière hadden. De vrouwen slaan niet bedeesd en zedig de ogen. neer, zoals gebruikelijk in die tijd, maar hebben een zelfverzekerde houding, soms brutaal, erotisch geladen. De schilder liet zich overigens niet leiden door het klassieke schoonheidsideaal, hij portretteerde jonge en oude vrouwen, blanke en zwarte, arme en rijke.

    Evert Thielen lees meer
    *Evert Thielen (Venlo 1954) bezocht na zijn middelbare school de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Van 1980 tot 1993 werkt hij mee aan onderzoeken rond de schildertechniek van "Het Lam Gods" van Van Eyck aan het Koninklijk Instituut van het Kunstpatrimonium in Brussel. Na verschillende tentoonstellingen in binnen- en buitenland volgde een grote opdracht voor een veelluik van het concern Sara Lee/Douwe Egberts te Utrecht. (1995)

    Charley Toorop lees meer
    *Toorop, Annie Caroline Pontifex (Charley), kunstschilderes (Katwijk 24-3-1891 - Bergen (Nh) 5-11-1955). Dochter van Jean Theodoor (Jan) Toorop, kunstschilder, en Annie Hall. Gehuwd op 1-5-1912 met Hendrik Fernhout, filosoof. Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 1 dochter geboren. Dit huwelijk werd op 22-7-1924 door echtscheiding ontbonden. De jeugd van Charley Toorop werd overschaduwd door de crises die het huwelijk van haar ouders vanaf het begin kenmerkten. Haar vader, de dynamische Jan Toorop, die in 1858 in Poerworedjo op Java geboren was uit een Europese vader en een moeder van Chinees-Brits-Indische afkomst, ontmoette tijdens zijn studiejaren in Brussel zijn toekomstige echtgenote, de uit een gegoede Engelse familie geboren Annie Hall, met wie hij in 1886 in het huwelijk trad. Het overlijden van hun eerste kind in 1887 kort na de geboorte bracht een verwijdering teweeg tussen de echtelieden, waarin de geboorte van hun dochter Charley in 1891 geen wezenlijke verandering bracht. Na een verblijf in Katwijk, waar het gezin Toorop vanaf 1899 de voor hen door bouwmeester H.P. Berlage gebouwde villa 'De Schuur' bewoonde, vertrok Annie Toorop na een tijdelijke scheiding van haar man in 1902 met haar dochtertje naar Engeland, waar zij tot het rooms-katholieke geloof overging en haar dochter Charley liet dopen. In 1905 bekeerde ook de vader Jan Toorop zich tot dit geloof.

    Floris Verster lees meer
    *Ruud van Capelleveen: Floris Verster (eigenlijk Floris Verster van Wulverhorst) kreeg lessen van George Hendrik Breitner en was leerling aan de Haagse academie. Hij woonde en werkte in Den Haag (1879-81), Brussel (1882) en daarna in Leiden. In 1891 introduceerde Jan Toorop hem bij de avant-gardistische kunstenaarsgroepering Les Vingts in Brussel. Hij exposeerde daar nog in hetzelfde jaar. Na 1893 is de Toorops invloed zichtbaar in Versters schilderijen.
    Verster schilderde landschappen, mensen en vooral stillevens. Zijn vroege werk is beïnvloed door Haagse School. Rond 1886 werd zijn verfgebruik ruwer en het werk kleurrijker. Tussen 1880 en 1890 schilderde hij grote stillevens van tere bloemen op donkere achtergrond. In zijn werk was verval een vaak terugkerend thema

    Co Westerik lees meer
    *Co Westerik houdt zich, als kunstenaar, al zijn hele leven bezig met het menselijk lichaam en de eigenschappen van de menselijke natuur. Je kunt hem een scherpe en strenge observator van de mens noemen. Hieruit ontstaan realistische voorstellingen waarin hij op alledaagse dingen en mensenvlees inzoomt. En hierdoor ontstaat een rare mengeling van figuratieve schilderkunst en de opzettelijke, expressionistische vertekening van de werkelijkheid.

    Jan Wolkers lees meer
    *Als dubbeltalent in de (Nederlandse) kunsten is Jan Wolkers een uitzonderlijk fenomeen. Hij kan worden vergeleken met Lucebert (schrijver en schilder), Armando (schrijver, schilder en musicus), met Herman Brood (musicus en schilder), de laat- negentiende eeuwse schilder en schrijver Jacob van Looy en in mindere mate ook met Jeroen Krabbé (acteur, regisseur, schilder). Voor Wolkers geldt meer dan voor Armando dat zijn beide talenten ongelijk waren verdeeld. Als schrijver beschikte hij ontegenzeglijk over meer originaliteit dan hij op het visuele vlak liet zien.

    Jan Wolkers lees meer
    *door Ronald Giphart: Jan Wolkers is een van de bekendste schrijvers en kunstenaars van het naoorlogse Nederland. In de jaren zestig en zeventig publiceert hij vele beeldende romans en verhalenbundels over seksualiteit, de dood en religie – boeken die voor met name christelijke volksstammen choquerend zijn. Wolkers’ verhalen worden door sommige criticasters weggezet als ‘op iedere pagina een vagina’. Ondanks de felle reacties gaan Wolkers’ boeken gretig over de toonbank en de verfilming van zijn bekendste roman, Turks fruit, breekt met 3,3 miljoen verkochte kaartjes alle bezoekersrecords.
    Officiële literaire erkenning voor zijn werk krijgt Wolkers pas jaren later. Te laat, volgens de auteur zelf. Uit boosheid hierover over weigert Wolkers vele literaire prijzen. Zelf heeft Wolkers zich altijd in de eerste plaats als beeldhouwer en schilder beschouwd. Op het einde van zijn leven is Jan Wolkers (1925-2007) een vitale bejaarde die op televisie schuimend van enthousiasme liefdevol verhaalt over al wat leeft in de natuur. Zijn bewonderde status staat in opmerkelijk contrast met de controverses die hij oproept in het begin van zijn schrijver- en kunstenaarschap. Ronald Giphart over het leven en werk van Wolkers¸
    Jan Wolkers is een van de bekendste schrijvers en kunstenaars van het naoorlogse Nederland. In de jaren zestig en zeventig publiceert hij vele beeldende romans en verhalenbundels over seksualiteit, de dood en religie – boeken die voor met name christelijke volksstammen choquerend zijn. Wolkers’ verhalen worden door sommige criticasters weggezet als ‘op iedere pagina een vagina’. Ondanks de felle reacties gaan Wolkers’ boeken gretig over de toonbank en de verfilming van zijn bekendste roman, Turks fruit, breekt met 3,3 miljoen verkochte kaartjes alle bezoekersrecords.
    Officiële literaire erkenning voor zijn werk krijgt Wolkers pas jaren later. Te laat, volgens de auteur zelf. Uit boosheid hierover over weigert Wolkers vele literaire prijzen. Zelf heeft Wolkers zich altijd in de eerste plaats als beeldhouwer en schilder beschouwd.
    Hoe zijn de jonge jaren van Jan Wolkers?
    Jan Wolkers wordt geboren op 26 oktober 1925, in een middenstandersgezin in Oegstgeest. Jan is de derde van in totaal elf kinderen. Jans vader heeft een – zoals Jan Wolkers later optekent – ‘schitterende zaak met comestibles en delicatessen’. In crisisjaren begint de kruidenierswinkel echter steeds slechter te lopen. Het gezin is zwaar gereformeerd en vader Wolkers leest iedere week meerderde malen voor uit de Statenbijbel. De passages maken diepe indruk op de jonge Jan. Toch is er ook een keerzijde. Op zondag mogen de kinderen van het gezin niet eens tegen een balletje trappen. Ook mag Jan Wolkers op de dag des Heren niet tekenen, schilderen of kleien – zijn geliefde bezigheden. Al op jonge leeftijd krijgt Wolkers een hekel aan de na-ijverige wraakzuchtige God over wie zijn vader spreekt. “Iemand die gevraagd wordt de zon stil te laten staan opdat de al in elkaar gehakte mensen nog verder afgeslacht kunnen worden – en dat nog doet ook! Wat een ongelooflijke rotzak,” zegt Wolkers later over God, in een interview in Trouw. In zijn tienerjaren zweert Jan Wolkers het geloof af, al zal hij er zijn leven lang naar blijven verwijzen. En VIDEOS


    Home